Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuid

Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuid
Officiële naam regelingBomenverordening Stadsdeel Zuid 2010
CiteertitelBomenverordening Stadsdeel Zuid 2010
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpNatuur, milieu en beheer openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gelet op artikel 1.4, lid 1 juncto artikel 1.2, lid 2 sub a van de Invoeringswet Wabo en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn de overgangsbepalingen als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2010 per 1 oktober 2011 van rechtwege komen te vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201001-10-2010nieuwe regeling

01-10-2010

Amsterdams Stadsblad, jaargang 88, week 37, editie 5, 15 september 2010

-
01-10-201014-12-2012Artikel 19 lid 1 is van rechtswege vervallen.

01-10-2010

Amsterdams Stadsblad, jaargang 88, week 37, editie 5, 15 september 2010 De Invoeringswet Wabo is bekend gemaakt in Staatsblad 2010, 231

-

Tekst van de regeling

Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2010

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
ARTIKEL 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Zuid;

  • b.

    beheerplan: een plan waarin op samenhangende wijze de instandhouding en het onderhoud van een groep bomen in een nader omschreven gebied is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur;

  • c.

    bomenfonds: budgetnummer op de jaarbegroting van het stadsdeel Amsterdam Zuid waarop bedragen worden gestort ingevolge artikel 8, lid 3;

  • d.

    boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een doorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1.30 meter vanaf het maaiveld, gemeten langs de stam. In geval van meerstammigheid geldt de doorsnede van de dikste stam;

  • e.

    dunning: velling, die uitsluitend als een voorzorgsmaatregel ter bevordering van de groei en instandhouding van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd;

  • f.

    eigenaar: degene die krachtens zakelijk recht of krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • g.

    herplantwaarde: de prijs die voor een zelfde boom of houtopstand in het vrije handelsverkeer moet worden betaald, zoals vastgesteld door een beëdigd boomtaxateur;

  • h.

    houtopstand: één of meerdere bomen en boomvormers, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen.

  • i.

    knotten/kandelaberen: het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud;

  • j.

    vellen: kappen, het snoeien van meer dan 20 procent kroonvolume, rooien,met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben;

  • k.

    monumentale houtopstand: houtopstand die voorkomt op de lijst zoals bedoeld in artikel 2.

  • l.

    omgevingsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht..

HOOFDSTUK 2 Lijst van monumentale houtopstanden
ARTIKEL 2 Opstellen van de lijst
  • 1. Het Dagelijks Bestuur stelt een lijst vast met monumentale houtopstanden. De lijst vermeldt de plaatselijke aanduiding, de tenaamstelling van de eigenaar en een beschrijving van de houtopstand. Tevens worden één of meer foto's en een kaart bijgevoegd met daarop aangeduid de situering van de monumentale houtopstand.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur stelt een adviescommissie in op grond van artikel 92 van de Gemeentewet. Deze commissie adviseert over de plaatsing van houtopstanden op de lijst van monumentale houtopstanden.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur stelt een reglement vast, waarin samenstelling, functioneren en werkwijze van de adviescommissie worden geregeld.

  • 4. De eigenaar van een houtopstand die op de lijst staat vermeld, is verplicht schriftelijk aan het Dagelijks Bestuur mededeling te doen van:

    • a.

      de eigendomsoverdracht van de houtopstand;

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand anders dan door velling op grond van een verleende vergunning;

    • c.

      de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan als gevolg van voorgenomen werkzaamheden van welke aard dan ook. 

  • De mededeling dient te geschieden binnen vier weken na de eigendomsoverdracht c.q. het geheel of gedeeltelijk tenietgaan, dan wel onmiddellijk indien sprake is van de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

  • 5. De stadsdeelraad stelt een regeling vast voor het subsidiëren van kosten van maatregelen die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van een monumentale houtopstand.

ARTIKEL 3 Procedure vaststelling en wijziging lijst met monumentale houtopstanden
  • 1. Het Dagelijks bestuur besluit, al dan niet op aanvraag van belanghebbenden, omtrent vaststelling of wijziging van de lijst met monumentale houtopstanden. Indien de aanvraag wordt ingediend door een   ander dan de eigenaar, stelt het Dagelijks Bestuur de eigenaar zo spoedig mogelijk van de aanvraag op de hoogte.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur besluit over plaatsing op de lijst na het inwinnen van advies bij de adviescommissie. Deze commissie kan bij het uitbrengen van haar advies verenigingen of stichtingen, die de bescherming van bomen tot hun statutaire doelstelling hebben, raadplegen.

  • 3. De aanvraag of het ontwerpbesluit tot vaststelling of wijziging van de lijst met monumentale houtopstanden wordt, met de daarop betrekking hebbende stukken, voor een periode van ten minste vier weken ter inzage gelegd.

  • 4. Voorafgaand aan de terinzagelegging wordt in een huis-aan-huisblad dan wel op een andere geschikte wijze kennis gegeven van de aanvraag of het ontwerpbesluit.

  • 5. Belanghebbenden kunnen, gedurende de termijn van terinzagelegging, hun zienswijze over de aanvraag of het ontwerpbesluit naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen.

  • 6. Het Dagelijks Bestuur besluit binnen zes maanden na ontvangst van de in het eerste lid genoemde aanvraag.

  • 7. Het bepaalde in lid 2 tot en met lid 5 is niet van toepassing indien de wijziging van de lijst met  monumentale houtopstanden wordt veroorzaakt door:

    • a.

      het bepaalde in artikel 2, lid 4, sub a en b;

    • b.

      de uitvoering van een rechterlijke uitspraak;

    • c.

      de verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 5, lid 1.

ARTIKEL 4 Criteria monumentale houtopstanden
  • 1. Bij de beslissing omtrent plaatsing van een houtopstand op de lijst wordt in ieder geval rekening gehouden met de ouderdom en conditie van de houtopstand.

  • 2. Tevens moet voldaan worden aan ten minste één van de volgende criteria:

    • a.

      een voor de soort karakteristieke vorm;

    • b.

      beeldbepalend voor de omgeving;

    • c.

      verweven met de geschiedenis van de omgeving;

    • d.

      bijzondere of zeldzame soort;

    • e.

      zeldzaam door omvang of hoogte;

    • f.

      cultuurhistorische waarde;

    • g.

      natuurwetenschappelijke waarde;

    • h.

      ecologische waarde.

  • 3. Een aanvraag om plaatsing van een houtopstand op de lijst met monumentale houtopstanden wordt afgewezen indien voor deze houtopstand reeds een vergunning als bedoeld in artikel 5 lid 1 is verleend. Het gestelde in artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, is in dit geval niet van toepassing.

HOOFDSTUK 3 Vergunningen
ARTIKEL 5 Verbod tot vellen
  • 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het Dagelijks Bestuur een houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2. Dit verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      houtopstand, die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet, een last of  aanschrijving of een rechterlijke uitspraak. Het bepaalde in artikel 10, lid 1 is van overeenkomstige toepassing;

    • b.

      houtopstand welke bij wijze van dunning moet worden geveld, met uitzondering van bomen met  een doorsnede van de stam van 10 centimeter of meer;

    • c.

      het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel bij daarvoor geschikte boomsoorten;

    • d.

      het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen, mits het Dagelijks Bestuur hiervoor toestemming heeft verleend als bedoeld in artikel 7, lid 3.

ARTIKEL 6 (vervallen)

ARTIKEL 7 Vergunningen
  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan, als daarin niet of onvoldoende kan worden voorzien door het stellen van voorschriften, de omgevingsvergunning weigeren in verband met:

    • a.

      natuur- en milieuwaarden;

    • b.

      landschappelijke waarden;

    • c.

      cultuurhistorische waarden;

    • d.

      waarden van stadsschoon;

    • e.

      waarden van recreatie en leefbaarheid.

  • 2. Bij de beoordeling van een vergunningaanvraag raadpleegt het Dagelijks Bestuur de lijst met monumentale houtopstanden. Voor het vellen van de op deze lijst geregistreerde houtopstanden wordt in beginsel geen omgevingsvergunning verleend, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de (verkeers)veiligheid, noodtoestand of andere zwaarwegende belangen. Het Dagelijks Bestuur besluit niet alvorens de commissie zoals bedoeld in artikel 2, lid 2 over de aanvraag is gehoord.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan op verzoek mondeling toestemming geven voor het direct vellen van een houtopstand, in verband met een spoedeisend belang als bedoeld in artikel 5, lid 2 sub d. De mondelinge toestemming wordt zo spoedig mogelijk op schrift gesteld, waarbij het Dagelijks Bestuur voorschriften kan stellen. Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Indien het Dagelijks Bestuur overgaat tot het verlenen van mondelinge toestemming voor het direct vellen van een houtopstand, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, stelt het Dagelijks Bestuur de hem bekende verenigingen of stichtingen, werkzaam binnen het stadsdeel, die de bescherming van bomen en houtopstanden tot hun statutaire doelstelling hebben hiervan schriftelijk in kennis.

HOOFDSTUK 4 Vergunningvoorschriften, herplant- en instandhoudingsplicht
ARTIKEL 8 Vergunningsvoorschriften
  • 1. Aan een omgevingsvergunning kunnen in het belang van de waarden als genoemd in artikel 7, lid 1, de bescherming en het behoud van de houtopstand en ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna, voorschriften worden verbonden.

  • 2. Aan een omgevingsvergunning wordt zo mogelijk een voorschrift tot herplanting verbonden, tenzij een beheerplan van toepassing is. Daarbij kan tevens worden bepaald binnen welke termijn en op welke wijze niet geslaagde herplanting moet worden vervangen. In het voorschrift tot herplant wordt aangegeven tot welke ordeklasse van grootte het type boom minimaal moet behoren, welke stamomtrek de boom ten minste moet hebben en de termijn waarbinnen herplant moet plaatsvinden.

  • 3. Indien het opleggen van een herplantplicht niet mogelijk is of onvoldoende compensatie kan bieden voor de aantasting van de waarden genoemd in artikel 7, lid 1 kan aan de omgevingsvergunning het voorschrift worden verbonden, dat de houtopstand niet mag worden geveld alvorens maximaal een gelijk bedrag aan (resterende) herplantwaarde in het bomenfonds is gestort.

ARTIKEL 9 (vervallen)

ARTIKEL 10 Herplant- / instandhoudingsplicht
  • 1. Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het Dagelijks Bestuur is geveld dan wel op andere wijze teniet is gegaan, schrijft het Dagelijks Bestuur de eigenaar van de grond, waarop de houtopstand zich bevond, of diens rechtsopvolger aan om tot herplant over te gaan overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen en binnen een door hem te stellen termijn. Artikel 8, lid 2 en lid 3 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Indien de houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, schrijft het Dagelijks Bestuur de eigenaar van de grond, waarop de houtopstand zich bevindt, aan tot het treffen van voorzieningen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 3. Degene tot wie de aanschrijving zich richt is verplicht hieraan te voldoen.

HOOFDSTUK 5 Bomenfonds
ARTIKEL 11 Bomenfonds

De bedragen gestort in het bomenfonds mogen slechts worden gebruikt voor instandhouding en uitbreiding van de in het stadsdeel bestaande houtopstanden.

HOOFDSTUK 6 Overige en slotbepalingen
ARTIKEL 12 (vervallen)

ARTIKEL 13 Afstand van de erfgrens

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heggen en heesters.

ARTIKEL 14 Schadevergoeding

Het Dagelijks Bestuur beslist op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 van de Boswet.

ARTIKEL 15 (vervallen)

ARTIKEL 16 (vervallen)

ARTIKEL 17 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het Dagelijks Bestuur aangewezen personen of categorieën van personen.

ARTIKEL 18  Binnentreding

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner, een en ander met inachtneming van de Algemene wet op het binnentreden.

ARTIKEL 19 Overgangsbepaling
  • 1.

  • 2. Verplichtingen krachtens de voorafgaande verordening blijven bestaan. Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL 20 Slotbepaling
  • 1. Deze verordening wordt aangeduid als Bomenverordening Stadsdeel Zuid 2010.

  • 2. Deze verordening treedt in werking daags na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2010.

  • 3. Indien de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op een latere datum dan 1 juli 2010 in werking treedt, dan treedt deze verordening in werking op die latere datum;

  • 4. Op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Bomenverordening Amsterdam Oud-Zuid 2001 en de Kapverordening stadsdeel Zuider-Amstel, Amsterdams Stadsblad, 12-05-1999.