Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2010 |
Citeertitel | Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-10-2010 | 03-08-2016 | Nieuwe regeling | 30-09-2010 Boxmeers weekblad, 12 oktober 2010 | 2902; 01.853.3 |
De Raad van de gemeente Boxmeer;
gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van Boxmeer d.d. 24 augustus 2010;
gelet op de Gemeentewet en de Monumentenwet 1988;
gelet op de Erfgoedverordening 2010 gemeente Boxmeer;
vast te stellen de “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2010”.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:a. Eigenaar : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het recht vaneigendom of een ander zakelijk recht heeft op een monument.b. Meerjarenprogramma: het jaarlijks voor twee jaren vast te stellen programmarestauratie gemeentelijke monumenten.c. Monument: object welke krachtens de bepalingen van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Boxmeer is aangewezen als beschermdgemeentelijk monument.d. Monumentenwacht: de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant.e. Onderhoud: periodieke werkzaamheden aan een monument welke dienen om hetmonument als zodanig in stand te houden.f. Restauratie: werkzaamheden aan een monument, het normale onderhoud teboven gaand, die voor het herstel en het conserveren van hetmonument noodzakelijk zijn.
Artikel 2 Meerjarenprogramma restauratie gemeentelijke monumenten.
Het meerjarenprogramma bevat:a. een overzicht van de in technische zin matige en slechte monumenten waarvan restauratie in de desbetreffende periode wordt overwogen;b. per monument een aanduiding van het jaar of jaren waarin subsidie in de kosten van
de voorgenomen restauratie nodig zal zijn;c. per opgenomen monument een indicatie van de subsidiabele restauratiekosten;d. per opgenomen monument een indicatie van de subsidie; daarbij wordt uitgegaan van het percentage bedoeld in artikel 6.
Artikel 3 De aanvraag van de subsidie.
Het restauratieplan bestaat uit:a. een beschrijving van de technische staat van het monument, waarin de gebreken van het monument nauwkeurig staan vermeld;b. tekeningen van de bestaande toestand en tekeningen waarop de voorgenomenherstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;c. een op de onder a bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerdewerkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen,afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan.
Artikel 5 De subsidiabele restauratiekosten.
Subsidiabele restauratiekosten zijn kosten, het normale onderhoud te boven gaand, dienaar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om de onderdelenaan de buitenzijde van een monument, die monumentale waarde bezitten, op sobere endoelmatige wijze te herstellen of conserveren. Deze onderdelen dienen in desubsidiebeschikking nader te worden benoemd.
2. Subsidiabele restauratiekosten zijn tevens kosten die gemaakt worden voor:a. installaties ter voorkoming van brand of blikseminslag voor zover die installatiesdoor burgemeester en wethouders op grond van het bepaalde in artikel 10 lid 7onderdeel c zijn voorgeschreven;b. schilderwerk, voor zover de te schilderen onderdelen gerestaureerd worden en de kosten daarvan subsidiabel zijn;c. leges;d. een Casco-All-Risks verzekering als bedoeld in artikel 10, lid 4;e. directiekosten,allen naar evenredigheid van de verhouding tussen de subsidiabele en de niet-subsidiabele restauratiekosten.
Nadat subsidie is verleend kunnen burgemeester en wethouders op basis van door de eigenaar ingediende opdrachtverstrekking en overzichten van gemaakte kosten, een voorschot van maximaal 50% van het toegekend subsidie betalen.
Artikel 8 Subsidievaststelling.
Binnen drie maanden na afloop van de restauratie overlegt de eigenaar ter vaststelling van de subsidie, een aan de ingediende begroting gerelateerde financiële verantwoording, vergezeld van de betreffende rekeningen en betalingsbewijzen.
Subsidie wordt in ieder geval niet verleend:a. indien de vergunning, bedoeld in artikel 10 van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Boxmeer, niet is verleend;b. indien met de restauratie is begonnen voordat op de aanvraag om een subsidie is beslist;c. indien de kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst kunnen worden gedekt;d. indien voor restauratie van dezelfde onderdelen in de voorafgaande 25 jaar reeds een subsidie is verstrekt. Deze periode bedraagt voor groenmonumenten 10 jaar.
Artikel 10 Algemene voorwaarden.
Aan de op grond van artikel 21 van de Erfgoedverordening 2010 gemeente Boxmeer aangewezen personen worden door de eigenaar die een aanvraag om subsidie heeft ingediend dan wel aan wie subsidie is verleend, alle bescheiden getoond en alle inlichtingen verstrekt, die noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taak.
7. Aan de subsidieverlening wordt de voorwaarde verbonden dat:a. binnen een bij de subsidieverlening te bepalen termijn met de restauratie moet wordenaangevangen;b. de restauratie binnen een bij de subsidieverlening te bepalen termijn moet zijn gerealiseerd; c. de eigenaar het beschermd monument dient te voorzien van een of meer installaties ter voorkoming van brand of blikseminslag ter bescherming van de monumentale waarde van dat monument.
Artikel 12 De subsidiabele kosten.
Subsidiabele kosten in deze subsidie zijn:a. De kosten van het abonnement van de Monumentenwacht Noord-Brabant;b. de kosten van de jaarlijkse inspectie door de Monumentenwacht en de kosten van door deMonumentenwacht uitgevoerde onderhoudswerken tot een maximum van € 453,78per monument per jaar.
Artikel 13 Het subsidiepercentage.
De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten genoemd in artikel 12.
De subsidie aan de eigenaar wordt vastgesteld na ontvangst van de aanvraag.De eigenaar dient abonnee te zijn en te blijven van de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant en dient voorts een jaarlijkse inspectie te laten uitvoeren door deze stichting.