Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Destructieverordening voor de gemeente Vught 1987

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDestructieverordening voor de gemeente Vught 1987
CiteertitelDestructieverordening voor de gemeente Vught 1987
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-10-198712-08-2013Onbekend

10-09-1987

Het Klaverblad, 28-10-1987

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Destructieverordening voor de gemeente Vught 1987

De raad van de gemeente Vught;

 

gelezen de circulaire van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 17 maart 1987, nr. 225.803, de circulaire van de directeur van de R.V.V.-kring Midden-Brabant d.d. 4 mei 1987, nr JvZ/LR/87.489 alsmede de circulaire van voornoemde direkteur d.d. juni 1987 nr. R.V.V. 13.87.660;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juli 1987;

 

gelet op de Destructiewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende

 

"Destructieverordening voor de gemeente Vught 1987"

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet: Destructiewet;

  • b.

    direkteur: de direkteur van kring 13 van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, zoals deze is vastgesteld bij besluit van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 20 maart 1984 nr. J7845 (Stcrt. 62);

  • c.

    aangifte-plichtige: degene, die als eigenaar of houder van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;

  • d.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, aan wie een vergunning, als bedoeld in artikel 5 der wet, is verleend en in wiens krachtens artikel 10 der wet vastgestelde gebied de gemeente is gelegen;

  • e.

    destructor: inrichting, uitsluitende of in hoofdzaak bestemd tot het soort verwerking onschadelijk maken van destructiemateriaal, voor welke aan de ondernemer een vergunning is verleend, als bedoeld in artikel 5 van de wet;

  • f.

    destructiemateriaal: materiaal van dierlijke herkomst, bedoeld in artikel 2 der wet;

  • g.

    destructiemateriaal A: doodgeboren slachtdieren, alsmede gestorven of in nood gedode slachtdieren, welke moeten worden onbruikbaar gemaakt voor voedsel voor mens en dier, zonder dat een ander onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet plaats heeft gevonden;

  • h.

    destructiemateriaal B:destructiemateriaal, bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b, f en h, der wet;

  • i.

    destructiemateriaal C: materiaal van dierlijke herkomst, dat na een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet voor destructie bestemd is en zich tot het tijdstip van ophalen door de ondernemer onder beheer of toezicht van de direkteur bevindt.

Paragraaf 2 Aangifte, vervoer en bewaring door de aangifteplichtige

Artikel 2
  • 1.

    De aangifteplichtige doet van het hebben of houden van destructiemateriaal zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op de eerste werkdag, volgende op de dag, waarop dit materiaal als zodanig is ontstaan, aangifte bij de direkteur. De direkteur regelt de plaats waar en de uren binnen welke deze aangifte moet geschieden alsmede de wijze waarop.

  • 2.

    De aangifte geschiedt, onder opgave van de soort en hoeveelheid van het destructiemateriaal, alsmede de plaats, waar het zich bevindt.

Artikel 3

Het bepaalde in artikel 2, tweede lid, geldt niet ten aanzien van destructiemateriaal B, indien de directeur ter zake van de aangifte van dat materiaal afwijkende regelen vaststelt.

Artikel 4

Het bepaalde in artikel 2 geldt niet ten aanzien van destructiemateriaal C.

Artikel 5
  • 1.

    Behoudens het bepaalde in artikel 14 is de aangifteplichtige ten aanzien van destructiemateriaal A gehouden:

    • a.

      tot vervoer van het destructiemateriaal naar een door de direkteur goedgekeurde, voor een vervoermiddel van de ondernemer goed bereikbare, plaats gelegen aan een openbare verharde weg; omtrent het tijdstip van het vervoer naar en de bewaring van het destructiemateriaal op die plaats kan direkteur aanwijzingen geven;

     

    dan wel

     

    • b.

      tot het ter beschikking houden van het destructiemateriaal, afkomstig van gestorven dieren, geleden hebbende aan of verdacht van een ziekte, waarop titel III der Veewet van toepassing is, alsmede tot het afgeven daarvan voor vervoer door of vanwege de ondernemer, ter plaatse, waar dit destructiemateriaal zich bevindt, met inachtneming van de omtrent de bewaring van het destructiemateriaal door de direkteur gegeven aanwijzingen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders geven met betrekking tot het afsluiten, het schoonhouden en het verder beheer van verzamelplaatsen, alsmede het gemeenschappelijke toezicht daarop nadere voorschriften.

Artikel 6
  • 1.

    De aangifteplichtige is gehouden destructiemateriaal B en C te bewaren, ter beschikking te stellen en af te geven voor vervoer naar de destructor met inachtneming van de ter zake door de direkteur gegeven aanwijzingen.

  • 2.

    Destructiemateriaal, genoemd in artikel 2, eerste lid, sub b, c, d of f der wet, alsmede dat genoemd in artikel 2, tweede lid der wet, moet worden bewaard in daarvoor bestemde bakken, danwel metalen confiscaatemmers, tenzij de direkteur ter zake van de bewaring een andere regeling met de aangifteplichtige treft.

  • 3.

    De direkteur kan ten aanzien van het bepaalde in dit artikel afwijkende regelen met betrekking tot destructiemateriaal B of C vaststellen, indien ter zake van de afgifte van dit materiaal een voorziening is getroffen, als bedoeld in artikel 20 der wet.

Artikel 7

Aanwijzingen van de direkteur omtrent de bewaring van destructiemateriaal kunnen slechts strekken ter voorkoming van gevaar, schade of hinder voor de openbare gezondheid.

Paragraaf 3 Ophalen en vervoer van destructiemateriaal door of vanwege de ondernemer

Artikel 8
  • 1.

    De ondernemer is verplicht tot het ophalen van het destruciemateriaal van de plaats, waar dit zich ingevolge de bepalingen van deze verordening bevindt.

  • 2.

    Het ophalen geschiedt behoudens in geval van overmacht uiterlijk op de werkdag, volgende op die, waarop het destructiemateriaal is aangemeld, tenzij het betreft destructiemateriaal B of C, dat door de ondernemer, ingevolge een met de direkteur getroffen regeling, op gezette tijden wordt opgehaald.

  • 3.

    De direkteur kan ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid afwijkende regelen met betrekking tot destructiemateriaal B of C vaststellen, indien ter zake van de afgifte van dit materiaal een voorziening is getroffen, als bedoeld in artikel 20 der wet.

Artikel 9

Het vervoer van destructiemateriaal binnen de gemeente dient langs de kortste weg plaats te vinden. De vervoerder is verplicht er voor zorg te dragen, dat het vervoer geen sporen van het destructiemateriaal op de openbare weg nalaat.

Paragraaf 4 Overdracht

Artikel 10
  • 1.

    Ten dienste van de overdracht aan de ondernemer wordt destructiemateriaal A door of vanwege de direkteur op de dag van aangifte door middel van telecommunicatie apparatuur aangemeld bij de ondernemer, onder mededeling van de gegevens, bedoeld in artikel 2, tweede.

  • 2.

    De aanmelding bij de ondernemer van destructiemateriaal B of C geschiedt door de direkteur zo spoedig mogelijk, tenzij het betreft destructieregeling, op gezette tijden wordt opgehaald.

Artikel 11
  • 1.

    De overdracht van destructiemateriaal geschiedt door inlading in een daarvoor bestemd vervoermiddel van de ondernemer.

  • 2.

    De ondernemer is verplicht de overdracht van destructiemateriaal B of C jaarlijks voor 1 maart, onder opgave van de totale hoeveelheid over het voorafgaande jaar, aan het gemeentebestuur alsmede aan de direkteur te bevestigen.

Paragraaf 5 Dode honden en katten

Artikel 12

Omtrent de aangifte, het vervoer, het ophalen en de overdracht van dode honden en katten, alsmede omtrent de afgifte daarvan aan een van gemeentewege aangewezen verzameldienst kunnen burgemeester en wethouders na overleg met de direkteur met inachtneming van het bepaalde in artikel 32 van het Destructiebesluit (Stb. 1958, 71), nadere voorschriften geven.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 13
  • 1.

    De aanwijzing van materiaal, als bedoeld in artikel 2, derde lid, laatste alinea der wet, geschiedt door de burgemeester op voorstel van de direkteur of de direkteur gehoord; zij wordt onverwijld aan de eigenaar of houder medegedeeld.

  • 2.

    De direkteur houdt aantekening van het ingevolge het eerste lid aangewezen destructiemateriaal.

Artikel 14

Indien de direkteur dan wel de eigenaar of houder van destructiemateriaal A, sectie van dit destructiemateriaal noodzakelijk of wenselijk acht, wordt de sectie verricht in een daartoe door de direkteur aangewezen lokaliteit dan wel in de daarvoor bestemde ruimte van de destructor. De eigenaar of houder is, indien de sectie niet aan de destructor geschiedt, verplicht het destructiemateriaal naar eerstgenoemde lokaliteit te vervoeren of te doen vervoeren.

Artikel 15
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Destructieverordening voor de gemeente Vught 1987" en treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging.

  • 2.

    Bij het in werking treden van deze verordening vervalt de Destructieverordening voor de gemeente Vught, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 januari 1959 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 22 mei 1975.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 september 1987.

De raad voornoemd,

de secretaris,

de voorzitter,