Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Nieuw-West

Verordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Nieuw-West
Officiële naam regelingVerordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West
CiteertitelVerordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Verordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West vervangt met ingang van 21 oktober 2010 de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Osdorp, de Verordening bezwaarschriften Geuzenveld-Slotermeer 2006, de Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften stadsdeel Slotervaart en de Regeling commissie behandeling bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur van stadsdeel Slotervaart.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: n.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-10-201001-01-2016nieuwe regeling

28-09-2010

Westerpost, 20 oktober 2010

-

Tekst van de regeling

Verordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften genoemd in artikel 2 (bezwaarschriftencommissie);

  • c.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie genoemd in artikel 3, eerste lid;

  • d.

    vice-voorzitter: de vice-voorzitter van de commissie genoemd in artikel 3, eerste lid.

  • e.

    secretaris: de ambtenaar genoemd in artikel 6.

Paragraaf 2. Over de commissie

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissingen op bezwaren tegen besluiten van de deelraad en besluiten van het dagelijks bestuur.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie
  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, vice-voorzitters en leden en houdt hoorzittingen in een wisselende samenstelling waarbij de voorzitter of één van de vice-voorzitters en twee leden aanwezig zijn.

  • 2. De voorzitter, de vice-voorzitters en de leden maken geen deel uit van en zijn niet

  • werkzaam onder verantwoordelijkheid van enig bestuursorgaan van het stadsdeel Nieuw-West.

  • 3. De voorzitter, de vice-voorzitters en de leden worden door het dagelijks bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. De commissie regelt de plaatsvervanging van haar vice-voorzitters en leden onderling.

Artikel 4. Zittingsduur
  • 1. De voorzitter, de vice-voorzitters en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar; herbenoeming is mogelijk.

  • 2. De voorzitter, de vice-voorzitters en de leden van de commissie kunnen het dagelijks bestuur op elk moment schriftelijk om hun ontslag verzoeken.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter, vice-voorzitters of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5. Vergoedingen
  • 1. Per hoorzitting ontvangen de (vice-)voorzitter(s) en leden van de commissie een vergoeding.

  • 2. De hoogte van de vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt op basis van tabel IV (Vergoeding commissieleden) van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden vastgesteld waarbij geldt dat de daarin aangegeven maximumvergoeding voor de (vice-)voorzitter(s) met honderd procent wordt verhoogd en voor de leden met vijftig procent.

  • 3. Het dagelijks bestuur regelt de reiskostenvergoeding.

Artikel 6. Secretaris

1. De secretaris van de commissie is een door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar.

2. Het dagelijks bestuur wijst meerdere secretarissen aan.

Paragraaf 3. De behandeling van bezwaarschriften

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie werkdagen, in handen van de secretaris gesteld.

Artikel 8. Niet-deelneming aan de behandeling

De (vice-)voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 9. Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak inhoudelijk in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 10. Uitoefening bevoegdheden
  • 1. De bevoegdheden op grond van de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de (vice-)voorzitter:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn;

    • c.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      artikel 7:4, tweede lid;

    • e.

      artikel 7:6, vierde lid.

  • 2. De voorzitter is bevoegd de uitoefening van deze bevoegdheden in mandaat aan de aan de secretaris over te dragen.

  • 3. De voorzitter is bevoegd de uitoefening van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 12, eerste en derde lid, 13 en 19, tweede lid in mandaat aan de secretaris over te dragen.

Artikel 11. Vooronderzoek

De (vice-)voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

Artikel 12. Hoorzitting
  • 1. De (vice-)voorzitter bepaalt plaats, datum en tijdstip van de hoorzitting waarin de

  • belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De (vice-)voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de (vice-)voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 13. Uitnodiging hoorzitting
  • 1. De (vice-)voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de (vice-)voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de (vice-)voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De (vice-)voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 14. Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de (vice-)voorzitter, aanwezig is.

Artikel 15. Openbaarheid hoorzitting
  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de (vice-)voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

Artikel 16. Schriftelijke verslaglegging
  • 1. In het verslag genoemd in artikel 7:7 Awb worden de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid vermeld.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, wordt hiervan melding gedaan in het verslag.

  • 4. In het verslag wordt verwezen naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de (vice-)voorzitter en de secretaris.

Artikel 17. Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies is opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de (vice-)voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek (laten) houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de (vice-)voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De (vice-)voorzitter beslist op een dergelijk verzoek.

  • 4. De bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zijn zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing op een dergelijk nieuwe hoorzitting.

Artikel 18. Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de (vice-)voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies wordt gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de (vice-)voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 19. Uitbrengen advies en verdaging
  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag, genoemd in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de (vice-)voorzitter de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Paragraaf 4. Overige bepalingen

Artikel 20. Jaarverslag

De voorzitter draagt zorg voor het jaarlijks, vóór 1 april, aan de bestuursorganen van het stadsdeel Nieuw-West uit te brengen verslag van de werkzaamheden van de commissie in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21. Intrekken vorige verordeningen

De Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften stadsdeel Osdorp, de Verordening bezwaarschriften Geuzenveld-Slotermeer 2006, de Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften van het voormalig stadsdeel Slotervaart en de Regeling commissie behandeling bezwaarschriften gericht tegen besluiten van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Slotervaart

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in de Westerpost.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bezwaarschriftencommissie Nieuw-West.