Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Centrum

Gedragscode voor de voorzitter van het dagelijks bestuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Centrum
Officiële naam regelingGedragscode voor de voorzitter van het dagelijks bestuur
CiteertitelGedragscode voor de voorzitter van het dagelijks bestuur
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

gedragscodes met toelichtingen en bijlages in de bijlage

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Onbekend

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Publicaties 2012, Stadsdeelraad, Besluiten, 24 april 2012-5

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 91

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-201219-03-2014nieuwe regeling

26-04-2012

Publicaties 2012, Stadsdeelraad, Besluiten, 24 april 2012-5

Publicaties 2012, Stadsdeelraad, Vergaderstukken/Voordrachten, 24 april 2012-5

Tekst van de regeling

inhoud

1 Over de zuiverheid van de besluitvorming

Artikel 1

De voorzitter van het dagelijks bestuur bewaakt de zuiverheid van de besluitvorming.

2 Regels rondom belangenverstrengeling

Artikel 2

De voorzitter van het dagelijks bestuur mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

Artikel 2.1

De voorzitter van het dagelijks bestuur moet actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegengaan.

Artikel 2.2

De voorzitter van het dagelijks bestuur onthoudt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

Artikel 2.3

De voorzitter van het dagelijks bestuur onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

Artikel 2.4

De voorzitter van het dagelijks bestuur mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen in combinatie met zijn politieke functie (zie bijlage 1).

Artikel 2.5

De voorzitter van het dagelijks bestuur mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan in combinatie met zijn politieke functie (zie bijlage 2).

Artikel 2.6

De voorzitter van het dagelijks bestuur maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult.

Artikel 2.7

Door de stadsdeelsecretaris wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van de voorzitter van het dagelijks bestuur. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.

Artikel 2.8

De voorzitter van het dagelijks bestuur doet opgaaf van al zijn substantiële financiële belangen - waaronder aandelen, opties en derivaten - in ondernemingen waarmee het stadsdeel zaken doet of waarin het stadsdeel een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.

Artikel 2.9

Door de stadsdeelsecretaris wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van de voorzitter van het dagelijks bestuur.

Artikel 2.10

Een oud-voorzitter van het dagelijks bestuur wordt gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij het stadsdeel.

3 Regels rondom het voorkomen van corruptie

Artikel 3

De voorzitter van het dagelijks bestuur mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

Artikel 3.1

De voorzitter van het dagelijks bestuur moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

Artikel 3.2

De voorzitter van het dagelijks bestuur neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.

Artikel 3.3

Indien de voorzitter van het dagelijks bestuur toch geschenken uit hoofde van zijn functie heeft ontvangen, dienen deze te worden teruggegeven of teruggestuurd naar de gever onder vermelding van het feit dat de voorzitter van het dagelijks bestuur geen geschenken mag aannemen.

Artikel 3.4

De voorzitter van het dagelijks bestuur mag per uitzondering een geschenk niet teruggeven of terugsturen, namelijk in gevallen waarin het terugsturen de gever ernstig zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen; of als het teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is.

Artikel 3.5

Als geschenken om een van de in artikel 3.4 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of -gestuurd wordt dit gemeld aan de stadsdeelsecretaris. De geschenken worden dan eigendom van het stadsdeel en er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De stadsdeelsecretaris zorgt voor de registratie van giften en hun bestemming.

Artikel 3.6

Alleen als het gaat om incidentele bagatelgeschenken die om een van de in artikel 3.4 genoemde redenen niet zijn teruggegeven of -gestuurd, mag de voorzitter van het dagelijks bestuur het geschenk zelf houden.

Artikel 3.7

De voorzitter van het dagelijks bestuur accepteert geen faciliteiten en diensten van derden die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.

Artikel 3.8

De voorzitter van het dagelijks bestuur accepteert per uitzondering faciliteiten of diensten van derden als het weigeren ervan het bestuurswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 3.9

De voorzitter van het dagelijks bestuur gebruikt faciliteiten of diensten van derden die uit hoofde of vanwege de bestuursfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

Artikel 3.10

De voorzitter van het dagelijks bestuur accepteert lunches, diners en recepties die door derden betaald worden, alleen als dat voor het bestuurswerk noodzakelijk is en de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 3.11

De voorzitter van het dagelijks bestuur accepteert werkbezoeken waarbij reis-en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken door het voltallige bestuur. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor het stadsdeel en de schijn van corruptie minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd een verslag gemaakt voor de deelraad.

4 Regels rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen

Artikel 4

De voorzitter van het dagelijks bestuur maakt geen gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé of partijdoeleinden.

Artikel 4.1

De voorzitter van het dagelijks bestuur houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals fractiekamers, computerapparatuur met toebehoren, telefoon, fax en dergelijke (zie bijlage 4).

Artikel 4.2

Een bestuurder houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties (zie bijlage 4).

5 Regels rondom informatie

Artikel 5

Het bestuur en de afzonderlijke leden inclusief de voorzitter geven de deelraad alle inlichtingen die de deelraad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 5.1

De voorzitter van het dagelijks bestuur betracht maximale openheid als het gaat om beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met (de geest van) de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 5.2

De voorzitter van het dagelijks bestuur die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens. Behalve als de wet hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 5.3

De voorzitter van het dagelijks bestuur maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

6 Regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de vergaderingen

Artikel 6

De voorzitter van het dagelijks bestuur gaat respectvol met medebestuursleden om. De deelraadsvoorzitter gaat respectvol met raadsleden om.

Artikel 6.1.a

De voorzitter van het dagelijks bestuur bejegent mede bestuursleden correct in woord, gebaar en geschrift.

Artikel 6.1.b

De deelraadsvoorzitter bejegent bestuursleden en raadsleden correct in woord, gebaar en geschrift.

Artikel 6.2.a

De voorzitter van het dagelijks bestuur houdt zich tijdens de bestuursvergadering aan het reglement van orde van het bestuur (zie bijlage 5).

Artikel 6.2.b

De deelraadsvoorzitter houdt zich tijdens de raadsvergadering aan het reglement van orde van de raad (zie bijlage 5).

7 Regels rondom de gedragscode zelf

Artikel 7

De deelraad stelt de gedragscode vast voor de deelraad, het bestuur en de voorzitter van het dagelijks bestuur.

Artikel 7.1

Het bestuur ziet toe op de naleving van de code door de voorzitter van het dagelijks bestuur.

Artikel 7.2

De deelraad ziet erop toe dat de voorzitter van het dagelijks bestuur de gedragscode voor de voorzitter van het dagelijks bestuur naleeft.