Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent oplaadpunten voor het elektrisch vervoer |
Citeertitel | Beleidsregel oplaadpunten elektrisch vervoer Helmond 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-06-2023 | aanhef, artikel, bijlage | 08-05-2023 | 51452559 | ||
04-09-2020 | 07-06-2023 | artikel 12 | 02-06-2020 | 50228949 | |
30-04-2011 | 04-09-2020 | nieuwe regeling | 26-04-2011 | Collegebesluit, 2011, 1102670 |
De hier aan de orde zijnde beleidsregel is bedoeld als afwegingskader ter beoordeling van verzoeken om (privaatrechtelijke) medewerking te verlenen aan het inrichten van oplaadpunten voor elektrisch vervoer op het grondgebied van de gemeente Helmond, met uitzondering van het gebied dat bekend staat als “Brainport Smart District” (BSD). Binnen BSD worden namelijk oplaadpalen op de te realiseren mobiliteitshubs gefaciliteerd. Op de kaart (zie bijlage 1) wordt de geldigheid van de beleidsregel gevisualiseerd.
Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) jo. artikel 160, eerste lid onder, Gemeentewet.
Afbakening elektrische voertuigen
Medewerking wordt alleen verleend als het voertuig volledig elektrisch is en valt onder één van de categorieën die hieronder staan beschreven, of als het een plug-in hybride voertuig betreft met een volledig elektrisch bereik van meer dan 60 km. Achtergrond: gewone hybride auto's mogen op oplaadparkeerplaatsen niet parkeren.
Stadsauto - categorie L7e, andere vierwielige motorvoertuigen dan motorvoertuigen van de categorie L6e (lichte vierwielige motorvoertuigen met een massa van ten hoogste 350 kg, exclusief de massa van de accu's in elektrische motorvoertuigen, met een door de constructie bepaalde maximum snelheid van meer dan 45 km/uur, en een nominaal continu maximum vermogen van ten hoogste 4 kW indien het een elektrische motor betreft), met een lege massa van ten hoogste 400 kg, of 550 voor motorvoertuigen die bestemd zijn voor goederenvervoer, exclusief de massa van de accu's in elektrische motorvoertuigen, en met een netto maximum vermogen van ten hoogste 15 kW. Extra eis is dat dit voertuig een snelheid kan bereiken die toegang geeft tot de snelweg (60 km/u).
Parkeerplaats in (parkeer)garage / particuliere appartementencomplexen/ binnenterreinen
Voor zover een aanvrager de beschikking heeft of kan hebben over een parkeerplaats, behorende bij de woning in een parkeergarage onder of nabij de woning of een binnenterrein e.d., wordt geen medewerking verleend aan het inrichten van een oplaadpunt in de openbare ruimte. Zie bijlage 1.
Gebieden met betaald- en vergunninghoudersparkeren
In gebieden waar van gemeentewege betaald- en vergunninghoudersparkeren is ingesteld, wordt geen medewerking verleend aan het inrichten van een oplaadpunt in de openbare ruimte, tenzij verzoeker vergunninghouder is of hiervoor in aanmerking komt in dit gebied.
Indien er al nabij het perceel van aanvrager een parkeerplaats van gemeentewege is aangewezen en is ingericht als gehandicaptenparkeerplaats op kenteken ten behoeve van de aanvrager, wordt deze aangemerkt als zijnde de voorkeurslocatie als bedoeld onder a. Als om technische of andere redenen geen laadpaal op die plek mogelijk of wenselijk is, wordt in de nabije omgeving een alternatief gezocht.
In eerste instantie wordt per laadpaal met 2 aansluitingen één parkeervak gereserveerd. Indien op jaarbasis het laadgebruik hoger is dan 2.500 kw/h wordt de tweede parkeerplaats toegewezen. Bij het te nemen verkeersbesluit worden wel direct twee parkeerplaatsen meegenomen. Bij voldoende laadgebruik kan de tweede parkeerplaats snel aangewezen worden.
Een oplaadpunt op de beoogde locatie dient daadwerkelijk gerealiseerd te kunnen worden om in aanmerking te komen voor medewerking. In dat kader wordt tevens de (technische) haalbaarheid bezien. Daarbij valt te denken aan de aanwezigheid van kabels en leidingen en het niet voorhanden zijn van een netwerk.
Omdat elektrische voertuigen in principe altijd een voertuig op fossiele brandstoffen vervangt, verandert er weinig aan het aantal geparkeerde auto’s en daarmee aan de parkeerdruk. Al zal de parkeerdruk minimaal toenemen. Daarnaast is de parkeerdruk op basis van de duurzaamheidsagenda en de NAL bestempeld als niet van belang zijnde in de locatiebepaling van een laadpaal. Daarnaast is het zo dat de elektrische voertuigen meestal een vervanging zijn van een voertuig op fossiele brandstoffen. De elektrificatie van het wagenpark leidt daarmee niet tot een hoger aantal voertuigen en daarmee verandert de parkeerdruk amper.
Besloten in de vergadering van 26 april 2011
Burgemeester en wethouders van Helmond,
De burgemeester, De secretaris,
Drs. A.A.M. Jacobs. Dhr. A.A.M. Marneffe R.A.
Bekend gemaakt op:
29 april 2011
De gemeentesecretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe R.A.
Afbakening elektrische voertuigen
In dit artikel is beoogd een afbakening te maken voor de voertuigen die gebruikt mogen maken van de voorzieningen die worden getroffen in het kader van het elektrisch rijden. Niet meegenomen zijn:
a. Snorfiets, scooter, bromfiets - categorie L1e, tweewielig motorvoertuig met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van ten hoogste 45 km/uur, met een elektrische motor met een nominaal maximum vermogen van niet meer dan 4 kW.
b. Motorfiets- categorie L met classificatie L3e of L4e, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorvoertuig met beperkte snelheid.
Verondersteld wordt dat in de meeste gevallen deze voertuigen op eigen terrein kunnen worden opgeladen en er geen voorzieningen nodig zijn in de openbare ruimte.
Gebieden met betaald- en vergunninghouderparkeren In deze gebieden is de rol van de gemeente om actief de benodigde voorzieningen te plaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen. Meegenomen is het feit het ook mogelijk is als men in aanmerking kan komen voor een toestemming, dit omdat dit zou kunnen meewegen in de aanschaf van een elektrisch voertuig.
De volgende voorwaarden zullen in de overeenkomst worden geregeld in niet in de beleidsregel:
Kosten bebording parkeergarantie
Indien de aanvrager een parkeergarantie wil zijn de kosten voor eventueel benodigde bebording en wegmarkering en het aanbrengen hiervan, op basis van de dan geldende marktprijzen, voor rekening van de aanvrager en worden door de gemeente geleverd en aangebracht.
In veel gebieden is een parkeergarantie niet perse noodzakelijk. De parkeerdruk is er laag en/of bewoners houden rekening met elkaar.
In bovenstaande afbeelding is de verbeelding zichtbaar van de geldigheid van deze beleidsregel. Het gebied BSD (Brainsport Smart District) is buiten de beleidsregel gehouden. Deze wijk kent een innovatief karakter en heeft een van de standaard afwijkend mobiliteitssysteem. De parkeervoorzieningen worden gerealiseerd binnen de mobiliteitshubs. Binnen deze hubs wordt zorggedragen voor het elektrisch laden van voertuigen. Dit alles conform de uitgangspunten die zijn gesteld voor deze wijk.
Bijlage 2 Parkeergarages en (particuliere) appartementencomplexen
Vaak hebben bewoners geen vaste plek voor hun auto, of ze hebben die wel, maar de VVE moet altijd toestemming geven als er ergens iets wordt neergezet (bijv. een oplaadpunt). Indien toestemming wordt gegeven is het de vraag welke afspraken er worden gemaakt t.a.v. het gebruik van deze plek, de verrekening van stroom, onderhoud etc.
De volgende afwegingen zijn van belang voor de VVE: