Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Incidenteel overnachten in sport-, verenigingsgebouwen en scholen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingIncidenteel overnachten in sport-, verenigingsgebouwen en scholen
CiteertitelIncidenteel overnachten in sport-, verenigingsgebouwen en scholen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-04-201120-03-2018Nieue regeling

12-04-2011

Streekbode 27 april 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Incidenteel overnachten in sport-, verenigingsgebouwen en scholen

Incidenteel overnachten in sport-, verenigingsgebouwen en scholen

1. Inleiding

Er vinden in de gemeente Leudal regelmatig meerdaagse evenementen plaats waarbij wordt overnacht in sport-, verenigingsgebouwen en scholen. In de gemeente Leudal zijn gedurende het jaar 2010 vier aanvragen behandeld voor het overnachten in sporthallen, een kleedlokaal en een clublokaal voor groepen mensen van 50 tot 80 personen. Op deze wijze wordt voorzien in goedkope overnachtingvoorziening bij dit soort evenementen. Het probleem is dat deze gebouwen in beginsel niet bedoeld en dus ook niet geschikt zijn voor overnachtingen. De betreffende gebouwen zijn met betrekking tot overnachtingen niet in overeenstemming met het oog daarop opgenomen eisen in het Bouwbesluit, de gemeentelijke Bouwverordening,het Gebruiksbesluit en het bestemmingsplan. Het behoeft geen toelichting dat bij gebouwen met een logiesfunctie (zoals een hotel) een totaal ander maatregelenpakket aan brandveiligheidsvoorzieningen van toepassing is dan bij een sporthal, verenigingsgebouw of school.

 

Nadat het college van burgemeester en wethouders van Leudal een aantal keren toestemming onder voorschriften heeft verleend om te overnachten in gebouwen die daarvoor niet bestemd zijn, is in de vergadering van 18 mei 2010 verzocht om een notitie waarbij de kaders voor de toetsing worden aangegeven.

 

Achtereenvolgens wordt ingegaan op het hetgeen wettelijk mogelijk is, hetgeen de VNG hierover adviseert, de voor- en nadelen met betrekking tot het incidenteel overnachten in daarvoor niet bestemde gebouwen. Tenslotte wordt tot een conclusie en aanbeveling gekomen.

2. Wettelijk kader

Toetsing van het beoogde gebruik dient plaats te hebben aan het bestemmingsplan, het Bouwbesluit, de Bouwverordening en het Gebruiksbesluit.

 

In alle gevallen is dit een gemeentelijke aangelegenheid. Toetsing aan de hand van het Bouwbesluit, de gemeentelijke Bouwverordening en het Gebruiksbesluit vindt plaats door de brandweer namens de gemeente en is gericht op de brandpreventieve voorzieningen en het brandveilig gebruik van het gebouw. De gemeente is en blijft verantwoordelijk voor de besluitvorming.

 

Het strijdige gebruik met het bestemmingsplan zou kunnen worden ondervangen met een tijdelijke ontheffing op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Dit blijkt, gelet op de noodzakelijke procedure en het tijdelijke en incidentele karakter van het gebruik, een tijdrovende en omslachtige oplossing. De ruimtelijke implicaties van het beoogde gebruik zijn bovendien beperkt te noemen. Het volgen van deze procedure wordt dan ook ontraden.

 

Daar de incidentele overnachtingen in het kader van evenementen toch regelmatig plaatsvinden wordt dit praktisch opgelost met een toestemming van het college van burgemeester en wethouders onder oplegging van de door de brandweer geadviseerde brandpreventieve voorschriften.

 

Strikt juridisch genomen mogen de incidentele overnachtingen in sport-, verenigingsgebouwen en scholen in het kader van evenementen gezien het vorenstaande niet plaatsvinden.

 

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft desgevraagd dan ook aan dat dergelijke overnachtingen niet kunnen plaatsvinden. De VNG erkent hierbij echter ook dat deze overnachtingen toch regelmatig plaatsvinden in de Nederlandse gemeenten omdat hierdoor wordt voorzien in een zekere behoefte. De VNG tekent hierbij aan dat niet genoeg kan worden benadrukt dat degene die de overnachting organiseert daarvoor zelf ten volle verantwoordelijk is. De gemeente doet er niet verstandig aan om die verantwoordelijkheid naar zich toe te halen (of zelfs die indruk te wekken) door een feitelijk illegale situatie te reguleren. Hier staat tegenover dat het beter is een met de regelgeving strijdig gebruik onder voorwaarden toe te staan dan dat dit gebruik illegaal plaatsheeft.

 

Het Brandweerdistrict Weert wenst deze problematiek het liefst op eenduidige wijze voor het gehele Brandweerdistrict Weert op te lossen. Het Brandweerdistrict Weert geeft ook primair aan dat de betreffende gebouwen in beginsel niet geschikt zijn voor overnachting van (grote groepen) mensen. Echter met inachtneming van specifieke brandpreventieve voorschriften en aanvullende voorzieningen moet het incidenteel overnachten in de betreffende gebouwen op een veilige manier kunnen plaatsvinden. Het is aan het college van burgemeester en wethouders dienaangaande besluiten te nemen.

3. Voor- en nadelen van incidenteel overnachten in niet daarvoor bestemde gebouwen

Er zijn zowel voor- en nadelen verbonden aan het toestaan van het incidenteel overnachten in niet daarvoor bestemde gebouwen.

 

Voordelen

  • -

    Verenigingsactiviteiten kunnen inclusief incidenteel overnachten plaatsvinden zoals dit tot nu toe heeft kunnen plaatsvinden. Voor de vereniging kan het evenement plaatsvinden tegen een beperkt tarief voor de deelnemers van het evenement. Goedkope overnachtingsfacilliteiten zullen bijdragen en zijn soms voorwaarde voor het slagen van het evenement.

  • -

    Het overnachten vindt plaats onder naleving van specifieke brandpreventieve voorschriften en nadere voorzieningen. Voorkomen wordt op deze wijze dat er voor wordt gekozen om de overnachtingen illegaal, zonder brandpreventieve voorschriften te laten plaatsvinden. De opgelegde voorzieningen en voorschriften worden op maat gemaakt voor de specifieke situatie zodat de overnachting incidenteel en veilig kan plaatsvinden.

  • -

    Overnachting zal op deze wijze onder toezicht plaats kunnen hebben.

Nadelen

  • -

    Strikt juridisch gezien mogen dergelijke overnachtingen niet plaatsvinden. De VNG geeft in haar advies duidelijk aan dat het gewoon niet kan, maar ziet wel in dat dergelijke overnachtingen regelmatig plaatsvinden. Niet genoeg kan worden benadrukt dat degene die de overnachting organiseert daarvoor zelf ten volle verantwoordelijk is. De gemeente doet er niet verstandig aan om de verantwoordelijkheid naar zich toe te halen (of zelfs de indruk te wekken) door een feitelijke illegale situatie te reguleren. Als er iets mis gaat wordt onmiddellijk naar de gemeente gewezen met alle (financiële) en maatschappelijke consequenties van dien.

  • -

    Oneerlijke concurrentie ontstaat ten opzichte van het goedkoop overnachten in daarvoor bestemde inrichtingen. Deze inrichtingen zijn overigens maar beperkt aanwezig en sluiten vaak niet aan op de behoefte.

4. Conclusie en aanbeveling

Gelet op de probleemstelling van deze notitie waarbij de kaders voor toetsing dienen te worden aangegeven voor incidenteel overnachten in gebouwen die daarvoor niet bestemd zijn in het kader van het evenement én gelet op de voor- en nadelen, dient primair te worden geconcludeerd dat overnachten in de betreffende gebouwen strikt juridisch niet mogelijk is. Het college kan het verenigingsleven echter facilliteren door desondanks incidenteel het betreffende gebruik - onder te stellen voorwaarden - toe te staan. Aanbevolen wordt het overnachten in sport-, andere verenigingsgebouwen en scholen toe te staan met in achtneming van strikte, door het Brandweerdistrict Weert op te leggen, specifieke brandpreventieve voorschriften en aanvullende voorzieningen zodat het overnachten in de betreffende gebouwen in het kader van het evenement toch op een veilige manier moet kunnen plaatsvinden. Bij de verleende toestemming wordt aangegeven dat indien opgelegde voorschiften niet of niet deugdelijk worden nageleefd de toestemming wordt geacht niet te zijn gegeven.

 

De volgende uitgangspunten worden aanbevolen.

  • -

    Alvorens de toestemming wordt verleend dient het Brandweerdistrict Weert een positief advies te hebben afgegeven onder oplegging van brandpreventieve voorschriften en voorzieningen, waarvan de basis is opgenomen in de bijlage 1 en 2.

  • -

    In het door de brandweer toegespitste advies dient rekening te worden gehouden met de aard van het gebouw waarin de overnachting plaatsheeft (onder oplegging van maatwerkvoorschriften).

  • -

    Een aanvraag waarbij vorenstaande toestemming wordt gevraagd dient tenminste 8 weken voorafgaande aan het evenement te worden ingediend bij het bevoegde bestuursorgaan (burgemeester en wethouders).

  • -

    De toestemming tot overnachting met inachtneming van de hieraan verbonden voorschriften kan in mandaat door de teamleider Frontoffice gegeven nadat de verantwoordelijke portefeuillehouder (burgemeester) hiermee akkoord is.

  • -

    In de voorschriften is in ieder geval bepaald dat de aanvrager van het evenement verantwoordelijk is voor de naleving van de te stellen voorschriften en de te treffen voorzieningen én er wordt op gewezen dat de verantwoordelijkheid van de overnachting volledig bij de aanvrager van het evenement ligt.

  • -

    Voorafgaande aan het evenement met het overnachten dient door het team Toezicht en Handhaving samen met het Brandweerdistrict Weert een specifieke controle plaats te vinden waarbij door de verantwoordelijke aanvrager van het evenement dient te worden aangetoond dat daadwerkelijk voldaan kan worden aan de brandpreventieve voorschriften en aanvullende voorzieningen zoals die zijn opgelegd met betrekking tot het overnachten in het betreffende gebouw.

  • -

    Indien door het team Toezicht en Handhaving en het Brandweerdistrict Weert geconstateerd wordt dat de brandpreventieve voorschriften en voorzieningen niet of niet genoegzaam worden nageleefd wordt de namens het college verstrekte toestemming geacht niet te zijn verleend en mag daarvan geen gebruik worden gemaakt.

     

Deze notitie treedt in werking op de dag na publicatie in de Streekbode.

In bijlage 1 en 2 zijn de brandpreventieve voorschriften en aanvullende voorzieningen opgenomen. In bijlage 1 zijn nadere voorzieningen en voorschriften opgenomen waarbij de uitgangspunten de zelfredzaamheid van personen zijn die ter plaatse zullen gaan overnachten. In bijlage 2 zijn de algemene voorschriften opgenomen waaraan het gebouw en de gebruikers dienen te voldoen.

Bijlage 1 Zelfredzaamheid

 

Voor zelfredzaamheid bestaat geen eenduidige definitie. In de zorg is zelfredzaamheid het vermogen om het leven in te richten zonder dat hulp van anderen nodig is. In relatie tot brandpreventie is zelfredzaamheid het vermogen om een ruimte of gebouw zelfstandig te kunnen verlaten. Er is geen verband tussen beide begrippen. Wel bestaat een sterke overeenkomst tussen de groepen die wel of niet zelfredzaam worden genoemd op beide terreinen.

 

De mate van ambulantie is voor de hulpverlening een belangrijk aspect van zelfredzaamheid. Ambulantie is het vermogen van een bepaald persoon om zich zelfstandig te kunnen verplaatsen. Dit heeft vooral te maken met de lichamelijke gesteldheid. Personen die door ziekte tijdelijk of permanent aan bed gebonden zijn, zijn niet ambulant. Personen met een geestelijke handicap zijn over het algemeen in meer of mindere mate ambulant, maar door hun psychische gesteldheid niet altijd volledig zelfredzaam. Dit geldt ook voor kinderen onder de 4 jaar. Hierbij zal begeleiding noodzakelijk zijn om tot een goede en snelle ontruiming te kunnen komen.

 

Op basis van bovenstaande gegevens is de mate van zelfredzaamheid in het licht van deze notitie onderverdeeld in 2 groepen, namelijk:

 

 

Groep 1

 

Zelfredzame personen:

Personen die het vermogen hebben om een ruimte of gebouw zelfstandig te verlaten. Deze personen zijn ouder dan 13 jaar. Voor deze groep geldt:

 

  • 1 hulpverlener (BHV-er) aanwezig per 25 personen. Met een minimum van 2 BHV-er’s bij elk evenement waarbij overnacht wordt in een sport-, andere verenigingsgebouwen en scholen.

 

 

Groep 2

 

Verminderd zelfredzame personen:

Personen die zonder individuele begeleiding en aan de hand van collectieve aanwijzingen een ruimte of gebouw kunnen verlaten. Deze personen zijn voldoende ambulant en verstandelijk functionerend. Bijvoorbeeld kinderen tussen de 4 en 13 jaar. Voor deze groep geldt:

 

  • 1 hulpverlener (BHV-er) aanwezig per 10 personen. Met een minimum van 2 BHV-er’s bij elk evenement waarbij overnacht wordt in een sport-, ander verenigingsgebouw en school.

Bijlage 2 Algemene voorwaarden overnachten

Installatie technisch:

 

  • 1.

    Het bouwwerk dient te zijn voorzien van een brandmeldinstallatie en een ontruimingsinstallatie, welke voldoen aan respectievelijk NEN 2535, NEN 2535/A1 en NEN 2575. Deze installaties zijn aangelegd volgens een door Burgemeester en Wethouders goedgekeurd Programma van Eisen.

    (Als in een gebouw geen brandmeldinstallatie op basis van volledige bewaking conform de NEN 2535 aanwezig is, is er dus geen tijdige ontdekking van eventuele brand- of rookverschijnselen. Slapende personen worden dan niet tijdig gewaarschuwd. Dit is wel noodzakelijk conform Gebruiksbesluit in een logies (slaap) functie. Een alternatief voor het aanbrengen van een brandmeldinstallatie i.v.m. de kosten en/of tijdspad is het instellen van een permanente wachtdienst)

  • 2.

    Het bouwwerk dient voorzien te zijn van noodverlichting met een lichtopbrengst van tenminste 1 lux.

  • 3.

    Het bouwwerk dient voorzien te zijn van vluchtrouteaanduidingen conform NEN 6088 en NEN 6088/A1 met zichtbaarheidaspecten conform NEN-EN 1838.

 

Bouwkundig:

 

De nooduitgangen dienen te leiden naar aansluitend terrein en vandaar naar de openbare weg zonder dat deuren worden gepasseerd die met een sleutel moeten worden geopend. De nooduitgangen dienen  voldoende capaciteit te hebben voor het aantal aanwezige personen.

 

Reguliere gebruikseisen

 

Het gebouw waar de overnachtingen plaatsvinden moet voor het feitelijke en reguliere gebruik waar het voor opgericht is aan alle brandveiligheidseisen voldoen. De gebruiksbepalingen als genoemd in het Gebruiksbesluit zijn van kracht. Indien uit voorgaande controles, controlepunten / opmerkingen niet in orde zijn gebracht, mag niet in het gebouw overnacht worden.  

 

Gebruik:

 

  • 1.

    Het team Frontoffice Vergunningen van gemeente Leudal dient minimaal 8 weken voor aanvang van het evenement een opstellingsplan ter goedkeuring te ontvangen. In de aanvraag dient aangegeven te worden hoeveel personen blijven overnachten, categorie zelfredzaamheid, indeling slaapplaatsen (de beoogde slaapruimten, welke bijbehorende activiteiten in en rondom het pand plaatsvinden). 

  • 2.

    De overnachtingen moeten worden beperkt tot 1  a 2 ruimten op de begane grond. Voorkomen moet worden dat personen door het gebouw gaan “zwerven” zodat er onvoldoende toezicht kan worden uitgeoefend.

  • 3.

    Het maximaal aanwezige aantal personen is sterk afhankelijk van diverse factoren zoals, ligging, indeling, materiaalgebruik, brandcompartimentering, plafond en gebouwhoogte, aantal uitgangen, en loopafstanden. Er zal per evenement afzonderlijk worden bepaald hoeveel personen maximaal toelaatbaar zijn.

  • 4.

    De ruimte waarin overnacht wordt dient volledig leeg te zijn. Met uitzondering van zaken die direct noodzakelijk zijn voor de overnachting zelf. Er mag geen opslag plaatsvinden. Versieringen zijn niet toegestaan.

  • 5.

    Voor de inrichting van de slaapplaatsen geldt een oppervlak van ten minste 4m² per slaapplaats. Dit oppervlak is exclusief de benodigde gangpaden.

  • 6.

    De looppaden in het bouwwerk dienen, vrijgehouden te worden en aan te sluiten op de nooduitgangen.

  • 7.

    Aanwezige papier-/afvalbakken dienen van onbrandbaar materiaal te zijn vervaardigd.

  • 8.

    De veiligheid dient te worden gewaarborgd door een interne organisatie. Het personeel dient hiervoor te worden geïnstrueerd.

  • 9.

    De aanvrager dient een brandveiligheidsinstructie “Hoe te handelen bij brand” samen te stellen voor het personeel van de organisatie. Deze instructie moet er  ter goedkeuring worden voorgelegd aan de afdeling vergunningen van de afdeling Risicobeheer van Brandweer district Weert.

  • 10.

    Wanneer er onvoldoende blusmiddelen aanwezig zijn dienen extra handbrandblusmiddelen (brandblussers) te worden aangebracht. Binnen 30 meter moet te alle tijde een blusmiddel bereikbaar zijn.

  • 11

    Er dient een verzamelplaats afgesproken te worden bij een mogelijke ontruiming.

  • 12

    Er dient een presentielijst met aanwezige personen aanwezig te zijn.

  • 13

    Het terrein dient te allen tijde toegankelijk te zijn voor hulpverleningsdiensten.

 

 

Permanente wachtdienst:

 

Tijdens de duur van de overnachting dient een wachtdienst (wakend) aanwezig te zijn om ingeval van brand adequaat te kunnen handelen. Het aantal personen in wachtdienst is afhankelijk van de zelfredzaamheid van de groep (zie bijlage 1), maar bedraagt minimum aantal van ten minste 2 personen.

 

 

De permanente wachtdienst dient minimaal te voldoen aan onderstaande voorwaarden:

 

  • Een persoon van de wachtdienst is in bezit van een geldig BHV certificaat, waarvan een afschrift ter goedkeuring aan de brandweer is overlegd;

  • Een persoon van de wachtdienst dient een kopie ID kaart / paspoort te overleggen;

  • De wachtdienst beschikt over een goedwerkende mobiele telefoon en deugdelijk werkende zaklamp;

  • De wachtdienst dient te beschikken over een duidelijke instructie van de opgedragen taken;

  • De wachtdienst blijft waken.

 

 

De permanente wachtdienst heeft de volgende taken:

 

  • de wachtdienst dient in geval van een calamiteit de hulpdiensten te waarschuwen via een 112 melding.

 

 

Overig:

 

  • Gedurende de tijd dat personen in het bouwwerk aanwezig zijn, moet een persoon aanwezig zijn die verantwoordelijk is voor de naleving van de eisen van de gebruiksvergunning. Deze persoon zorgt ervoor dat de aanwijzingen van de ambtenaren die met de controle belast zijn direct worden opgevolgd.

  • De door de brandweer noodzakelijk geachte aanvullende blusmiddelen dienen op de aangewezen plaatsen onmiddellijk voor gebruik gereed te zijn.