Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland |
Citeertitel | Mandaatregeling Lansingerland 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2011 | 01-01-2013 | Aangepaste regeling | 12-01-2011 | BW1000332 / T10.10168 |
Mandaatregeling Lansingerland 2011
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland en de burgemeester van de gemeente Lansingerland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft; Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht Lansingerland;overwegende - dat op 4 januari 2007 het organisatiebesluit Gemeente Lansingerland in werking is getreden;- dat daarin de organisatiestructuur van het ambtelijk apparaat van de gemeente Lansingerland is beschreven als mede de taken van de organisatieonderdelen;- dat in dit mandaatbesluit de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken rechtmatig uit te voeren;
Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Lansingerland
Het college en de burgemeester verlenen mandaat aan de 1ste functionaris voor de in het register genoemde algemene en bij zijn functie genoemde specifieke aangelegenheden.De 1ste functionaris die het mandaat van het college of de burgemeester ontvangen heeft, kan de door hem ontvangen bevoegdheden ondermandateren aan de 2de functionaris als bedoeld in het register.
Artikel 5 Overleg met portefeuillehouder
De gemandateerde treedt vóór uitoefening van het mandaat in overleg met de portefeuillehouder indien:a. De uitoefening van het mandaat leidt tot overschrijding van de begroting of het toegekende budget; b. De uitoefening van het mandaat, naar redelijkerwijs mag worden aangenomen, in verband staat met politiek gevoelige of zwaarwichtige aangelegenheden, of leidt tot beleidsvorming of precedentenwerking.
Bij de uitoefening van mandaat worden stukken als volgt ondertekend: - Als het gaat om een bevoegdheid van burgemeester en wethouders: “Namens burgemeester en wethouders van Lansingerland,”- Als het gaat om de burgemeester: “Namens de burgemeester van Lansingerland,”gevolgd door de functieaanduiding van de gemandateerde, zijn handtekening en zijn naam.
Bij de uitoefening van een ondertekeningsmandaat zoals bedoeld in artikel 10:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden stukken als volgt ondertekend: - Als het gaat om een bevoegdheid van burgemeester en wethouders: “Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit,”- Als het gaat om de burgemeester: “Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit,”gevolgd door de functieaanduiding van de gemandateerde, zijn handtekening en zijn naam.
Artikel 9 Schakelbepaling volmachten en machtigingen
Deze mandaatregeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een functionaris, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.
Vastgesteld in Lansingerland op 11 januari 2011.
Burgemeester en wethouders van Lansingerland,
de secretaris, de burgemeester,
Drs. Ing. A. Eijkenaar E.H. van Vliet
De burgemeester van Lansingerland,
E.H. van Vliet
1 Mandaatregister Lansingerland 2011
MANDAATREGISTER LANSINGERLAND 2011
Mandaten, ondermandaten, volmachten en machtigingen
2. Mandaten met betrekking tot personeel en organisatie:
Bij besluiten tot vaststelling en wijziging van de bepalingen van de CAR/UWO geldt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn. De mandaten op grond van de CAR/UWO zijn talrijk; het zou niet inzichtelijk zijn al deze mandaten te vermelden. Er is daarom gekozen om in onderstaand overzicht alleen de uitzonderingen op te nemen, zijnde de bevoegdheden die het college aan zichzelf heeft gelaten, waarvan de algemeen directeur bij enkele bevoegdheden het voornemen uit mag spreken. Vervolgens worden nog drie bevoegdheden genoemd, die zijn gemandateerd aan externe organen ABP en Loyalis. De overige bevoegdheden op basis van de CAR/UWO zijn gemandateerd aan de algemeen directeur.
3. Mandaten met betrekking tot strategische ontwikkeling:
5. Mandaten met betrekking tot vergunningverlening en handhaving:
Mandaten ten aanzien van de Algemene Plaatselijke Verordening:
Mandaten ten aanzien van bijzondere wetten:
Mandaten ten aanzien van de markt:
Mandaten ten aanzien van bouwen en ruimtelijke ordening (zie voor aanvragen die ná 1 oktober 2010 zijn ontvangen ook de Wettelijke bepaling omgevingsvergunning in deze regeling):
Mandaten ten aanzien van handhaving:
Mandaten ten aanzien van de wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), voor aanvragen die zijn ingediend vanaf 1 oktober 2010:
6. Mandaten met betrekking tot financiën:
7. Mandaten met betrekking tot beheer en onderhoud:
8. Mandaten met betrekking tot publiekszaken:
9. Mandaten met betrekking tot economische zaken en welzijn:
10. Mandaten met betrekking tot projecten:
11. Mandaten met betrekking tot informatievoorziening en faciliteiten:
Er worden dagelijks in naam van de gemeente veel besluiten genomen, opdrachten verstrekt en overeenkomsten afgesloten. Het is voor een ieder van belang om te weten wie bevoegd is om zulke (rechts)handelingen te verrichten. De verdeling van deze bevoegdheden wordt geregeld in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Lansingerland (hierna: Mandaatregeling Lansingerland). Door het verlenen van mandaat worden het college en de burgemeester ontzorgd van besluitvormingstaken, zodat zij zich meer kunnen richten op de bepaling van de hoofdlijnen en het stellen van doelen voor de (middel-)lange termijn. Verder kan het verlenen van een bevoegdheid in mandaat ervoor zorgen, dat de administratieve procedures sneller doorlopen kunnen worden. Dit heeft tot gevolg dat de dienstverlening richting de burger kan verbeteren en de organisatie klantvriendelijker wordt, wat goed past in de doelstellingen van de gemeente Lansingerland, om de dienstverlening te verbeteren en de regeldruk te verminderen.
De mandaatregeling heeft verschillende gebruikersgroepen. Ten eerste zijn er externe gebruikers, die willen weten of iemand al dan niet bevoegd is. Daarnaast zijn er interne gebruikers, die bij het voorbereiden van een beslissing naar de juiste bevoegde functionaris zoeken. Tot slot is natuurlijk voor functionarissen zelf van belang te weten, waarvoor zij gemandateerd zijn c.q. welke bevoegdheden zij gemandateerd hebben.
Onderscheid mandaat, volmacht en machtiging
In de toelichting wordt het begrip mandaat gebruikt voor de verdeling van de bevoegdheden. Formeel worden de bevoegdheden van het college en de burgemeester onderverdeeld in het verlenen van mandaat voor het nemen van publiekrechtelijke besluiten (bijv. vergunningverlening), het verlenen van volmacht voor privaatrechtelijke rechtshandelingen (bijv. opdrachtverstrekkingen) en het verlenen van machtiging voor andere handelingen (bijv. de voorbereiding van besluiten, zitting nemen in overlegverbanden, het houden van een toespraak, het voeren van onderhandelingen).
Het college respectievelijk de burgemeester blijft altijd verantwoordelijk voor een in mandaat genomen besluit. Van een functionaris wordt dan ook verwacht dat er voldoende politieke sensitiviteit aanwezig is om te kunnen beoordelen of een besluit wel in mandaat genomen mag worden. Daarnaast dient een functionaris bij de uitoefening van in mandaat gekregen bevoegdheden de wet- en regelgeving in acht te nemen. Tenslotte dient een functionaris te handelen in overeenstemming met gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Uitgangspunten van het mandaatbesluit
Het mandaatbesluit gaat uit van een systeem waarbij het college en de burgemeester het merendeel van haar bevoegdheden mandateert aan de algemeen directeur, (de 1ste functionaris). De gemeentesecretaris kan vervolgens ondermandaat verlenen voor bepaalde bevoegdheden aan de in het mandaatregister genoemde 2de functionarissen. Dit zijn over het algemeen afdelingshoofden.
In de meeste gevallen kan de 2de functionaris opnieuw ondermandaat verlenen aan de in het mandaatregister genoemde 3de functionarissen. Dit zijn over het algemeen teamleiders of medewerkers.
Daarnaast is er nog een aantal bevoegdheden die gemandateerd zijn aan externe partijen.
Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie
Uitgangspunt is dat de bevoegdheden uiteindelijk zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Om integraal management serieus vorm te geven en toch de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie te leggen, worden de mandaten in principe verleend aan het afdelingshoofd (via de algemeen directeur), met de aantekening dat ondermandatering door het afdelingshoofd voor het dagelijkse werk wenselijk is. Dit brengt met zich mee dat een goede verantwoording van in mandaat genomen besluiten noodzakelijk is.
Een mandaatregeling is alleen zinvol als de daarin opgenomen informatie actueel is. De afdeling Bestuurszaken/juridische zaken houdt de verleende en ingetrokken ondermandaten bij in het register en publiceert deze. In de praktijk verstrekken de afdelingshoofden de besluiten tot het verlenen of intrekken van ondermandaten aan Bestuurzaken/juridische zaken. Ook ondermandaten zijn pas van kracht nadat deze bekendgemaakt zijn.
Degenen die bevoegd zijn opdrachten te verstrekken via het mandaatregister, mogen de gemandateerde begrotingsposten niet overschrijden. Onder het verlenen van een opdracht wordt verstaan het aangaan van een verplichting met financiële consequenties. De grensbedragen zijn genoemd in het register onder algemene mandaten.