Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling vrouwenopvang en huiselijk geweld 2012 tot en met 2015 |
Citeertitel | Subsidieregeling vrouwenopvang en huiselijk geweld 2012 tot en met 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2008
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2011 | 01-01-2016 | Onbekend | 24-03-2011 Apeldoorns Stadsblad, d.d. 4 mei 2011 | 2011-015918 |
Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn;
Overwegende dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke regelingen vast te stellen:
gelet op het feit dat centrumgemeente Apeldoorn jaarlijks subsidie verstrekt voor de vrouwenopvang en aanpak van huiselijk geweld in Oost-Veluwe, Midden-IJssel en Noord-Veluwe (Apeldoorn, Epe, Voorst, Brummen, Heerde, Zutphen, Lochem, Harderwijk, Putten, Ermelo, Nunspeet, Oldebroek, Elburg en Hattem) en het wenselijk is om daar juridisch onderbouwde voorwaarden aan te verbinden alsmede criteria vast te stellen voor een verdeelmodel in geval de subsidieaanvragen het subsidieplafond overstijgen
De navolgende subsidieregeling Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld 2012 t/m 2015 vast te stellen
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Artikel 2 Algemene subsidieverordening Apeldoorn
Tenzij uitdrukkelijk in deze subsidieregeling anders is bepaald gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening Apeldoorn
Artikel 3 Subsidieplafond en verdeling van subsidiebudgetten
Indien toewijzing van alle tijdig ingediende subsidieaanvragen met betrekking tot in deze subsidieregeling subsidiabel gestelde activiteiten zou leiden tot een overschrijding van het door het college vastgestelde subsidieplafond, prioriteert het college de betreffende aanvragen met gebruikmaking van de in artikel 7 en 8 genoemde financiële prioriteiten en fasering en verleent het vervolgens subsidies aan de hand van de uitkomst van die prioritering. De gemeente Apeldoorn publiceert jaarlijks vóór 01 mei: - een regionaal subsidieplafond voor regionale activiteiten
Hoofdstuk 2 Inhoudelijke bepalingen
Artikel 4 Reikwijdte subsidieregeling
De gemeente Apeldoorn verstrekt als centrumgemeente subsidie voor regionale activiteiten op basis van het regionale beleid zoals door de gemeenteraad van Apeldoorn vastgesteld in de ‘Beleidsnota Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld 2012 tot en met 2015’. Daarnaast verstrekt de gemeente subsidie voor lokale activiteiten op basis van het lokale beleid zoals door het college vastgesteld in de ‘lokale paragraaf Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld 2012 tot en met 2015’. In beide gevallen valt de subsidieverstrekking onder de werking van deze subsidieregeling
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Subsidies die de gemeente verleent in de hoedanigheid van centrumgemeente zijn gericht op activiteiten die bestemd zijn voor personen afkomstig uit het werkgebied van centrumgemeente Apeldoorn. Het werkgebied van centrumgemeente Apeldoorn is: het grondgebied van gemeenten Apeldoorn, Epe, Voorst, Brummen, Heerde, Zutphen, Lochem, Harderwijk, Putten, Ermelo, Nunspeet, Oldebroek, Elburg en Hattem
Artikel 6 Aanvullende subsidiecriteria
Het college beoordeelt de subsidiabiliteit van de activiteiten waarvoor tijdig subsidie is
aangevraagd aan de hand van de volgende subsidiecriteria:
Artikel 7 Financiële prioritering
Indien zich de situatie voordoet als bedoeld in artikel 3, beoordeelt het college eerst met toepassing van artikel 6 de subsidiabiliteit van de activiteiten waarvoor tijdig subsidie is aangevraagd en rangschikt vervolgens de subsidieaanvragen aan de hand van de
Prioriteit 2. gedegen infrastructuur met heldere taken, rol en verantwoordelijkheden voor alle betrokkenen, centrumgemeente, regiogemeenten, het regionale Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), lokale Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG) en/of lokale zorgnetwerken, het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), veiligheidskamer, reclassering en Openbaar Ministerie (OM) en de diverse organisaties voor hulpverlening / zorgaanbieders en opvang met als doel een sluitende keten voor de preventie en aanpak van huiselijk geweld.
Prioriteit 4: systeemgericht werken, het gehele gezinssysteem benaderen als één geheel met aandacht voor de interactie tussen de leden van het systeem als essentiële factor bij het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. Bevorderen dat alle betrokken hulpverleners en zorgaanbieders, maar ook daderhulpverlening en reclassering systeemgericht gaan werken.
Prioriteit 5: voorlichting bij hulpverlenende organisaties en zorgaanbieders, voor professionals deskundigheidsbevordering in (vroeg)signalering en bevorderen dat meldingen worden gedaan bij het AMK, het ASHG en in de Verwijsindex Risicojongeren. De Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling kan daar een impuls aan geven.
Artikel 8 Fasering in aandacht voor specifieke geweldsvormen
Indien zich de situatie voordoet als bedoeld in artikel 3, beoordeelt het college eerst met toepassing van artikel 6 de subsidiabiliteit van de activiteiten waarvoor tijdig subsidie is aangevraagd en rangschikt vervolgens de subsidieaanvragen aan de hand van de prioriteiten die genoemd zijn in artikel 7. Vervolgens wordt bij de rangschikking van de subsidieaanvragen ook rekening gehouden met de fasering in de uitvoering van het beleid voor vrouwenopvang en huiselijk geweld. In de periode 2012 t/m 2015 zal er bijzondere aandacht zijn voor achtereenvolgens:
Het college honoreert de aanvragen naar de volgorde van de uitkomst van de mate waarin voldaan wordt aan de criteria voor subsidiabiliteit in artikel 6, de rangschikking naar prioriteit in artikel 7 én de fasering zoals opgenomen in artikel 8.
Het college kan van deze normbedragen afwijken indien:
a de subsidieontvanger in een door het college te bepalen overbruggingsperiode het gevraagde subsidiebedrag in overeenstemming brengt met het genormeerde subsidiebedrag;
b het college van mening is dat stopzetting van de activiteit maatschappelijk onaanvaardbaar is of op langere termijn tot hogere kosten leidt;
c het college nadere eisen aan de activiteit stelt waardoor meerkosten ontstaan.
Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden
Naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en artikel 4 Asv genoemde gevallen kan de subsidie worden geweigerd indien naar het oordeel van het college:
Artikel 11 Aanvullende subsidieverplichtingen
Naast de verplichtingen die op grond van de Awb en de Asv bij subsidieverlening aan de subsidieontvanger kunnen worden opgelegd, gelden voor de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:
de subsidieontvanger stelt de eigen registratiegegevens beschikbaar voor onderzoek aan een door het college aan te wijzen onderzoeksbureau voor zover dit en de wijze waarop de gegevens beschikbaar worden gesteld niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens of andere wettelijke regelingen die de privacy betreffen
de subsidieontvanger beschikt uiterlijk per de ingangsdatum van de wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (verwachtte ingangsdatum medio 2011) over een opleidingsplan voor alle personeelsleden die onder de werking van deze wet vallen, bij inhuur van extern personeel dient de subsidieontvanger er op toe te zien dat deze voldoen aan de in de wet genoemde scholings0eisen
Artikel 12 Verplichting andere overheden
Voor zover de subsidieverlening activiteiten betreft waarvoor door andere overheden gelden ter beschikking zijn gesteld aan de gemeente Apeldoorn, zijn de verplichtingen die de andere overheden aan de gemeente Apeldoorn ten aanzien van de besteding van deze gelden heeft opgelegd - voor zover relevant - van overeenkomstige toepassing op de subsidieontvanger.
Artikel 13 Doelgebonden verplichtingen
Het college kan de subsidieontvanger doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 Awb opleggen in het kader van:
b de kwalificaties van het personeel;
c de samenwerking met andere instellingen;
d de hoogte van de tarieven voor, of bijdragen van deelnemers aan gesubsidieerde activiteiten;
e het innen van de eigen bijdrage van cliënten conform de door de centrumgemeente Apeldoorn vastgestelde verordening inzake de eigen bijdrage Wmo in het kader van de maatschappelijke opvang. (bijlage 3. Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang)
Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen
Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd een schriftelijke aanvraag bij het college te zijn ingediend, onder bijvoeging van de volgende stukken:
a een daadwerkelijk, schriftelijk verzoek om subsidie
b een activiteitenplan, waarin een gespecificeerd overzicht is opgenomen van door de subsidieaanvrager voorgenomen activiteiten en de door hem nagestreefde doelen. Dit overzicht dient in ieder geval informatie te bevatten over:
c een gespecificeerde begroting bestaande uit een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
d vermelding of en in hoeverre sprake is van één of meer van de in artikel 7 lid 1genoemde omstandigheden op basis waarvan het college een rangschikking kan maken (zie artikel 7, lid 1.);
e de wijze waarop de subsidieaanvrager cliënttevredenheid meet;
f opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen voor subsidie dan wel sponsoring of vergoeding ten behoeve van of tegemoetkoming in dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot die aanvragen.
Artikel 16 Aanvraag vaststelling subsidie
De aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient vergezeld te gaan van de volgende stukken:
a een daadwerkelijk, schriftelijk verzoek tot vaststelling van de verleende subsidie;
b een verslag van de verrichte activiteiten met een beschrijving van de gevolgde werkwijze en het behaalde resultaat in relatie tot de bij de subsidieverlening vastgestelde resultaatverplichtingen en een overzicht van de gerealiseerde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;
In aanvulling op de in het tweede lid genoemde stukken kan het college in de beschikking tot subsidieverlening aangeven dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling een of meer van de volgende stukken moeten worden meegezonden:
a een door het bestuur ondertekende jaarrekening met daarin minimaal een staat van baten en lasten alsmede een balans en toelichtingen daarop;
b een verklaring omtrent van getrouwheid en rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede het accountantsrapport waarop de verklaring is gebaseerd.
c een door een accountant opgesteld rapport van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als:
Subsidieregeling Vrouwenopvang en Huiselijk Geweld 2012 tot en met 2015.
Aldus vastgesteld door het college d.d. 24 maart 2011
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 4 mei 2011
Inwerking getreden d.d. 4 mei 2011 en werkt terug tot en met d.d. 1 april 2011