Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afdeling 1 Gemeenschappelijke regeling |
Citeertitel | Regeling WVK-groep |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet gemeenschappelijke regelingen, gemeentewet en de Wet sociale werkvoorziening
Regelgeving met betrekking tot de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening samenwerking tussen gemeenten.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | Gemeenschappelijke regeling die in 1989 is vastgesteld is op een aantal onderdelen geactualiseerd | 27-01-2011 | nvt |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel en de gemeenteraad van de gemeente Eersel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
dat voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening samenwerking tussen gemeenten noodzakelijk is;
dat de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden (Staatsblad 2005, 530) leidt tot aanpassing van bepalingen met betrekking tot raden en colleges;
dat de Wet tot wijziging van de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met nieuwe voorschriften van begroting en verantwoording (Staatsblad 2003, 314) leidt tot aanpassingen betreffende de financiële administratie;
dat de Wet tot wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen (Staatblad 2007, 564) leidt tot aanpassingen in de rechten voor Wsw-geïndiceerden;
dat het gewenst is de regeling op een aantal onderdelen te actualiseren;
gelet op het besluit van het algemeen bestuur van WVK-groep d.d. 1 juli 2010 om de regeling WVK-groep te wijzigen;
gelet op de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, de Gemeentewet en de Wet sociale werkvoorziening.
de gemeenschappelijke regeling “Regeling WVK-groep”, goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij zijn besluit van 14 augustus 1989 te wijzigen waarbij deze thans komt te luiden als volgt;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen en begripsbepalingen
Waar in de regeling artikelen van enige wet of wettelijk voorschrift van overeenkomstige toepassing zijn of zijn verklaard, komen voor zoveel mogelijk in de plaats van:de gemeente : de dienstde gemeenteraad : het algemeen bestuurburgemeester en wethouders: het dagelijks bestuurde burgemeester : de voorzitter
Hoofdstuk I Doelstelling, belang en bevoegdheden
Daartoe dragen de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten hun bevoegdheden, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het in lid 1 genoemde belang, over, te weten:a. De volledige uitvoering van de wet en van de daaruit voortvloeiende voorschriften, voorzover die uitvoering aan de gemeenten is opgedragen.b. Het oprichten, exploiteren en in stand houden van bedrijven voor industriële, cultuurtechnische, administratieve werkzaamheden, detacheringen en traject-begeleiding, welke zoveel mogelijk zijn gericht op het behouden dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van de werknemer mede met het oog op het kunnen verrichten van arbeid onder normale omstandigheden.
Hoofdstuk II Algemeen bestuur: samenstelling
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, aangesteld door of vanwege een deelnemende gemeente of door het bestuur van de dienst. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld Wsw werknemers en zij die, op arbeidscontract naar burgerlijk recht, werkzaam zijn bij een door de regeling opgerichte rechtspersoon.
Voor het bepalen van het tijdstip van de vergadering en van het oproepen van de leden zijn de artikelen 19 en 20 van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de voorzitter de openbare kennisgeving doet plaatshebben in één of meer dag- en nieuwsbladen welke in de deelnemende gemeenten verspreiding vinden.
In een besloten vergadering kan geen besluit worden genomen betreffende:a. wijziging en opheffen van de regelingb. verordeningenc. het toetreden tot en het uittreden uit de regelingd. het oprichten van of deelnemen in stichtingen, vennootschappen en verenigingen danwel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelneming.
Het algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Het reglement van orde wordt aan Gedeputeerde Staten medegedeeld.
Het algemeen bestuur kan de uitoefening van de door hem te bepalen bevoegdheden volgens door hem te stellen regelen opdragen aan het dagelijks bestuur of aan de commissie als bedoeld in artikel 19 van de regeling, met uitzondering van:a. het vaststellen en wijzigen van de begroting;b. het vaststellen van de rekening;c. de benoeming, de schorsing of het ontslag van de directeur;d. het nemen van besluiten over het instellen van commissies, als bedoeld in de artikelen 18 en 19 van de regeling.
Hoofdstuk III Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit:a. de voorzitter van de dienst;b. drie leden die door het algemeen bestuur uit zijn midden worden aangewezen, met dien verstande dat deze leden geen lid zijn van het college, waarvan de voorzitter lid is en geen lid zijn van hetzelfde college;c. tenminste twee en ten hoogste drie leden die door het algemeen bestuur doch niet uit zijn midden, worden aangewezen.
Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, aangesteld door of vanwege een deelnemende gemeenten of door het bestuur van de dienst. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld Wsw werknemers en zij die, op arbeidscontract naar burgerlijk recht, werkzaam zijn bij een door de regeling opgerichte rechtspersoon.
Aan het dagelijks bestuur behoren in ieder geval:a. het behoorlijk voorbereiden, voor zover niet aan anderen is opgedragen, van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en beslissing moet worden gebracht;b. het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;c. het houden van toezicht op de uitvoering van de verordeningen die vastgesteld zijn door het algemeen bestuur.d. het, desgevraagd of uit eigen beweging, adviseren van het algemeen bestuur in alle zaken de sociale werkvoorziening en de re-integratiedienstverlening betreffende;e. het onderhouden van contacten met organen en het voor zover nodig samenwerken met organen, organisaties, instellingen en personen, die zowel binnen als buiten het gebied, waarover de regeling zich uitstrekt, werkzaam zijn;f. het ingevolge de Wsw en de daarbij behorende regelgeving in dienst nemen, schorsen en (doen) ontslaan van werknemers met een arbeidsovereenkomst als bedoeld in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;g. het beheren van de wachtlijst als bedoeld in artikel 12 van de Wsw;h. het beheer van de inkomsten en de uitgaven van de dienst;i. de zorg, voor zover deze van het dagelijks bestuur afhangt, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding van de met deze werkzaamheden belaste functionaris;j. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;k. het met inachtneming van de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting vaststellen van de personeelsformatie en de organisatiestructuur;l. het benoemen, schorsen en ontslaan van het ambtelijk personeel, alsmede het in dienst nemen, schorsen en ontslaan van het personeel op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, dat niet krachtens deze regeling door het algemeen bestuur wordt benoemd c.q. in dienst genomen, geschorst of ontslagen’m. het toezien op het beheer en het onderhoud van de gebouwen, werken en inrichtingen, die de dienst bezit of op enigerlei wijze onder zich heeft;n. het voorstaan van belangen van de dienst;o. het houden van gedurig toezicht op al wat de dienst aangaat.
De voorzitter is belast met:a.de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur;b. het ondertekenen van alle stukken die van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur uitgaan;c. het zorgdragen voor het ten uitvoer brengen van de besluiten van het algemeen bestuur;d. het uitvoeren van de besluiten van het dagelijks bestuur;e. het vertegenwoordigen in en buiten rechte van de dienst;f. de zorg voor het doen instellen van voorlopig onderzoek in zaken met een spoedeisend karakter.
Hoofdstuk VI Inlichtingen, verantwoording en terugroeping
Artikel 20 Dagelijks bestuur/algemeen bestuur
Het dagelijks bestuur of één of meer leden daarvan verstrekken aan het algemeen bestuur de door één of meer leden gevraagde inlichtingen voor zover zulks niet strijdig is met het openbaar belang. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden in een vergadering van het algemeen bestuur of schriftelijk verstrekt.
Artikel 24 Administrateur/controller
Het dagelijks bestuur wijst een administrateur/controller aan, die onverminderd de verantwoordelijkheid van de directeur, belast is meta. De bewaking van de rechtmatige besteding van de aan de dienst ter beschikking gestelde middelen.b. De zorg voor de juistheid en de volledigheid van de financiële administratie en verslaglegging overeenkomstig de bepalingen van de wet.c. Het nemen van maatregelen voor tijdige invordering van alle te ontvangen bedragen.d. Het uitbrengen van adviezen van bedrijfseconomische aard aan de directeur.
Terstond na de vaststelling wordt daarvan mededeling gedaan aan de raden van de deelnemende gemeenten. Indien de vastgestelde begroting afwijkt van de ontwerp-begroting wordt deze eveneens ter kennis van de raden van de deelnemende gemeenten gebracht die terzake Gedeputeerde Staten van hun gevoelen kunnen doen blijken.
Artikel 29 Begrotingswijziging
De in artikel 28 van deze regeling neergelegde procedure is niet van toepassing op die wijzigingen van de begroting, welke niet leiden tot een verhoging van de bijdrage der deelnemende gemeenten.
Voor zover de deelnemende gemeenten een gemeentelijke bijdrage verschuldigd zijn wordt deze bij wijze van voorschot jaarlijks voor 1 februari en voor 1 juli betaald. Bij niet tijdige betaling is de wettelijke interest verschuldigd.
Een eventueel exploitatietekort van WVK-groep wordt, evenals een eventuele uitkering uit de algemene reserves, op basis van gelijke delen aan alle deelnemende gemeenten toebedeeld.
Aan een eventueel batig saldo wordt bij vaststelling van de rekening door het algemeen bestuur een bestemming gegeven.
Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening van het voorafgaande jaar voor 1 juli vast. Het dagelijks bestuur stuurt deze jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli aan gedeputeerde staten. Van de vaststelling doet het dagelijks bestuur ook direct mededeling aan de raden van de gemeenten.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Eersel, d.d. 27-01-2011
De secretaris, De burgemeester,
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel, d.d. 07-12-2010
De secretaris, De burgemeester,
Toelichting 1 Gemeenschappelijke regeling “Regeling WVK-Groep”
Op 26 november 2009 is door het algemeen bestuur van WVK-groep besloten om de regeling WVK-groep te actualiseren. Dit schept de mogelijkheid om de uitgangspunten van enkele wetten die de afgelopen jaren in werking zijn getreden te verwerken in de gemeenschappelijke regeling.
Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden (2006) en modernisering Wsw (2008).
In de aangepaste gemeenschappelijke regeling worden de wijzigingen verwerkt die voortvloeien uit de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden die op 8 maart 2006 in werking is getreden.
Deze wet strekt er toe de bevoegdheidsverdeling in medebewindswetgeving in overeenstemming te brengen met de uitgangspunten van de Wet dualisering gemeentebestuur. Doorgaans betreft het de overheveling van bestuursbevoegdheden van de raad of het gemeentebestuur die naar het college overgaan. Kern van de dualisering is dat de raad zich concentreert op kaderstelling en besturen op hoofdlijnen. Het college richt zich op de uitvoerende bevoegdheden.
In de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden is ook een aanpassing voorzien van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Voor zover de Wsw nog bevoegdheden aan de raden toekende gingen deze met ingang van inwerkingtreding van de nieuwe wet over naar de colleges. Uit de nieuwe wet volgde dat gemeenschappelijke regelingen waarvoor door de inwerkingtreding van deze wet een ander bestuursorgaan het competente bestuursorgaan is met ingang van de inwerkingtreding van deze wet geacht wordt te zijn aangegaan door dat andere orgaan. In concreto betekende dit dat de gemeenschappelijke regeling WVK-groep, oorspronkelijk een regeling tussen de raden van de deelnemende gemeenten, een regeling werd van de colleges.
Op 1 januari 2008 is de gemoderniseerde Wsw in werking getreden. De wijziging van de wet richt zich op een aantal pijlers. De sturing voor de gemeenten dient verbeterd te worden. Gemeenten moeten meer regie voeren over de Wsw. Daarom is besloten om het budget niet meer toe te kennen aan gemeenschappelijke regeling maar rechtstreeks aan de individuele gemeenten. In de gemoderniseerde Wsw zijn bepaalde bevoegdheden opgedragen aan de raad. Omdat de regeling WVK-groep gebaseerd is op een integrale overdracht van de uitvoering van de Wsw dient de regeling dus ook te worden aangegaan door de raden.
In de nieuwe Wsw zijn er diverse instrumenten ingevoerd om de zeggenschap van de doelgroep te vergroten. De mogelijkheid van een persoonlijk budget (PGB), begeleid werken en de oprichting van een Wsw-raad vormen hiervan de uitwerking. De verordeningen die deze rechten vastleggen zijn door het algemeen bestuur op 19 juni 2008 vastgesteld.
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
De dualisering was ook een aanleiding om verdere verbeteringen in de begrotings- en rekeningprocedure aan te brengen. De meeste veranderingen rondom deze procedures zijn opgenomen in het “besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). De begrotings- en jaarrekeningcyclus maken onderdeel uit van deze gemeenschappelijke regeling. Het BBV vervangt sedert 2004 het “besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995”.
op de gemeenschappelijke regeling “Regeling WVK-groep”
Sedert 2002 beperkt het doel van de regeling WVK-groep zich niet alleen meer tot de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening maar heeft WVK-groep ook een taak in het re-integreren van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt naar een reguliere werkomgeving. Door WVK-groep zijn hiervoor de dochterondernemingen B.V. Kempenplus en B.V. Kempenwerk opgericht. Vanwege de “verbrede” taakstelling van WVK-groep wordt ook de mogelijkheid open gelaten om een rechtspersoon op te richten. Ook voor een samenwerkingsverband geldt daarbij dat de oprichting van een privaatrechtelijke rechtspersoon goedkeuring behoeft van Gedeputeerde Staten en dat deze oprichting bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbare belang.
In dit artikel wordt geregeld dat elk college twee leden uit hun midden aanwijst voor het algemeen bestuur. Hiermee krijgen de wijzigingsvoorstellen die opgesloten liggen in de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden hun beslag. De kern is dat niet meer de raden maar de colleges uit hun midden de leden voor het algemeen bestuur aanwijzen.
In dit artikel is tevens bepaald dat alle binnen WVK-groep werkzame categorieën van medewerkers geen lid van het algemeen bestuur kunnen zijn.
Aan de leden van het algemeen bestuur wordt een onkostenvergoeding verstrekt ter dekking van de kosten die worden gemaakt in verband met het bestuurslidmaatschap.
Gelet op het bijzondere karakter van de sociale werkvoorziening worden tenminste twee en ten hoogste drie leden van het dagelijks bestuur aangewezen buiten de kring van de colleges. Bij WVK-groep is daarbij invulling gegeven aan specifieke deskundigheid op het termijn van zorg voor verstandelijk gehandicapten, financiën (accountancy) en industriële productie.
Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt deze vervangen door een ander lid van het dagelijks bestuur die daarmee de rol vervult van plaatsvervangend voorzitter.
In deze artikelen wordt de bevoegdheid vastgelegd van het algemeen bestuur om op grond van artikel 24 en/of artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) commissies in te stellen. Het betreft hier commissies van advies en/of commissies met het oog op de behartiging van een bepaald belang. Medio 2010 zijn er geen commissies ex artikel 18 en 19 ingesteld.
Overeenkomstig de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden geschiedt de inlichtingen- en verantwoordingsplicht van het algemeen bestuur niet meer aan de gemeenteraad maar aan het college.
In het directiestatuut wordt het mandaat van de directeur geregeld. Hierin is geregeld dat de directeur van de dienst tevens secretaris van het bestuur is. Alle stukken uitgaand van het dagelijks en algemeen bestuur worden door hem mede-ondertekend.
Sedert 2004 zijn er nieuwe wettelijke regels van kracht betreffende de begroting en verantwoording door provincies en gemeenten. Deze zijn neergelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Het BBV vervangt vanaf begrotingsjaar 2004 het Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995. Deze vervanging vloeit voort uit de dualisering van het gemeentebestuur. Deze dualisering leidt ertoe dat een andere begrotings- en verantwoordigingsopzet nodig is om de gemeenteraad in zijn kaderstellende en controlerende taak te ondersteunen.
Ook gemeenschappelijke regelingen dienen als gevolg van deze nieuwe regels een financiële verordening (op basis van artikel 212 Gemeentewet) en een controleverordening (op basis van artikel 213 Gemeentewet) vast te stellen. In juni 2004 zijn deze door het algemeen bestuur van WVK-groep vastgesteld.
In dit artikel is bepaald dat gemeenten gelijkelijk behandeld worden bij de verdeling van exploitatietekorten en bij een uitkering uit de reserves. In het algemeen bestuur van 28 november 2009 is besloten het principe “samen uit, samen thuis” te hanteren. Dit houdt dus in dat bij een besluit tot een aanvulling van het exploitatietekort van WVK-groep elke gemeente 25% betaalt (uitgaande van 4 deelnemende gemeenten).
Alle gemeenten dienen in te stemmen met de toetreding van een andere gemeente in de regeling. Omdat de regeling door toetreding wijzigt, dienen alle colleges op grond van de Wet gemeenschappelijke regeling toestemming te verlenen.