Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regelgeving | 30-11-2010 | Geen. | |
01-01-2011 | Nieuwe regelgeving | 30-11-2010
| Geen. |
Officiële naam regeling: Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011
Citeertitel: Verordening precariobelasting 2011
Gemeenteraad van Wymbritseradiel
Onderwerp: Vaststellen verordening precariobelasting 2011
(als de vervaldatum is vastgesteld):
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ontstaansbron / Inwerkingtreding: datum ondertekening;bron bekendmaking Kenmerk voorstel
1 januari 2011 …… Nieuwe verordening Ondertekening
Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ontstaansbron / Inwerkingtreding: datum ondertekening;bron bekendmaking Kenmerk voorstel
Onderwerp: vaststellen verordening precariobelasting 2011
De raad van de gemeente Wymbritseradiel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;
b. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
e. zomerseizoen: het aaneengesloten tijdvak tussen 1 april en 1 november
f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke
registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel zevende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het zomerseizoen overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel zevende gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden in het zomerseizoen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan €10,00
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De ‘Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2010’ van 2 december 2009, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 22 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Tarieventabel Wymbritseradiel 1
behorende bij de ‘Verordening precariobelasting 2011’.
Voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde belasting wordt uitgegaan van de grootste buitenwerkse maten en wordt, indien meer dan één voorwerp door eenzelfde belastingplichtige wordt gehouden en deze naar maatschappelijke opvattingen bij elkaar horen, voor de berekening van de belasting de tussenliggende ruimte mede in aanmerking genomen.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.