Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Datum ingang heffing is 1 januari 2009
Gemeentewet, art. 225; Parkeerverordening 2007
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-10-2008 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 07-10-2008 De Nieuwsbode, 15-10-2008 | Nr. 658 |
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009
De raad van de gemeente Zeist;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2008;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en het bepaalde in de Parkeerverordening 2008;
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van het voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven krachtens een lease- of gebruiksovereenkomst feitelijke gebruiker is van het motorvoertuig;
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, aangeduid door het (zonale) bord E9 (Bijlage I RVV 1990), al dan niet voorzien van een onderbord, dan wel door een bord waarop staat vermeld dat uitsluitend geparkeerd mag worden door vergunninghouders, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd vanwege een parkeerverbod of anderszins, of parkeren door middel van betaling bij parkeermeters of parkeerautomaat is toegestaan;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
b zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
indien een huurovereenkomst voor ten hoogste drie maanden wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder of gebruiker van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder of gebruiker wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
De belasting, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 5 Vrijstelling van belastingplicht
Vrijgesteld van de belastingplicht als genoemd onder artikel 2, onderdeel a zijn:
Artikel 6 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
Indien als gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de houder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de parkeervergunning geldt geen gebruik kan maken van de parkeervergunning, wordt restitutie verleend over het aantal volle maanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 50,00.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2009