Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Reglement van orde van de deelraad Nieuw-West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingReglement van orde van de deelraad Nieuw-West
CiteertitelReglement van orde van de deelraad Nieuw-West
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 16

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-11-201001-12-2011Ingetrokken

 

Westerpost 7-12-2011

2011/RInt/151

Tekst van de regeling

Reglement van orde van de deelraad Nieuw-West

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • De deelraad

    De deelraad van Nieuw-West

  • De deelraadsleden

    De leden van de deelraad Nieuw-West

  • De fractie

    De leden van de deelraad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard.

  • De Open Raad

    De vergadersystematiek van de deelraad Nieuw-West, waarbij op dezelfde avond informerende en meningvormende sessies gehouden worden en in de deelraadsvergadering de besluitvorming plaats vindt. De informerende en meningvormende sessies zijn vergaderingen van raadscommissies zoals bedoeld in artikel 82 van de gemeentewet. Voordat de Open Raad begint is er een Open Huis.

  • Open Huis

    Tijdens het Open Huis krijgen bewoners en maatschappelijke instellingen de gelegenheid om zaken die hen interesseren en/of bezighouden onder de aandacht van de deelraadsleden te brengen.

  • Informerende sessie

    Afgebakend gedeelte van de Open Raad dat bedoeld is om informatie in te winnen.

  • Meningvormende sessie

    Afgebakend gedeelte van de Open Raad dat bedoeld is om te debatteren en een mening te vormen.

  • Besluitvorming

    Laatste gedeelte van de Open Raad, de deelraadsvergadering zoals bedoeld in de gemeentewet, waarin de besluiten genomen worden.

  • De voorzitter

    De voorzitter van de deelraadsvergadering of diens vervanger.

  • De vice-voorzitter

    De plaatsvervangend voorzitter.

  • De griffier

    De secretaris van de deelraad of diens vervanger.

  • De loco-griffier

    Plaatsvervangend griffier.

  • De commissiegriffier

    De secretaris van de raadscommissie (sessie).

  • De commissievoorzitter

    Het deelraadslid dat een informerende of meningvormende raadscommissie (sessie) voorzit.

  • Het buitengewoon commissielid

    Een door de deelraad als zodanig benoemd lid van een fractie van de deelraad, dat voorkomt op de kandidatenlijst.

  • Het presidium

    Het presidium is ingesteld door de deelraad ter voorbereiding van de vergaderingen van de Open Raad en andere bijeenkomsten van de deelraad.

  • Het seniorenconvent

    Een door de deelraad ingesteld overleg ter bespreking van de gang van zaken in de Open Raad, en voor spoedeisende zaken.

  • Het vierhoeksoverleg

    In het vierhoeksoverleg nemen de voorzitter van de deelraad, de griffier, de stadsdeelvoorzitter en de stadsdeelsecretaris plaats.

  • Amendement

    Schriftelijk voorstel tot wijziging van een conceptbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen.

  • Subamendement

    Schriftelijk voorstel tot wijziging van een amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft.

  • Motie

    Korte en gemotiveerde schriftelijke verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken, doorgaans zonder dat daaraan rechtsgevolgen zijn verbonden.

  • Voorstel van orde

    Voorstel betreffende de orde van de vergadering.

  • Interpellatiedebat

    Het recht van een deelraadslid om tijdens de besluitvormingsfase over een niet geagendeerd onderwerp een debat aan te gaan met het dagelijks bestuur.

  • Initiatiefvoorstel

    Een schriftelijk voorstel van één of meerdere deelraadsleden, dat zo spoedig mogelijk op de agenda van de vergadering van de deelraad wordt geplaatst.

  • Actualiteitenkwartier

    Mogelijkheid om aan het begin van de deelraadsvergadering vragen te stellen over een actualiteit.

Artikel 2 De voorzitter van de deelraad
  • 1. De deelraad benoemt uit zijn midden de voorzitter.

  • 2. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      het bewaken en verder uitbouwen van het vergaderstelsel van de deelraad;

    • e.

      wat de gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 3. De voorzitter verleent het woord in het debat, let op de tijd, formuleert de conclusies, vat zo nodig het gesprokene samen, leidt de stemmingen en deelt de uitslag van de stemmingen mee.

  • 4. De voorzitter neemt deel aan het vierhoeksoverleg van deelraadsvoorzitter, griffier, stadsdeelvoorzitter en stadsdeelsecretaris.

  • 5. Bij afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de vice-voorzitter.

  • 6. Bij de aanvang van een nieuwe raadsperiode treedt het langstzittende lid als voorzitter van de vergadering op, of een ander lid dat de deelraad hiertoe benoemt, totdat de deelraad een nieuwe voorzitter heeft gekozen.

Artikel 3 De vice-voorzitter
  • 1. De deelraad heeft een vaste vice-voorzitter, welke uit de deelraadleden is gekozen.

  • 2. De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.

  • 3. De vice-voorzitter heeft hetzelfde takenpakket als de voorzitter met dien verstande dat de aansturing van de griffier altijd na raadpleging van het presidium geschiedt.

  • 4. De vice-voorzitter maakt deel uit van het presidium.

Artikel 4 De griffier
  • 1. De griffier is in elke vergadering van de deelraad aanwezig.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de plaatsvervangend griffier.

  • 3. De griffier kan, daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen zoals bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 5 Het presidium
  • 1. De deelraad heeft een presidium.

  • 2. Het presidium bestaat uit de voorzitter van de deelraad, de vice-voorzitter en de voorzitters van de raadscommissies (informerende en meningvormende sessies).

  • 3. Het presidium is belast met het opstellen van de agenda van de Open Raad, en andere werkzaamheden die verband houden met de vergaderingen van de deelraad.

  • 4. Deze andere werkzaamheden omvatten in elk geval het doen van voorstellen over:

    • a.

      het vergaderschema van de deelraad;

    • b.

      sturing geven aan de termijnagenda ten behoeve van de bewaking van de agenda van de Open Raad;

    • c.

      de wijze van behandeling van grote onderwerpen en thema's;

    • d.

      het aanwijzen van onderwerpen die voor debat tijdens besluitvorming in de deelraad in aanmerking komen;

    • e.

      het implementeren van vergaderafspraken;

    • f.

      het initiëren van werkbezoeken en themabijeenkomsten;

    • g.

      het organiseren van conferenties en scholingsbijeenkomsten van de deelraad.

  • 5. De griffier is in elke vergadering van het presidium aanwezig.

  • 6. Het presidium draagt de eindverantwoordelijkheid voor de aansturing en het functioneren van de griffier, met dien verstande dat de voorzitter van de deelraad door het presidium gemachtigd wordt.

Artikel 6 Het seniorenconvent
  • 1. Het seniorenconvent komt zo vaak bijeen als het nodig acht.

  • 2. Het seniorenconvent bestaat uit de voorzitter van de deelraad en de fractievoorzitters. De griffier is in elke vergadering van het seniorenconvent aanwezig.

  • 3. Voorafgaand aan de tweewekelijkse Open Raad komt het seniorenconvent bijeen met het dagelijks bestuur en de stadsdeelsecretaris ten behoeve van afstemming van de Open Raad, het presidium kan deze vergadering van het seniorenconvent bijwonen.

  • 4. Het seniorenconvent stelt op voordracht van het presidium het vergaderrooster van de deelraad vast.

  • 5. De voorzitter kan, bijvoorbeeld op voorstel van één van de leden, voorstellen een lid van het dagelijks bestuur uit te nodigen voor het seniorenconvent voor politiek-inhoudelijke onderwerpen.

  • 6. Een lid van het dagelijks bestuur kan op zijn beurt een verzoek doen aan de voorzitter om het seniorenconvent bij elkaar te laten komen.

  • 7. Het doen van mededelingen over onderwerpen besproken in het seniorenconvent aan andere leden van de deelraad, indien nodig voor intern beraad, is toegestaan.

  • 8. De voorzitter is bevoegd, gehoord het seniorenconvent, de fractievoorzitters geheimhouding op te leggen ten aanzien van het besprokene.

  • 9. Gelijktijdig met het opleggen van geheimhouding bepaalt de voorzitter tot wanneer de geheimhouding geldt. 

Hoofdstuk 2 Toelating van de deelraadsleden; benoeming leden van het dagelijks bestuur; fracties; ondersteuning
Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming leden van het dagelijks bestuur
  • 1. Het onderzoek van de geloofsbrieven, als bedoeld in artikel V4 van de Kieswet, en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden geschiedt door een commissie, bestaande uit drie deelraadsleden, daartoe steeds op voordracht van de voorzitter door de deelraad te benoemen.

  • 2. De commissie brengt na gedaan onderzoek van de geloofsbrieven en de andere bij de Kieswet vereiste stukken en van de eventuele bezwaarschriften verslag uit aan de vergadering en doet daarbij een voorstel tot het nemen van een besluit. Ook van een minderheidsstandpunt wordt melding gemaakt.

  • 3. De voorzitter roept een toegelaten lid op om in de eerste vergadering waarin hij zijn betrekking volgens de Gemeentewet kan aanvaarden, de in artikel 14 van de Gemeentewet voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 4. Bij de benoeming van een lid van het dagelijks bestuur onderzoekt dezelfde commissie als bedoeld in het eerste lid of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Gemeentewet. De werkwijze van de commissie is overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid.

Artikel 8 Fracties
  • 1. De leden van de deelraad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de eerste vergadering als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de deelraad deze aanduiding als naam, of een afkorting daarvan. Als er geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de deelraad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de deelraad wil voeren.

  • 3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger zullen optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Als één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden of twee of meer fracties als één fractie gaan opereren, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter, met vermelding van de naam van de  nieuwe fractie(s).

  • 5. Met de onder lid 4 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerst volgende vergadering van de deelraad na de mededeling daarvan.

  • 6. Als de fractie geen vertegenwoordigers meer in de deelraad heeft, houdt de fractie op te bestaan. Er kunnen dan namens deze fractie ook geen buitengewoon commissieleden meer zijn.

Artikel 9 Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
  • 1. De deelraad en individuele deelraadsleden hebben recht op ambtelijke bijstand.

  • 2. Fracties in de deelraad hebben recht op ondersteuning.

  • 3. De verlening van ambtelijke bijstand en fractieondersteuning wordt geregeld in een afzonderlijke door de deelraad vast te stellen regeling voor ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Hoofdstuk 3 Tijd van vergaderen, voorbereidingen
Artikel 10 Tijd en plaats van vergaderen
  • 1. De Open Raad wordt om de twee weken gehouden op een vaste dag vanaf 19.30 uur in het stadsdeelkantoor.

  • 2. De voorzitter kan in bijzondere gevallen, horende het presidium, een extra vergadering inlassen en/of een ander aanvangsuur of een andere vergaderplaats aanwijzen (zie ook toelichting van dit reglement).

Artikel 11 Oproep: agenda, vergaderstukken en openbare kennisgeving
  • 1. De leden van de deelraad en de buitengewoon commissieleden worden schriftelijk opgeroepen tot het bijwonen van een vergadering van de Open Raad. De oproeping wordt, behoudens in gevallen als bedoeld in artikel 20, tweede lid Gemeentewet, in de regel 12 dagen voor het houden van de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2. De vergaderstukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de deelraadsleden en buitengewoon commissieleden verzonden.

  • 3. De openbare kennisgeving vermeldt in elk geval:

    • a.

      datum, tijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar de agenda en de bijbehorende stukken kunnen worden ingezien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van spreekrecht als bedoeld in artikel 18 van dit reglement.

  • 4. Stukken bij voorstellen waarop (geheel of gedeeltelijk) geheimhouding is opgelegd ingevolge artikel 25 lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet, worden als zodanig gewaarmerkt en in een gesloten envelop tezamen met de overige stukken aan de leden gezonden. 

  • 5. De voorzitter kan na het verzenden van de oproepingsbrief zo nodig een aanvullende agenda doen uitgaan. De daarop vermelde voorstellen worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden. 

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. De stukken, die dienen ter toelichting van de raadsvoorstellen, worden gelijktijdig met het verzenden van de voorstellen voor de leden ter inzage gelegd. Indien ná dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk mag niet buiten het stadsdeelkantoor worden gebracht.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, blijven stukken ter inzage, waarop geheimhouding is opgelegd, zoals bedoeld in artikel 25, lid 1 en lid 2 van de Gemeentewet, bij de griffier, die de leden van de deelraad en de buitengewoon commissieleden inzage verleent.

Hoofdstuk 4 Informerende en meningvormende sessies
Artikel 13 Raadscommissies
  • 1. De deelraad stelt één raadscommissie in conform artikel 82 Gemeentewet. Van deze commissie zijn alle deelraadsleden en de buitengewoon commissieleden lid.

  • 2. De commissie vergadert in de vorm van informerende en meningvormende sessies, die per vergaderavond indien nodig parallel worden gehouden.

  • 3. Over het aantal deelnemende deelraads- en buitengewoon commissieleden per sessie geven artikel 21 en 22 nadere regels.

Artikel 14 Buitengewoon commissieleden 
  • 1. Buitengewoon commissieleden zijn leden van een fractie die wel op de kandidatenlijst staan van de deelraadsverkiezingen, maar niet zijn gekozen.

  • 2. Een fractie mag maximaal vijf buitengewoon commissieleden benoemen. De buitengewoon commissieleden leggen bij hun benoeming de eed of belofte en verklaring af.

  • 3. De buitengewoon commissieleden kunnen als vertegenwoordiger van hun fractie deelnemen aan de informerende en meningvormende sessies.

  • 4. De buitengewoon commissieleden krijgen toegang tot alle beschikbare, informatie over de geagendeerde onderwerpen.

  • 5. De gedragscode voor de leden van de deelraad is voor zover relevant van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon commissieleden. 

Artikel 15 Commissievoorzitter en commissiegriffier
  • 1. De deelraad benoemt uit zijn midden de voorzitters van de raadscommissies (informerende en meningvormende sessies). Het presidium wijst per sessie de voorzitter aan.

  • 2. De deelraad kan competentie-eisen voor de voorzitters vaststellen.

  • 3. De taken van de commissievoorzitter zijn dezelfde als genoemd in artikel 2, lid 2 en 3, echter met uitzondering van 2d.

  • 4. De voorzitter van een sessie wordt terzijde gestaan door de commissiegriffier. Op uitnodiging van de voorzitter kan de commissiegriffier deelnemen aan de bespreking.

Artikel 16 Presentielijst

leder commissielid tekent voor hij aan de vergadering deelneemt de presentielijst. Aan het einde van de sessie wordt deze door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 17 Verslaglegging
  • 1. De griffier draagt zorg voor het verslag van de sessies.

  • 2. Het schriftelijk verslag bevat tenminste:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier en alle deelnemers aan de sessies;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het besprokene met vermelding van de namen van hen die het woord voerden;

    • d.

      de toezeggingen die zijn gedaan en de conclusie die de voorzitter formuleerde.

  • 3. Het conceptverslag van een besloten sessie wordt in een gesloten envelop verspreid.

  • 4. Het conceptverslag wordt definitief vastgesteld in de besluitvorming van de eerst mogelijke Open Raad.

  • 5. De leden van de deelraad, van het dagelijks bestuur en de buitengewoon commissieleden hebben het recht een voorstel tot wijziging van een conceptverslag te doen.

  • 6. Een voorstel tot wijziging van het conceptverslag moet uiterlijk de dag voor de vergadering, waarin het conceptverslag vastgesteld gaat worden, om 12.00 uur schriftelijk bij de griffier worden ingediend.

  • 7. Van alle sessies wordt een geluids- en/of verslag gemaakt.

Artikel 18 Spreekrecht burgers
  • 1. In de informerende sessies kunnen burgers die zich bij voorkeur hebben aangemeld, deelnemen aan de bespreking over het geagendeerde onderwerp.

  • 2. In de meningvormende sessies kunnen burgers formeel inspreken. Hiervoor geldt het volgende: 

    • a.

      Na de opening van de meningvormende sessie kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over zowel geagendeerde als niet geagendeerde onderwerpen.

    • b.

      Elke spreker krijgt maximaal 5 minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

    • c.

      De spreker voert het woord nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de deelraad doet een voorstel over de inbreng van de burger.

    • d.

      Het woord kan niet gevoerd worden:

      - over een besluit van het stadsdeelbestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

      - over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

      - indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

    • e.

      Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 12 uur bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. In de besluitvormende sessie is er geen spreekrecht voor burgers.

Artikel 19 Openbaarheid en beslotenheid
  • 1. De informerende en meningvormende sessies zijn in beginsel openbaar.

  • 2. Er kan ook in beslotenheid worden vergaderd. De voorzitter beslist hierover in overleg met de commissieleden.

  • 3. De gedachtewisseling in een besloten sessie is vertrouwelijk. Aan het einde van de besloten sessie of van het besloten deel van de sessie beslist de voorzitter of en tot wanneer omtrent de inhoud van de stukken en het besprokene geheimhouding zal gelden.

  • 4. Het doen van mededelingen, indien nodig voor intern beraad, aan andere deelraadsleden of buitengewoon commissieleden over onderwerpen behandeld in een besloten sessie, is geen schending van de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 25 van de Gemeentewet.

  • 5. Van een besloten sessie wordt een afzonderlijk schriftelijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt.

Artikel 20 Duur en aantal van de sessies
  • 1. De agenda van elke informerende en meningvormende sessie wordt in principe in anderhalf uur afgehandeld. Het presidium kan zo nodig hiervan afwijken bij het opstellen van de agenda. De voorzitter kan besluiten hiervan af te wijken op eigen initiatief of na een voorstel van orde.

  • 2. Indien nodig vinden er maximaal 3 gelijksoortige sessies parallel plaats, in evenzoveel vergaderzalen.

  • 3. Onderwerpen die door het presidium zijn beoordeeld als onderwerpen van groot politiek belang, worden niet behandeld in een parallelle sessie.

  • 4. Bij wijze van uitzondering kan het dagelijks bestuur een verzoek doen aan het presidium om een voorstel binnen één sessie zowel informerend als meningvormend te behandelen. Het presidium zal hierover beslissen.

Artikel 21 De informerende sessie
  • 1. Aan de sessie kunnen deelnemen de deelraadsleden en de buitengewoon commissieleden met maximaal 2 personen per fractie, een vertegenwoordiging van het dagelijks bestuur, belanghebbende burgers en deskundigen. Het verantwoordelijke lid van het dagelijks bestuur kan zich bij laten staan door een ambtenaar.

  • 2. De voorzitter kan deskundigen uitnodigen aan de bespreking deel te nemen.

  • 3. De deelnemers spreken kort en bondig.

  • 4. In een informerende sessie wordt informatie ingewonnen; er is in principe geen ruimte voor het plaatsen van standpunten door commissieleden.

  • 5. Over een informerend stuk kan ook van mening worden gewisseld, indien het op de agenda staat vermeld of de voorzitter daartoe toestemming verleent.

  • 6. De voorzitter kan, al dan niet op verzoek van een commissielid, een onderwerp opnieuw laten agenderen voor een informerende sessie

  • 7. Elk agendapunt wordt door de voorzitter afgesloten met een conclusie over de eventuele vervolgfase van het onderwerp.

Artikel 22 De meningvormende sessie
  • 1. Aan de sessie kunnen deelnemen de deelraadsleden en de buitengewoon commissieleden met maximaal 2 personen per fractie en een vertegenwoordiging van het dagelijks bestuur.

  • 2. De deelnemers spreken kort en bondig.

  • 3. In een meningvormende sessie wordt gedebatteerd; er is in principe geen ruimte voor het stellen van informatieve vragen.

  • 4. De voorzitter kan, al dan niet op verzoek van een commissielid, een onderwerp opnieuw laten agenderen voor een meningvormende sessie. De voorzitter kan op advies van de commissie een onderwerp ook terug verwijzen naar een informerende sessie.

  • 5. De meningvormende behandeling van majeure onderwerpen kan op voorstel van het presidium naar de raad worden overgeheveld.

  • 6. De voorzitter leidt het debat en concludeert of een onderwerp afdoende is behandeld en door kan naar de besluitvorming.

  • 7. Een onderwerp kan diezelfde avond door naar de besluitvorming indien:

    • a.

      Alle aanwezige fracties akkoord zijn met besluitvorming op diezelfde avond en

    • b.

      er geen moties of amendementen worden aangekondigd.

Artikel 23 De orde van de vergadering

De bepalingen betreffende de orde van de vergadering en van het spreken zijn in de informerende en meningvormende sessie dezelfde als die in de besluitvorming tijdens de raadsvergadering, behoudens hetgeen daarover in hoofdstuk 4 anders is geregeld.

Hoofdstuk 5  Besluitvorming tijdens de deelraadvergadering
§ 5.1 Orde der vergadering
Artikel 24 Presentielijst

leder lid dat aan de vergadering deelneemt tekent de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt deze door voorzitter en griffier ondertekend.

Artikel 25 Opening vergadering, quorum
  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur en controleert of het voor de  wet vereiste aantal leden (ten minste de helft van het totaal aantal leden) volgens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is kan de vergadering geen voortgang hebben. De voorzitter bepaalt, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering.

Artikel 26 Vaststellen van de agenda
  • 1. De deelraad kan besluiten de volgorde van behandeling van de voorstellen te wijzigen.

  • 2. Bij uitzondering kan de deelraad op voorstel van een lid van de deelraad of de voorzitter een punt aan de agenda toevoegen, dan wel schrappen.

Artikel 27 Actualiteitenkwartier
  • 1. In elke besluitvormende sessie is ruimte voor het doen van mededelingen of het stellen van vragen. Hiervoor zijn maximaal 15 minuten beschikbaar.

  • 2. De mededelingen en vragen betreffen alleen onderwerpen die op dat moment actueel en politiek relevant zijn.

  • 3. Vragen en mededelingen worden voorafgaand aan de Open Raad voorgelegd aan het seniorenconvent. De deelraadsvoorzitter beoordeelt, horende het seniorenconvent, de relevantie en besluit of de vraag of mededeling een plaats krijgt bij agendapunt ‘actualiteit'.

  • 4. Zowel leden van het dagelijks bestuur als deelraadsleden kunnen van het agendapunt ‘actualiteit' gebruik maken.

Artikel 28 Ingekomen stukken
  • 1. De griffier doet een voorstel voor de afhandeling van de ingekomen stukken die aan de deelraad zijn gericht.

  • 2. Over de ingekomen stukken kan slechts het woord worden gevoerd ten aanzien van voorgestelde behandeling.

  • 3. Een lid van de deelraad kan een ingekomen stuk voordragen ter agendering in een informerende of meningvormende sessie. Het presidium bepaalt, wanneer het betreffende stuk op de agenda komt.

  • 4. Een lid van de deelraad heeft het recht om, wanneer afhandeling is opgedragen aan het dagelijks bestuur, een kopie te vragen van de afhandeling.

Artikel 29 verslaglegging
  • 1. De griffier draagt zorg voor de presentielijst, verslaglegging van de vergadering, en een besluitenlijst.

  • 2. De besluitenlijst wordt in principe binnen drie dagen digitaal aan de leden van de deelraad toegezonden en gepubliceerd in zowel de plaatselijke krant als op de website van stadsdeel Nieuw-West via het raadsinformatiesysteem.

  • 3. De conceptverslagen worden zo mogelijk gelijktijdig met de oproep van twee vergaderingen later, aan de leden van de deelraad, van het dagelijks bestuur en aan de buitengewoon commissieleden toegezonden.

  • 4. Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede de leden die afwezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de sprekers;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig artikel 28, eerste lid Gemeentewet van stemming hebben onthouden;

    • e.

      de tekst van de ingediende moties en amendementen;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 30 van dit reglement door de deelraad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De leden van de deelraad, van het dagelijks bestuur en de buitengewoon commissieleden hebben het recht een voorstel tot wijziging van een conceptverslag te doen.

  • 6. Een voorstel tot wijziging van het conceptverslag wordt uiterlijk de dag voor de vergadering om 12.00 uur schriftelijk bij de griffier ingediend.

  • 7. De verslagen worden aan het begin van besluitvorming vastgesteld. Tegelijk worden de verslagen van de informerende en meningvormende sessies vastgesteld.

  • 8. De vastgestelde verslagen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 9. Van de besluitvormende vergaderingen van de Open Raad worden geluids- en beeldopnamen gemaakt.

Artikel 30 Spreekrecht
  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen alle aanwezige deelraadsleden het woord voeren.

  • 2. De leden van het dagelijks bestuur kunnen tijdens de vergaderingen van de deelraad aanwezig zijn. Zij nemen op uitnodiging van de voorzitter deel aan de beraadslaging.

  • 3. De deelraad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de deelraad, leden van het dagelijks bestuur en de griffier deelnemen aan de beraadslaging.

  • 4. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de deelraad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 31 Spreekregels
  • 1. In de besluitvorming gaat het debat alleen over ingediende moties en amendementen, behoudens de gevallen waarin vanwege artikel 5 lid 4d een onderwerp is geagendeerd of een lid van de deelraad gebruik maakt van het recht op een interpellatiedebat.

  • 2. Iedereen spreekt vanaf zijn plaats en richt zich tot de voorzitter.

  • 3. Niemand voert het woord zonder dit van de voorzitter, al dan niet op verzoek, verkregen te hebben.

  • 4. De voorzitter leidt de bespreking. Slechts bij uitzondering spreekt de deelraad in termijnen. De voorzitter trekt uit de bespreking een voorlopige conclusie en bepaalt of tot stemming kan worden overgegaan.

  • 5. Een lid krijgt terstond het woord wanneer het gaat om een persoonlijk feit of het indienen van een voorstel van orde.

  • 6. De deelraad kan, op voorstel van de voorzitter, bij de aanvang of tijdens de loop der beraadslagingen regels stellen ten aanzien van de spreektijd van de leden.

Artikel 32 Handhaving van de orde; schorsing
  • 1. Wanneer de voorzitter dat verzoekt, zijn de leden verplicht hun zitplaatsen in te nemen.

  • 2. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan de bepalingen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn toegestaan, tenzij de voorzitter beslist, dat de spreker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afronden.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter roept een lid van de deelraad tot de orde wanneer deze zich uitdrukt in beledigende of onbetamelijke termen, afwijkt van het onderwerp of een spreker herhaaldelijk interrumpeert. De voorzitter stelt het deelraadslid vervolgens in de gelegenheid de woorden of gedrag die tot deze vermaning aanleiding hebben gegeven terug te nemen.

  • 5. Als het lid van de deelraad zijn woorden of gedrag niet terugneemt, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 6. Als het lid van de deelraad doorgaat met het verstoren van de orde, ontneemt de voorzitter hem het woord. Hierbij is beroep op de deelraad niet toegelaten.

  • 7. De voorzitter kan de deelraad voorstellen een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering te ontzeggen, wanneer hij door gedragingen of uitlatingen, zoals omschreven in lid 4 van dit artikel, de orde verstoort. Voor de eerste maal geldt dit voor de dag waarop het besluit genomen wordt en bij herhaling geldt dit voor een bepaalde tijd, maar maximaal voor vijf vergaderingen. Over een dergelijk voorstel wordt niet beraadslaagd. Bij aanneming van het voorstel moet het lid van de deelraad de vergadering onmiddellijk verlaten. Bij weigering laat de voorzitter hem verwijderen. Wanneer een lid van de deelraad de toegang tot de vergadering is ontzegd, wordt hij van de presentielijst afgevoerd.

  • 8. De voorzitter is bevoegd de gedeelten van het besprokene die geleid hebben tot het vermanen of het ontnemen van het woord van een spreker, buiten de notulen te houden. Alvorens hiertoe over te gaan, pleegt hij overleg met een door hem voor dit geval ingestelde commissie uit de deelraad, bestaande uit drie leden.

  • 9. Onder beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen wordt in ieder geval begrepen uitingen of uitlatingen met een racistisch, seksistisch of anderszins discriminatoir karakter.

  • 10. De voorzitter kan de vergadering schorsen wanneer een lid van de deelraad of van het dagelijks bestuur daartoe, gelet op de beraadslagingen, een verzoek doet. Bij een dergelijk verzoek wordt de tijdsduur van de schorsing, maximaal 30 minuten, aangegeven. Na het verstrijken van de voor de schorsing gestelde tijdsduur heropent de voorzitter de vergadering, waarna direct een hernieuwde schorsing kan worden aangevraagd. Deze mag ten hoogste 15 minuten bedragen.

  • 11. De beraadslagingen over een onderwerp kunnen drie maal door een aangevraagde schorsing worden onderbroken.

Artikel 33 Beslissing

Na de beraadslaging en beslissing over eventuele amendementen wordt over het voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, een eindbeslissing genomen.

§ 5.2 Procedures bij stemmingen
Artikel 34 Stemming over zaken
  • 1. Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat de deelraad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem te motiveren door middel van een stemverklaring.

  • 2. Na het sluiten van de beraadslaging of als niemand het woord verlangt, brengt de voorzitter het voorstel tot besluitvorming.

  • 3. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Als er geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.

  • 4. De in de vergadering aanwezige leden kunnen zich van stemming onthouden door de vergaderzaal te verlaten.

  • 5. Als door één of meer leden van de deelraad stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. Stemming geschiedt bij handopsteken, tenzij één der leden van de deelraad stemming bij hoofdelijke oproeping vraagt; in dat geval vindt hoofdelijke oproeping plaats.

  • 6. Een lid van de deelraad, dat bij de aanvang van een stemming de presentielijst niet heeft getekend, neemt aan de stemming niet deel.

  • 7. Als er op een voorstel amendementen zijn ingediend, besluit de deelraad eerst over deze amendementen en vervolgens over het voorstel als geheel. Voor amendementen geldt dat de meest verstrekkende het eerst in stemming wordt gebracht. Over eventuele moties naar aanleiding van het betreffende voorstel stemt de deelraad nádat de stemming over het voorstel zelf heeft plaatsgevonden.

  • 8. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens de mededeling van het genomen besluit.

  • 9. Bij staking van de stemmen is het bepaalde in artikel 32 van de Gemeentewet van toepassing.

Artikel 35 Hoofdelijke stemming
  • 1. Vóór iedere te houden hoofdelijke stemming wordt door loting bepaald, welk lid het eerste zijn stem uitbrengt. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde loting heeft plaats op een door de voorzitter te bepalen wijze.

  • 3. De voorzitter of de griffier roept de leden van de deelraad bij naam op om hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid dat daarvoor overeenkomstig het eerste lid van dit artikel van dit reglement is aangewezen.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming is ieder bij de vergadering aanwezig lid van de deelraad, dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden volgens artikel 28, eerste lid van de Gemeentewet, verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 5. De leden van de deelraad brengen hun stem uit door het woord ‘voor' of ‘tegen' uit te spreken zonder enige toevoeging. Heeft een lid van de deelraad zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid van de deelraad zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening in de notulen vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

Artikel 36 Stemming over personen
  • 1. Wanneer voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling een stemming over personen moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau met één lid als voorzitter van het stembureau.

  • 2. leder ter vergadering aanwezig lid van de deelraad dat zich niet op grond van artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De vergadering kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. Stemmingen over benoeming van leden van het dagelijks bestuur zijn daarvan uitgezonderd.

  • 4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden van de deelraad dat ingevolge het tweede lid van dit artikel verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden van de deelraad die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • Een blanco stembriefje;

    • Een ondertekend stembriefje;

    • Een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

    • Een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 6. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het stembureau op voorstel van de voorzitter van het stembureau.

  • 7. Onder de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 37 Herstemming over personen
  • 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd (herstemming). Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke personen de derde stemming plaats heeft.

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 38 Nietigheid

Als de deelraad beslist dat bij enige stemming zich een onregelmatigheid heeft voorgedaan, die van invloed heeft kunnen zijn voor de bepaling van de uitslag, is de stemming nietig. In dat geval vindt terstond een nieuwe stemming plaats.

Hoofdstuk 6 Rechten van leden
Artikel 39 Amendementen
  • 1. leder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd tijdens de beraadslaging wijzigingen voor te stellen op het aanhangige besluit (amendement) in te dienen. Ook kan hij voorstellen, het voorgestelde besluit in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.

  • 2. Ieder lid van de deelraad dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid van de deelraad is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3. Elk (sub-)amendement moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde oordeelt dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4. Een (sub-)amendement dient zodanig te zijn geformuleerd dat de tekst ervan geschikt is om in het besluit te worden verwerkt.

  • 5. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub-)amendement is te allen tijde mogelijk voordat de besluitvorming heeft plaatsgevonden.

Artikel 40 Moties
  • 1. Ieder lid van de deelraad kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2. Een motie moet schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend.

  • 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp plaats.

  • 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5. Indien het dagelijks bestuur geen uitvoering geeft aan een door de deelraad aangenomen motie wordt hiervan onder opgave van reden mededeling gedaan aan de deelraad.

  • 6. Twee keer per jaar, in januari en in september, komen openstaande moties aan de orde tijdens de informerende sessie van de Open Raad.

Artikel 41 Voorstellen van orde
  • 1. De voorzitter en ieder lid van de deelraad kan tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de deelraad terstond.

Artikel 42 Voorstellen van het dagelijks bestuur
  • 1. Als de deelraad van oordeel is dat een voorstel van het dagelijks bestuur aan de deelraad voor advies terug aan het dagelijks bestuur moet worden gezonden, komt het voorstel weer terug in de informerende of in de meningvormende sessie.

  • 2. Een voorstel als bedoeld in het eerste lid, dat vermeld staat op de agenda van de deelraadsvergadering, kan door het dagelijks bestuur alleen met toestemming van het seniorenconvent worden ingetrokken.

Artikel 43 Initiatiefvoorstellen
  • 1. leder lid van de deelraad heeft het recht voorstellen aan de deelraad te doen. Een initiatiefvoorstel heeft dezelfde status als een voorstel van het dagelijks bestuur.

  • 2. Een voorstel kan te allen tijde door het deelraadslid dat het heeft ondertekend gewijzigd of ingetrokken worden. Als een voorstel door meer dan één deelraadslid is ondertekend, kan het slechts door de ondertekenaars gezamenlijk worden ingetrokken.

  • 3. Een medeondertekenaar van een voorstel is te allen tijde bevoegd zijn handtekening onder het voorstel terug te nemen.

  • 4. Voor het opstellen en eventueel uitwerken van een initiatiefvoorstel kan het deelraadslid een beroep doen op ambtelijke ondersteuning zoals bepaald in artikel 9 van dit reglement.

  • 5. Een initiatiefvoorstel moet schriftelijk bij het presidium worden ingediend.

  • 6. Het presidium vraagt het advies van het dagelijks bestuur over het voorstel als het voorstel financiële of personele consequenties heeft, en plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende informerende sessie. De indiener licht in deze sessie het voorstel toe.

  • 7. Een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een lid van het dagelijks bestuur, kan na instemming van de deelraad terstond aan de agenda van de besluitvormende sessie worden toegevoegd. 

Artikel 44 Schriftelijke vragen
  • 1. leder lid van de deelraad kan aan het dagelijks bestuur schriftelijk vragen stellen.

  • 2. De vragen worden kort en duidelijk geformuleerd en zo nodig onderbouwd.

  • 3. De vragen worden bij de griffier van de deelraad ingediend. De griffier draagt er zorg voor dat de voorzitter zo spoedig mogelijk kennis neemt van de schriftelijke vragen en dat de schriftelijke vragen geregistreerd worden.

  • 4. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats en in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Als beantwoording niet binnen deze termijn heeft plaatsgevonden kan de vragensteller verzoeken om mondelinge beantwoording in de eerstvolgende Open Raad. 

  • 5. De schriftelijke antwoorden worden door het dagelijks bestuur aan de leden van de deelraad verzonden, waarbij de griffier een kopie ontvangt.

Artikel 45 Mondelinge vragen
  • 1. Een lid van de deelraad is bevoegd om aan het dagelijks bestuur mondeling een korte en duidelijk geformuleerde vraag te stellen tijdens de vergadering.

  • 2. Een mondelinge vraag wordt geagendeerd, mits tenminste de dag voorafgaand aan de vergadering vóór 12.00 uur ingediend bij de griffier en de voorzitter.

  • 3. Het agendapunt ‘mondelinge vragen' wordt op de agenda geplaatst na de ingekomen stukken.

  • 4. Aan het begin van de vergadering maakt de voorzitter melding van de aangemelde onderwerpen van de vragen. De vragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

  • 5. Bij de behandeling van een mondelinge vraag geldt als eerste termijn het stellen van de vraag en het antwoord daarop van het dagelijks bestuur. De voorzitter bepaalt de duur van de spreektijd in de tweede termijn. Het stellen van korte aanvullende vragen over hetzelfde onderwerp door ieder ander lid is daarna toegestaan.

  • 6. Tijdens het agendapunt ‘mondelinge vragen' kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegestaan. Ook een initiatiefvoorstel of een verzoek om interpellatie wordt niet in behandeling genomen. 

  • 7. Aan de behandeling van het agendapunt ‘mondelinge vragen' wordt een tijdslimiet van vijf minuten per vraag gesteld, met een totale maximum tijdsduur van 30 minuten, tenzij de deelraad horende het seniorenconvent anders besluit.

  • 8. Onderwerpen die aan het einde van de vastgestelde tijdslimiet nog niet aan de orde zijn gekomen, komen te vervallen. De indiener kan het onderwerp voor het agendapunt‘mondelinge vragen' bij de eerstvolgende deelraadsvergadering opnieuw bij de voorzitter aanmelden.

Artikel 46 Interpellatiedebat
  • 1. Een deelraadslid kan bij de griffier en de voorzitter een verzoek indienen om in de eerstvolgende deelraadsvergadering met een lid van het dagelijks bestuur of met een ander deelraadslid in debat te gaan over een niet geagendeerd onderwerp. Het onderwerp vereist actualiteit en voldoende politieke relevantie.

  • 2. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt - behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen - tenminste de dag voorafgaand aan de vergadering vóór 12.00 uur ingediend.

  • 3. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover het deelraadslid wil debatteren en welke vragen hij aan de orde wil stellen.

  • 4. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de deelraad en het dagelijks bestuur.

  • 5. Het verzoek tot interpellatiedebat wordt voorgelegd aan het seniorenconvent voorafgaand aan de Open Raad. De voorzitter onderzoekt vervolgens of in de deelraad voldoende draagvlak is voor het verzoek.

  • 6. Het interpellatiedebat wordt, indien een derde van de raad het voorstel steunt, gevoerd tijdens de besluitvorming en nadat alle geagendeerde voorstellen zijn afgehandeld.

  • 7. Tijdens een interpellatiedebat zijn interrupties van andere leden van de deelraad toegestaan.

  • 8. De voorzitter bepaalt de lengte van het debat.

Hoofdstuk 7 Openbaarheid en beslotenheid
Artikel 47 Openbaarheid
  • 1. De vergaderingen van de deelraad zijn openbaar.

  • 2. Over een stuk waarop door de deelraad of het dagelijks bestuur geheimhouding is opgelegd, vergadert de deelraad in beslotenheid.

  • 3. De vergadering kan ook besloten worden verklaard als de voorzitter dit nodig oordeelt of op verzoek van tenminste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend.

Artikel 48 Geheimhouding
  • 1. Voorafgaand aan de besloten vergadering beslist de deelraad of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De deelraad kan beslissen de geheimhouding op te heffen.

  • 2. In de eerstvolgende openbare vergadering beslist de deelraad of de geheimhouding over de stukken, die door het dagelijks bestuur of de voorzitter daarvan aan de deelraad zijn overlegd, wordt bekrachtigd of opgeheven.

Artikel 49 Besloten vergadering
  • 1. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. 

  • 2. Het verslag van een besloten sessie wordt in een gesloten envelop verspreid.

  • 3. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besluitvormende sessie ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de deelraad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze notulen.

  • 4. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 50 Opheffen geheimhouding

Als de deelraad voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering daarmee overleg gevoerd.

Hoofdstuk 8 Ordeaanwijzingen voor alle aanwezigen
Artikel 51 Toehoorders en pers
  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers moeten zich op een betamelijke wijze gedragen. Hieronder wordt in ieder geval begrepen dat zij zich onthouden van uitlatingen als bedoeld in artikel 32 lid 9 van dit reglement. Indien zij zich hieraan niet houden, worden zij uit de raadzaal verwijderd.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het in artikel 2 van dit artikel bedoelde voorschrift.

Artikel 52 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de deelraadsvergadering geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. De voor het raadsinformatiesysteem van de deelraad gemaakte opnames vallen niet onder deze regeling.

Artikel 53 Gebruik van mobiele telefoons

In de vergaderzaal is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons en andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Artikel 54 Maatregelen van orde

Als de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

Hoofdstuk 9 Slotbepaling
Artikel 55 Uitleg reglement

In die gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de deelraad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 56 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt, na bekendmaking, met terugwerkende kracht in werking op 1 mei 2010.