| Organisatie | Bunschoten |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Handhavingsbeleid Wet Kinderopvang |
| Citeertitel | Handhavingsbeleid Wet Kinderopvang |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Datum inwerkingtreding is bij benadering vastgesteld.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 27-04-2009 | 20-12-2012 | nieuwe regeling | 27-04-2009 Onbekend |
Stel bijgaande afwegingsmodellen vast ingevolge de Wet Kinderopvang.
Inleiding In 2005 is de Wet Kinderopvang in werking getreden. Vanaf dat moment waren gemeenten verplicht een handhavingsbeleid te formuleren en uit te voeren. Door middel van het vaststellen van 3 afwegingsmodellen handhaving voor dag-, buitenschoolse-, en gastouderopvang heeft Bunschoten hier inhoud aangegeven.
In 2008 zijn er nieuwe beleidsregels kwaliteit kinderopvang van kracht geworden en is het toetsingskader aangepast. Dit betekende dat ook het gemeentelijk handhavingsbeleid aangepast moest worden. De gemeenten in de regio Eemland (Amersfoort, Baarn, Soest, Leusden, Woudenberg, Bunschoten en Eemnes) hebben in samenspraak met de GGD Midden-Nederland (voorheen Eemland) een gewijzigd beleid ontwikkeld op het gebied van handhaving. De afwegingsmodellen per opvangvorm (dag-, buitenschoolse, en gastouderopvang) geven een overzicht van het handhavingsmiddel met de daarbij gehanteerde hersteltermijn en ook de mogelijke vervolgsancties met de daarbij mogelijke boetes.
In een rapportage legt de GGD de bevindingen van de inspectie vast. Indien er overtredingen zijn geconstateerd is het 'advies voor handhaving' een onderdeel van het rapport. Op' basis hiervan wordt een traject uitgezet. Als uitgangspunt hierbij dienen de afwegingsmodellen handhaving. Echter in alle gevallen zal op basis van de feiten en omstandigheden het handhavingstraject worden gekozen. Maatwerk blijft dus gewenst. Het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd door de afdeling burgerzaken.
Handhavingsbeleid van de gemeenten in regio Eemland
In 2008 zijn de Wet Kinderopvang en de beleidsregels gewijzigd. Dit betekende dat ook het handhavingsbeleid aangepast moest worden.
De gemeenten in de regio Eemland (Amersfoort, Baarn, Soest, Leusden, Woudenberg, Bunschoten en Eemnes) hebben in samenspraak met de GGD Midden-Nederland (voorheen Eemland) een gewijzigd beleid ontwikkeld op gebied van handhaving. In dit document zijn de uitgangspunten beschreven. De afwegingsmodellen per opvangvorm geven een overzicht van het handhavingsmiddel met de daarbij gehanteerde hersteltermijn en ook de mogelijke vervolgsancties met de daarbij mogelijke boetes.
In een rapportage legt de GGD de bevindingen van de inspectie vast. Daarbij hoort ook een advies voor handhaving.
Er kan sprake zijn van 2 uitgangspunten:
Als een kindercentrum of gastouderbureau voldoet aan alle aspecten van de wet dan zal de GGD adviseren dat handhaving niet nodig is. De gemeente stuurt dan een brief naar het kindercentrum ter bevestiging. De GGD krijgt een kopie van deze brief.
Handhaven conform handhavingsbeleid
De GGD heeft tijdens de inspectie overtredingen geconstateerd en adviseert om te handhaven volgens gemeentelijk beleid.
In de rapportage is per overtreding aangegeven welke actie nodig is en welke hersteltermijn daarbij hoort. De gemeente stuurt het desbetreffende kindercentrum een brief met daarin vermeld:
De hersteltermijn dient gerekend te worden vanaf de dagtekening in de brief van de gemeente.
De gemeente is verantwoordelijk voor controle van de hersteltermijnen.
Controle hersteltermijnen en doorgevoerde verbeteringen
De gemeente is verantwoordelijk voor controle van de hersteltermijnen. Afhankelijk van de gevraagde verbetering kan besloten worden tot:
Bij een papierencontrole gaat het om documenten die ontbreken en/of onvolledig zijn. De gemeente kan aan de GGD vragen om een document opnieuw te beoordelen. Dit betreft dan een nader onderzoek dat op basis van een uurtarief in rekening wordt gebracht.
Voor andere overtredingen is een herinspectie in het kindercentrum nodig. De gemeente geeft hiertoe opdracht aan de GGD. Ook dit onderzoek wordt op basis van een uurtarief in rekening gebracht.
Tweede fase van handhavingsbeleid
Indien een kindercentrum of gastouderbureau na een aanwijzing de gevraagde verbeteringen niet uitvoert, kan de gemeente besluiten tot andere sanctiemaatregelen.
Het betreft dan een last onder dwangsom en/of een bestuurlijke boete. In sommige situaties is ook bestuursdwang mogelijk.
In de afwegingsmodellen is de hoogte van de bestuurlijke boetes per onderdeel opgenomen.
Afwegingsmodel Handhaving / Gastouderbureau
3000 per ontbrekende VOG 2500 per VOG, als termijn van 2 mnd niet in orde is. | ||||||
2000 m.u.v. bezoekfrequentie. Per ontbrekend bezoek is de boete 1000 | ||||||
In sommige situaties is het ook mogelijk om in de 2de fase van handhaving te kiezen voor de sanctie van bestuursdwang. In de onderstaande tabel is aangegeven voor welk item dit van toepassing is.
1.3.2 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankeliike plaats |
In sommige situaties is het ook mogelijk om in de 2de fase van handhaving te kiezen voor de sanctie van bestuursdwang. In de onderstaande tabel is aangegeven voor welke items dit van toepassing is.
In sommige situatie is het ook mogelijk om in de 2de fase van handhaving te kiezen voor de sanctie van bestuursdwang. In de onderstaande tabel is aangegeven voor welke items dit van toepassing is.