Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-03-2011 | 01-01-2011 | 16-01-2012 | nieuwe regeling | 15-03-2011 Gemeenteblad 2011, 13 | 610610 |
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording
De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats in alle gevallen na aanschaf van een hulpmiddel of voorziening, na afloop van de verstrekking of in het geval van hulp bij het huishouden na afloop van elk kwartaal. Iedere budgethouder dient hiertoe de volgende stukken aan te leveren: - de nota/factuur van de aangeschafte voorziening;
- een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening;
- in het geval van hulp bij het huishouden een overzicht van de salarisadministratie met bewijsmiddelen. De budgethouder zal hierbij het geld aan de hulpverlener per bank/giro moeten overmaken.
- indien van toepassing, bij hulp bij het huishouden, bewijsstukken dat gebruik wordt gemaakt van een professionele zorgorganisatie (gesloten overeenkomst en betalingsbewijzen)
Controle over deze verantwoording vindt steekproefsgewijs plaats door het college. Er wordt gecontroleerd of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het is verstrekt. Is het persoonsgebonden budget anders besteed dan bedoeld, dan kan het college het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk terug vorderen.
Om de budgethouder volstrekt duidelijk te laten zijn wat met het persoonsgebonden budget dient te worden aangeschaft en aan welke vereisten de aan te schaffen voorziening dient te voldoen, wordt een zo nauwkeurig mogelijk omschreven programma van eisen bij de beschikking gevoegd. Wordt dan toch een voorziening aangeschaft die niet aan het programma van eisen voldoet, dan is gehandeld in strijd met de beschikking. In het geval van hulp bij het huishouden zal de ingezette hulp voor type HbH 2 en HbH 3 van gelijkwaardig niveau moeten zijn als de natura-variant. Zie voor een nadere uitwerking ook de beleidsregels.
Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel in de kosten en klanttarief collectief vervoer
Artikel 2. Duur eigen bijdrage
In afwijking van het eerste lid wordt indien een voorziening bestaat uit een roerende zaak die in eigendom wordt verstrekt of uit een bouwkundige of woontechnische aanpassing aan een woning waarvan de aanvrager eigenaar is, een eigen bijdrage of eigen aandeel in rekening gebracht voor de maximale duur van 39 perioden van 4 weken.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden
Artikel 4. Vaststelling bedrag Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
Het Persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bestaat uit twee varianten. De eerste variant heeft betrekking op de levering van hulp bij het huishouden door een particuliere hulp, de hierbij behorende tarieven bedragen ongeveer 75% van het natura-tarief. De tweede variant heeft betrekking op de levering van hulp bij het huishouden door een professionele zorgaanbieder, de hierbij behorende tarieven bedragen ongeveer 90% van het natura-tarief.
Het bedrag per klasse dat in de vorm van een Persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt verstrekt bedraagt per variant per jaar:
Bij additionele uren die boven klasse 6 op basis van de hardheidsclausule worden toegekend, wordt in het geval van inzet van een particuliere hulp een uurbedrag van € 16,00 voor HBH 1, € 18,00 voor HBH 2 en € 19,00 voor HBH 3 gehanteerd. In het geval van inzet van een professionele organisatie is dat een uurbedrag van € 19,00 voor HBH 1, € 22,00 voor HBH 2 en € 23,00 voor HBH 3.
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen
Artikel 5. Hoogte financiële tegemoetkomingen
De financiële tegemoetkoming voor woningsanering zoals genoemd in artikel 18 onder c van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011 bedraagt, wanneer het gaat om het vervangen van zachte door harde vloerbedekking, inclusief eventueel ondertapijt, egaliseren, legkosten, maximaal € 12,50 per vierkante meter. Voor woningsanering gelden de volgende afschrijvingstermijnen:
Hoofdstuk 5. Vervoersvoorzieningen
Artikel 6. Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen
Het Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de door de gemeente gecontracteerde leverancier en kan op declaratiebasis worden verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. Binnen de natura-variant zijn er per voorziening meerdere mogelijkheden met hieraan verschillende tarieven verbonden. Om de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura te kunnen bepalen is daarom vaak een passing nodig bij de leverancier. Op het moment dat de budgethouder een passing weigert wordt er van uitgegaan dat de goedkoopste voorziening binnen de natura-variant-mogelijkheden adequaat is zodat het Pgb-bedrag hierop wordt afgestemd.
Artikel 8. Financiële tegemoetkoming van aanpassing aan de eigen auto
De financiële tegemoetkoming voor de autoaanpassing bedraagt maximaal € 2.000,00 indien de persoon met beperkingen geïndiceerd is voor het collectieve vervoersvoorziening maar niet in aanmerking wil komen voor de collectieve voorziening. Deze autoaanpassing kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt.
Artikel 9. Persoonsgebonden budget voor rolstoelen
Het Persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura bij de door de gemeente gecontracteerde leverancier en kan op declaratiebasis worden verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het bedrag voor onderhoud en reparatie dat de gemeente betaalt voor een dergelijke voorziening die in natura wordt verstrekt. Binnen de natura-variant zijn er per voorziening meerdere mogelijkheden met hieraan verschillende tarieven verbonden. Om de tegenwaarde van de goedkoopst compenserende voorziening in natura te kunnen bepalen is daarom vaak een passing nodig bij de leverancier. Op het moment dat de budgethouder een passing weigert wordt er van uitgegaan dat de goedkoopste voorziening binnen de natura-variant-mogelijkheden adequaat is zodat het Pgb-bedrag hierop wordt afgestemd.
Purmerend, 15 maart 2011
burgemeester en wethouders van Purmerend,
de secretaris,
M.J.H. Smulders
de burgemeester,
D. Bijl
Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording
Hoofdstuk 2. Eigen bijdragen, eigen aandeel in de kosten en klanttarief collectief vervoer
Artikel 2. Duur eigen bijdrage
Artikel 3. Klanttarief Aanvullend openbaar vervoer
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden
Artikel 4. Vaststelling bedrag Persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen
Artikel 5. Hoogte financiële tegemoetkomingen
Hoofdstuk 5. Vervoersvoorzieningen
Artikel 6. Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen
Artikel 7. Hoogte financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorzieningen
Artikel 8. Financiële tegemoetkoming van aanpassing aan de eigen auto