Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Brabant

Subsidieregeling meer met minder Noord-Brabant 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Brabant
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling meer met minder Noord-Brabant 2011
CiteertitelSubsidieregeling meer met minder Noord-Brabant 2011
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpduurzaamheid, energievoorziening, sociaal-economische zaken, subsidies, financieel kader

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingetrokken: - Subsidieregeling energielening woningverhurende partijen Noord-Brabant (Provinciaal Blad 2011, 29); - Subsidieregeling energielening particulieren Noord-Brabant Provinciaal Blad 2011, 30); - Subsidieregeling Brabant bespaart particuliere woningeigenaren Noord-Brabant (Provinciaal Blad 2011, 31).

Artikel 11 bevat een hardheidsclausule.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Provinciewet, art. 105
  2. Provinciewet, art. 143
  3. Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant, art. 2
  4. Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant, art. 15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-201102-08-2011nieuwe regeling

25-01-2011

Provinciaal Blad 2011, 27

27/11

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling meer met minder Noord-Brabant 2011

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op artikel 105 en artikel 143 van de Provinciewet; Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant; Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 18 februari 2009 een maatregelenpakket hebben gepresenteerd ter bestrijding van de gevolgen van de economische recessie; Overwegende dat Gedeputeerde Staten als onderdeel van dit maatregelenpakket het treffen van energiebesparende voorzieningen willen stimuleren, waardoor enerzijds de werkgelegenheid in de bouw- en installatiebranche wordt gestimuleerd en anderzijds een lastenverlaging voor burgers wordt bewerkstelligd; Overwegende dat Provinciale Staten op 1 oktober 2010 aan Gedeputeerde Staten hebben opgedragen om €1.500.000, inhoudende de vrijgevallen gelden door de intrekking van de Subsidieregeling Brabant bespaart particuliere woningeigenaren, in te zetten; Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      aanbieder: bedrijf dat zelfstandig of in opdracht voorzieningen aan gebouwen treft, die bijdragen aan hun energieprestatie en daartoe door de Stichting Meer Met Minder is geregistreerd als deelnemend bedrijf;

    • b.

      energielabel: energieprestatiecertificaat als bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen;

    • c.

      EPBD-register: register van energielabels dat door Agentschap NL wordt beheerd;

    • d.

      erkende adviseur: adviseur die beschikt over een geldig procescertificaat voor het verlenen van diensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen;

    • e.

      labelstap: verbetering van het niveau van het energielabel met een stap;

    • f.

      maatwerkadvies: EnergiePrestatieAdvies maatwerkrapport bestaande woningen als bedoeld in BRL9500, deel 2, opgesteld door een erkende adviseur met een geldig KOMO-procescertificaat;

    • g.

      woningeigenaar: natuurlijke persoon die een woning in eigendom heeft en daarin zijn hoofdverblijf heeft, niet zijnde een appartementseigenaar als bedoeld in artikel 5:106 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Aan een erkende adviseur als bedoeld in deze regeling staat gelijk een adviseur die voldoet aan beroepseisen die worden gesteld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend verdrag dat Nederland bindt en die een beroepsniveau waarborgen dat ten minste gelijkwaardig is aan het beroepsniveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.

  • 3

    Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op door een erkende adviseur te verlenen diensten.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door een woningeigenaar.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor het treffen van energiebesparende voorzieningen aan woningen.

Artikel 4 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien de energiebesparende voorzieningen reeds zijn aangevangen of gerealiseerd op het tijdstip van indiening van de subsidieaanvraag.

Artikel 5 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het betreft een bestaande woning;

  • b.

    de woning is gelegen in Noord-Brabant;

  • c.

    de energiebesparende voorzieningen leiden tot ten minste een labelstap.

Artikel 6 Vereisten subsidieaanvraag

  • 1

    Subsidieaanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2

    Subsidieaanvragen worden ingediend voor 1 oktober 2011.

  • 3

    Subsidieaanvragen worden ingediend door de aanbieder namens de woningeigenaar;

  • 4

    De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      het adres en de woonplaats van de woningeigenaar;

    • b.

      een schriftelijke machtiging van de woningeigenaar, waaruit blijkt dat de aanbieder gemachtigd is de aanvraag te doen en alle correspondentie te voeren.

Artikel 7 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode van 1 februari 2011 tot en met 31 december 2011 vast op € 1.500.000.

Artikel 8 Subsidiehoogte

  • 1

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 500,- per aanvraag indien een labelstap is gemaakt.

  • 2

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 950,- per aanvraag indien ten minste twee labelstappen zijn gemaakt.

Artikel 9 Behandeling subsidie aanvragen

  • 1

    Subsidieaanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

  • 2

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, wordt het tijdstip van binnenkomst bepaald door het moment waarop de subsidieaanvraag wel volledig is.

  • 3

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 10 Subsidieverstrekking

Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt uiterlijk binnen 6 maanden na indiening van de subsidieaanvraag ingediend bij Gedeputeerde Staten en gaat vergezeld van:

  • a.

    gegevens of bescheiden waaruit blijkt dat de subsidieaanvrager woningeigenaar is van de bestaande woning;

  • b.

    een verklaring van de woningeigenaar dat de energiebesparende voorzieningen aan de woning zijn getroffen;

  • c.

    het bank- of girorekeningnummer van de woningeigenaar;

  • d.

    een bewijs dat:

    • voor de woning een bestaand energielabel neergelegd in een maatwerkadvies of een bestaand energielabel is afgegeven door een erkende adviseur;

    • voor de woning een nieuw bereikt energielabel is afgegeven door een erkende adviseur;

    • een erkende adviseur de juistheid van het nieuw bereikte energielabel heeft vastgesteld;

    • het nieuw bereikte energielabel is ingeschreven in het EPBD-register

Artikel 11 Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van het treffen van energiebesparende voorzieningen door een woningeigenaar zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2011 en vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling meer met minder Noord-Brabant 2011.

’s-Hertogenbosch, 25 januari 2011 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voornoemd, de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten