Organisatie | Alblasserdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van begrafenisrechten 2011 |
Citeertitel | Verordening begrafenisrechten 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Onbekend | 08-12-2010 De Klaroen, 2010-12-15 | 2010-11-11 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Op basis van deze verordening worden, onder de naam begrafenisrechten, rechten geheven ter bestrijding van de kosten van aanleg, onderhoud en beheer van de algemene begraafplaats, alsmede voor het verrichten van de diensten als in deze verordening omschreven.
De graven worden onderscheiden in:
eigen graven, ten aanzien waarvan aan de rechthebbende het recht is verleend om met uitsluiting van anderen daarin stoffelijke overschotten te doen begraven voor de tijd van twintig achtereenvolgende jaren. Deze termijn kan op verzoek van de rechthebbende telkens met een termijn van tien jaren worden verlengd. Het verzoek om deze termijn te verlengen kan ingediend worden vanaf een half jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn tot uiterlijk het moment van verstrijken van de lopende termijn.
De begrafenisrechten bedragen:
De rechten worden geheven van degene op wiens verzoek dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in artikel 4 onder K-1, K-2, K-3 en K-4 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
De rechten, bedoeld in artikel 4 onder K-1 en K-2 moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden voldaan uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet. In afwijking hiervan geldt dat ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,00 en minder dan € 2.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De bepalingen, bedoeld in artikel 4 onder K-2 zijn niet van toepassing op de eigen graven ten aanzien van welke voor de gemeente op 1 januari 1969 krachtens een schenkingsovereenkomst naar burgerlijk recht een verplichting tot onderhoud bestaat.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening begrafenisrechten 2010’, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.