Organisatie | Brunssum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Welzijn, Cultuur en Sport Gemeente Brunssum 2009 |
Citeertitel | Subsidieverordening Welzijn, Cultuur en Sport Gemeente Brunssum 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Subsidieverordening Welzijn, Cultuur en Sport Gemeente Brunssum 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 10-03-2015 | 535956 | |
01-01-2009 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 10-12-2008 Parelnieuws, 17 december 2008 | 2008/17190 |
De Raad der Gemeente Brunssum;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2008, dienst/cluster Beleid en strategie, nr. 2008/17190;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
Subsidieverordening Welzijn, Cultuur en Sport Gemeente Brunssum 2009
Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
Artikel 2. Reikwijdte van de verordening.
Religieuze instellingen kunnen uitsluitend worden gesubsidieerd middels incidentele subsidie, wanneer naar het oordeel van het college de weigeringsgronden van artikel 6 niet van toepassing zijn en het religieuze karakter van de activiteit ondergeschikt is aan hetgeen de activiteit bijdraagt aan het welbevinden van de inwoners van de gemeente Brunssum.
Artikel 3. Algemene uitgangspunten.
Subsidies worden op basis van deze verordening door of namens het college verstrekt. Hiermede wordt mede verstaan het nemen van besluiten op aanvragen, het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten, besluiten omtrent bevoorschotting, besluiten tot terugvorderen en besluiten tot het intrekken en/of wijzigen van subsidieverlenings- en/of vaststellingsbesluiten.
Artikel 6. Weigeringsgrond subsidie.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb kan de subsidieverlening worden geweigerd indien:
Artikel 8. Intrekking, vermindering en terugvordering.
Het college kan bij een met redenen omkleed besluit de subsidie verminderen, de verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen of de instelling van verdere subsidiëring uitsluiten:
bij misbuik: d.w.z. het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel onterecht overheidssubsidie of uitkeringen te verkrijgen; indien sprake is van misbruik van voorzieningen dan vindt te allen tijde terugvordering plaats, minimaal ter hoogte van het bedrag van de verstrekte voorziening, c.q. wordt overgegaan tot volledige invordering van de gederfde inkomsten;
bij oneigenlijk gebruik: d.w.z. het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen verkrijgen van overheidsbijdragen, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving, maar in strijd met het doel en de strekking daarvan; indien sprake is van gedrag of handelen dat niet strookt met de strekking en/of doelstelling van de regelgeving, dan is er sprake van oneigenlijk gebruik; de gemeente gaat dan over tot terugvordering van de verstrekking c.q. gaat over tot invordering van de gederfde inkomsten;
Artikel 11. Tijdige indiening aanvraag.
Bij eerste aanvragen, die niet compleet zijn of waarbij niet de benodigde bescheiden zijn gevoegd, wordt een hersteltermijn geboden om de aanvraag aan te vullen. De termijn voor het nemen van het besluit tot subsidieverlening wordt opgeschort vanaf de dag waarop de hersteltermijn is gegeven tot de dag van aanvulling of het verstrijken van de hersteltermijn.
Bij tweede of volgende aanvragen, die niet compleet zijn of waarbij niet de benodigde bescheiden zijn gevoegd, wordt een hersteltermijn geboden om de aanvraag aan te vullen. De termijn voor het nemen van het besluit tot subsidieverlening wordt opgeschort vanaf de dag waarop de hersteltermijn is gegeven tot de dag van aanvulling of het verstrijken van de hersteltermijn.
Artikel 15. Besluit tot subsidieverlening.
Het college geeft in het besluit tot subsidieverlening in ieder geval aan:
Artikel 16. Verplichtingen van de subsidieontvanger.
Subsidiëring vindt plaats onder voorwaarde, dat de instelling in eventuele c.q. alle communicatie naar buiten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit, door middel van het actuele logo van de Gemeente Brunssum alsook het “Brunssum laat je genieten”-logo aangeeft, dat hier sprake is van (mede) financiering door de Gemeente Brunssum.
Artikel 18. Overdracht aan derden.
Artikel 17 is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde worden voortgezet en activa en passiva met toestemming van het college tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.
Hoofdstuk 3. WAARDERINGSSUBSIDIES.
De opgave van het aantal leden van de vereniging moet bij steekproefsgewijze controle door het college kunnen worden vastgesteld aan de hand van een ledenlijst naar de toestand per 1 januari van het subsidiejaar. De organisatie wordt geacht deze ledenlijst te verstrekken met toestemming van de betreffende leden. Als de subsidieaanvrager is aangesloten bij een landelijke of regionale koepelorganisatie dient de ledenlijst gewaarmerkt te zijn door een daartoe bevoegd medewerker van die koepelorganisatie.
De waarderingssubsidie dient in principe een aanvulling op de eigen inkomsten van de instelling te vormen. De mate waarin subsidie nodig/gewenst is, wordt beoordeeld aan de hand van de begroting, waarbij specifieke aandacht wordt geschonken aan de hoogte van het noodzakelijke kosten- en inkomstenniveau, de mogelijkheden om andere inkomstenbronnen aan te boren en de door de aanvrager geleverde inspanningen om andere inkomsten te verwerven.
Artikel 25. Verplichtingen van de subsidieontvanger.
Subsidiëring vindt plaats onder voorwaarde, dat de instelling in eventuele c.q. alle communicatie naar buiten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit, door middel van het actuele logo van de Gemeente Brunssum alsook het “Brunssum laat je genieten”-logo aangeeft, dat hier sprake is van (mede) financiering door de Gemeente Brunssum.
Hoofdstuk 4. INCIDENTELE SUBSIDIES.
Artikel 28. Subsidievaststelling.
Ten behoeve van de subsidievaststelling dient de instelling aan wie een incidenteel subsidie is verleend binnen 3 maanden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden een activiteitenverslag, alsmede een gespecificeerde opgave van de werkelijke kosten, voorzien van bewijsstukken aan het college te verstrekken. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend.
Artikel 29. Verplichtingen subsidieontvanger.
Subsidiëring vindt plaats onder voorwaarde, dat de instelling in eventuele c.q. alle communicatie naar buiten met betrekking tot de gesubsidieerde activiteit, door middel van het actuele logo van de Gemeente Brunssum alsook het “Brunssum laat je genieten”-logo aangeeft, dat hier sprake is van (mede) financiering door de Gemeente Brunssum.
Hoofdstuk 5. SPEELTUINWERK EN KINDERVAKANTIEWERK.
Artikel 30. Begripsomschrijvingen.
Speeltuin: een door het college erkende, omheinde, afgebakende speelvoorziening, waarvan een stichting en/of vereniging verantwoordelijk is voor de exploitatie en beheer en waarvan het voedingsgebied groter is dan de aangrenzende wijk.
Het doel van de subsidie speeltuinwerk is om kinderen tot en met 12 jaar de mogelijkheid te bieden om, naar eigen keuze en overeenkomstig hun aanleg op verantwoorde wijze te spelen/recreëren. Voor dit doel stelt de gemeente Brunssum waarderingssubsidie beschikbaar.
Artikel 32. Subsidievoorwaarden.
Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, dient de subsidieaanvrager:
De subsidie voor speeltuinwerk kan bestaan uit:
De bijdrage in beheer en exploitatiekosten wordt als volgt bepaald:
Toezicht: € 1.750,00 voor de kosten van het toezicht, het betreft een vast bedrag per seizoen, waarbij het de taak van de speeltuinvereniging is om zorg te dragen voor voldoende toezicht in de speeltuin (het is aan de speeltuinvereniging om dit toezicht in te vullen voorbeeld: d.m.v. vrijwilligers of betaalde toezichthouders, wel/ geen vergoeding, hoogte vergoeding etc.);
Locatiebijdrage: een bijdrage van € 750,00 als extra onderhoudsbijdrage enkel voor speeltuin Buschkesberg i.v.m. de moeilijk te onderhouden locatie (heuvelachtig karakter van het terrein).
Voor kindervakantiewerk kan de aanvrager een extra subsidie ontvangen van: 2x de deelnemersbijdrage (met een maximum van € 2.500,00 per jaar).
In de kosten voor kadervorming van het vrijwillig kader ontvangen de speeltuinverenigingen een bijdrage van 75% in de kosten, tot een maximum bedrag van € 113,00 per opleiding / deelnemer aan de vorming.
Hoofdstuk 6. VRIJWILLIG JEUGD – EN JONGERENWERK / SCOUTING.
Artikel 36. Subsidievoorwaarden.
Voor subsidie in aanmerking komen Brunssumse jeugd- en jongerenorganisaties en scoutingverenigingen, die:
In het kader van subsidiëring van jeugd- en jongerenwerk en scouting gelden de volgende prioriteiten:
De subsidie voor jeugd- en jongerenwerk en scouting bestaat uit:
De subsidie per werkend lid, woonachtig in Brunssum bedraagt € 50,00 per jaar.
De subsidie in de goedgekeurde huisvestingskosten bedraagt:
Huisvestingskosten worden niet gesubsidieerd indien, naar het oordeel van het college een goedkoper alternatief voorhanden is of wanneer, naar het oordeel van het college de opgegeven kosten niet strikt noodzakelijk zijn.
Hoofdstuk 8. VRIJWILLIG OUDERENWERK.
Artikel 43. Begripsomschrijvingen.
Ouderenwerk: een structureel aanbod aan activiteiten, die uitsluitend en specifiek gericht zijn op een regelmatige vrijetijdsbesteding van de doelgroep Brunssumse ouderen (65 jaar en ouder).
Hoofdstuk 9. GEHANDICAPTEN / CHRONISCH ZIEKEN.
Artikel 47. Begripsomschrijvingen.
Gehandicapten/ chronisch zieken: mensen die in verband met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke handicap of chronische aandoening geen gebruik kunnen maken van een algemeen activiteitenaanbod.
De subsidie voor gehandicapten / chronisch zieken kan bestaan uit:
De basissubsidie bedraagt € 272,00 per jaar voor een aanbieder van recreatieve activiteiten anders dan gehandicaptensport c.q. sport voor chronisch zieken.
De subsidie per lid, woonachtig in Brunssum bedraagt:
De subsidie voor cursorische en educatieve activiteiten, waaronder kadervorming, bedraagt 50% van de als zodanig door het college geaccepteerde activiteitenkosten, met een maximum van € 227,00.
Artikel 56. Doelstelling van subsidie.
Doelstelling van de subsidie is het op basis van een wettelijke plicht opzetten, in stand houden en faciliteren van een vorm van cliëntparticipatie middels adviesraden op grond van de Wmo, de Wwb en de Wsw, waarbij belanghebbenden vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid in het kader van genoemde wetten.
Artikel 57. Subsidievoorwaarden.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de adviesraad de gemeente gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de wet op grond waarvan zij is ingesteld en het beleid op alle andere terreinen voor zover dat invloed heeft op inwoners, die cliënt zijn in het kader van hier voren bedoelde wet(ten).
De subsidie bestaat uit een nader door het college op basis van de door de adviesraad ingediende begroting te bepalen bedrag binnen de door de raad gestelde financiële kaders.
De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting het maximale bedrag vast dat in enig jaar beschikbaar is voor subsidiëring van adviesraden.
Artikel 59. Begripsomschrijvingen.
Veldsportvereniging: een bij een overkoepelende sportbond aangesloten vereniging, die de leden in staat stelt in georganiseerd verband gereglementeerde wedstrijdsport te bedrijven en hiervoor gebruik maakt van één van de gemeentelijke buitensportaccommodaties, dan wel een door het college hiermee gelijkgestelde accommodatie.
Zaalsportvereniging: een bij een overkoepelende sportbond aangesloten vereniging, die de leden in staat stelt in georganiseerd verband gereglementeerde wedstrijdsport te bedrijven en hiervoor gebruik maakt van één van de gemeentelijke binnensportaccommodaties, dan wel een door het college hiermee gelijk gestelde accommodatie.
Artikel 61. Subsidievoorwaarden.
Om voor subsidiëring in aanmerking komen dient de subsidieaanvrager tenminste 25 leden te hebben en in Brunssum één of meer van de volgende activiteiten aan te bieden:
De subsidie voor sport kan bestaan uit:
De basissubsidie bedraagt € 136,- per vereniging per jaar.
De subsidie per Brunssums jeugdlid bedraagt € 5,- per jaar
De subsidie voor leiding bedraagt € 68,- per gediplomeerd en praktiserend jeugdleider, waarbij als maximum geldt één jeugdleider per 15 actieve jeugdleden.
Zaalsportverenigingen kunnen aanspraak maken op een subsidie als bijdrage in de huurkosten van gemeentelijke accommodaties. Deze subsidie bedraagt 10 % van de werkelijk betaalde huurkosten van gemeentelijke accommodaties. De subsidie bedraagt 15 % van de werkelijk betaalde huurkosten indien de vereniging, gezien de aard van de sport, over een vloeroppervlakte van meer dan 800 m2 dient te beschikken.
De subsidie in de kosten voor kadervorming van het vrijwillig kader bedraagt 75% in de kosten, tot een maximum bedrag van € 113,00 per jaar, per deelnemer aan de vorming.
Een vereniging die een activiteit organiseert, zoals genoemd onder artikel 61 sub b of c, waar minimaal 50 deelnemers aan deel hebben genomen ontvangt een bijdrage van 25% in de activiteitenkosten.
Hoofdstuk 13. AMATEURKUNST EN CULTUUR.
Artikel 64. Doelstelling van subsidie.
Voor dit doel stelt de gemeente Brunssum waarderingssubsidies beschikbaar voor amateuristische zangverenigingen, amateuristische instrumentale verenigingen zoals harmonieën, fanfarekorpsen, brassbands, drumfanfares, drumbands, majorettekorpsen, overige instrumentale verenigingen en schutterijen en overige instellingen, zoals bedoeld in artikel 63.
De basissubsidie bedraagt voor:
De subsidie per werkend lid woonachtig in Brunssum bedraagt voor:
Voor de aanschaf van instrumenten en/ of uniformen of concertkleding ontvangen de verenigingen jaarlijks een bedrag voor fondsvorming. De subsidie voor fondsvorming bedraagt het hierna vermelde percentage van de werkelijk betaalde contributie over dat jaar met het hierna vermelde, daaraan verbonden maximum bedrag per werkend lid woonachtig in Brunssum:
De subsidie per activiteit, niet zijnde een activiteit als bedoeld in artikel 65, lid 1 van deze regeling bedraagt voor:
amateurtoneelverenigingen: € 680,00 voor het eerste avondvullende toneelstuk, inclusief de eerste voorstelling daarvan in Brunssum; € 340,00 voor het tweede avondvullende toneelstuk, inclusief de uitvoering daarvan in Brunssum; € 136,00 per voorstelling in Brunssum voor maximaal 3 vervolgvoorstellingen per gezelschap per jaar. In geval de toneelstukken één akters betreffen, dan bedraagt de subsidie respectievelijk € 363,00, € 227,00 en € 91,00.
De subsidie voor koorscholing bedraagt voor zangverenigingen maximaal 25% van het bedrag van het schoolgeld verschuldigd aan de Stichting SMK voor de opleiding van ten hoogste tien in Brunssum woonachtige werkende leden per koor, die de cursus koorzang volgen.
De subsidie voor muziekopleidingen bedraagt voor harmonieën, fanfares, brassbands en drumfanfares 25% van het bedrag van het schoolgeld, verschuldigd aan de Stichting Muziekschool Kerkrade voor de opleiding van ten hoogste tien in Brunssum woonachtige werkende leden per gezelschap, die de cursus HAFA volgen.
Ten behoeve van investeringen voor de aanschaf van instrumenten en/of uniformen of concertkleding kan aan de verenigingen, die op grond van deze regeling een bedrag voor fondsvorming ontvangen, van gemeentewege een renteloze lening worden verstrekt tot ten hoogste het bedrag gelijk aan tien maal de hoogte van de subsidie ten behoeve van fondsvorming, over het jaar waarin de renteloze lening wordt gevraagd. Nadat tenminste 25% van het bedrag van de hier voren bedoelde renteloze lening is afgelost, kan een nieuwe lening worden verstrekt, die tezamen met het nog niet afgeloste gedeelte van de lening, niet meer bedraagt dan tien maal het subsidiebedrag dat ten behoeve van fondsvorming wordt verleend in het betreffende jaar. Indien een vereniging een renteloze lening heeft opgenomen, wordt het bedrag voor fondsvorming als bedoeld in deze regeling niet uitbetaald, doch jaarlijks verrekend met de lening totdat deze geheel is afgelost.
Hoofdstuk 14. REGELING SUBSIDIËRING EVENEMENTEN.
Artikel 67. Begripsomschrijvingen.
Evenement: een regelmatig terugkerende één- of meerdaagse sportieve, culturele of feestelijke, gebeurtenis in de gemeente welke toegankelijk is voor een breed publiek en welke een promotioneel en wervend karakter heeft voor de gemeente.
Het doel van de subsidie is het bevorderen en financieel ondersteunen van in Brunssum te organiseren evenementen die gericht zijn op het versterken van de toeristisch-recreatieve samenhang, het vergroten van de cultuurparticipatie, sportparticipatie en het vergroten van de sociale samenhang en maatschappelijke participatie van doelgroepen.
Artikel 69. Subsidievoorwaarden.
Voor subsidie in aanmerking komen niet-commerciële evenementen c.q. activiteiten, die naar het oordeel van het college voldoende origineel en uniek zijn en mede als gevolg daarvan voldoende bijdragen aan de uitstraling van Brunssum.
De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald door het college, zulks binnen de door de raad vastgestelde financiële kaders. De hoogte van het subsidiebedrag is afhankelijk van de kwaliteit van het evenement in relatie tot de gemeentelijke beleidsdoelstelling, zoals beschreven in artikel 68 van deze regeling.
Hoofdstuk 15. EHBO VERENIGINGEN EN DIVERSE OVERIGE ACTIVITEITEN.
Het stimuleren van activiteiten, die kunnen bijdragen aan een verbetering van het democratisch en doelmatig functioneren van de samenleving en/of het bewerkstelligen van algemeen maatschappelijke hervormingen. De gemeente Brunssum stelt voor dit doel waarderingssubsidie beschikbaar.
Artikel 73. Subsidievoorwaarden.
Voor subsidie in aanmerking komen:
activiteiten, die kunnen bijdragen aan een verbetering van het democratisch en doelmatig functioneren van de samenleving en/of het bewerkstelligen van algemeen maatschappelijke hervormingen door middel van bewustmaking/-wording en vorming/educatie van burgers met betrekking tot sociaal-maatschappelijke thema’s.
Hoofdstuk 16. BUITENGEWOON HERSTEL MONUMENTALE KERKGEBOUWEN.
Artikel 75. Begripsomschrijvingen.
Onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden dan wel als zodanig in stand te houden en om kostbare restauraties te voorkomen, zoals bedoeld in het Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten. Hierbij gaat het feitelijk om onderhoud aan rijksmonumenten uitgevoerd in de periode 1 januari 2006 t/m het jaar van instroming van de betreffende monumentcategorie in het Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten.
Artikel 77. Subsidievoorwaarden en wijze van prioritering.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
de eigenaar van een monumentaal kerkgebouw dient aantoonbaar niet over fiscale aftrek (blijkens een mededeling van de Belastingdienst Particulieren Amersfoort/ Bureau Monumentenpanden) of 100% leningfaciliteiten (blijkens een verklaring van de Stichting Nationaal Restauratiefonds te Hoevelaken) beschikken;
Bij de prioritering van de ingediende subsidieaanvragen wordt de hoogste prioriteit gegeven aan de restauraties van monumentale kerkgebouwen, die aantoonbaar voorkomen op de provinciale/gemeentelijke knelpuntenlijst in het kader van de gemeentelijke uitvoeringsprogramma’s (GRUP’s) of het provinciale restauratie uitvoeringsprogramma (PRUP). De genoemde GRUP’s en PRUP’s dienen te zijn vastgesteld door het daartoe op grond van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten 1997 (BRRM) bevoegde bestuur; vervolgens wordt de prioritering bepaald door de mate waarin aan het gestelde in artikel 77.1. sub b. en c. is voldaan.
Artikel 73. Subsidie-aanvragers.
De subsidie kan uitsluitend worden verleend aan de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van een monumentaal kerkgebouw.
Artikel 75. Subsidiabele kosten.
Subsidiabel zijn de instandhoudingskosten die door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voor het betreffende monumentale kerkgebouw in het kader van een meerjaren instandhoudingsplan zijn vastgesteld en voor zover het monumentale kerkgebouw ten behoeve van de instandhouding een passende bestemming heeft of zal krijgen.
Artikel 76. Niet-subsidiabele kosten.
In de kosten van restauratie, instandhouding of onderhoud kan geen subsidie worden verleend voor zover deze kosten:
De subsidie voor restauratie, instandhouding of onderhoud van monumentale kerkgebouwen bedraagt maximaal 10% van de door het college vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum van € 4.550,-.
Artikel 78. Aanvullende verplichting.
De subsidieontvanger dient het monumentale kerkgebouw na afronding van een restauratie, van het onderhoud of van een meerjaren instandhoudingsplan in goede staat te houden, hetgeen moet blijken uit een structurele inspectie door de Stichting Monumentenwacht Limburg.
Hoofdstuk 17. COMPENSATIE ONROERENDE ZAAKBELASTING.
Artikel 79. Subsidievoorwaarden.
Subsidie ter compensatie van onroerende zaakbelasting kan worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Artikel 82. Verplichtingen van de subsidieontvanger.
Aan de subsidieverlening wordt de verplichting verbonden, dat de vereniging/instelling het college van burgemeester en wethouders machtigt om de subsidie compensatie onroerende zaakbelasting ter betaling van de aanslag voor gebruikersbelasting c.q. eigenarenbelasting te gebruiken.
Andere Brunssumse verenigingen/instellingen, die gebruiker zijn van een gemeentelijk welzijnsgebouw op basis van een contract en die niet onder de werking van de Subsidieverordening Welzijn, Cultuur en Sport Gemeente Brunssum vallen, maar die wel een sociale, culturele, maatschappelijke of sportieve functie hebben, kunnen ter beoordeling aan burgemeester en wethouders onder de werking van artikel 79, lid 1 worden gebracht.
Artikel 84. Begripsomschrijvingen.
Artikel 85. Doelstelling van subsidie.
Het stimuleren van initiatieven ter bevordering van de onderlinge contacten, de samenhang en de betrokkenheid van wijkbewoners bij de vormgeving van hun eigen woon- en leefomgeving.
Het subsidieplafond voor de uitvoering van deze regeling wordt jaarlijks in de gemeentebegroting door de gemeenteraad vastgesteld.
Artikel 88. Subsidievoorwaarden.
Aan het verlenen van subsidie worden de volgende voorwaarden gesteld:
In het wijkteam dient in principe iedere buurt van de wijk vertegenwoordigd te zijn. Het wijkteam heeft een inspanningsverplichting om actief een optimale representativiteit na te streven. Indien in een wijkteam minder dan 2/3 van het aantal buurten is vertegenwoordigd, dient het wijkteam actief op te treden om binnen één jaar wederom de gestelde norm te realiseren. Binnen één jaar na vaststelling van het ontbreken van de 2/3 norm beoordeelt het college van B en W:
Artikel 89. Subsidie-aanvraag.
De aanvraag om subsidie dient uiterlijk op 1 oktober van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Voor het indienen van een aanvraag wordt gebruik gemaakt van het formulier ”Aanvraag subsidie wijkteams”.
Hoofdstuk 19. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.
Artikel 92. Hardheidsclausule.
Indien toepassing van enige bepaling uit deze verordening naar het oordeel van het college leidt tot kennelijke onbillijkheden, dan wel tot het verstrekken van gegevens, die in redelijkheid niet kunnen worden gevorderd, kan het college van deze bepaling afwijken. Een besluit tot een dergelijke afwijking wordt met redenen omkleed en aan de desbetreffende instelling medegedeeld.