Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alblasserdam

Verordening op de rekenkamercommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlblasserdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 81 oa

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200803-05-2017Onbekend

06-02-2008

Onbekend

Raad 2008/006

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie

 

De raad van de gemeente Alblasserdam;

 

gelezen het voorstel van het presidium van 16 januari 2008, registratienummer Raad 2008/006;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Raad: de gemeenteraad van Alblasserdam.

  • b.

    Commissie: de raadscommissie Bestuur als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de Verordening op de raadscommissies 2006.

  • c.

    Presidium: het presidium van de raad als bedoeld in artikel 6 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Alblasserdam.

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alblasserdam.

  • e.

    Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Alblasserdam.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

 

  • 1.

    Er is een rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3.

    De rekenkamercommissie bestaat uit één lid.

  • 4.

    Het lid zoals bedoeld in het vorige lid legt, alvorens hij de functie kan uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) af:

    “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”

  • 5.

    Voor de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 wordt de Directeur Rekenkamer Dordrecht benoemd als lid van de rekenkamercommissie.

  • 6.

    Ter uitvoering van het vorige lid wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Rekenkamer Dordrecht.

  • 7.

    Na een evaluatie in het najaar 2008 wordt per 1 januari 2009 een rekenkamercommissie benoemd voor telkens 4 jaar.

  • 8.

    De bevoegdheden, genoemd in artikel 183 en 184 voor de Rekenkamer, zijn van overeenkomstige toepassing op deze verordening.

  • 9.

    Het lidmaatschap van het lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheids-beneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e.

      Het lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen wanneer deze door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat is de functie naar behoren te vervullen.

Artikel 3 Secretariaat en onderzoek

In de onder artikel 2, lid 4, gesloten samenwerkingsovereenkomst wordt geregeld dat het secretariaat van de rekenkamercommissie alsmede de onderzoeken worden verricht door de Rekenkamer Dordrecht.

Artikel 4 Selectie onderzoeksonderwerpen

  • 1.

    Per jaar zullen twee onderzoeken (een groot en een klein) worden uitgevoerd.

  • 2.

    De rekenkamercommissie onderhoudt op basis van haar kennis van en ervaring met de gemeentelijke organisatie, gedurende het jaar een groslijst bij van potentiële onderzoeksonderwerpen.

  • 3.

    De rekenkamercommissie doet in oktober van elk jaar een oproep aan de raad en het college om geschikte onderzoeksonderwerpen aan te dragen.

  • 4.

    De rekenkamercommissie houdt bij haar werkzaamheden rekening met de onderzoeken die worden ingesteld door het college en de externe accountant en overlegt hierover met hen om dubbele onderzoeken te voorkomen.

  • 5.

    Het college wordt jaarlijks in oktober schriftelijk verzocht, onder verwijzing naar artikel 213a van de Gemeentewet, een opgave te doen van de krachtens dit artikel uitgevoerde en voor het komende jaar geplande onderzoeken en de resultaten van uitgevoerde onderzoeken.

  • 6.

    De rekenkamercommissie maakt in november een top vijf van onderzoekswaardige onderwerpen en doet van die vijf onderwerpen een kort oriënterend onderzoek naar het belang en de uitvoerbaarheid.

  • 7.

    Het opiniërend onderzoek genoemd in lid 6 wordt jaarlijks vóór 1 december ter kennis van de raad gebracht, waarbij de raad zijn voorkeur voor twee onderwerpen uitspreekt.

  • 8.

    Op basis van het opiniërend onderzoek genoemd in lid 6 en de voorkeur van de raad, bepaalt de rekenkamercommissie haar keuze en stelt aan het einde van het kalenderjaar het onderzoeksplan voor het eerstvolgende jaar vast en stuurt het plan uiterlijk in december naar de raad en het college.

Artikel 5 Rapporten

  • 1.

    De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeks-rapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taak-uitoefening (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest.

  • 2.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 6 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden vast. Dit reglement wordt na vaststelling ter kennisname naar de raad gezonden.

Artikel 7 Contact met de raad

De rekenkamercommissie is aanwezig bij de bespreking van de uitgebrachte onderzoeksrapporten in de commissie en de raad.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 9 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie 2008.

Alblasserdam, 6 februari 2008

De raad voornoemd,

 

 

griffier                                               voorzitter