Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening van Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant houdende bepalingen betreffende de normen en verplichtingen voor Gedeputeerde Staten bij de uitoefening van de treasuryfunctie (Verordening treasury Noord-Brabant) |
Citeertitel | Verordening treasury Noord-Brabant |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financieel beheer, financieel kader |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-06-2017 | bijlage 1 | 19-05-2017 | 4154509 | ||
27-09-2016 | 10-06-2017 | bijlage 1 | 09-09-2016 | Statenvoorstel 10/16 | |
11-03-2015 | 27-09-2016 | art. 9, 10, bijlage 1 | 06-03-2015 | Statenvoorstel 5/15, | |
17-12-2013 | 11-03-2015 | Art. 1, 5, 6, 8, 9, 10, bijlage 1 | 13-12-2013 | Statenvoorstel 32/13 | |
19-02-2011 | 17-12-2013 | nieuwe regeling | 04-02-2011 Provinciaal Blad 2011, 48 | Statenvoorstel 72/10 |
Provinciale Staten van Noord-Brabant;
Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 14 december 2010, alsmede de Memorie van antwoord/Nota van wijziging d.d. 25 januari 2011;
Gelet op de artikelen 143 en 216 van de Provinciewet;
Gelezen het advies van de Rekeningcommissie van 23 september 2010;
Gelezen het advies van de Commissie bestuur en middelen van 14 januari 2011;
Overwegende dat Provinciale Staten, mede gelet op de Wet financiering decentrale overheden en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden, regels wensen vast te stellen met betrekking tot de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie;
Overwegende dat Provinciale Staten daartoe op 9 december 2005 de Financiële beleids- en beheersverordening provincie Noord-Brabant hebben vastgesteld, alsmede op 7 december 2001 het Treasury statuut provincie Noord-Brabant, laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2010;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 13 van de Financiële beleids- en beheersverordening Noord-Brabant belast zijn met de uitoefening van de treasuryfunctie en gelet op het vierde lid een treasury statuut dienen op te stellen dat door Provinciale Staten wordt vastgesteld;
Overwegende dat het Treasury statuut provincie Noord-Brabant vanwege diverse in- en externe ontwikkelingen, alsmede om regelgevingstechnische redenen, wijziging behoeft en Provinciale Staten vanwege de omvang van deze wijzigingen een nieuwe verordening treasury wensen vast te stellen;
Overwegende dat Provinciale Staten daarbij de bevoegdheidsverdeling tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten duidelijker willen aangeven en daartoe de inhoud van deze Verordening treasury Noord-Brabant wensen te beperken tot de normen en verplichtingen die Gedeputeerde Staten in acht dienen te nemen bij de feitelijke uitoefening van de treasuryfunctie, waarover zij door middel van de treasuryparagraaf in de jaarlijkse begroting en jaarrekening/jaarverslag verantwoording afleggen;
Overwegende dat Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten opdragen om de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de kaders als vastgelegd in deze verordening nader vast te leggen;
§ 4 Verplichtingen bij uitzetten van middelen
Gedeputeerde Staten nemen ten aanzien van het uitzetten van middelen de navolgende normen in acht:
Artikel 5 Immunisatieportefeuille
Gedeputeerde Staten nemen ten aanzien van de immunisatieportefeuille de navolgende normen in acht:
Artikel 6 Investeringsagenda portefeuille
Gedeputeerde Staten nemen ten aanzien van de investeringsagendaportefeuille de navolgende normen in acht:
§ 5 Verplichtingen met betrekking tot risico’s
Gedeputeerde Staten nemen ten aanzien van de renterisico’s de navolgende normen in acht:
Gedeputeerde Staten nemen ten aanzien van kredietrisico’s de navolgende normen in acht:
beleggingen in de immunisatieportefeuille bestaan uit obligaties van kredietwaardige AAA Europese staten en kredietwaardige AAA Europese banken binnen de eurozone, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Zweden en Denemarken, of leningen aan andere openbare lichamen in Nederland of beleggingen in leningen in projecten met een maatschappelijk rendement, alle met inachtneming van de debiteurenlimitering en de maximale looptijd per debiteur, opgenomen in de tabellen 1 en 2 van bijlage 1;
beleggingen in de investeringsagendaportefeuille bestaan uitsluitend uit obligaties van kredietwaardige AAA Europese staten en kredietwaardige AAA Europese banken binnen de eurozone, het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Zweden en Denemarken, of leningen aan andere openbare lichamen in Nederland, beide met inachtneming van de debiteurenlimitering en de maximale looptijd per debiteur, opgenomen in de tabellen 1 en 2 van bijlage 1;
§ 6 Verplichtingen ten aanzien van wederpartijen
Gedeputeerde Staten sluiten uitsluitend derivaten af met partijen waarmee de provincie een overeenkomst overeenkomstig de International Swaps and Derivatives Association, respectievelijk bij verpanding overeenkomstig de Credit Support Annex, heeft afgesloten.
Gedeputeerde Staten sluiten uitsluitend een overeenkomst met een financiële instelling, dan wel accepteren deze als tegenpartij in een financiële transactie, indien deze de Principles for Responsible Investment van de United Nations Environment Programme, of vergelijkbare verklaringen, heeft ondertekend.
Gedeputeerde Staten sluiten uitsluitend een overeenkomst met een financiële instelling, dan wel accepteren deze als tegenpartij in een financiële transactie, indien deze heeft verklaard zich te houden aan de regels voor behoorlijk bestuur die gelden voor de financiële sector (Corporate Governance Code en richtlijnen van De Nederlandse Bank en de AFM).
Door Gedeputeerde Staten kunnen in concrete gevallen bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing worden gelaten of kan daarvan worden afgeweken, voor zover toepassing gelet op het belang van een zorgvuldige uitvoering van de treasuryfunctie zal leiden tot een ander resultaat dan met deze verordening wordt beoogd.
’s-Hertogenbosch, 4 februari 2011
Provinciale Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier A.J. Brul, adj.
Bijlage 1 behorende bij artikel 10