Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haren

Verordening financieringsstatuut gemeente Haren 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening financieringsstatuut gemeente Haren 2010
CiteertitelVerordening financieringsstatuut gemeente Haren 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Financiering decentrale overheden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-201009-01-2015Correcties opmaak

25-01-2001

Harener Weekblad, 28 januari 2010

15 dec 2009
26-01-2010Nieuwe Regeling

25-01-2001

Harener Weekblad, 28 januari 2010

15 dec 2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening financieringsstatuut gemeente Haren 2010

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

 gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 december 2009;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening financieringsstatuut gemeente Haren 2010 

Artikel 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • a.

    Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

  • b.

    Geldstromenbeheer: Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

  • c.

    Liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

  • d.

    Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het totaal van de lasten in de begroting van de gemeente.

  • e.

    Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

  • f.

    Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.

  • g.

    Kasbeheer: Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot een jaar.

  • h.

    Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.

  • i.

    Rating: De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier.

  • j.

    Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

  • k.

    Renterisiconorm: Een bedrag aan maximale aflossing van vaste schulden in een bepaald jaar ter grootte van een percentage van de lasten in de begroting van de gemeente van dat jaar.

  • l.

    Rentetypische looptijd: rentevaste periode

  • m.

    Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

  • n.

    Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

  • o.

    Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.

  • p.

    Solvabiliteitsratio van 0%: Status die door een bancaire toezichthouder in een EUlidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend.

  • q.

    Financieringsfunctie: De Financieringsfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.

  • r.

    Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van een jaar of langer.

  • s.

    Wet Fido: Wet Financiering decentrale overheden.

  • t.

    Instellingen: Financiële ondernemingen of overheden.

  • u.

    Financiële onderneming: Een onderneming die het bedrijf van kredietinsteling of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen.

Artikel 2 Doelstellingen van de financieringsfunctie

De financieringsfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het tijdig aantrekken van voldoende financiële middelen om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren (beschikbaarheid).

  • 2.

    Het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico, koersrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico en valutarisico (risicominimalisatie).

  • 3.

    Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities (kostenminimalisatie).

  • 4.

    Het zo veel mogelijk beperken van de rentekosten van de leningen en het bereiken van voldoende rendement op overtollige middelen (renteoptimalisatie).

  • 5.

    Het tijdig aanleveren van informatie aan derden voortvloeiende uit de Wet Fido.

Artikel 3 Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag geld alleen aantrekken uit hoofde van de ‘publieke taak’.

  • 2.

    In principe zet de gemeente geen gelden uit bij derden, tenzij hier een publieke taak mee geholpen wordt (uitzettingen uit hoofde van ‘publieke taak’).

  • 3.

    Het verstrekken van garanties op leningen is in dit kader gelijk te stellen aan het uitzetten van leningen uit hoofde van de ‘publieke taak’.

  • 4.

    De gemeente kan, in afwijking van het tweede lid, middelen uitzetten anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico (uitzettingen uit hoofde van treasury).

  • 5.

    De gemeente maakt geen gebruik van derivaten.

  • 6.

    De gemeente doet niet aan ‘near banking’ (geld lenen tegen een lage rente met de bedoeling dit tegen een hogere rente uit te zetten).

  • 7.

    Het is niet toegestaan om (garanties op) leningen te verstrekken aan personeel en politieke ambtdragers.

Artikel 4 Renterisicobeheer

  • 1

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet Fido.

  • 2

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido.

  • 3

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • 4

    Bij het aantrekken van leningen en het uitzetten van gelden wordt zowel gekeken naar de actuele rentestand en de rentevisie om een zo optimaal mogelijk renteresultaat te bereiken.

  • 5

    Bij het aantrekken van leningen en het uitzetten van gelden wordt, ter voorkoming van het verstoren van meerjarige trends in begroting en rekening, gestreefd naar het zo lang mogelijk (in jaren) stabiliseren van de omslagrente (dit de interne rentevoet die gebruikt wordt om de rentelasten toe te rekenen aan de vaste activa en die gebaseerd is op het gemiddelde werkelijke rentepercentage op lange termijn).

Artikel 5 Koersrisicobeheer

  • 1

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren:

    • a.

      producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het einde van de looptijd intact is, uitgezet bij een instelling die voldoet aan artikel 6;

    • b.

      vastrentende waarden, uitgegeven door een instelling die voldoet aan artikel 6.

Artikel 6 Kredietrisicobeheer

  • 1

    De gemeente beperkt de kredietrisico’s op uitzettingen, door uitsluitend gelden uit te zetten bij financiële ondernemingen die beschikken over minimaal een AAA-rating en die dit voor henzelf aan kunnen tonen.

  • 2

    Ratings dienen afgegeven te zijn door twee toegestane ratingbureaus. De toegestane ratingbureaus zijn Standard & Poors, Moody's en Fitch IBCA.

  • 3

    Financiële ondernemingen dienen in landen binnen de eurozone gevestigd te zijn met minimaal een AAA-rating.

  • 4

    Als de rating van een van de hierboven genoemde financiële instellingen tijdens de looptijd van een uitzetting daalt tot onder het hierboven genoemde ratingniveau zal beoordeeld worden of de belegging wordt beëindigd.

  • 5

    In afwijking van het bepaalde in de leden 1. tot en met 4. mag de gemeente gelden uitzetten bij overheden in de eurozone waaraan door de bancaire toezichthouder een solvabiliteitsratio van 0% is toegekend.

Artikel 7 Liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd een jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van vijf jaar (zoals verwerkt in de paragraaf Financiering in de begroting).

Artikel 8 Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend te lenen, te garanderen en uit te zetten in euro’s.

Artikel 9 Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Het toegestane instrument bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen.

  • 3.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 10 Langlopende uitzettingen

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van een jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in de artikelen 4, 5, 6 en 8 genoemde voorwaarden.

  • 2.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan. Deze offertes worden door de gemeente schriftelijk vastgelegd.

Artikel 11 Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    Erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 12 Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

De gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten binnen een rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities. Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant.

  • 1.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito’s.

  • 2.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan.

  • 3.

    Voor zover ten behoeve van het betalingsverkeer rekeningen worden aangehouden bij banken die niet voldoen aan de eisen in artikel 6, worden deze rekeningen periodiek afgeroomd.

Artikel 13 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

  • 1

    In het kader van de financieringsfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

  • 2

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van financieringsactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 3

    De administratieve organisatie en interne controle waarborgen dat:

    • a.

      de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • b.

      de financieringsactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • c.

      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.

Artikel 14 Verantwoordelijkheden raad en college

De verantwoordelijkheden van de raad en het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente zijn hieronder gedefinieerd.

De raad

  • a.

    Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het financieringsbeleid, globale richtlijnen en limieten.

  • b.

    Het vaststellen van de financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening.

  • c.

    Het houden van toezicht op het financieringsbeleid en de uitvoering hiervan.

  • d.

    Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het financieringsbeleid.

  • e.

    Op voorstel van het college van burgemeester en wethouders beslissen over het uitzetten van gelden bij derden uit hoofde van de ‘publieke taak’.

Het college van burgemeester en wethouders

  • a.

    Het uitvoeren van het financieringsbeleid (formele verantwoordelijkheid);

  • b.

    Het rapporteren aan de raad over de uitvoering van het financieringsbeleid

  • c.

    Het tijdig aanleveren van informatie aan derden voortvloeiende uit de Wet Fido.

  • d.

    Het doen van voorstellen aan de raad over het uitzetten van gelden bij derden uit hoofde van de ‘publieke taak’

Artikel 15 Uitvoeringsregels

Het college stelt nadere regels op voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie binnen de ambtelijke organisatie.

Artikel 16 Slotbepalingen

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 26 januari 2010.Deze verordening treedt in de plaats van het Financieringsstatuut gemeente Haren dat is vastgesteld op 25 juni 2001.

Haren, 25 januari 2010

de raad voornoemd,

 

P.A. Lambeck MSc, griffier

mr. M. Boumans MPM, voorzitter