Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet waardering onroerende zaken hoofdstuk 5
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-1997 | nieuwe regeling | 28-11-1997 De Bunschoter, 24-12-1997 |
B1 Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie
Het college van burgemeester en wethouders van Bunschoten;
Gelet op het bepaalde in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;
Beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie.
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor één eigendom meer personen als (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen mag de gemeente op grond van artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan één van de belanghebbenden verzenden. De gemeente Bunschoten hanteert de hierna aangegeven voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij is beoogd de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet WOZ, zijn de Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen van overeenkomstige toepassing.
Bunschoten, 28 november 1997
Het college van burgemeester en wethouders van Bunschoten
de sektretaris, de burgemeester,
B2 Toelichting op de beleidsregels voor het aanwijzen van een WOZ- belanghebbende in een keuzesituatie
Artikel 24 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) bepaalt dat de WOZ-beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan:
Ter vergelijking: bij de onroerende-zaakbelastingen gaat het om het begin van het kalenderjaar (artikel 220 van de Gemeentewet; artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen Bunschoten 1997).
Met betrekking tot de gebruikers bevat artikel 24 (Wet WOZ) voorts een met artikel 220b, eerste lid (Gemeentewet) overeenkomstige regeling. Dit betekent dat:
Gelet op de overeenkomstige wettelijke formulering hebben wij de keuze van de persoon die de WOZ-beschikking tenaamgesteld krijgt, aangesloten bij de beleidsregels voor de aanslagen onroerende-zaakbelastingen. Daarmee wordt voor de meeste gevallen tevens bewerkstelligd dat degene die de WOZ-beschikking ontvangt, ook de aanslag onroerende-zaakbelastingen krijgt. Dit betekent dat de onderdelen 1, 2 en 3 van de beleidsregels voor het aanwijzen van de belastingplichtige in een keuzesituatie van overeenkomstige toepassing zijn.