Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg voor de gemeente Maastricht 2008 en de tarieventabel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg voor de gemeente Maastricht 2008 en de tarieventabel
CiteertitelVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg voor de gemeente Maastricht 2008 en de tarieventabel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlagenAdvieskaart Legenda Waardenkaart Waardenkaart

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-12-2007Onbekend

18-12-2007

Gemeentebald 2008 - C 2

113-2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg voor de gemeente Maastricht 2008.

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Tongerseweg in Maastricht;

  • b.

    eigen graf:een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot :

* het doen begraven en begraven houden van lijken;

* het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

c.eigen kindergraf:een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

* het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

* het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

d.eigen grafkelder: een betonnen of gemetselde ruimte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

* het doen begraven en begraven houden van lijken;

* het doen bijzetten en bijgezet houden van asbusbussen met of zonder urn;

e.eigen Israëlitisch graf: een graf op het bijzondere gedeelte van de begraafplaats, uitsluitend bestemd voor een kerkelijke gemeenschap, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot :

* het doen begraven en begraven houden van lijken;

* het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • f.

    eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • g.

    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • h.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken ( nog niet beschikbaar);

  • i.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een eigen urnengraf;

  • j.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • k.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • l.

    verstrooiingsveld: een permanent daartoe bestemde plaats op de gemeentelijke begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • n.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • o.

    administrateur: de ambtenaar die belast is met de begraafplaatsadministratie;

  • p.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht;

  • q.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een eigen graf, een eigen kindergraf, eigen grafkelder, een eigen urnengraf, een eigen urnennis, of het doen verstrooien van as op een verstrooiingsplaats;

  • r.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • s.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het bestuursorgaan een grafrecht of het gebruik wordt verleend;

  • t.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een eigen graf, eigen kindergraf, eigen grafkelder of het recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een eigen urnengraf of eigen urnennis dan wel het recht om as te verstrooien op een verstrooiingsplaats;

  • u.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf;

Artikel 2

Begrippen eigen graf en algemeen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder ‘eigen graf’ mede verstaan: eigen kindergraf, eigen grafkelder, eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen Israëlitisch graf.

Artikel 3

Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de aanwezige administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het doen delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 4

Bestemming

1.De onder artikel 1, lid a, genoemde begraafplaats is bestemd voor:

* het begraven en begraven houden van lijken;

* het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

* het verstrooien van as van personen.

2.Het bestuursorgaan kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats,

waarbij de regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen.

HOOFDSTUK 2 INDELING EN ADMINISTRATIE VAN DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 5

Verantwoording

1.Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat er van de begraafplaats een gewaarmerkte plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Artikel 6

Register

  • 1.

    De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het bestuursorgaan door te geven.

  • 3.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde rechten, aan het gemeenteloket stadskantoor Mosae Forum Markt een uittreksel ten aanzien van hun graf of nis verkrijgen, .

HOOFDSTUK 3 OPENSTELLING VAN DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 7

Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk op de bepaalde openingstijden.

  • 2.

    De toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, zonder meerderjarige geleide.

  • 3.

    De openingstijden zijn, behoudens door het bestuursorgaan te verlenen ontheffing

* Op alle dagen van de week in de periode:

1 april t/m 31 oktober van 08:00 – 20:00 uur

1 november t/m 31 maart van 08:00 – 16:30 uur

* Op Allerheiligen en Allerzielen van 08:00 – 16:30 uur

  • 4.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, behoudens door het college te verlenen ontheffing.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan de toegangen of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 8

Tijden van begraven en asbezorging

1.De tijd van het begraven van stoffelijke resten is:

* Op werkdagen van 9:00 – 15:00 uur

* Op zaterdagen en zondagen van 9:00 – 14:00 uur

De tijd van het bezorgen van de as is:

* Op werkdagen van 9:00 – 15:00 uur

  • 2.

    Op algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden geen begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats.

  • 3.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande, vastgesteld.

  • 4.

    Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen van de dagen en tijden en tijdstippen, genoemd in lid 1, 2 en 4 van dit artikel afwijken.

HOOFDSTUK 4 ORDEMAATREGELEN

Artikel 9

Verboden

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen, de paden en overige voorzieningen te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • f.

      dieren mee te nemen, met uitzondering van een hond ter begeleiding van een blinde;

    • g.

      dieren te begraven;

    • h.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • i.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • j.

      ets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens / scootmobielen, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

    • c.

      Fietsend of met (snor)brommer te rijden, personeel van de begraafplaats uitgezonderd.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 2 onder punt a, van dit artikel.

Artikel 10

Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het bestuursorgaan, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4.

    In de week voor de gemeentelijke dodenherdenking en in de week voor Allerheiligen en Allerzielen is het niet toegestaan dat steenhouwers werkzaamheden op de begraafplaatsen verrichten.

  • 5.

    Tijdens begravings-, bijzettings- en verstrooiingsplechtigheden dient in de nabijheid van de afscheidslocatie stilte in acht genomen te worden.

  • 6.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd.

  • 7.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de qegraafplaats worden ontzegd.

Artikel 11

Plechtigheden

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren schriftelijk worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

HOOFDSTUK 5 INDELING BEGRAAFPLAATS EN ONDERSCHEID GRAVEN

Artikel 12

Uitgifte en indeling graven

  • 1.

    Een eigen graf wordt, indien het een nieuw graf betreft gelegen in de vakken die behoren tot de uitbreiding na 2005, in volgorde van ligging uitgegeven. Betreft het een A of B- locatie binnen de bestaande vakken kan in overleg met de beheerder een ruimte uitgezocht worden, met in acht neming van het gestelde in de legenda van de bij deze verordening behorende waardenkaart, zoals bedoeld in artikel 38.

  • 2.

    Het bestuursorgaan behoudt zich het recht voor een eigen graf toe te wijzen anders dan voor directe begraving en aansluitend op de reeds uitgegeven graven, indien dit gezien de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is en met in acht neming van het gestelde in de legenda van de bij deze verordening behorende waardenkaart.

  • 3.

    Het bestuursorgaan behoudt zich het recht voor om bij nader vast te stellen regels de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 13

Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven;

    • b.

      eigen kindergraven;

    • c.

      eigen grafkelders;

    • d.

      eigen urnengraven;

    • e.

      eigen urnennissen;

    • f.

      eigen Israëlitische graven;

    • g.

      algemene graven.

De onderdelen b en e zijn op dit moment nog niet beschikbaar

2.Asverstrooiing vindt plaats op het daartoe aangewezen verstrooiingsveld, vak L.

Artikel 14

Categorieën

  • 1.

    De begraafplaats is verdeeld in vakken die worden aangeduid door een letter. De vakken zijn verdeeld in grafruimten aangeduid met een nummer.

  • 2.

    Eigen graven worden onderverdeeld in 3 locaties:

* Locatie A is gelegen langs de hoofdpaden;

* Locatie B is gelegen langs de zijpaden;

* Locatie C is gelegen in het vak.

3.Het bestuursorgaan kan afwijken in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in lid 1.

Artikel 15

Aantal overledenen en asbussen

  • 1.

    In een eigen graf kunnen:

    • -

      maximaal 3 lijken worden begraven;

    • -

      maximaal 3 lijken worden begraven en maximaal 3 asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 2.

    In een eigen kindergraf kunnen:

    • -

      maximaal 1 lijk worden begraven;

    • -

      maximaal 1 lijk worden begraven of maximaal 1 asbus met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 3.

    In een eigen grafkelder kunnen afhankelijk van het type grafkelder:

    • -

      maximaal 2 tot 6 lijken worden begraven ( afhankelijk van het aantal aanwezige nissen)

    • -

      maximaal 3 asbussen per vrije nis geplaatst worden.

  • 4.

    In een eigen urnengraf kunnen maximaal 3 asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 5.

    In een eigen urnennis kunnen maximaal 2 asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

  • 6.

    In een eigen Israëlitisch graf kan:

    • -

      maximaal 1 lijk worden begraven;

  • 7.

    In een algemeen graf kunnen maximaal 3 lijken worden begraven.

Artikel 16

Termijn eigen graven

  • 1.

    Het bestuursorgaan verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

3.

  • a.

    Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijk minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanig periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.

  • b.

    De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 25, lid 1, bedoelde personen.

  • c.

    De onder lid 3a, van dit artikel, bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.

  • d.

    Het bestuursorgaan heeft de mogelijkheid om bij de derde verlenging of een latere verlenging van het grafrecht het graf te verplaatsen naar een andere locatie op de begraafplaats.

    • 4.

      Een uitsluitend recht op een eigen graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

    • 5.

      Een recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 25, lid 1.

    • 6.

      Het in lid 1 van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

Artikel 17

 

Termijnen Israëlitische graven

  • 1.

    Israëlitische graven worden uitgegeven voor onbepaalde tijd. Een stoffelijk overschot mag niet worden geruimd, dan alleen op schriftelijk verzoek en kosten van de gebruiker.

  • 2.

    Het in lid 1 van dit artikel bedoelde uitsluitend recht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Rechthebbenden kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

Artikel 18

Termijnen algemene graven (nog niet beschikbaar)

  • 1.

    Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en kosten van de gebruiker, in een nieuw eigen graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde gebruik wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte. Gebruikers kunnen, tegen betaling van de daarvoor verschuldigde kosten, een duplicaatakte verkrijgen.

Artikel 19

Grafkelders

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder op het gedeelte van de begraafplaats dat door het bestuursorgaan daartoe is bestemd.

  • 2.

    Het bestuursorgaan stelt nadere regels voor de afmetingen van de ruimte welke voor het stichten van een grafkelder beschikbaar wordt gesteld.

  • 3.

    Het stichten van een grafkelder geschiedt door de zorg van de aanvrager na verkregen vergunning van het bestuursorgaan.

  • 4.

    Degene, die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

  • 5.

    Het openen van een grafkelder met een ontsluiting van bovenaf, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft verleend.

Dit is niet van toepassing op de grafkelders met een ontsluiting per nis.

6.Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

HOOFDSTUK 6 VEREISTEN VOOR BEGRAVING OF BIJZETTING

Artikel 20

Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 24 uur voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk kennis aan de administrateur. Zaterdag geldt niet als werkdag.

  • 2.

    Indien het bestuursorgaan verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of de bezorging van as dan wel een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overgelegd.

Artikel 21

Openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door of in opdracht van de beheerder van de begraafplaats.

  • 2.

    De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 22

Te overleggen documenten

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder. Een verlof tot begraven wordt afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijk stand van de gemeente.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

Artikel 23

Begraving

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 door de beheerder.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikels 19 en 21 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;

    • b.

      alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.

Artikel 24

Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3.

    Het is rechthebbenden of gebruikers niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en / of vervuilend zijn.

HOOFDSTUK 7 TARIEVEN

Artikel 25

Tarievenlijst en termijnen

  • 1.

    De toegepaste tarieven worden vastgesteld door de raad en openbaar gemaakt in de tarievenlijst behorende bij de “Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg".

  • 2.

    Daarbij wordt tevens aangegeven, wanneer of binnen welke termijn de betreffende kosten voldaan moeten zijn.

HOOFDSTUK 8 GRAFRECHTEN

Artikel 26

Overdracht

  • 1.

    Een grafrecht van een eigen graf kan worden overgedragen door overlegging aan de administrateur van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het bestuursorgaan bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het bestuursorgaan het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Artikel 27

Afstand doen graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het bestuursorgaan schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 28

Vervallen grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het onderhoudsrecht ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een eigen graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 25, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

  • 4.

    Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en/ of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting zal na het vervallen van het grafrecht door of namens het bestuursorgaan worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

HOOFDSTUK 9 GEDENKTEKENS EN GRAFBEPLANTINGEN

Artikel 29

Vereisten grafbedekking

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het bestuursorgaan grafbedekking of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of te verwijderen.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen kan het bestuursorgaan nadere regels vast stellen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • e.

      de funeraire schoonheidscommissie negatief adviseert (zie ook artikel 40).

  • 5.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen op algemene graven en eigen graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

  • 6.

    Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

Artikel 30

Onderhoud gemeente

Het bestuursorgaan voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.

Artikel 31

Onderhoud rechthebbende/ gebruiker

  • 1.

    Dit artikel is van toepassing voor zover dit onderhoud niet bij de houder van de begraafplaats berust.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Hiertoe behoort ook het onderhoud van de letters en andere figuren op het gedenkteken, indien nodig het opnieuw stellen van het gedenkteken en de zorg van de grafbeplanting. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken gescheiden te worden gedeponeerd.

  • 3.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig het gedenkteken doen verwijderen.

  • 4.

    De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van het gedenkteken en / of de grafbeplanting.

  • 5.

    Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

Artikel 32

Aansprakelijkheid

  • 1.

    De in artikel 28 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het bestuursorgaan het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4.

    Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het bestuursorgaan bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.

  • 5.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het bestuursorgaan direct maatregelen treffen.

Artikel 33

Tijdelijke verwijdering

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een eigen graf of algemeen graf geschiedt namens de rechthebbende of gebruiker en is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

HOOFDSTUK 10 RUIMEN VAN GRAVEN

Artikel 34

Ruiming graf

  • 1.

    Het voornemen van het bestuursorgaan om een graf te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven of verstrooid op een door het bestuursorgaan aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een eigen graf, eigen kindergraf, eigen grafkelder of eigen Israëlitisch graf kan bij de administrateur een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een ander graf.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 5.

    De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een eigen graf.

  • 6.

    Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 3, 4, en 5 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 7.

    De kosten welke gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 3, 4, en 5 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

Artikel 35

Losse voorwerpen

  • 1.

    De op de graven geplaatste losse voorwerpen blijven ter beschikking van de rechthebbende en gebruiker, gedurende een periode van 3 maanden na beëindiging grafrechtcontract c.q. ruiming van het betreffende graf.

  • 2.

    Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op deze voorwerpen aan het bestuursorgaan zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 36

Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het bestuursorgaan aangewezen personen.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan nadere regels stellen voor het delven van graven

HOOFDSTUK 11 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 37

Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

1.Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van een kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens deze verordening.

Het bestuur van een kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan een kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

3.Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van een kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

HOOFDSTUK 12 HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 38

Historische graven

  • 1.

    Het bestuursorgaan houdt een lijst bij van graven die bescherming genieten krachtens de Monumentenwet of de gemeentelijke monumentenlijst en/ of die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het bestuursorgaan of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven. De waardenkaart genoemd in art 28 is hiertoe leidraad.

  • 3.

    Het bestuursorgaan beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan met in achtneming van het gestelde in de Monumentenwet.

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan nadere regels stellen voor het plaatsen van de in het eerste lid genoemde grafbedekkingen

Artikel 39

Waardenkaart, handboek en kwaliteitscatalogus

1.Bij deze verordening hoort ‘Handboek voor beheer, gebruik en behoud;

cultuurhistorische analyse, waardenstelling en advies Monumentenhuis Limburg, datum februari 2002’, met advieskaart en een kwaliteitscatalogus welke zijn in te zien bij de beheerder.

  • 2.

    Tevens hoort bij deze verordening een waardenkaart met legenda, afkomstig uit het handboek genoemd in lid 1 van dit artikel, welke geacht wordt integraal onderdeel uit te maken van deze verordening.

  • 3.

    Deze waardenkaart met legenda, het handboek met advieskaart en de kwaliteitscatalogus met modellen vormen de grondslag voor beleid ten aanzien van de (her-)uitgifte van graven, waarbij de kleuren de volgende betekenis hebben:

    • a.

      Rood, bevriezen, geen (her-)uitgifte van graven of grafbedekking mogelijk tenzij er dwingende redenen zijn;

    • b.

      Groen, behouden, zeer beperkte heruitgifte van bestaande graven en grafbedekking mogelijk, nieuwe grafbedekking onder hoge kwaliteitseisen;

    • c.

      Paars, respecteren, beperkte heruitgifte van bestaande graven en grafbedekking mogelijk, nieuwe grafbedekking mogelijk onder kwaliteitseisen met gebruikmaking van de kwaliteitscatalogus;

    • d.

      Oranje, inspireren, heruitgifte van bestaande graven en grafbedekking mogelijk, nieuwe grafbedekking mogelijk onder hoge kwaliteitseisen

    • e.

      Geel, continueren, voor wat betreft die gedeeltes van de begraafplaats welke vallen onder de bescherming van de Monumentenwet, is heruitgifte van bestaande graven en grafbedekking mogelijk, nieuwe grafbedekking mogelijk onder kwaliteitseisen met gebruikmaking van de kwaliteitscatalogus.

    • f.

      Geel, continueren, overige gedeeltes en vakken, heruitgifte van bestaande graven en grafbedekking mogelijk, nieuwe grafbedekking conform het gestelde in artikel 28 van deze verordening.

    • g.

      Blauw, eigentijds, grafbedekking conform het gestelde in artikel 28 van deze verordening.

  • 2.

    De funeraire schoonheidscommissie en de beheerder worden geacht deze waardenkaart met legenda, het handboek met advieskaart en de kwaliteitscatalogus met modellen te hanteren als grondslag voor hun beslissingen.

HOOFDSTUK 13 KLACHTEN

Artikel 40

Klachten

  • 1.

    Ingezetenen en personen die in de gemeente een belang hebben kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuursorgaan een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan brengt deze beslissing omtrent de klacht terstond schriftelijk ter kennis van de klager.

HOOFDSTUK 14 FUNERAIRE SCHOONHEIDSCOMMISSIE

Artikel 41

Benoeming leden, taak

  • 1.

    De funeraire schoonheidscommissie adviseert burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd over de algemeen funeraire aspecten van de begraafplaats en meer speciaal over het monumentale karakter teneinde de continuïteit op het gebied van kwaliteit van de begraafplaats te verzorgen. Verder adviseert de commissie in alle gevallen waar zij in dit reglement daartoe bevoegd is, met inachtneming van artikel 38, lid 4.

  • 2.

    De leden van de commissie worden door de gemeenteraad benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd.

  • 3.

    De commissie telt ten minste drie leden en ten hoogste zeven leden, daaronder niet begrepen de beheerder.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders benoemen een ambtelijk secretaris en kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen.

  • 5.

    De leden van de commissie treden na verloop van een periode van vier jaren af. Zij zijn onmiddellijk herbenoembaar.

  • 6.

    Een lid dat ter vervulling van een — anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding — opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

  • 7.

    Het lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de functie waarin de benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 8.

    De beheerder van de begraafplaats heeft qualitate qua zitting in de commissie, echter zonder stemrecht.

  • 9.

    De commissie werkt volgens de bepalingen van een door haarzelf te maken reglement dat door burgemeester en wethouders wordt goedgekeurd.

  • 10.

    De commissie vergadert minstens vier keer per jaar.

  • 11.

    De commissie beraadslaagt in het openbaar, tenzij het onderwerp geen openbare behandeling, gelet op de kiesheid, verdraagt.

  • 12.

    Van de vergaderingen van de commissie wordt schriftelijk verslag gedaan aan burgemeester en wethouders

HOOFSTUK 15 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 42

Rechten en plichten

Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.

Artikel 43

Strafbepalingen

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met artikel 7 lid 1 en 3, artikel 9 lid 1 en 2 en artikel 10 lid 3 wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikel artikel 7 lid 1 en 3, artikel 9 lid 1 en 2 en artikel 10 lid 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 44

Verstrekking verordening

Een exemplaar van deze verordening wordt éénmalig kosteloos op verzoek aan de belanghebbende verstrekt. Meerdere exemplaren zijn tegen betaling van leges verkrijgbaar.

Artikel 45

Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.

Artikel 46

Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de gemeentelijke begraafplaats.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘ Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Maastricht in de vergadering van 18-12-2007

De Griffier,

Drs.E.H.A. Willems.

De Voorzitter,

Drs. G. Leers.

Nadere regels grafbedekkingen

Het gemeentebestuur van Maastricht;

gelet op de “Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht 2008”,d.d 18 december 2007;

besluit

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor de grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

 

Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • b.

    gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • c.

    grafbeplanting:vaste- en winterharde beplanting welke door de rechthebbende, de gebruiker en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

  • d.

    grafoppervlakte: de max. oppervlakte waarop een grafbedekking aangebracht mag worden

  • e.

    los voorwerp: een niet nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • f.

    duurzame materialen:vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas ( gehard en veiligheidsnorm), hout, keramiek, kunststof en metaal met uitzondering van gietijzer, welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is;

  • g.

    fundering: vier betonnen palen in het werk gestort.

Het is niet verplicht een grafbedekking c.q. grafteken te plaatsen.

AANVRAAG VERGUNNING

Artikel 2

Aanvraag en ontwerptekening

  • 1.

    Voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken is een door het bestuursorgaan verleende vergunning vereist.

  • 2.

    Een vergunning voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient schriftelijk bij het bestuursorgaan te worden aangevraagd, onder overlegging van een ontwerptekening, schaal 1:10 en een duidelijke omschrijving van de toe te passen materialen. De vergunning dient in drievoud door de rechthebbende op de daarvoor door de gemeente beschikbaar gestelde, verplichte formulieren bij de afdeling Burgerzaken ingeleverd te worden.

  • 3.

    Op deze ontwerptekening dient tenminste vermeld te worden:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte en lengtematen;

    • b.

      een verticale en horizontale doorsnede van het gedenkteken indien deze uit meer dan één deel bestaat;

    • c.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • d.

      de naam van het gebruikte materiaal, waarbij het overleggen van een monster kan worden geëist;

    • e.

      of de letters ingehakt, opgebracht, van metaal of ander materiaal zijn;

    • f.

      de tekst en/of figuratie en de plaatsing daarvan;

    • g.

      de plaats waar het grafnummer op het gedenkteken wordt aangebracht;

    • h.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken op de fundering;

    • i.

      de naam en de handtekening van de rechthebbende of gebruiker;

  • 4.

    De ontwerptekening dient minstens vier weken voor het plaatsen te worden ingediend bij het bestuursorgaan. Beoordeling hiervan vindt plaats door de begraafplaatsbeheerder. Het bestuursorgaan geeft bericht wanneer de rechthebbende of gebruiker het gedenkteken mag plaatsen. Bij afwijkingen van de genoemde maten en materialen beslist het bestuursorgaan.

  • 5.

    Het ontwerp en materiaalgebruik voor een gedenksteen binnen het historisch/monumentaal gedeelte wordt beoordeeld en vergund door het bevoegd bestuursorgaan, in deze de begraafplaatsbeheerder desgewenst aangevuld met de funeraire schoonheidscommissie.

  • 6.

    Tekstuele aanpassingen ten gevolge van een bijzetting dienen eveneens gemeld te worden;

Artikel 3

Verifiëring persoonsgegevens

Alvorens de vergunning wordt verleend, worden de persoonsgegevens van de overledene en het grafnummer geverifieerd.

GRAFOPPERVLAK

Artikel 4

Afmetingen grafoppervlak

  • 1.

    De afmetingen van het grafoppervlak bedragen van:

    • a.

      een volwassenengraf 2.00 m x 1.00 m.;

    • b.

      een kindergraf x.xx m x x.xx m;

    • c.

      een grafkelder 2.00 m x 1.00 m;

    • d.

      een urnengraf 0.60 m x 0.60 m / 0.80 m x 0.80 m;

    • e.

      een urnennis x.xx m x x.xx m.

GRAFBEDEKKING

Artikel 5

Duurzame materialen

Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt. Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere materialen.

Materiaalgebruik (nieuwe) gedenkstenen historisch/monumentaal gedeelte

Voor de gedenkstenen binnen het historische/monumentale gedeelte ( vakken A t/m Z en AA) gelden de volgende bepalingen:

  • -

    in de vorm dienen de nieuwe gedenkstenen qua monumentaliteit passend te zijn bij de reeds aanwezige gedenkstenen;

  • -

    materiaalgebruik dient overeenkomstig te zijn, dat wil zeggen bij voorkeur hardsteen of graniet al dan niet in combinatie met andere natuursteensoorten. De bewerkingen van het oppervlakte moeten terughoudend zijn, dat wil zeggen niet hoog-gepolijst maar bij voorkeur gezoet waardoor het materiaal zijn eigen expressie behoudt;

  • -

    de kleur van het toegepaste materiaal dient niet al te afwijkend te zijn van de reeds aanwezige monumenten;

  • -

    toepassingen van nieuwe materialen is toegestaan, mits de kwaliteit voldoende is en het materiaal zich “ingekeerd”presenteert: dus geen hoog-gepolijst of glimmende materialen;

  • -

    qua afwerking van nieuwe gedenkstenen is niet alleen een gezoet oppervlakte mogelijk, maar ook bewerkingen als boucharde, ceseel of puntbeitel;

  • -

    nieuwe toevoegingen kunnen worden afgemeten aan de reeds geplaatste hoogwaardige nieuwe gedenkstenen in bv. de vakken J en H.

  • -

    bronzen ornamenten en/of belettering is toegestaan mits de vorm en lettertype zich ingekeerd presenteert, dus geen glimmend materiaal.

Artikel 6

Afmetingen gedenkteken eigen graf

  • 1.

    Op een eigen graf of eigen kindergraf kan alleen een staand/ alleen een liggend/ zowel een staand als een liggend gedenkteken worden geplaatst. Ook een combinatie hiervan is toegestaan.

  • 2.

    De staande en liggende gedenktekens, de afdekplaten en de banden dienen geplaatst te worden op een betonnen funderingsplaat voorzien van een fundering van 4 stuks betonnen funderingspalen met een doorsnede van 20 cm. en met een lengte van tenminste 2.40 m tot op de vaste onderlaag. De betonnen funderingspalen in het werk storten, natte beton in de mengverhouding 3:2:1 (grind, zand, cement).

  • 3.

    Alle gedenktekens, zowel staand als liggend moeten een dikte hebben van minimaal 1/10 van de hoogte voor staande gedenktekens en minimaal 5 cm voor liggende gedenktekens.

  • 4.

    De afmetingen van een gedenkteken op een eigen graf bedragen:

* staand gedenkteken maximale een hoogte van 2.50 m boven maaiveld en maximale breedte van 1.00 m;

* liggend gedenkteken een maximale lengte van 2.00 m en maximale breedte van 1.00 m.

5.De afmetingen van een gedenkteken op een eigen kindergraf bedragen:

* staand gedenkteken een maximale hoogte van x.xxm en maximale breedte van x.xxm;

* liggend gedenkteken een maximale lengte van x.xxm en maximale breedte van x,xxm.

6.De afmetingen van een gedenkteken op een eigen Israëlitisch graf bedragen:

* staand gedenkteken een maximale hoogte van 2.50 m en maximale breedte van 1.00 m;

* liggend gedenkteken een maximale lengte van 2.00 m en maximale breedte van 1.00 m.

7.Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen.

Artikel 7

Afmetingen gedenksteen eigen grafkelder

  • 1.

    Op een grafkelder kan zowel een staand als een liggend gedenkteken worden geplaatst. Ook een combinatie hiervan is toegestaan.

  • 2.

    De staande en liggende gedenktekens of afdekplaten dienen geplaatst te worden op een betonnen funderingsplaat. Een staand gedenkteken mag uitsluitend worden aangebracht op een door de gemeente goedgekeurde fundering.

  • 3.

    Alle gedenktekens, zowel staand als liggend moeten een dikte hebben van minimaal 1/10 van de hoogte voor staande gedenktekens en minimaal 5 cm voor liggende gedenktekens.

  • 4.

    De afmetingen van een gedenkteken op een grafkelder bedragen:

* staand gedenkteken een maximale hoogte van 2.50 m en maximale breedte van 1.00 m;

* liggend gedenkteken een maximale lengte van 2.00 m en maximale breedte van 1.00 m.

5.Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen.

Artikel 8

Afmetingen gedenksteen eigen urnengraf

De afmetingen van een gedenksteen op een eigen urnengraf (urnenkelder) dat is gelegen in de urnentuin; de vakken K en M, bedragen:

* een maximale hoogte van 0.60 m;

* een maximale breedte van 0.60 m;

* een maximale lengte van 0.65 m.

De gedenktekens op de urnengraven in de vakken KK t/m GG dienen geplaatst te worden binnen de aanwezige hardstenen borduren met een maximale hoogte van 0.60 m.

De hoogte wordt gerekend vanaf het maaiveld c.q vanaf de borduren.

De staande en liggende gedenktekens, de afdekplaten en de banden dienen geplaatst te worden op een betonnen funderingsplaat voorzien van een fundering van 4 stuks betonnen funderingspalen met een doorsnede van 15 cm. en met een lengte van tenminste 1.20 m tot op de vaste onderlaag. De betonnen funderingspalen in het werk storten, natte beton in de mengverhouding 3:2:1 (grind, zand, cement).

Artikel 9

Gedenksteen eigen urnennis

  • 1.

    De urnennissen mogen uitsluitend worden afgesloten met door de gemeente beschikbaar gestelde afdekplaten.

  • 2.

    De afdekplaten worden door of vanwege de beheerder er uitgehaald en na belettering weer teruggeplaatst.

  • 3.

    In de open urnennissen mogen alleen sierurnen geplaatst te worden.

Artikel 10

Afmetingen gedenksteen algemeen graf.

  • 1.

    Op een algemeen graf kan geen eigen gedenkteken worden geplaatst.

  • 2.

    Er kan tegen betaling gebruik gemaakt worden van een standaard zwart granieten plaat van 0.30 x 0. 30 m. waarop een tekst in gefreesd kan worden.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen.

Artikel 11

Overige technische bepaling gedenkteken.

  • 1.

    Het gedenkteken is bij voorkeur uit één stuk vervaardigd en bestaat in andere gevallen uit meerdere delen die middels een deugdelijke constructie aan elkaar zijn verbonden.

  • 2.

    Indien het gedenkteken een voetstuk of sokkel bevat, is het plaatsen van één of meerdere doken verplicht.

  • 3.

    Binnen het historisch, monumentaal gedeelte ( vakken A t/m Z en AA) mogen op een gedenkteken geen afbeeldingen van de begravene worden aangebracht tenzij deze is ingehakt in het gedenkteken.

Artikel 12

Verwijderen en herplaatsen grafbedekking

  • 1.

    Met uitzondering van het bijzetten van asbussen in een urnennis moeten, voor zover nodig, voor het bijzetten van een lijk of een asbus in een eigen graf, eigen kindergraf, grafkelder, eigen urnengraf, grafbedekkingen door of namens de rechthebbende of gebruiker worden verwijderd of herplaatst.

  • 2.

    Rechthebbende die na beëindiging grafrecht-contract de aanwezige grafbedekking in eigen bezit willen krijgen, dienen op eigen kosten een erkende steenhouwerij opdracht te geven het gedenkteken af te breken.

Artikel 13

Losse voorwerpen

  • 1.

    Op een eigen graf, eigen kindergraf, algemeen graf kunnen potplanten en bloemen in vazen alsmede beelden of andere losse voorwerpen worden geplaatst. Tevens is het toegestaan op een graf losse bloemen te leggen.

  • 2.

    Voor een eigen urnennis geldt dat bloemen alleen in de daarvoor bestemde vaasjes mogen worden geplaatst, voor of in de buurt van de muur.

  • 3.

    Potplanten op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren of zijn afgestorven, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 4.

    Losse bloemen, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. De potten, linten, siervazen en overige voorwerpen worden na verwijdering gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende of gebruiker indien deze daartoe van tevoren een schriftelijke ( brief, fax of e-mail) aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

  • 5.

    Rechthebbenden en gebruiker dienen zelf voor het onderhoud van de potplanten te zorgen.

  • 6.

    Het is niet toegestaan dat er kettingen en hekwerken aan te brengen.

  • 7.

    Het is niet toegestaan op een graf één of meerdere kantafzettingen aan te brengen.

  • 8.

    Het is niet toegestaan buiten het grafoppervlakte grind en/of andere materialen aan te brengen ter verfraaiing van de grafbedekking.

Artikel 14

Firma/kunstenaarsnaam

Het vermelden van een firmanaam of enige andere reclame op een gedenkteken of onderdeel daarvan is verboden.

Het signeren van een als kunstwerk aan te merken gedenksteen of sierurn geschiedt aan de achterzijde.

Artikel 15

Grafnummer

Het grafnummer dient rechtsonder bovenop de voorzijde leesbaar op de grafbedekking door de steenhouwer aangebracht te worden. Minimale letterhoogte is 3cm, gegraveerd.

Artikel 16

Tijdstip van plaatsing

  • 1.

    Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen van tevoren schriftelijk per fax of e-mail kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Eventuele aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd.

  • 2.

    Het plaatsen van de gedenktekens dient plaats te vinden en afgerond te zijn op werkdagen van maandag t/m donderdag van 8.00 uur tot 16.00 uur en op vrijdag van 8.00 uur tot 12.00 uur.

  • 3.

    Alleen met toestemming van het personeel begraafplaats mogen werkzaamheden aan het gedenkteken worden verricht, behoudens het ter plaatse schoonmaken van het gedenkteken, de sierurn of sluitplaat met behulp van water en een borstel.

  • 4.

    De uitgevoerde werkzaamheden dienen ter goedkeuring te worden gemeld bij de beheerder dan wel het daartoe aangewezen personeel. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen van de tijden genoemd in lid 2 van dit artikel afwijken.

  • 6.

    Binnen één jaar na datum afgifte van de vergunning dient het gedenkteken te zijn geplaatst.

Artikel 17

Afval en beschadigingen

  • 1.

    Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen dienen van de begraafplaats te worden meegenomen.

  • 2.

    Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen moeten direct doch uiterlijk binnen 1 week worden hersteld.

GRAFBEPLANTING

Artikel 18

Afmetingen beplanting

  • 1.

    De oppervlakte van het eigen graf, eigen kindergraf of algemeen graf kan door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden beplant met gewassen. De beplanting mag, ook in volwassen staat, de voor de grafbedekking beschikbare oppervlakte, zoals in artikel 6 en artikel 10 is beschreven, niet overschrijden of moet door snoei binnen de gestelde proporties worden gehouden. De gewassen mogen niet hoger zijn dan 1.50 cm.

  • 2.

    Gewassen die buiten bovengenoemde ruimte geplant worden of overhangen, kunnen zonder aanschrijven van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

ONDERHOUD

Artikel 19

Onderhoud door gemeente

Zoals is genoemd in artikel 29 van de beheersverordening voorziet het bestuursorgaan in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafoppervlakken.

Artikel 20

Onderhoud door de rechthebbende/ gebruiker

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker is verplicht het gedenkteken en de betreffende beplanting op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan: het indien nodig opnieuw stellen van het denkteken, het uitvoeren van herstellingen van de graftekenen en losse voorwerpen, het verven of vergulden van de opschriften, het aanbrengen, onderhouden en vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige gewassen en het verwijderen van dode planten. Het afval dat vrijkomt bij het onderhoud dient door een ieder van de begraafplaats te worden meegenomen of in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 2.

    Indien de rechthebbende/ gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of indien nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden na verwijdering ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering van de grafbedekking, zoals bedoeld is in lid 2, van dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende/ gebruiker per aangetekende brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking.

  • 4.

    Verwelkte bloemen of kransen en kapotte onderdelen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

SLOTBEPALING

Artikel 21

Gedenktekens die reeds bestonden ten tijde van de inwerkingtreding van deze voorschriften, dan wel gedenktekens waarvoor ten tijde van de inwerkingtreding reeds een vergunning was verleend, en die afwijken van het in deze voorschriften bepaalde, mogen geplaatst blijven, respectievelijk geplaatst worden, maar hieraan kunnen geen rechten worden ontleend voor nog aan te vragen vergunningen tot het plaatsen van een gedenkteken.

Artikel 22

Conform het gesteld in artikel 28 van de Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht kan een gedenkteken direct door de beheerder worden verwijderd. De kosten van verwijderen worden verhaald op diegene die tot plaatsing is overgegaan.

Artikel 23

Citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit voor de grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht".

  • 2.

    Deze nadere regels treden in de plaats van alle voorafgaande voorschriften van de begraafplaats met betrekking tot de grafbedekkingen.

  • 3.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2008 .

Aldus vastgesteld door het Burgemeester en Wethouders in de vergadering van 16 oktober 2007.

De Secretaris,

Drs.J.D. Nauta.

De Burgemeester,

Drs. G. Leers.

Nadere regels delven van graven

Het gemeentebestuur van Maastricht;

gelet op de “Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht 2008”,d.d.18 december 2007;

besluit

vast te stellen de volgende:

NADERE REGELS voor het delven van graven op de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht.

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Grafdelven: het maken van ruimte voor het begraven van nieuwe overledene(n).

  • b.

    Ruimen: het leegmaken van een graf, waarbij de overblijfselen van de lijken zonder kist opnieuw op een begraafplaats ter aarde worden besteld.

  • c.

    Schudden: een vorm van ruimen waarbij de resten in het graf verzameld worden en onderin hetzelfde graf worden geborgen om opnieuw ruimte te maken voor het begraven van nieuwe overledenen.

Artikel 2 Wetgeving

  • 1.

    Omdat ‘schudden’ een vorm is van ruimen, is de Wet op de lijkbezorging (o.a. art. 31) onverminderd van toepassing.

  • 2.

    De werkzaamheden beschreven in deze nadere regels dienen verricht te worden conform de vigerende Arbo- richtlijnen.

Artikel 3 Beheer

Het delven van graven wordt:

  • 1.

    alleen verricht in opdracht van en onder begeleiding van de beheerder.

  • 2.

    uitgevoerd door personeel van een hiertoe geoutilleerd c.q. gecertificeerd bedrijf.

Artikel 4 Bevoegdheden

De bevoegdheden omtrent het openen, sluiten, ruimen en schudden van graven zijn van toepassing volgens artikel 36 van de verordening op het beheer en gebruik.

Artikel 5 Verantwoordelijkheden

  • 1.

    De grafdelver is te allen tijde verantwoordelijk voor de wijze van het delven en/ of openen van een graf.

  • 2.

    Tevens is de grafdelver aansprakelijk voor eventuele schade aan het betreffende graf en grafbedekking en aan aanpalende graven en grafbedekkingen.

HOOFDSTUK 2 TIJDEN EN ORDEMAATREGELEN

Artikel 6 Tijden van grafdelven

1.De tijden waarop een graf gedolven wordt zijn, behoudens door het bestuursorgaan te verlenen ontheffing:

Op werkdagen en zaterdagen gedurende het hele jaar tussen 07:00 uur en 10:00 uur.

  • 2.

    Het tijdstip van grafdelven wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder in overleg met het betrokken bedrijf vastgesteld.

  • 3.

    Indien het grafdelven niet in de tijdsperiode zoals genoemd in lid 1 van dit artikel afgerond kan worden, dient vooraf overleg met de beheerder plaats te vinden.

  • 4.

    Een graf dient tenminste vier uren voorafgaande aan de begraving gedolven te zijn.

Artikel 7 Ordehandhaving

  • 1.

    De grafdelver is verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3.

    Het is grafdelvers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het bestuursorgaan, werkzaamheden aan graven op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4.

    De beheerder is gerechtigd het werk stil te leggen indien hier naar zijn mening aanleiding voor is.

HOOFDSTUK 3 VEREISTEN VOOR GRAFDELVEN , RUIMEN EN SCHUDDEN VAN GRAVEN

Artikel 8 Toestemming

  • 1.

    De grafdelver dient zich bij aankomst en vertrek te melden bij de beheerder.

  • 2.

    Het delven en/of openen van een graf kan alleen geschieden na aanwijzing door en met schriftelijke goedkeuring van de beheerder op basis van een door de beheerder van de begraafplaats ingevuld formulier.

Artikel 9 Voorbereiding

Voorafgaande aan het grafdelven dienen de beheerder en het bedrijf dat de graven zal delven een inschatting te maken van de te verwachten mate van vertering van de resten in het te delven graf. Met onverteerde resten dient steeds met grote zorgvuldigheid en piëteit omgegaan te worden.

HOOFDSTUK 4 GRAFDELVEN , RUIMEN EN SCHUDDEN VAN GRAVEN

Artikel 10 Delven van een graf

1.Om ruimte te maken voor het begraven van nieuwe overledenen, kan een graf gedolven worden, zoals bedoeld in artikel 1 lid a.

Artikel 11 Ruimen van een graf

  • 1.

    Om opnieuw ruimte te maken voor het begraven van nieuwe overledenen, kan een graf geruimd worden, zoals bedoeld in artikel 1 lid b.

  • 2.

    Het ruimen van een graf gebeurd slechts wanneer de rechthebbende afstand gedaan heeft van het te ruimen graf.

Artikel 12 Schudden van een graf

  • 1.

    Om opnieuw ruimte te maken voor het begraven van nieuwe overledenen, kan een graf geschud worden, zoals bedoeld in artikel 1 lid c.

  • 2.

    Het schudden van een graf gebeurd slechts wanneer de rechthebbende afstand gedaan heeft van het te schudden graf.

Artikel 13 Afscherming

  • 1.

    Om reden van piëteit dient voor de aanvang van de werkzaamheden rond de plaats van opgraving een scherm te worden geplaatst dat het zicht op de werkzaamheden ontneemt.

  • 2.

    Het te gebruiken scherm, bedoelt in lid 1 van dit artikel, wordt door de gemeente Maastricht ter beschikking gesteld.

  • 3.

    Indien het bestuursorgaan de toegang tot of het deel van de begraafplaats waar het graf wordt gedolven tijdelijk heeft gesloten, en mits deze sluiting het zicht op het te delven graf ontneemt, is een scherm als bedoelt in lid 1 van dit artikel niet nodig.

Artikel 14 Openen en sluiten graf

  • 1.

    Uitkomende grond dient op een dusdanige manier verwerkt te worden dat er geen schade aan grafbedekkingen, paden e.d. ontstaat.

  • 2.

    Hiertoe wordt uitkomende grond in depot op schotten gelegd, die ter beschikking worden gesteld door de gemeente Maastricht, en afgedekt met zwart zeil.

  • 3.

    Indien er sprake is van het schudden van het graf dient de eerste 40 cm. gescheiden ontgraven te worden, tevens dienen zoveel als mogelijk de aanwezige bottenrestanten verzameld te worden en in een door de gemeente beschikbaar gestelde hiervoor geschikte kartonnen doos onderin hetzelfde graf op een diepte van 2,40 m. herbegraven te worden. Het verzamelen van de botten dient zorgvuldig en piëteitvol te geschieden.

  • 4.

    Het sluiten van een graf geschiedt zodanig dat de situatie voor en na het delven visueel gelijk is. Hiertoe behoort ook zonodig het herstel van beschadigde bestrating.

  • 5.

    Openliggende graven dienen tegen ongevallen beveiligd te worden.

  • 6.

    Met het sluiten van een graf mag pas begonnen worden nadat de nabestaande(n) niet meer op zicht- en hoorafstand zijn.

  • 7.

    In het geval dat meerdere begravingen tegelijkertijd of kort na elkaar plaatsvinden mag met het machinaal dichten pas worden begonnen nadat de nabestaande(n) van de laatste begraving buiten zicht- en hoorafstand zijn.

  • 8.

    Na het grafdelven dient de grafdelver de omgeving van het graf en de directe weg daar naar toe vrij te maken van obstakels, machines en dergelijke.

  • 9.

    De regels voor de inrichting van een graf, zoals beschreven in artikel 5 Lijkomhulselbesluit, dienen gevolgd te worden. Uitgaande van de hoogte van een kist dienen aangehouden te worden:

    • -

      Diepte kist in 3de laag: 2,40 meter beneden maaiveld;

    • -

      Diepte kist in 2de laag: 1,80 meter beneden maaiveld;

    • -

      Diepte kist in 1ste laag: 1,20 meter beneden maaiveld.

Artikel 15 Onvolledig verteerde resten

  • 1.

    Wanneer bij het schudden van een graf onverwacht een of meer onvolledig geskeletteerde overschotten worden aangetroffen dient het stoffelijk overschot opnieuw ter aarde te worden besteld.

  • 2.

    Indien de oorzaak van de onvolledige vertering in de bodemsituatie ligt (waterhuishouding, grondslag), dienen afdoende cultuurtechnische maatregelen getroffen te worden om herhaling bij hergebruik van het graf te voorkomen.

  • 3.

    Indien lijkhoezen, kleding of andere omhulsels oorzaak zijn van de onvolledige vertering, moeten die, voor zover mogelijk, worden verwijderd of geopend.

  • 4.

    De bij het delven van het graf aanwezige onvolledig geskeletteerde overschotten, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, worden begraven op een door het bestuursorgaan aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 5.

    Omdat juridisch geen sprake meer is van lijken in de zin van de wet, is het bij het begraven zoals bedoeld in lid 4 van dit artikel, niet nodig te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de inrichting van een graf, zoals omschreven in artikel 5 van het Besluit op de lijkbezorging. Een deklaag van 40 cm aarde dient minimaal aangehouden te worden.

Artikel 16 Grafbedekkingen

  • 1.

    Een graf wordt alleen gedolven nadat de grafbedekking van een eerder graf op die plek in zijn geheel verwijderd is.

  • 2.

    Het verwijderen en/of afvoeren van de grafbedekking gebeurt op kosten van de rechthebbende , uit te voeren door een steenhouwerij en/of grafdelver.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALING

Artikel 17 Citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Uitvoeringsbesluit voor het delven van graven op de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg te Maastricht".

  • 2.

    Deze nadere regels treden in de plaats van alle voorafgaande voorschriften van de begraafplaats met betrekking tot grafdelven.

  • 3.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2008.

Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders in de vergadering van 16 oktober 2007.

De Secretaris,

Drs. J.D. Nauta.

De Burgemeester,

Drs. G. Leers.

Toelichting bij verordening

Artikel 1, q

Rechthebbende: In de Eerste Kamer werd bij de schriftelijke voorbereiding van de Wlb de vraag gesteld wie of wat men onder de “rechthebbende op het graf” zou moeten begrijpen. De regering antwoordde dat men in de eerste plaats hier onder dient te verstaan, degenen aan wie een uitsluitend recht in de zin van artikel 28, eerste lid, is verleend. Die persoon wordt in de administratie van de begraafplaats genoteerd als rechthebbende. (Overigens kunnen dit ook meerdere personen zijn). In principe zijn ook de rechtsopvolgers “rechthebbende op het graf. In deze verordening is de rechtsopvolging nader geregeld in artikel 25.

Met artikel 25 wordt impliciet ook voorkomen dat de rechtsopvolging zich uit gaat breiden naar een ongelimiteerd aantal bloed- en aanverwanten omdat de overschrijving van het recht op een graf slechts aan een enkelvoudige persoon is toegestaan.

Artikel 23 en de brief van 31 januari LOB

De leden van de Landelijke Organisatie Begraafplaatsen (LOB), waarvan ook de Gemeente Maastricht lid is, ontvangen, gedateerd 31 januari 2002 een uitgebreide brief. Opgeroepen wordt om per 1 mei 2002 een aantal maatregelen te treffen om schoner te begraven. De maatregelen betreffen een verbod om zinken binnenkisten toe te laten, een gebod om afbreekbare lijkhoezen te gebruiken en een oproep om geen onnodige niet verteerbare voorwerpen mee te begraven.

De landelijke pers schenkt aandacht aan de oproep van de LOB. Dagblad De Telegraaf kopt op

5 maart 2002: “Begraven worden in panty taboe”.

Op 4 april 2005 verschijnt de eerste “witte lijst lijsthoezen” van de LOB met daarop: … één lijkhoes. Op 24 april verschijnt een persbericht met de tweede “witte lijst”, daarop twee goedgekeurde lijkhoezen: die van Design & Polymers uit Capelle aan den Ijssel en de 3B-BioBodyBag van IMG uit Gassel/Grave.

De LOB wijst er haar leden met nadruk op dat zij hun beheersverordeningen en reglementen moeten aanpassen conform de voorstellen in de brief van 31 januari 2002. De bepalingen in de verordeningen of reglementen ziijn de juridische basis voor te sluiten convenanten. De gemeente Maastricht kan bij inwerking treding van dit nieuwe reglement in die zin handelen.

Voor een toelichting op artikel 9 wordt kortheidshalve naar de uitgebreide toelichting van het LOB verwezen. Als aanhangsel aan deze toelichting is in Bijlage B toegevoegd: Convenant lijkhoezen LOB.

Artikel 12

Dit artikel biedt de mogelijkheid tot verstandig handelen als op kwetsbare plaatsen in bestaande vakken of rijen nieuwe grafplaatsen worden uitgegeven. Hier komt ook, via de waardenkaart en de funeraire schoonheidscommissie, aandacht voor het monumentale en historische karakter van de begraafplaats.

Artikel 37

Dit is een aanscherping van de tekst van het VNG-model om het monumentale en historische karakter van de begraafplaats te kunnen behouden.

Artikel 40

Gekozen is voor een funeraire commissie die, o.a. gebaseerd op de waardenkaart haar werkzaamheden verricht. Deze commissie zou moeten bestaan uit onafhankelijke deskundigen. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan een lokaalhistoricus, iemand uit de kringen van de Stichting de Tongerse Hof, een funerair deskundige, iemand uit de kringen van het LOB of De Terebinth. Maar ook een steendeskundige, heraldicus, genealoog, kunst- en cultuurhistoricus, groendeskundige, kenner van Joodse grafcultuur, kenner van de islamitische begraafcultuur, enzovoorts zou goede diensten kunnen bewijzen. Ten tijde van uitbreidingen zou men wellicht behoefte aan een funerair landschapsarchitect kunnen hebben.

Convenant lijkhoezen

(Genoemd in artikel 23 van de verordening op het beheer en gebruik van begraafplaats Tongerseweg Maastricht en in de toelichting bij de verordening)

28 juni 2002

Convenant lijkhoezen

De Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen, verder te noemen: de LOB, enerzijds

en het Platform Uitvaartwezen, anderzijds,

samen te noemen: partijen,

overwegende

  • -

    dat de stoffelijke overschotten van overledenen die worden begraven op een zo natuurlijk mogelijke wijze zonder onnodige belemmeringen dienen te ontbinden;

  • -

    dat werknemers van begraafplaatsen en bedrijven die belast zijn met opgravingen en ruimingen niet onnodig fysiek en psychisch belast moeten worden;

  • -

    dat de grond en het grondwater op een begraafplaats zo min mogelijk met niet natuurlijk verteerbare stoffen en materialen als gevolg van een begraving vervuild dienen te worden;

  • -

    dat de LOB begin 2002 haar leden heeft geadviseerd om een aantal regelende en feitelijke maatregelen te treffen om het bovenstaande tegen te gaan, te handhaven en te controleren;

komen overeen als volgt.

1.Partijen binden hun leden zich te houden aan de navolgende afspraken.

Lijkhoezen

2.1. Partijen hanteren als uitgangspunt dat bij een begrafenis slechts in omstandigheden dat dit voor de volksgezondheid en de arbeidsomstandigheden van personeel van partijen dringend wenselijk of noodzakelijk is, lijkhoezen worden gebruikt en geaccepteerd.

2.2. Partijen leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Op dit moment zijn die regels vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998.

2.3. Partijen zullen de rijksoverheid vragen te voorzien in een onafhankelijk en neutraal instituut, zijnde een overheidsdienst of een andere instelling, die beoordeelt en vaststelt welke merken en typen lijkhoezen voldoen aan de in het vorige lid bedoelde regels. Zolang als zodanig geen overheidsdienst of andere instelling door de rijksoverheid is aangewezen, zal de LOB dit beoordelen en vaststellen.

2.4. Partijen erkennen dat begraafplaatsen bevoegd zijn om de juiste toepassing van de in het tweede lid bedoelde regels te handhaven, te controleren en eventueel te sanctioneren, naast de reeds van toepassing zijnde regels van het strafrecht. Begraafplaatsen en crematoria zullen evenwel slechts controleren in die gevallen, waarin ernstige en gerechtvaardigde twijfel bestaat of de aanbieder van een stoffelijk overschot zich aan de afspraken van dit convenant en de in het tweede lid bedoelde regels houdt.

Zinken binnenkisten

3.Er worden bij begrafenissen geen kisten met een zinken binnenkist aangeboden of geaccepteerd, tenzij het om een tijdelijke begrafenis in afwachting van vervoer naar het buitenland gaat.

Kleding en grafgiften

4.1 De leden van het Platform adviseren nabestaanden om een overledene zo min mogelijk te kleden met kleding die onnodig en in een kist niet zichtbaar is (zoals schoeisel, panty's) en zo veel mogelijk in kleding van natuurlijke en ademende materialen. De wens van de overledene en die van de nabestaanden is evenwel doorslaggevend.

4.2. Overledenen mogen niet worden gekleed in rubber, latex of andere zuurstof ondoorlatende kleding en schoeisel.

4.3. Er worden geen niet-verteerbare, breekbare, glazen en harde kunststoffen voorwerpen in een kist bijgevoegd.

4.4. Indien nabestaanden de dringende wens hebben om van het vorenstaande af te wijken, pleegt een uitvaartverzorger overleg met de beheerder van de begraafplaats, die eventueel zelf met de nabestaanden contact opneemt. De beheerder is en blijft verantwoordelijk voor de materialen en voorwerpen die hij ter begraving toelaat.

Overgangssituatie

5.Indien de organisaties van toeleveranciers of andere leveranciers aan partijen kunnen melden dat hun leden voor binnenlands gebruik uitsluitend nog hoezen leveren die aan de in artikel 2.2 bedoelde regels voldoen, zal door partijen een datum worden bepaald per wanneer personen die een begrafenis bij een lid van de LOB aanmelden geen bewijs van aankoop van een lijkhoes meer hoeven te overleggen, indien bij een begrafenis een hoes is gebruikt. Het feit dat een hoes is gebruikt en van welk merk, dient wel altijd te worden gemeld.

Ingangstermijn

6.1. Dit convenant treedt in werking op 1 juli 2002.

6.2. Partijen verplichten zich zo spoedig mogelijk na ondertekening hun leden van de inhoud van het convenant in kennis te stellen.

6.3. Partijen zullen ook niet in het Platform Uitvaartwezen vertegenwoordigde organisaties uitnodigen om dit convenant mede te tekenen.

6.4. Het convenant heeft geen binding voor niet-leden van partijen.

Getekend te Wassenaar/Breda, 1 juli 2002

Bestuur LOB,

Mr. W.G.H.M. van der Putten, voorzitter.

Platform Uitvaartwezen,

Mr. Chr.G.J. Rutten, voorzitter.

Tarieven per 1 januari 2008

Betreft: Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats Tongerseweg Maastricht 2008.

Begraven

1 e uitgifte grafrecht.

-de vakken AA t/m MM en AB t/m AV

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 20 jaar, A – locatie € 1.375,00

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 20 jaar, B – locatie € 900,00

-de vakken A t/m H en J t/m V ; historisch, monumentaal gedeelte

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 20 jaar, A – locatie € 1.750,00

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 20 jaar, B – locatie € 1.350,00

-de vakken AA t/m MM en AB t/m AV

Grafrecht eigen graf ( koopgraf), periode 99 jaar, A – locatie € 6.500,00

-de vakken A t/m H en J t/m V ; historisch, monumentaal gedeelte

Grafrecht eigen graf ( koopgraf), periode 99 jaar, A – locatie € 9.500,00

-de vakken I, W, X,Y en Z; Joods gedeelte.

Grafrecht eigen graf ( Israëlitisch graf), periode onbepaalde tijd € 1.375,00

Algemeen / kosteloos graf, periode 15 jaar ( geen verlenging) € 575,00

2 e uitgifte / verlenging grafrecht.

-de vakken AA t/m MM en AB t/m AV

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 10 jaar, A – locatie € 687,50

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 10 jaar, B – locatie € 450,00

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 10 jaar, C – locatie € 250,00

-de vakken A t/m H en J t/m V ; historisch, monumentaal gedeelte

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 10 jaar, A – locatie € 875,00

Grafrecht eigen graf ( huurgraf), periode 10 jaar, B – locatie € 675,00

Aanvullend recht onderhoudskosten begraafplaats

  • -

    koopgraf 1e klas, per periode van 20 jaar, € 650,00

  • -

    koopgraf 2e klas, per periode van 20 jaar, € 450,00

  • -

    Israëlitisch graf, per periode van 20 jaar, € 450,00

Begraafrecht. Ma t/m vr. Za Zo en feestd.

  • -

    voor een persoon van 12 jaar en ouder € 250,00 375,00 500,00

  • -

    voor een persoon van 1 tot 12 jaar € 125,00 187,50 250,00

  • -

    voor een kind beneden 1 jaar of doodgeboren kind € 62,50 93,75 125,00

Het tarief van ma t/m vr. geldt tot 15.00 uur, daarna +25%

Het zaterdagtarief is tot 14.00 uur, daarna + 75%

Bovenvermelde tarieven zijn exclusief grafdelfkosten.

-uurtarief voorloper/begeleider € 55,00

Opgraven van een stoffelijk overschot.

Binnen de wettelijke periode van 10 jaar € 637,50

(Uitgevoerd door extern gecertificeerd bedrijf.)

Na de wettelijke periode van 10 jaar

  • -

    voor een persoon van 12 jaar en ouder € 425,00

  • -

    voor een persoon van 1 tot 12 jaar € 212,50

  • -

    voor een kind beneden 1 jaar of doodgeboren kind € 106,25

Ruimen/schudden van een graf met stoffelijk resten.

Verzamelen en herbegraven stoffelijke resten € 375,00

In combinatie met een nieuwe begraving € 225,00

Asbestemmingen

1 e uitgifte grafrecht:

Grafrecht eigen urnengraf ( huurgraf), periode 20 jaar,

  • -

    De vakken K en M: € 850,00

  • -

    De vakken KK, JJ, HH, GG: € 700,00

Grafrecht eigen urnennis ( huurgraf), periode 20 jaar,

-De nissen in vak ( nog niet beschikbaar) € ------

2 e uitgifte / verlenging grafrecht:

Grafrecht eigen urnengraf ( huurgraf), periode 10 jaar,

  • -

    De vakken K en M: € 475,00

  • -

    De vakken KK, JJ, HH, GG: € 375,00

Verlenging indien gewenst bij bijzetting:

Grafrecht per ontbrekend jaar,

  • -

    De vakken K en M: € 47,50

  • -

    De vakken KK, JJ, HH, GG: € 37,50

Asbusbijzetting:

  • -

    in een eigen graf € 145,00

  • -

    in een eigen urnengraf € 95,00

  • -

    in een algemene nis/kast; - het 1e jaar € 47,50

  • -

    vanaf het 2e jaar per jaar € 25,00

Asbus naar elders:

-meegeven van een asbus uit bestaand urnengraf / nis € 45,00

Asverstrooiing:

Voor het verstrooien van de as van een overledene:

  • -

    op het strooiveld begraafplaats de Tongerseweg in bijzijn familie € 145,00

  • -

    op het strooiveld begraafplaats de Tongerseweg zonder familie € 95,00

  • -

    op een bestaand eigen graf in bijzijn familie € 175,00

Het tarief van ma t/m vr. geldt tot 15.00 uur, daarna +25%

Het zaterdagtarief, + 50%, geldt tot 14.00 uur, daarna + 75%

Monumenten / gedenktekens

Het recht voor het plaatsen van graftekens bedraagt € 77,45

Het recht voor het bruikleen van bestaande monumentale graf/gedenktekens € 375,00

Onderhoud

Onderhouden van graftekens op eigen graven (koop en huur), tijdvak van 10 jaren € 450,00

 

Advieskaart

Legenda Waardenkaart

Waardenkaart