Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Krediethypotheek |
Citeertitel | Beleidsregels Krediethypotheek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
DEZE REGELING IS GEHEEL VERVALLEN. Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze regeling per 1 januari 2023 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende regeling al eerder vervallen hebben verklaard.
- Het college van de gemeente Oisterwijk heeft op 8 januari 2021 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Oisterwijk zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
- Het college van de gemeente Vught heeft op 12 januari 2021 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Vught zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
- Het college van de gemeente Boxtel heeft op 5 januari 2021 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Boxtel zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
- De raad van de gemeente Tilburg heeft op 4 januari 2021 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Tilburg zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2007 | 13-01-2021 | Nieuwe regeling | 14-08-2007 De Leije, 19 september 2007 | B&W voorstel 14 augustus 2007 |
In de Algemene bijstandswet was het vestigen van een krediethypotheek een verplichting. In het toenmalige besluit krediethypotheek werden uitgebreide nadere regels gesteld. In de WWB is het een bevoegdheid van het college en zijn, behalve de extra vrijlating van vermogen in de woning, geen nadere bepalingen opgenomen in de wet. Het is aan de gemeente overgelaten om invulling te geven aan de bevoegdheid. Een krediethypotheek als zekerheidsstelling voor de terugbetaling van bijstand mag alleen worden verbonden aan het recht op algemene bijstand en niet bij bijzondere bijstand.Daarom zijn nadere regels opgesteld die duidelijkheid verschaffen over de situaties waarin overgegaan wordt tot zekerheidstelling, vaststellen van de waarde van de woning, samenloop met bijzondere bijstand, verkoop van de woning, rangwisseling hypotheken, hernieuwde instroom in de uitkering na eerdere bijstandsverlening met krediethypotheek e.d.De Beleidsregels Krediethypotheek luiden als volgt:
Burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren maken gebruik van de bevoegdheid in artikel 48 lid 3 Wet werk en bijstand om verplichtingen aan het recht op bijstand te verbinden die gericht zijn op meerdere zekerheid voor de nakoming van de aan deze bijstand verbonden rente- en aflossingsverplichtingen.
Bij woningen en woonschepen welke in het register bij het kadaster zijn geregistreerd wordt, conform de bepalingen in deze beleidsregels, een krediethypotheek gevestigd; bij woonwagens en woonschepen, welke niet zijn geregistreerd in het kadaster, wordt pandrecht gevestigd. De gemeente draagt er zorg voor dat het pandrecht wordt ingeschreven bij de afdeling Registratie en Successierecht van de Belastingdienst te 's Hertogenbosch.
De uitkering voor algemene bijstand wordt verstrekt in de vorm van een geldlening met als zekerheidsstelling de krediethypotheek indien:a) de woning door de bijstandsgerechtigde zelf of zijn gezin wordt bewoond enb) voor zover tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring van het in de woning gelegen vermogen in redelijkheid niet van hem kan worden verlangd enc) voor zover de bijstand over een periode van een jaar, te rekenen vanaf de eerste dag waarover bijstand wordt verleend, naar verwachting meer bedraagt dan één maand netto wettelijk minimumloon inclusief vakantietoeslag end) voor zover het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf meer bedraagt dan het bedrag als bedoeld in artikel 34 lid 2 sub d WWB. (thans € 44.300,-)
Wanneer sprake is van een overwaarde in de woning die de vrijlating overschrijdt, wordt aan de verlening van bijstand de verplichting verbonden dat de belanghebbende medewerking dient te verlenen aan de vestiging van de hypotheek. Indien die verplichting niet wordt nagekomen is de verleende bijstand direct opeisbaar.
De waarde van de woning wordt bepaald op basis van de beschikking van de WOZ-waarde, welke niet langer dan 6 maanden tevoren is afgegeven. Wanneer de WOZ-beschikking langer dan 6 maanden voor de verlening van de bijstand is afgegeven, is een taxatie van het onroerend goed noodzakelijk. Het aanwijzen van de taxateur gebeurt in goed overleg met de klant.
Aan de verlening van bijstand onder verband van krediethypotheek wordt de verplichting te verhuizen verbonden wanneer tevens een woonkostentoeslag wordt verstrekt en de woonkosten de huurtoeslaggrens overstijgen. In dat geval kan de woonkostentoeslag niet langer dan een jaar worden verstrekt. Pas wanneer de klant kan aantonen dat hij er niet verwijtbaar niet in is geslaagd goedkopere woonruimte te vinden, kan de termijn van woonkostentoeslag worden verlengd.
Bij verkoop van de woning kunnen burgemeester en wethouders wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbenden dan wel wegens werkaanvaarding elders door belanghebbende na toepassing van de eerste beleidsregel, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van krediethypotheek voor de aankoop van een andere woning, tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge de eerste beleidsregel afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat belanghebbende het na de aflossing vrijgekomen bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning;