Organisatie | Vught |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de algemene begraafplaats |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | verordening |
Regeling vervangt "Verordening op de algemene begraafplaats", d.d. 28 juli 1931
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-03-1958 | 12-08-2013 | Nieuwe regeling | 28-02-1958 Onbekend | Onbekend |
Hij, die van het begraven van een lijk op de algemene begraafplaats gebruik wenst te maken, is verplicht met overlegging van het verlof, bedoeld in artikel 4 van de wet op de lijkbezorging, alsmede van een kwitantie, waaruit blijkt, dat de verschuldigde rechten aan de gemeente zijn voldaan, of van een verklaring van burgemeester en wethouders, dat geen rechten verschuldigd zijn, tenminste 48 uren tevoren aangifte doen aan de directeur van de gemeentelijke technische dienst, met opgave van het juiste tijdstip, waarop en de soort en de klas,waarin hij de begraving van het lijk wenst te doen plaats hebben.
Voor zover de ruimte op de algemene begraafplaats het toelaat, kunnen burgemeester en wethouders het uitsluitend recht tot begraven in een bepaalde grafruimte, in volgorde van nummering per klas, verlenen voor de tijd van minstens tien jaren. Dit recht wordt echter nooit geacht langer te zijn verleend dan voor de tijd, gedurende welke het betrokken terrein tot begraafplaats bestemd blijft.
Indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat een rechthebbende de verplichting, bedoeld in het vorige lid, niet is nagekomen, schrijven zij hem aan daarvoor alsnog binnen een door hen te stellen termijn zorg te dragen of het niet in goede staat van onderhoud verkerend voorwerp of gewas van de algemene begraafplaats te verwijderen.
Is aan de aanschrijving, bedoeld in het vorige lid, niet of niet tijdig gevolg gegeven, of kan de rechthebbende wegens onbekendheid van zijn verblijfplaats niet worden aangeschreven, dan zijn burgemeester en wethouders bevoegd het betreffende voorwerp of gewas zonder nadere waarschuwing te doen verwijderen.