Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord-Brabant |
Citeertitel | Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | duurzaamheid, natuur en landschap, subsidies, financieel kader |
Bij besluit van 27 september 2011 (Provinciaal Blad, 2011, 228) hebben Gedeputeerde Staten het subsidieplafond voor investeringssubsidies als bedoeld in artikel 8, eerste tot en met vierde lid, alsmede voor subsidies als bedoeld in artikel 15 (functieverandering), t.b.v. de realisatie van een natuurbeheertype door de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein, vastgesteld op € 0,00.
Bij besluit van 25 september 2012 (Provinciaal Blad, 2012, 243) hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld het Openstellingsbesluit van de subsidieregeling natuur en landschapsbeheer 2013, waarbij tevens subsidieplafonds voor deze subsidieregeling zijn vastgesteld.
Bij besluit van 12 november 2013 (Provinciaal Blad, 2013, 163) hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld het Openstellingsbesluit van de subsidieregeling natuur en landschapsbeheer 2014.
Bij besluit van 25 november 2013 (Provinciaal Blad 2013, 173) hebben Gedeputeerde Staten het Derde openstellingsbesluit natuur en landschapsbeheer 2013 vastgesteld onder intrekking van artikel I, onder A, onderdeel 2 en onderdeel C, onderdeel h van het Openstellingsbesluit van de subsidieregeling natuur en landschapsbeheer 2013 van 25 september 2012 (Provinciaal Blad, 2012, 243).
Bij besluit van 28 oktober 2014 (Provinciaal Blad, 2014, 128) hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld het Openstellingsbesluit natuur en landschapsbeheer Noord-Brabant 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2013 | 25-10-2013 | Art. 1 | 25-11-2013 | S0275506 | |
25-10-2013 | 29-11-2013 | Art. 1, 3, 5, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 20, 21 | 08-10-2013 | S0273578 | |
20-11-2012 | 25-10-2013 | Art. 1, 7, 11, 15, 16, 17, 18, 19, 20 | 13-11-2012 | 3285414 | |
15-11-2011 | 20-11-2012 | Art. 1, onder g, l en n, 9a, derde en vijfde lid, 21a | 08-11-2011 Provinciaal Blad 2011, 272 | 2777390 | |
07-10-2010 | 15-11-2011 | Zeer groot aantal wijzigingen | 05-10-2010 Provinciaal Blad 2010, 193 | N.v.t. |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 4 en artikel 11 van de Wet inrichting landelijk gebied;
Gelet op artikel 2 en artikel 19 van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied 2007;
Overwegende dat Provinciale Staten in hun vergadering van 5 juni 2009 hebben ingestemd met een nieuw subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer als vervanging van het bestaande Programma Beheer;
Overwegende dat deze subsidieregeling onderdeel uitmaakt van dit nieuwe subsidiestelsel;
Overwegende dat landelijk de afspraak is gemaakt dat deze subsidieregeling uniform wordt vastgesteld door de provincie;
Overwegende dat deze subsidieregeling is bedoeld om de inrichting van de ecologische hoofdstructuur in Noord-Brabant te subsidiëren, inclusief de waardedaling die optreedt bij de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein of landschapsbeheertype;
In deze regeling wordt verstaan onder:
gecertificeerde begunstigde: begunstigde als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel k, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant, met dien verstande dat voor de toepassing van de in artikel 5, onderdeel a, van de onderhavige regeling opgenomen uitzondering onder gecertificeerde begunstigde mede wordt verstaan Staatsbosbeheer, mits zij beschikt over een geldig certificaat natuurbeheer, afgegeven door of namens Gedeputeerde Staten;
landbouwactiviteit: activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van de Europese Unie van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);
landbouwgrond: binnen de provincie gelegen stuk grond waarop een landbouwactiviteit wordt uitgevoerd, niet zijnde gronden als bedoeld in onderdeel t, andere gronden met als hoofdfunctie natuur of gronden als bedoeld in artikel 5a van de Beleidsregels Regeling GLB-inkomenssteun 2006 van de minister van Economische Zaken;
natuurterrein: binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur, die ingevolge artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant is begrensd, alsmede gronden waarvoor een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 van de onderhavige regeling is verstrekt;
Artikel 2 Subsidieplafond en openstelling
Als op grond van het tweede lid besloten is een openstellingsperiode te hanteren en op grond van het eerste lid tevens een subsidieplafond wordt vastgesteld, wordt het besluit waarin het subsidieplafond wordt vastgesteld uiterlijk zes weken voor aanvang van de openstellingsperiode bekend gemaakt in het provinciaal blad.
Als een aanvraag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvolledig is, wordt de aanvraag voor de toepassing van het eerste lid geacht te zijn ontvangen op de datum waarop eerste indiening heeft plaatsgehad plus het aantal dagen tussen de dag dat de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht op de hoogte is gesteld van de onvolledigheid van de aanvraag en de dag waarop Gedeputeerde Staten de ontbrekende gegevens en bescheiden hebben ontvangen.
Als een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend door een gemachtigde gaat de aanvraag vergezeld van een bewijs van machtiging.
Artikel 5 Uitsluitingen begunstigden
Een investeringssubsidie en een subsidie functieverandering wordt niet verstrekt aan:
Artikel 6a Communautaire richtsnoeren voor staatssteun
Aanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 8, tweede lid, en het derde lid, onderdeel b, kunnen niet worden ingediend na 31 oktober 2013 indien de investering gericht is op een agrarisch beheerpakket, opgenomen in bijlage 3, onderdeel A.2, onderscheidenlijk een beheerpakket landschap, opgenomen in bijlage 6, onderdeel B.2, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer {…naam provincie…}.
Hoofdstuk 3 Investeringssubsidie natuur en landschap
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een investeringssubsidie verstrekken voor éénmalige investeringen in landbouwgrond die, door middel van éénmalige inrichtingsmaatregelen, rechtstreeks de fysieke condities of kenmerken van de desbetreffende landbouwgrond wijzigen met als doel de realisatie van een agrarisch beheerpakket.
Een begunstigde als bedoeld in het vijfde lid, wordt aangemerkt als ware hij gecertificeerd begunstigde, mits hij uiterlijk 15 november 2013 een aanvraag tot certificering voor het onderdeel projecten bij Gedeputeerde Staten heeft ingediend. Het aanmerken van de begunstigde als ware hij gecertificeerd begunstigde eindigt op de datum dat Gedeputeerde Staten hebben besloten op de aanvraag tot certificering, doch uiterlijk op 1 januari 2015.
Indien een in het eerste lid, onderdeel a, onder i. tot en met v., van het onderhavige artikel bedoelde titel, onderscheidenlijk een in het tweede lid van het onderhavige artikel bedoeld zakelijk of persoonlijk recht, is belast met of afgeleid van een ander recht, kan slechts een investeringssubsidie worden verstrekt voor zover dat andere recht geen afbreuk doet aan de mogelijkheid de inrichtingsmaatregelen uit te voeren.
De onderdelen a tot en met c van het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien een aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel e, of het vierde lid van dat artikel wordt ingediend ten behoeve van een natuurterrein dat op de ambitiekaart is opgenomen onder de aanduiding N00 of N00.01.
Een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie door een begunstigde als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a onder v., of een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, waar een hiervoor bedoelde begunstigde deel van uitmaakt, dient voor het betreffende natuurterrein tevens vergezeld te gaan van een overeenkomst met de Landinrichtingscommissie.
In afwijking van het vijfde lid kan een aanvraag tot subsidieverlening voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, vierde lid, vergezeld gaan van een opgave van de natuurterreinen, landschapselementen of natuurbeheertypes ten behoeve waarvan de gecertificeerde begunstigde binnen zijn areaal binnen het programma investeringen wil uitvoeren, alsmede de looptijd van het programma.
Artikel 11 Subsidievoorwaarden
Een investeringssubsidie kan worden verleend indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de betreffende maatregelen in het investeringsplan, onderscheidenlijk het programma, dragen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten bij aan de realisatie van het op basis van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, onderscheidenlijk artikel 10, vijfde lid, onderdeel c, omschreven en in artikel 8 bedoelde investeringsdoel;
Onverminderd het eerste lid kan een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 slechts worden verleend indien de aanvrager schriftelijk verklaart ten minste zes jaar na afronding van de inrichtingsmaatregelen, bedoeld in het eerste lid, beheer gericht op de instandhouding van het natuurbeheertype of het landschapselement, dan wel de uitvoering van een agrarisch beheerpakket of beheerpakket landschap, te blijven voeren. Deze verplichting vervalt voor zover hij voor die instandhouding onderscheidenlijk uitvoering een corresponderende subsidie op grond van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant heeft aangevraagd en ontvangt. De subsidieaanvraag op basis van de voornoemde verordening wordt ingediend in de eerstvolgende openstellingsperiode na het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 14c.
Indien een subsidieontvanger subsidie ontvangt op grond van een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, tweede volzin, en de beschikking tot subsidieverlening wordt ingetrokken omdat de subsidieontvanger toerekenbaar niet voldaan heeft aan de subsidieverplichtingen, dan is voor de resterende periode de in het tweede lid, eerste volzin, bedoelde instandhoudings- respectievelijk uitvoeringsplicht weer van toepassing tot de termijn van zes jaar na afronding van de inrichtingsmaatregelen is verstreken.
Artikel 12 Subsidieverplichtingen
De investeringssubsidie, bedoeld in artikel 8, vierde lid, wordt verleend onder de voorwaarde dat binnen een termijn van een maand na de datum van bekendmaking van de subsidieverlening de bij de subsidieverlening behorende uitvoeringsovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht en die onderdeel uitmaakt van deze beschikking, wordt gesloten.
Indien een aanvraag is gedaan conform artikel 10, zesde lid, maken Gedeputeerde Staten en de subsidieontvanger in de overeenkomst, bedoeld in het tweede lid afspraken over de wijze waarop gedurende de looptijd van het programma een invulling wordt gegeven aan een specificatie van de onderdelen genoemd in artikel 10, vijfde lid.
Artikel 14a Beschikking tot subsidieverlening
Een beschikking tot verlening van een investeringssubsidie vermeldt in elk geval:
Artikel 14c Subsidievaststelling
De aanvraag gaat in elk geval vergezeld van een verklaring dat de inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd conform het goedgekeurde investeringsplan onderscheidenlijk het goedgekeurde programman, alsmede van een overzicht van de gemaakte kosten en de betalingsbewijzen daarvan, voor zover dat overzicht en die kosten niet reeds gemaakt onderscheidenlijk verantwoord zijn op grond van een aanvraag als bedoeld in artikel 14b.
Indien een ontvanger van een investeringssubsidie gedurende de periode waarvoor die subsidie is verleend het betreffende natuurterrein dan wel de betreffende landbouwgrond overdraagt aan een derde, en hij daardoor niet langer in staat is de investeringsmaatregelen te realiseren, kan de betreffende subsidieverlening worden gewijzigd in een subsidieverlening aan die derde, mits:
Uiterlijk zes weken ná het verzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, dient de subsidieontvanger een overzicht in van de door hem vóór de overdracht gemaakte subsidiabele kosten, alsmede de betalingsbewijzen daarvan, voor zover deze betrekking hebben op het overgedragen natuurterrein dan wel de overgedragen landbouwgrond.
Indien er sprake is van een gedeeltelijke overdracht van het natuurterrein dan wel de landbouwgrond, honoreren Gedeputeerde Staten een verzoek als bedoeld in het eerste lid slechts voor zover de investeringsmaatregelen die op zowel het overgedragen deel als het resterende deel worden uitgevoerd elk afzonderlijk leiden tot de realisatie van een beheertype.
Hoofdstuk 4 Subsidie functieverandering
Artikel 15. Grondslag subsidie functieverandering
Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag subsidie verstrekken voor de waardedaling van grond ten gevolge van:
Een subsidie functieverandering kan worden verstrekt aan eigenaren van landbouwgrond, met uitzondering van:
Een subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 wordt niet verstrekt voor zover op de landbouwgrond nog verplichtingen rusten op grond van de:
In het realisatieplan beschrijft de begunstigde in elk geval op welke wijze hij voornemens is het na de functieverandering ontstane natuurterrein, het aan te leggen landschapselement of het te realiseren beheerpakket landschap te ontwikkelen en te beheren. Gedeputeerde Staten kunnen nadere eisen stellen aan het realisatieplan.
Artikel 19 Subsidieverplichtingen
De subsidie functieverandering wordt verstrekt onder de voorwaarde dat:
binnen een termijn van één jaar na de datum van verzending of uitreiking van de beschikking tot subsidieverstrekking een overeenkomst tussen de subsidieontvanger en de provincie tot stand komt waarin is opgenomen:
. de verplichting van de eigenaar van de grond de betreffende grond niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling van het te realiseren natuurbeheertype dan wel landschapselement en de daaropvolgende instandhouding daarvan op de desbetreffende grond in gevaar brengt of verstoort;
Artikel 20 Vaststelling subsidie functieverandering
De waarde van de landbouwgrond als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op basis van een taxatie uitgevoerd door de DLG. Bij deze taxatie wordt uitgegaan van de waarde in het economisch verkeer bij agrarische bestemming en wordt als peildatum gehanteerd de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ontvangen. Indien de aanvraag onvolledig of onjuist is wordt als peildatum aangehouden de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is gecompleteerd.
Artikel 21 Toepasselijkheid ILG-verordening / geen toepassing hardheidsclausule
De bepalingen van de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Noord-Brabant zijn van overeenkomstige toepassing voor zover in de onderhavige regeling niet anders of afwijkend wordt bepaald.
Artikel 21a Overgangsrecht gewijzigde definitie
Op aanvragen die zijn ingediend vóór 1 september 2011 blijft artikel 1, onderdeel l, van toepassing zoals dat artikel vóór die datum luidde.