Overheidsorganisatie | Provincie Noord-Brabant |
---|---|
Officiële naam regeling | Paraplunota ruimtelijke ordening |
Citeertitel | Paraplunota ruimtelijke ordening |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Gedeputeerde Staten hebben op 2 maart 2010 besloten om, onder voorbehoud van vaststelling van de Verordening ruimte, fase 1, de Paraplunota ruimtelijke ordening per 1 juni 2010 in te trekken. Provinciale Staten hebben op 23 april 2010 de verordening vastgesteld, maar het intrekkingsbesluit is pas op 17 maart 2011 (Provinciaal Blad 2011, 67) gepubliceerd.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2011 | 01-06-2010 | 18-03-2011 | intrekking | 22-02-2011 Provinciaal Blad, 2011, 67 | 67/11 |
03-07-2008 | 01-07-2008 | 01-06-2010 | nieuwe regeling | 01-07-2008 Provinciaal Blad, 2008, 134 | nvt |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
gelezen Brabant in Ontwikkeling. Interimstructuurvisie Noord-Brabant;
gelet op artikel 3.8, leden 1 en 6, artikel 3.11, lid 2 en artikel 4.2 Wet ruimtelijke ordening, artikel 158, lid 1, Provinciewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
besluiten de volgende beleidsregel vast te stellen:
1 Deze beleidsregel heeft betrekking op de toepassing van onze bevoegdheden op grond van de Wet ruimtelijke ordening c.q. algemene bestuursbevoegdheden ten behoeve van een goede provinciale ruimtelijke ordening.
2 Deze beleidsregel heeft mede betrekking op de toepassing van onze bevoegdheden op grond van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening zolang op grond van het overgangsrecht toezicht van gemeentelijke planologische maatregelen (goedkeuring dan wel verklaring van geen bezwaar) van ons college vereist is.
1 Wij nemen Brabant in Ontwikkeling. Interimstructuurvisie Noord-Brabant, zoals vastgesteld door Provinciale Staten d.d. 27 juni 2008, aan als kaderstellend uitgangspunt voor de inhoud van de beleidsregel.
2 De inhoud van de beleidsregel wordt in beginsel bepaald door onze uitwerking van het provinciaal beleid in:
de Algemene beleidslijnen ruimtelijke ordening, zoals opgenomen in Deel I bij deze beleidsregel;
de Uitwerking beleidslijnen ruimtelijke ordening, zoals opgenomen in Deel II bij deze beleidsregel.
3 Met inachtneming van het bepaalde in lid 1 zijn wij in voorkomende gevallen bevoegd om onze uitwerking van het provinciaal beleid aan te vullen c.q. daarvan af te wijken.
1 De in Deel I opgenomen tekst en de in Deel II genoemde documenten dienen voor zover nodig gelezen te worden naar de bedoeling en de werking van de Wet ruimtelijke ordening;
2 De in Deel I opgenomen tekst en de in Deel II genoemde documenten dienen gelezen te worden als een uitwerking van de in de Brabant in Ontwikkeling. Interimstructuurvisie Noord-Brabant opgenomen hoofdzaken van het provinciaal beleid, in het bijzonder wat betreft de in daarin opgenomen provinciale belangen, doelen en principes;
3 Waar in de in Deel II genoemde documenten verwezen wordt naar het Streekplan Noord-Brabant 2002, hoofdstuk 3, wordt geacht te zijn verwezen naar de vergelijkbare tekst zoals opgenomen in Deel I c.q. in Brabant in Ontwikkeling. Interimstructuurvisie Noord-Brabant.
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2008.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Paraplunota ruimtelijke ordening.
s-Hertogenbosch, 1 juli 2008
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter de secretaris
J.R.H. Maij-Weggen drs. W.G.H.M. Rutten