Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Veghel Centrum 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Veghel Centrum 2015
CiteertitelVerordening reclamebelasting Veghel Centrum 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2014Nieuwe regeling

04-12-2014

GVOP, 17-12-2014

60132

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Veghel Centrum 2015

De raad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014;

Gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting Veghel Centrum 2015

(Verordening reclamebelasting Veghel Centrum 2015)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is toepasselijk binnen het afgebakende gebied in het centrum van Veghel in de straten Bolkenplein, De Kempen, Deken van Miertstraat, Deken Snoecxstraat, Franciscanessenlaan, Heilig Hartplein, Heuvelstraat, Hoofdstraat, Hoogstraat, Kalverstraat, Korte Kerkstraat, Leo v.d. Weijdenstraat, Markt, Meijerijgaarde, Meijerijstraat, Mgr. v.d. Tillaartstraat, Molenstraat, Molenwieken, Patio, Rembrandtlaan (tussen Heuvelstraat en Stadhuisplein), Schakelpad, Stadhuisplein, Stationsstraat (tussen Mgr, v.d. Tillaartstraat tot en met Leo v.d. Weijdenstraat), Steegje, Vlas en Graan, Wiekslag.

Zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Bovenstaand afgebakend gebied is ingedeeld in A- en B-locaties, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

De volgende straten zijn aangemerkt als A-locaties: Hoofdstraat (vanaf de Markt tot aan de kruising met de Meijerijstraat), Kalverstraat, Korte Kerkstraat, Markt, Meijerijgaarde, Meijerijstraat (straatkant grenzend aan Wiekslag), Molenstraat (tot aan kruising Meijerijstraat), Molenwieken, Patio, Schakelpad, Steegje, Wiekslag.

De volgende straten zijn aangemerkt als B-locaties: Bolkenplein, De Kempen, Deken Snoecxstraat, Deken van Miertstraat, Franciscanessenlaan, Heilig Hartplein, Heuvelstraat, Hoofdstraat (vanaf de kruising met de Meijerijstraat), Hoogstraat, Leo v.d. Weijdenstraat, Meijerijstraat (straatkant grenzend aan De Kempen), Mgr. v.d. Tillaartstraat, Molenstraat (vanaf kruising Meijerijstraat tot aan Leo van der Weijdenstraat), Rembrandtlaan (tussen Heuvelstraat en Stadhuisplein), Stadhuisplein, Stationsstraat (tussen Mgr, v.d. Tillaartstraat tot en met Leo v.d. Weijdenstraat), Vlas en Graan.

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, binnen het in artikel 2 van de Verordening aangewezen gebied, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken, geheven van die natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reclamebelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening en bijbehorende tarieventabel bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. De oppervlakte van een openbare aankondiging wordt bepaald op het product van de grootste lengte vermenigvuldigd met de grootste breedte van de openbare aankondiging. Voor oppervlakten groter dan 0,1 vierkante meter geldt dat een gedeelte van een vierkante meter wordt aangemerkt als een gehele vierkante meter.

  • 2. Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp waarop de openbare aankondiging wordt gedaan.

  • 3. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het voorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit.

  • 4. Indien de openbare aankondiging slechts voor een gedeelte zichtbaar is vanaf de openbare weg, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op het van de openbare weg zichtbare gedeelte van de openbare aankondiging.

  • 5. Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.

  • 6. Openbare aankondigingen behoren in ieder geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt dan wel vermindert en de reclamebelasting reeds is geheven, wordt de aanslag op schriftelijk verzoek van belastingplichtige verminderd en/of verrekend voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het einde of verminderen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden, onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • d.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publiekrechtelijke taak;

  • e.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen, die zijn opgenomen op de actuele lijst van Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) zoals die door de rijksbelastingdienst wordt vastgesteld, zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • f.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • g.

    op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde werkzaamheden en niet aankondigingen met een verkoop- dan wel verhuurbevorderend karakter;;

  • h.

    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak.

Artikel 11 Betalingstermijn

  • 1. De aanslag(en) moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moet(en) de aanslag(en) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen minder is dan € 3.000,00.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De "Verordening Reclamebelasting Veghel Centrum 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum vaningang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2015.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Reclamebelasting Veghel Centrum 2015".

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 4 december 2014

De raad voorgenoemd,

De griffier,

Dr. W.J. Oosten

De voorzitter,

Mr. Ina R. Adema