Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels aansluitverordening riolering |
Citeertitel | Uitvoeringsregels aansluitverordening riolering |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 6 Aansluitverordening Riolering Gemeente Heerlen 2006
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2006 | 01-03-2012 | Nieuwe regeling | 07-11-2006 De Uitkijk | 2006/30630 |
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
in de grond aangebrachte opvang- en bezinkingsvoorziening van voldoende capaciteit, die in verband met de grootte van de te ontwateren oppervlakten en de bodemgesteldheid ter plaatse moet zijn gelegen op voldoende afstand van de perceelgrenzen en de bebouwing op het perceel. De hemelwatervoorziening kan voor afvoer van extreme buien zijn voorzien van een overloop op het gemengde of regenwaterstelsel van de gemeente.
het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater, drainagewater en bronneringswater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.
Artikel 3 De vergunningsaanvraag
Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen middels het door het college vastgestelde aanvraagformulier de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:
voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water er, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater,zal worden afgevoerd;
Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.
Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning
Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:
de diameter van het particulierriool groter is dan ø160 mm, tenzij de noodzaak van een grotere diameter is aangetoond door middel van een rioleringsberekening en het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding over voldoende capaciteit beschikt om alsdan de hoeveelheid te lozen afvalwater te kunnen afvoeren;
Artikel 5 Het verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluitleiding
Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na de ontvangst van het verzoek stelt de gemeente zoveel mogelijk in overleg met rechthebbende een termijn vast voor uitvoering van de aansluiting. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip. De afspraak zal mondeling door de gemeente aan de rechthebbende worden bevestigd.
Artikel 6 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
In afwijking van lid 1, kan het college na overleg met de rechthebbende in de aansluitvergunning vastleggen dat de rechthebbende zelf de aansluiting uitvoert. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na melding aan het college dat de aansluiting is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht.
In afwijking van lid 1, voor perceelaansluitingen niet zijnde een woning, kan de uitvoering van de werkzaamheden in eigen beheer worden uitgevoerd. De aanleg van een perceelaansluiting door een erkend aannemer in de grond-, weg- en waterbouwsector is slechts dan toegestaan, nadat daartoe door of vanwege het college toestemming is verkregen. De rechthebbende onttrekt het aansluitpunt na melding aan het college dat de aansluiting is uitgevoerd, gedurende drie werkdagen niet aan het zicht. Voor de perceelaansluiting dient de aannemer gebruik te maken van de navolgende gecertificeerde materialen:
Hoofdstuk 4. Beheer en Onderhoud
Artikel 7 Beheer, Onderhoud, Renovatie en Vervanging
Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen. Voor het verhelpen van de verstopping of een andere storing bestaat de mogelijkheid dat de rechthebbende gebruik maakt van de bij de gemeente onder contract staande rioleringsbeheerbedrijf. Dit bedrijf is op de hoogte van de handelswijze van de gemeente en informeert de rechthebbende over zijn rechten en plichten.
Indien de rechthebbende, of in opdracht van de rechthebbende een rioleringsbeheerbedrijf die niet onder contract staat bij de gemeente, zonder medeweten van de gemeente de verstopping of een andere storing in de perceelaansluitleiding heeft verholpen vindt zonder afdoende bewijs (foto’s en/of inspectiegegevens) geen verrekening van de gemaakte kosten plaats.
Bij het door de gemeente verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden dient de rechthebbende of gebruiker, voordat met de werkzaamheden wordt gestart, tevoren schriftelijk akkoord te gaan met de voorwaarde dat de kosten van de werkzaamheden aan hem in rekening worden gebracht, indien blijkt dat de verstopping en/of storing betrekking heeft op het particulier riool.
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen
d.d. 07 november 2006
de secretaris, de burgemeester,
Gepubliceerd d.d. 22 november 2006
Toelichting, behorende bij de “Uitvoeringsregels
Aansluitverord e ning Riolering”
De uitvoeringsregels aansluitverordening riolering is als aanvulling op de aansluitverordening opgesteld. In deze uitvoeringsregels staan onder andere de procedure van aanvraag, uitvoering van de aansluiting en de verantwoordelijkheid voor het beheer van de aansluitleiding inclusief het omgaan met calamiteiten zoals verstoppingen.
Hoofdstuk 2. Opzet van de uitvoeringsregels
Uitgangspunt van de aansluitverordening riolering gemeente Heerlen 2006 en de uitvoeringsregels aansluitverordening riolering is dat voor een nieuwe aansluiting op het riool of een wijziging
van de bestaande aansluiting, een vergunning is vereist. In de vergunning worden voorwaarden
gesteld waaraan de aansluiting moet voldoen. Deze voorwaarden betreffen allereerst de technische
eisen waaraan de aansluiting moet voldoen. De technische eisen betreffen het leidingverloop en de
dimensionering, ligging en dimensionering hemelwatervoorziening, de hoogteligging van de aansluitleiding en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt. Ook worden nadere voorwaarden gesteld ten aanzien van het op eigen terrein verplicht aanleggen van een hemelwatervoorziening ten behoeve van opvang en infiltratie van hemelwater. Verder worden nadere voorwaarden gesteld voor het geval er een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel is. Dat wil zeggen dat er dan een aparte aansluiting voor de overloop van de hemelwatervoorziening en een aparte aansluiting voor een vuilwaterriool worden aangelegd. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de in het Bouwbesluit en Bouwverordening opgenomen bouwtechnische eisen. Tenslotte zijn er voorwaarden opgenomen over onderhoud, renovatie en vervanging van de aansluiting en beëindiging van het gebruik van de aansluiting.
In het systeem van de uitvoeringsregels is een keuze gemaakt voor een verdeling van het beheer van de aansluitleiding. Dit betekent dat de gemeente en de eigenaar elk verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van een deel van de aansluitleiding. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het gemeentelijk rioolstelsel (de perceelaansluitleiding), wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt in openbaar eigendom.
Als er nu bijvoorbeeld een verstopping is ontstaan in het particuliere riool, dan moet de rechthebbende zelf en voor eigen rekening zorgdragen voor het verhelpen van het probleem. Dit kan bijvoorbeeld door het inschakelen van een installateur. Is er een verstopping ontstaan in de perceelaansluitleiding dan draagt de gemeente zorg voor de reparatie. De kosten van onderhoud, renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding zijn voor de gemeente. Hierop is echter wel een uitzondering gemaakt. Als het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van een onjuist gebruik van het riool, dan zijn de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker van de schade.
De aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt bij woningen door de gemeente of door een namens de gemeente in te schakelen aannemer. Deze legt de perceelaansluitleiding aan voor rekening van de rechthebbende.
De aanleg van de perceelaansluiting geschiedt bij gebouwen niet zijnde woningen door de gemeente of door een namens de gemeente in te schakelen aannemer of in eigen beheer. De aanleg van de perceelaansluiting dient te geschieden door een erkend aannemer in de grond-, weg- en waterbouwsector en is slechts dan toegestaan, nadat daartoe door of vanwege de directie van de dienst openbare werken toestemming is verkregen.
De vergunning kan door de gemeente onder voorwaarde worden verleend. In de uitvoeringsregels zijn situaties opgenomen die in ieder geval worden aangemerkt als bezwaarlijk voor aansluiting of wijziging van het particulier riool op het openbaar riool. Een situatie betreft het niet aanwezig zijn van in de bouwverordening en/of aansluitverordening opgenomen hemelwatervoorziening voor opvang en infiltratie van hemelwater met een minimaal benodigde netto inhoud van 2 m3 (20 mm) per 100 m2 verhard oppervlak, hetgeen in de lijn ligt met de beleidsnota’s waterbeheer 21e eeuw en anders omgaan met regenwater.
De uitvoeringsregels is opgebouwd uit acht artikelen, die zijn ondergebracht in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 regelt de vergunning: een omschrijving van de vergunningsplicht, de aanvraag en tot slot de gronden tot weigering. In hoofdstuk 3 komt het tot stand brengen van de aansluiting aan de orde. Hierin worden het verzoek tot aanleg of wijziging en de uitvoering geregeld. Het onderhoud komt in hoofdstuk 3 aan de orde, de verwijdering en sloop van de aansluiting in hoofdstuk 4.
Hoofdstuk 3. Artikelgewijze toelichting
In dit artikel worden de zelfde begripsomschrijvingen gehanteerd als in de Aansluitverordening.
Voor de toelichting op deze begrippen wordt dan ook verwezen naar de artikelsgewijze toelichting van de Aansluitverordening.
Lid 1 geeft nog een toevoeging door te stellen dat voor elke aansluiting afzonderlijk, bijvoorbeeld bij een gemengd stelsel voor de afvoer van vuilwater en de afvoer van hemelwater een vergunning moet worden aangevraagd. Bij het aansluiten van een perceel op een gemengd stelsel zullen deze aansluitingen doorgaans tegelijk worden gerealiseerd zodat in dat geval natuurlijk de
voorwaarden voor dat perceel in één vergunning kunnen worden opgenomen.
Als de vergunning is verleend kan de rechthebbende een verzoek doen aan het college om de aansluiting tot stand te brengen (zie artikel 4).
Artikel 2 bepaalt dat de vergunning moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om dit te
vereenvoudigen, moet de aanvraag worden gedaan met behulp van het aanvraagformulier. In het eerste lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de
gevraagde gegevens die nodig zijn om een aansluiting goed tot stand te brengen, reeds zijn vastgelegd in een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan de
aanvrager in dat geval volstaan met een kopie van deze gegevens.
Weigering van aansluitvergunning
In artikel 3 is vastgelegd dat aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting onder bepaalde situaties bezwaarlijk is. In lid 1 worden voorbeelden gegeven van bezwaarlijke situaties. Sub a over de hoogteligging is bijvoorbeeld een technisch bezwaar, sub j over de lozing van niet verontreinigd drainagewater is bijvoorbeeld een milieuhygiënisch bezwaar en sub l over de verlening van andere vergunningen een juridische bezwaar. De in lid 1 genoemde situaties zijn niet uitputtend bedoeld en moeten worden gezien als ondersteuning van de motivering om een vergunning onder voorwaarde te verlenen.
Het verzoek tot aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
In artikel 4 is vastgelegd hoe de rechthebbende na het verkrijgen van de vergunning een verzoek
kan doen tot het realiseren van de aansluiting op het openbaar riool. Na het indienen van een verzoek maakt de gemeente zo spoedig mogelijk toch uiterlijk binnen vier weken een afspraak om de werkzaamheden uit te voeren. De afspraak wordt mondeling door de gemeente aan de rechthebbende bevestigd.
Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding
In artikel 5 wordt bepaald dat de aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door of vanwege de
gemeente. Omdat de gemeente er onder andere in verband met het ontwijken van kabels en
leidingen ook voor kan kiezen eerst de perceelaansluitleiding (te doen) aan te leggen en daarna pas
het particulier riool te (doen) realiseren, is in lid 2 de mogelijkheid opgenomen om van lid 1 af te
wijken. Na overleg met de rechthebbende, kan in de aansluitvergunning worden vastgelegd dat de
rechthebbende de aansluiting zelf uitvoert. Om te kunnen controleren of deze aansluiting deugdelijk
tot stand is gebracht, moet de rechthebbende melden dat hij de aansluiting heeft uitgevoerd, waarna
het aansluitpunt nog drie werkdagen in het zicht moet blijven. Naast de andere voorwaarden wordt dit duidelijk in de vergunning vastgelegd, waarbij tevens de verplichting wordt opgelegd het gat in de grond rond het aansluitpunt goed af te zetten.
In lid 3 zijn aanvullende eisen opgenomen betreffende het aanleggen van de perceelaansluiting in eigen beheer. Het betreft de materiaalkeuze en het opstellen van revisietekeningen.
Beheer, Onderhoud, Renovatie en Vervanging
Artikel 6 geeft nadere regels over het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging. Deze worden door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd tot het aansluitpunt, gerekend vanaf het openbaar riool, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende. De rechthebbende moet zorgen dat de door hem gebruikte aansluiting vrij blijft van aanslag, slib, en dergelijke, waardoor op den duur de leiding verstopt kan raken. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het particulier riool, tenzij aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door terugstroming van afvalwater uit het openbaar riool.
In artikel 7 is een calamiteitenregeling opgenomen om te voorkomen dat voor elk probleem de
gemeente erbij wordt geroepen. In lid 1 is de regel opgenomen dat in geval van storing of verstopping de rechthebbende eerst moet vaststellen waar de storing zich in de aansluitleiding bevindt.
In lid 2 wordt nadrukkelijk gesteld dat de rechthebbende zelf verantwoordelijk is voor het verhelpen
van verstoppingen in het particulier riool. Dit betekent dat de rechthebbende, indien hij het pand
bijvoorbeeld verhuurt, bij calamiteiten voor de gebruiker van het particuliere riool het aanspreekpunt is. Verder geeft het artikel een regeling voor het geval toch de hulp wordt ingeroepen van de gemeente, omdat wordt vermoed dat het een storing betreft waarvoor de gemeente verantwoordelijk is.
In artikel 8 zijn bepalingen opgenomen over de zorg die betracht moet worden bij werkzaamheden
die schade kunnen veroorzaken aan het openbaar riool. In lid 3 en lid 4 is vastgelegd dat bij definitieve beëindiging van het gebruik van een aansluitleiding, de aansluitvergunning wordt ingetrokken en de leiding wordt verwijderd.