Organisatie | Haren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2011 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 225
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2011 | 01-01-2018 | Wijziging tarief per 1 januari 2012 | 19-12-2011 Harener Weekblad, 22-12-2011 | 7 november 2011 | |
03-12-2010 | Nieuwe regeling | 29-11-2010 Harener Weekblad, 02-12-2010 | 26 oktober 2010 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Indien de vergunning bedoeld onder II van de tarieventabel wordt uitgereikt of verzonden voor de 16e van enige maand, wordt die maand voor een volle maand gerekend. Bij uitreiking of verzending na de 15e van enige maand, wordt die maand niet gerekend. Bij tussentijdse intrekking van de vergunning vindt restitutie plaats voor de maanden, die resteren na de datum met ingang waarvan de vergunning is ingetrokken. Wanneer laatstgenoemde ligt voor de 16e van enige maand, vindt over de maand volledige restitutie plaats; ligt die datum na de 15e dan vindt over die maand geen restitutie plaats.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 51,00.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2010, laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2010.
De raad voornoemd,
Mr. P.A. Lambeck,griffier mr. M. Boumans MPM,voorzitter
Tarieventabel 2012 behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2011 1
Onderdeel I – Tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt per aangegeven tijdseenheid op maandag t/m zaterdag van 09.00 uur tot 18.00 uur en op koopavonden van 18.00 uur tot 20.00 uur
Onderdeel II – Tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b.