Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VOOR HET WEGSCHAP TUNNEL DORDTSE KIL |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling voor het Wegschap Tunnel Dordtse Kil |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke regelingen |
De datum van de inwerkingtreding is bij benadering.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-06-2008 | art. 5, 10, 11, 21, 42 | 27-05-2008 Het Kompas, 06-06-2008 | 2008/664 | ||
01-01-1989 | 13-12-2016 | nieuwe regeling | 02-11-1988 Onbekend | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Het in artikel 1 genoemde lichaam verwezenlijkt zijn taakstelling onder meer door:
In overleg met de daartoe in aanmerking komende instanties binnen de korst mogelijke tijd te geraken tot het afbouwen van een tunnel onder de Dordtse Kil, het maken van aansluitende wegverbindingen ,waaronder ook weggedeelten kunnen worden verstaan, die aangelegd c.q. gereconstrueerd dienen te worden in verband met de totstandkoming van de tunnelverbinding;
Afdeling 1 Samenstelling en werkwijze.
De colleges, die een lid of plaatsvervangend lid hebben benoemd, kunnen dit lid te allen tijde al dan niet op zijn verzoek ontslag verlenen. Hij, die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats benoemd is, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.
Het algemeen bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt, doch tenminste tweemaal paar jaar, zomede indien tenminste vijf leden hem dit onder opgaaf van redenen verzoeken.
In een vergadering waarin minder dan de helft van het totale aantal uit te brengen stemmen als bedoeld in artikel 11 lid 2 door de ter vergadering aanwezige leden kan worden uitgebracht, kunnen geen besluiten worden genomen, tenzij het in de convocatie vermelde onderwerpen betreft, waaromtrent in een vorige vergadering om deze reden niet kon worden beslist.
De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, wanneer de voorzitter of één der stemgerechtigde leden dit verlangt, en alsdan mondeling. Bij hoofdelijke oproeping is ieder lid verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen. Indien geen stemming wordt gevraagd, is het voorstel aangenomen. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend,. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of voor de tweede maal over hetzelfde voorstel, wordt het geacht niet te zijn aangenomen. Onder een voltallige vergadering wordt voor de toepassing van dit lid verstaan een vergadering, waarin alle stemgerechtigde leden waaruit het algemeen bestuur bestaat, voorzover zij zich niet van medestemmen moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Afdeling 2 Taak en bevoegdheden.
Voor zover een verordening van het wegschap voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een bij de regeling betrokken deelnemer, regelt eerstgenoemde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen dat de verordening van de provincie of gemeente voor het gehele gebied dan wel een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Hoofdstuk III Dagelijks Bestuur
Afdeling 1 Samenstelling en werkwijze.
In geval van ontstentenis van een lid van het dagelijks bestuur of van verhindering anderszins tot het vervullen van zijn taak, treedt een ander als zodanig aangewezen lid van het algemeen bestuur op als lid van het dagelijks bestuur, met dien verstande dat het lid van het dagelijks bestuur, dat door het algemeen bestuur is aangewezen uit de door provinciale staten aangewezen leden, wordt vervangen door een ander lid van het algemeen bestuur, dat door Provinciale Staten van Zuid-Holland is aangewezen.
Wie ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur uit te maken of plaatsvervangend lid van het dagelijks bestuur te zijn.
Het bepaalde in de artikelen 10,11 en 12 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor het totstandkomen van een besluit van het dagelijks bestuur bij stemming de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen is vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen en dat het lid van het dagelijks bestuur, dat is aangewezen uit de leden va het algemeen bestuur die zijn aangewezen uit de gedeputeerden, bij stemming drie stemmen uitbrengt.
Afdeling 2 Taken en bevoegdheden.
De dagelijkse leiding en uitvoering van taken behoren aan het dagelijks bestuur. Deze omvatten:
De voorzitter leidt de vergaderingen van het algemeen bestuur evenals die van het dagelijks bestuur, hij tekent alle stukken, welke van deze besturen uitgaan, en vertegenwoordigt het wegschap in en buiten rechte, behoudens de bevoegdheid van de secretaris en/of penningmeester om namens het wegschap kwijting te verlenen.
Hoofdstuk VI De secretaris en de penningmeester
De drie bestuursorganen van het wegschap worden bijgestaan door een secretaris en een penningmeester, aan welke functionarissen in de vergaderingen van het algemeen bestuur en in die van het dagelijks bestuur een adviserende stem toekomt. Het algemeen bestuur benoemt en ontslaat hen; bij afwezigheid of ontstentenis worden zij vervangen door een door een algemeen bestuur aan te wijzen locosecretaris, respectievelijk locopenningmeester.
Alle van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur uitgaande stukken worden door de secretaris c.q. locosecretaris mede ondertekend.
Hoofdstuk VII Financiële bepalingen
Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de controle op de financiële administratie en op het beheer van vermogenswaarden van het schap. Deze regels voorzien in de aanwijzing van één of meer, niet in dienst van het schap of van één van de deelnemers staande, deskundigen, belast met het onderzoek van de in artikel 41 bedoelde rekening, alsmede met het ter zake uitbrengen van een verslag.
Het boekjaar van het schap is gelijk aan het kalenderjaar. Het eerste boekjaar loopt evenwel van de datum van inwerkingtreding van deze regeling af tot 1 januari va het tweede daaropvolgende jaar.
De ontwerpbegroting wordt door de zorg van de deelnemers voor eenieder terinzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Van de nederlegging en de verkrijging, tussen welke en de behandeling van de begroting tenminste veertien dagen moeten verlopen geschiedt openbare kennisgeving.
Provinciale Staten en de raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van het schap van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Na de vaststelling zendt het algemeen bestuur, zo nodig, de begroting aan Provinciale Staten en aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties binnen 6 weken na toezending van de begroting aan hen van hun gevoelen kunnen doen blijken.
Het bepaalde in het eerste, derde en vijfde lid van dit artikel is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting. Het bepaalde in het eerste en derde lid van dit artikel is echter niet van toepassing op wijzigingen van de begroting die niet leiden tot verhoging van het nadelig exploitatiesaldo danwel verlaging van het exploitatieoverschot van het desbetreffende begrotingsjaar.
Met betrekking tot elk boekjaar legt het dagelijks bestuur vóór 1 juni van het daaropvolgende jaar aan het algemeen bestuur een rekening van het schap over. Hij voegt daarbij het verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de in artikel 36, tweede lid, bedoelde deskundige(n). Zodra de stukken aan het algemeen bestuur zijn aangeboden, worden zij algemeen verkrijgbaar gesteld; van de verkrijgbaarstelling geschiedt openbare kennisgeving.
Wanneer de begroting van het schap een tekort aanwijst, over de deelnemers om te slaan, zijn deze gehouden hun in de begroting geraamde bedragen bij wijze van voorschot te voldoen, zulks in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste op 1 januari, de tweede op 1 april, de derde op 1 juli en de vierde op 1 oktober van het desbetreffende begrotingsjaar vervalt.
Hoofdstuk VIII Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing
Het algemeen bestuur kan onverminderd het bepaalde in de voorafgaande leden van dit artikel aan de uittreding voorwaarden, waaronder financiële, verbinden. Tot deze financiële voorwaarden behoort in elk geval de bepaling in hoerverre de uittredende gemeente gehouden blijft garant te zijn tot het door haar gegarandeerde percentage in de door het wegschap aangegane c.q. overgenomen leningen.
In geval van opheffing van de regeling gaat het algemeen bestuur terstond tot liquidatie van het lichaam over. Het algemeen bestuur stelt uiterlijk zes maanden voor de datum, waarop de regeling ophoudt te bestaan, een liquidatieplan op. Het liquidatieplan voorziet, indien zulks met het oog op de noodzakelijke voortzetting van de exploitatie van de tunnel geboden is, in de overdracht van de roerende en onroerende goederen aan de Stichting Tunnel Dordtse Kil.
Een eventueel voordelig of nadelig liquidatiesaldo wordt onder de deelnemende partijen verdeeld c.q. onder deze deelnemende partijen omgeslagen, naar de grondslagen, waarop ingevolge het bepaalde in de artikelen 42, eerste lid, en 44, tweede lid, en – indien het een later toetreden gemeente betreft – ingevolge het besluit van het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 44 door de gemeenten de door het schap aangegane c.q. overgenomen leningen worden gegarandeerd.