Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Brummen 2011 |
Citeertitel | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Brummen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | intrekking 'verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Brummen 2011' |
Geen
Wet op de lijkbezorging
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-04-2011 | 12-04-2019 | nieuwe regeling | 17-02-2011 Gemeentethuis (Regiobode), 30 maart 2011 | RV10.0069 |
Beheer, bestemming en registratie
Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college.
Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
Artikel 5 Register en plaatsregistratie
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden en belanghebbenden van de graven met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
Indeling begraafplaats en onderscheid graven
Artikel 13 Aantal overledenen en asbussen
Het college stelt nadere regels op voor het aantal overledenen dat kan worden begraven of bijgezet in een graf of urnennis.
Artikel 14 Termijn particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar of 30 jaar het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
a. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. b. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 22, lid 1, bedoelde personen. c. De onder lid 3a, van dit artikel, bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.
Artikel 15 Termijnen algemene graven
Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn, op schriftelijk verzoek en kosten van de belanghebbende, in een nieuw particulier graf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.
Vereisten voor begraving of bijzetting
Artikel 17 Kennisgeving begraven en asbezorging
De rechthebbende of belanghebbende die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.
Artikel 18 Openen en sluiten van het graf
De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat: a. de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikels 17 , 18 en 19 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend; b. alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.
Artikel 21 Lijkomhulsel en grafgiften
Rechthebbenden of belanghebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB).
Een grafrecht van een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het grafrecht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 24 Vervallen grafrechten
Het college kan de grafrechten vervallen verklaren: a. indien de betaling van de gebruiks- en onderhoudsrechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied; b. indien de rechthebbende of de belanghebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt; c. indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 22, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.
Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en/of beplanting kan gedurende één maand voor het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende of belanghebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken en de beplanting kunnen na het vervallen van het grafrecht door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.
Gedenktekens en grafbeplantingen
Artikel 25 Vereisten grafbedekking
Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien: a. niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit; b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats. De rechthebbenden en belanghebbenden worden verplicht tot het afkopen van het onderhoud van het graf waaronder wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken en de zorg voor de winterharde beplanting.
Artikel 27 Onderhoud en herstel rechthebbende/belanghebbende
De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen in het belang van het uiterlijk aanzien van de begraafplaats en ter voorkoming van gevaar dat nalatigheid hierin voor derden oplevert. Het college kan door middel van nadere regels bepalen wat hieronder wordt verstaan.
Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende. De werkzaamheden die door de rechthebbende of de belanghebbende uitgevoerd moeten worden zijn omschreven in artikel 20 van de nadere regels.
Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd om op kosten van de rechthebbende of belanghebbende tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het college direct maatregelen treffen. De te treffen maatregelen worden uitgevoerd op kosten van de rechthebbende of belanghebbende.
Artikel 29 Tijdelijke verwijdering
Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf of algemeen graf geschiedt namens de rechthebbende of belanghebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende.
Een rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.
Artikel 36 Rechten en plichten
Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwerpt een rechthebbende of een belanghebbende zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld.
Artikel 38 Verstrekking verordening
Een exemplaar van deze verordening wordt eenmalig kosteloos op verzoek aan de belanghebbende verstrekt. Meerdere exemplaren zijn tegen betaling van leges verkrijgbaar.
Artikel 39 Beslissingsbevoegdheid
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de