Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Boxmeer

Beleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBoxmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008
CiteertitelBeleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. APV Boxmeer
  2. Drank- en horecawetgeving
  3. Bouwverordening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-200828-12-2017Nieuwe regeling

18-11-2008

Boxmeers weekblad, 17 december 2008

17567; -1.75

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid vergunningverlening bij evenementen gemeente Boxmeer 2008

 

 

Artikel 1 Samenvatting

DoelstellingDe doelstelling van deze beleidsnotitie is om te komen tot een gedereguleerd evenementenbeleid. Er gaan minder regels gelden voor degene die een evenement wil organiseren. Dit wordt bereikt door evenementen, die voldoen aan een aantal criteria, vrij te stellen van een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Boxmeer 2007 (APV). Men hoeft het evenement nog slechts te melden, ofwel via de website van de gemeente ofwel via een eenvoudig formulier.De openbare orde en de veiligheid moeten wel worden gewaarborgd. Voor dit doel worden algemeen geldende voorschriften gesteld, te raadplegen via de gemeentelijke website of op papier verkrijgbaar.De verantwoordelijkheid van de burger neemt toe. Maar er is voor hem duidelijkheid betreffende de criteria, de voorschriften en de procedures.

Evenementen: melding of vergunning.De grondregel wordt dat evenementen, die voldoen aan de hierna vermelde criteria, moeten worden gemeld bij de gemeente (Afdeling Vergunningen). Er is geen evenementenvergunning meer nodig.

De criteria zijn: 1. Tijdens het evenement worden geen van de in de bijlage vermelde doorgaande wegen afgesloten, tenzij het fiets- en toertochten zonder wedstrijdelement, sponsorlopen en optochten betreffen (lijst met doorgaande wegen is bijgevoegd).2. Er zijn niet meer dan 1.000 deelnemers aanwezig bij het evenement.3. Het is niet een evenement dat zich richt op zeer specifieke, risicovolle groepen, waarvan algemeen bekend is dat er verhoogd risico is op gebruik van riskante middelen (drugs).4. De geluidsproductie is niet hoger dan 105 dB(A) bronvermogen.5. Er wordt geen vechtsport voor volwassenen in wedstrijdverband bedreven.6. Er wordt geen gebruik gemaakt van gemotoriseerde voertuigen of modelvoertuigen, gemotoriseerde vaartuigen of modelvaartuigen, gemotoriseerde vliegtuigen of modelvliegtuigen in de buitenlucht en de Wet milieubeheer is niet van toepassing daarop.7. Er is geen sprake van het schieten met vuurwapens, het werpen van ontvlambare of explosieve voorwerpen in de buitenlucht of van het schieten met wapens met luchtdruk of gasdruk op een openterrein en de Wet milieubeheer is niet van toepassing daarop.

Evenementen die niet kunnen voldoen aan deze criteria moeten wel een evenementenvergunning aanvragen.

ReikwijdteVoor een groot aantal evenementen is dus géén vergunning meer op grond van de APV vereist (evenementenvergunning). Bij evenementen zijn echter ook vergunningen c.q. ontheffingen nodig op grond van andere verordeningen en/of wetten. Deze blijven buiten de beoogde deregulering van deze notitie, omdat daarvoor niet de bevoegdheid bestaat. Dit geldt voor de Brandveiligheidsbepalingen in de APV en de Drank- en Horecawet.

EvenementenkalenderDoor het bijhouden van een evenementenkalender wordt zicht gehouden op de te houden evenementen en wordt de planning ervan vastgelegd. Ook kan hiermee de spreiding worden gestimuleerd.

Vrijstellingsbesluit burgemeesterDe burgemeester wijst bij afzonderlijk besluit, gebaseerd op artikel 2.2.2 van de APV, de evenementen aan die in overeenstemming met hoofdstuk 4 van deze notitie vergunningsvrij zijn.

EvaluatieNa twee jaar zal het evenementenbeleid en de uitvoering ervan worden geëvalueerd. Indien de ervaring de noodzaak heeft aangetoond wordt het beleid aangepast.

Artikel 2 Inleiding

2.1. AlgemeenEvenementen vervullen, naast de vanzelfsprekende ‘vermaakfunctie’, verschillende functies voor de gemeente Boxmeer: toeristisch-recreatieve functieEen evenement biedt het publiek de mogelijkheid om de vrije tijd aangenaam door te brengen. Die recreatieve functie heeft het evenement voor alle bezoekers, zowel voor de eigen inwoners als voor mensen van buiten. In het verlengde van het laatste ligt de toeristische functie: het vermogen om bezoekers van buiten aan te trekken.  sociaal-culturele functieVoor de bewoners kan een evenement de leefbaarheid onderstrepen. De ontmoetingsmogelijkheid en de gezamenlijke ervaring dragen bij aan het gemeenschapsgevoel van het individu en aan zijn betrokkenheid bij de gemeente.  economische functieDe economische betekenis van evenementen is aanzienlijk. Bezoekers maken namelijk tevens gebruik van andere faciliteiten binnen de gemeente zoals winkels en horeca. promotionele functieEvenementen kunnen van betekenis zijn voor de promotie van de gemeente en dragen bij aan het imago van de gemeente.

Kortom, evenementen en festiviteiten zijn belangrijk voor Boxmeer.

De andere kant van de medaille is dat een evenement een verstoring van het woon- en leefklimaat met zich mee kan brengen zoals geluidsoverlast, vervuiling en parkeeroverlast. In een enkel geval kan een evenement of festiviteit leiden tot een verstoring van de openbare orde. Dit moet echter worden voorkomen.2.2. DoelDe doelstelling van deze notitie is de vergunningsplicht voor een categorie evenementen te dereguleren c.q. te vereenvoudigen. Aan deze doelstelling wordt invulling gegeven enerzijds kleine evenementen die geen of zeer beperkt impact hebben op de omgeving vrij te stellen van de vergunningsplicht. Dit dereguleringsbeleid beoogt een taakverlichting voor zowel de organisator van een evenement als de gemeente.

In het kader van de openbare orde en veiligheid kan de gemeente door de afschaffing van de vergunningsplicht voor kleine evenementen niet volledig gevrijwaard worden van haar taak. Ten eerste heeft de gemeente in haar gebied de primaire verantwoordelijkheid de veiligheid te waarborgen. Ten tweede is het vanuit een oogpunt van betere dienstverlening van belang om te waarborgen dat twee verschillende evenementen niet gelijktijdig en op dezelfde locatie plaatsvinden. Ten derde moet voorkomen worden dat een evenement op een locatie wordt gehouden wanneer er ook bouw- , herstel-, of wegwerkzaamheden zijn gepland door de overheid. Om aan deze eisen tegemoet te komen zal de organisator aan de gemeente kenbaar moeten maken wanneer en waar een evenement zal plaatsvinden.

De verantwoordelijkheid van de burger zal toenemen. Voor hem/haar moeten echter wel de criteria, de voorschriften en de procedures duidelijk zijn.

2.3. Melding of vergunning?De grondregel wordt dat evenementen, die aan de in hoofdstuk 4.2 geformuleerde criteria voldoen, moeten worden gemeld bij de gemeente (Afdeling Vergunningen), voor plaatsing op de digitale evenementenkalender. Evenementen die niet kunnen voldoen aan de criteria moeten een evenementenvergunning aanvragen.2.4. EvenementenkalenderDoor het bijhouden van een evenementenkalender wordt zicht gehouden op de te houden evenementen en wordt de planning ervan vastgelegd. Ook kan hiermee de spreiding worden gestimuleerd en kan voorkomen worden dat op dezelfde locatie gelijktijdig twee evenementen gepland worden.

Artikel 3 Wettelijke kaders

Voor het evenementenbeleid zijn een aantal verordeningen en wettelijke voorschriften van toepassing.1. APV Boxmeer 20072. Bouwverordening3. Drank- en Horecawet3.1. APV Boxmeer 2007Afdeling Toezicht evenementenIn artikel 2.2.1 van de APV Boxmeer 2007 wordt onder evenement verstaan:Elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:a. bioscoopvoorstellingen;b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5.2.4 van deze verordening;c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;d. het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;f. activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.4.2, 2.1.4.3 en 2.3.3.1 van deze verordening.

Onder evenement wordt mede verstaan:a. een herdenkingsplechtigheid;b. een braderie;c. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2.1.2.2, op de weg;d. een feest of wedstrijd op of aan de weg.

Op grond van artikel 2.2.2, eerste lid is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Echter, de burgemeester heeft op grond van het derde lid de bevoegdheid om vergunningvrije categorieën aan te wijzen.

Weigeringsgronden evenementenvergunningIn artikel 2.2.2, tweede lid van de APV Boxmeer 2007 kan in het belang van een van de volgende gronden geweigerd worden:a. de openbare orde;b. het voorkomen of beperken van overlast;c. de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;d. de zedelijkheid of gezondheid.

Afdeling brandveiligheidIndien ten behoeve van een evenement een tent wordt geplaatst waar meer dan 50 personen in kunnen is daarvoor een gebruiksvergunning brandveiligheid vereist. Deze vergunning moet ook worden aangevraagd als er geen evenementenvergunning vereist is.3.2. BouwverordeningIn de verordening worden voorwaarden gesteld, gericht op het gebruik van een bouwwerk met betrekking tot de (brand)veiligheid.Op grond van deze verordening moet bouwwerken, waar meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn, dienen te beschikken over een gebruiksvergunning brandveiligheid. Dit geldt ook voor een gebouw dat anders dan zijn bestemming wordt gebruikt (bijvoorbeeld een loods of schuur wordt voor een evenement gebruikt).

Voorafgaande aan en tijdens het evenement wordt door de brandweer controle uitgeoefend op de naleving van de voorschriften van de gebruiksvergunning brandveiligheid.3.3. Drank- en HorecawetWil men bij een evenement buiten een horeca-inrichting alcoholhoudende drank verkopen dan heeft men op grond van deze wet een ontheffing nodig van de burgemeester, ook als er op basis van deze notitie geen evenementenvergunning meer nodig is.3.4. Wet milieubeheer en evenementen in horecabedrijven

Evenementen die worden gehouden in horecagelegenheden en die behoren tot de normale bedrijfsvoering hebben geen evenementenvergunning nodig. Het merendeel van de horecabedrijven valt onder het op 1 januari 2008 in werking getreden Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit). Dit besluit is in de plaats gekomen van onder meer het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Het Activiteitenbesluit geeft algemene voorschriften waaraan de horecabedrijven zich moeten houden. Een onderdeel van het Activiteitenbesluit betreffen de geluidvoorschriften. Het afwijken van de normen van het Activiteitenbesluit (hogere geluidsproductie) kan worden toegestaan via de zogenaamde twaalfdagenregeling. Het doel van de twaalfdagenregeling is om horecabedrijven de mogelijkheid te bieden gedurende een aantal dagen activiteiten in de inrichting te organiseren, die normaal vanwege de strenge geluidsnormen niet mogelijk zijn. Dit betekent dat op die aangewezen dagen mogelijk een bepaalde mate van geluidsoverlast voor de omgeving moet worden geaccepteerd. Deze regeling is uitgewerkt in de artikelen 4.1.1, 4.1.2 en 4.1.3 van de APV Boxmeer 2007.Zij omvat per jaar een aantal collectief aangewezen dagen voor festiviteiten die niet aan één inrichting gebonden zijn, zoals de carnavals- en kermisdagen, plus twaalf incidentele festiviteiten die specifiek aan een inrichting of een klein aantal inrichtingen zijn verbonden.

Een regulier terras en vermeld op de horecavergunning behoort tot een horeca-inrichting. Zodra men buiten de eigen inrichting (inclusief het reguliere terras) een evenement op straat organiseert, is een evenementenvergunning vereist.

Paracommerciële bedrijvenStichtingen en/of verenigingen (paracommerciële instellingen) mogen in hun horecagelegenheid uitsluitend evenementen organiseren die passen binnen de doelstelling van de organisatie. Zij zijn voor wat betreft de horeca-activiteiten beperkt. In de drank- en horecavergunning zijn meestal de volgende voorschriften opgenomen:1. Het exploiteren van de bar dient uitsluitend te geschieden in het kader van de doelstelling van de vereniging;2. De vereniging onthoudt zich van commerciële horeca-activiteiten, evenals van het aantrekken van activiteiten, die niet in overeenstemming zijn met de doelstelling van de vereniging;3. Buiten de doelstelling van de vereniging vallen:Bruiloften, evenals bijeenkomsten voor niet-leden, evenals recepties en partijen, voor zover deze worden gehouden vanwege gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer.

Een paracommerciële instelling mag geen evenement organiseren dat strijdig is met haar doelstelling wanneer daarbij gebruik wordt gemaakt van de verleende drank- en horecavergunning.3.5. Bevoegd orgaanDe burgemeester is het bevoegde bestuursorgaan op het gebied van het verlenen van: een evenementenvergunning op grond van artikel 2.2.2, lid 1 van de APV Boxmeer 2007; het aanwijzen van categorieën evenementen waarvoor geen vergunning is vereist, ingevolge artikel 2.2.2, lid 3 van de APV Boxmeer 2007; het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 Drank- en horecawet voor het verstrekken van zwakalcoholische drank bij een gelegenheid van tijdelijke aard.

Het College van burgemeester en wethouders is het bevoegde bestuursorgaan bij onder meer: geluidsontheffingen op grond van artikel 4.1.5 APV Boxmeer 2007; verkeersbesluiten (Wegenverkeerswet, RVV).

Artikel 4 Evenementen, melden of een vergunning?

4.1. AlgemeenOp grond van artikel 2.2.2, derde lid van de APV Boxmeer 2007 kan de burgemeester categorieën evenementen aanwijzen die zijn vrijgesteld van een vergunning. Zoals al vermeld in de inleiding van deze notitie maakt hij van deze bevoegdheid gebruik voor evenementen die onder de hierna beschreven criteria zijn te rangschikken. Van het houden van een dergelijk evenement moet melding worden gemaakt.

DefinitiesIn artikel 2.2.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Boxmeer (verder genoemd APV) is een omschrijving gegeven van een evenement, te weten: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.Gelet op het doel van deze notitie verdient het de voorkeur om een evenement ruimer te omschrijven en wel als: een voor publiek toegankelijke, speciaal georganiseerde – al dan niet commerciële – gebeurtenis gericht op vermaak, van tijdelijke aard, dat van lokale, regionale of nationale betekenis is en dat georganiseerd wordt voor een relatief groot aantal deelnemers.

Buurtfeesten, popconcerten, optochten, wielerwedstrijden, snuffelmarkten, muziekuitvoeringen en andere bijeenkomsten waar mensen gratis of tegen betaling naar toe kunnen, vallen onder het begrip evenement.

DeelnemersDit is het aantal personen (deelnemers, bezoekers, personeel), dat op enig moment maximaal aanwezig kan zijn. De capaciteit van de locatie, gebouw of tent (staan- / zitplaatsen) is bepalend. 4.2. Meldingsplichtige evenementenHet is wenselijk om kleinschalige evenementen vrij te stellen van de vergunningplicht en af te doen middels een melding. In het kader van duidelijke regelgeving en behoorlijk bestuur is het echter van belang om criteria vast te stellen voor evenementen die vrijgesteld worden van de vergunningsplicht.

Aan alle onderstaande criteria moet zijn voldaan om in aanmerking te komen voor vrijstelling van de vergunningsplicht. Indien een evenement niet voldoet aan een van deze criteria dan zal de organisator alsnog via de reguliere procedure een vergunningaanvraag moeten indienen. De criteria luiden als volgt:a. Tijdens het evenement worden geen van de in de bijlage vermelde doorgaande wegen afgesloten, tenzij het fiets- en toertochten zonder wedstrijdelement, sponsorlopen en optochten betreffen (lijst met doorgaande wegen is bijgevoegd).b. Er zijn niet meer dan 1.000 deelnemers aanwezig bij het evenement.c. Het is niet een evenement dat zich richt op zeer specifieke, risicovolle groepen, waarvan algemeen bekend is dat er verhoogd risico is op gebruik van riskante middelen (drugs).d. De geluidsproductie is niet hoger dan 105 dB(A) bronvermogen.e. Er wordt geen vechtsport voor volwassenen in wedstrijdverband bedreven.f. Er wordt geen gebruik gemaakt van gemotoriseerde voertuigen of modelvoertuigen, gemotoriseerde vaartuigen of modelvaartuigen, gemotoriseerde vliegtuigen of modelvliegtuigen in de buitenlucht en de Wet milieubeheer is niet van toepassing daarop.g. Er is geen sprake van het schieten met vuurwapens, het werpen van ontvlambare of explosieve voorwerpen in de buitenlucht of van het schieten met wapens met luchtdruk of gasdruk op een openterrein en de Wet milieubeheer is niet van toepassing daarop.

Procedure meldingen: Wijze van melden:Op grond van artikel 1.3, eerste lid van de APV Boxmeer 2007 dient een aanvraag minimaal drie weken voor de dag waarop een vergunning e.d. wordt benodigd te zijn ingediend. Op grond van het tweede lid van voornoemd artikel kan voor bepaalde vergunningen e.d. een andere termijn (tot maximaal acht weken) gehanteerd worden. Voor evenementenvergunningen/-meldingen zal van deze mogelijkheid gebruik worden gemaakt. Een melding wordt gedaan door of namens de organisator van het evenement door middel van een zogeheten meldingsformulier. In dit meldingsformulier dat onder andere digitaal beschikbaar zal zijn, worden tevens de geldende regels en criteria opgenomen zodat de organisator het geplande evenement vooraf kan toetsen. Het meldingsformulier wordt tenminste drie weken. Ter advies kan de melding door de behandelende afdeling Vergunningen doorgestuurd worden naar andere afdelingen en/of externe partners. Als de organisator binnen vijf werkdagen niets heeft vernomen dan mag hij ervan uitgaan dat het verzoek wordt gehonoreerd. Indien de gemeente meer onderzoekstijd nodig heeft dan wordt dat ook binnen hetzelfde tijdsbestek meegedeeld aan de organisator. Indien bekend is of met reden is aan te nemen dat een van de weigeringsgronden van artikel 2.2.2, tweede lid van de APV Boxmeer 2007 van toepassing is op een vergunningsvrij evenement kan desondanks door de burgemeester toch het aanvragen van een vergunning worden vereist. Deze eis wordt met redenen omkleedt meegedeeld aan de organisator.  Er wordt op toegezien dat het evenement daadwerkelijk gemeld is (en op de evenementenkalender staat). Niet gemelde evenementen kunnen niet worden gehouden.

Opmerkingen ten aanzien van meldingen: De algemene voorschriften moeten worden nageleefd. Deze staan vermeld in bijlage 1. Bij gebruik van een tent of tijdelijk bouwwerk waarin meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn is een gebruiksvergunning brandveiligheid vereist. In artikel 5.5.3 APV Boxmeer 2007 zijn nog een aantal andere criteria vermeld op basis waarvan een gebruiksvergunning brandveiligheid is vereist. Wanneer sprake is van verkoop van alcoholhoudende drank dient een ontheffing ex artikel 35 van de Drank- en Horecawet te worden aangevraagd. Er mag nooit sterke drank worden aangeboden.Verstrekking van zwakalcoholhoudende drank “om niet” mag zonder deze ontheffing.  Op basis van de Zondagswet kan een evenement op een zon- of feestdag niet eerder starten dan 13.00 uur. Incidenteel kan de burgemeester ontheffing verlenen zodat hiervan kan worden afgeweken. Voor het nemen van verkeersmaatregelen zie hoofdstuk 8.5 Evenementen die worden gehouden in een horeca-inrichting zijn (meestal) vergunningsvrij en hoeven ook niet te worden gemeld.

Controle handhaving: Er vindt steekproefsgewijs controle plaats op naleving van voorschriften.  De Brandweer controleert altijd vooraf op naleving van de voorschriften van de gebruiksvergunning brandveiligheid. Overlast of klachten kunnen consequenties hebben voor toekomstige evenementen. De organisatie wordt in kennis gesteld van geregistreerde klacht of overlast.

Voorbeelden van vergunningsvrije evenementen: Buurt- en straatfeesten (met barbecue), vieringen of herdenkingen, (kleine) vlooienmarkten, rommelmarkten en vrije markten, braderieën, fietstoer-, skeeler- en wandeltochten, sponsorlopen, carnavals- en St. Maartensoptochten, muziekfeesten en pleinfeesten, braderieën, popfestivals, algemeen toegankelijke tentfeesten.4.3. Vergunningplichtige evenementen Alle evenementen die niet kunnen worden gerangschikt onder de criteria van zijn vergunningplichtig op grond van de APV Boxmeer 2007.

Procedure:  Wijze van melden:Op grond van artikel 1.3, eerste lid van de APV Boxmeer 2007 dient een aanvraag minimaal drie weken voor de dag waarop een vergunning e.d. wordt benodigd te zijn ingediend. Op grond van het tweede lid van voornoemd artikel kan voor bepaalde vergunningen e.d. een andere termijn (tot maximaal acht weken) gehanteerd worden. Voor evenementenvergunningen/-meldingen zal van deze mogelijkheid gebruik worden gemaakt. Een aanvraag om een evenementenvergunning moet minimaal 8 weken voordat het evenement zal plaatsvinden digitaal of schriftelijk zijn ingediend bij de gemeente. - Inspraak: de aanvraag om vergunning wordt gedurende 2 weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden kunnen binnen deze termijn mondeling of schriftelijk hun zienswijze kenbaar maken.- Het besluit tot het verlenen van de vergunning wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager en degene die een zienswijze kenbaar heeft gemaakt, door plaatsing op de evenementenkalender en door publicatie in het Boxmeers Weekblad.

Evaluatie, controle en handhaving:- Voorafgaand aan het evenement wordt met de organisatie overleg gevoerd en na afloop wordt een evaluatiegesprek gehouden.- Overlast of klachten kunnen consequenties hebben voor vergunningverlening in de toekomst. - De organisatie wordt in kennis gesteld van geregistreerde klachten of overlast.

Voorbeelden van vergunningplichtige evenementen:“Daags na de Tour”, “de Lindefeesten”, “Op de Tôffel”, “de Metworstrennen”, “de Lichtjesoptocht”, “Overloon Buitengewoon”, “De Lentekermis”, “het Zomerspektakel”.

Artikel 5 Informeren van bewoners in kader van de Algemene wet bestuursrecht.

5.1. Algemene wet bestuursrecht (Awb)Op de behandeling van de aanvraag voor een evenementenvergunning zijn bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Artikel 3:40 Awb. Een besluit treedt niet in werking, voordat het is bekendgemaakt. Artikel 3:41 Awb. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager.5.2. Informeren over vergunningsvrije evenementenOp grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een besluit te worden bekend gemaakt voordat het in werking treedt. Meldingen voor vergunningvrije evenementen vallen echter niet onder de categorie “besluiten”. Dit impliceert vervolgens dat tegen een ingediende melding geen bezwaar- of beroepsmogelijkheid openstaat.Om de rechtsbescherming voor belanghebbenden zo adequaat mogelijk te houden worden deze evenementen op de evenementenkalender geplaatst.Belanghebbenden worden over vergunningsvrije evenementen niet actief geïnformeerd, maar moeten zelf hun informatie halen vanaf de evenementenkalender op de website van de gemeente.De evenementenkalender wordt (ten behoeve van hen die geen Internet hebben) periodiek gepubliceerd in het Boxmeers Weekblad.Belanghebbenden die zich eventueel niet met de desbetreffende activiteit kunnen verenigen, kunnen dan een verzoek indienen om handhavend op te treden. De beslissing van het bevoegd gezag hierop staat vervolgens wel weer open voor bezwaar- en beroep.5.3. Informeren over de verleende vergunningDe verleende vergunningen en /of ontheffingen zijn besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent:De evenementenvergunning wordt aan de aanvrager toegezonden en aan hen die een zienswijze hebben ingebracht. Daarnaast wordt het besluit of de zakelijke inhoud ervan opgenomen in het Boxmeers Weekblad en geplaatst op de evenementenkalender; 5.3.1. Termijnen en omvang voor aanvragenVoor aanvragen van een evenementenvergunning geldt een beslissingstermijn van 8 weken na de dag dat de aanvraag is ontvangen (artikel 1.2.van de APV Boxmeer 2007). Op grond van lid 2 van dit artikel kan de beslissingstermijn met acht weken worden verlengd. Er is hier sprake van termijnen van orde.Aanvragen om vergunning kunnen slechts per evenement en per kalenderjaar worden gedaan; aanvragen voor meerdere jaren zijn niet mogelijk.5.3.2. Informeren omwonenden door aanvragerDe organisatie zorgt uiterlijk twee weken voor de aanvang van het evenement voor het informeren van de omwonenden. Dit voorschrift is onderdeel van de algemene voorschriften die dienen te worden nageleefd.

5.3.3. Niet-tijdig ingediende aanvragen, wijzigingen of aanvullingenDe behandelingstermijn van de aanvraag voor evenementen blijft beperkt tot 8 weken, met een verlenging van de beslistermijn met 8 weken. Aanvragen die niet tijdig worden ingediend, kunnen worden afgewezen, indien de aard en omvang van het evenement de maximale termijn van 8 weken, plus verlengingstermijn, vereisen in het belang van een zorgvuldige afhandeling.5.3.4. Bezwaar tegen de verleende vergunning Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen omwonenden, organisatoren en andere belanghebbenden binnen 6 weken bezwaar maken tegen een verleende evenementenvergunning en een voorlopige voorziening vragen.

Er is natuurlijk geen bezwaar mogelijk tegen evenementen die zonder vergunning kunnen worden gehouden. Dit is acceptabel omdat deze beleidsregel tot stand komen via een openbare inspraak procedure. In dat kader heeft al een belangenafweging plaatsgevonden van relevante feiten (geluidsniveau, tijden, frequentie etc.) 5.4. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)In de toekomst wordt de Wabo ingevoerd. Na invoering wordt de reguliere procedure van die wet op aanvragen voor evenementenvergunning toegepast (beslistermijn 8 weken met verlengingsmogelijkheid van 6 weken; er is dan sprake van fatale termijnen).

Artikel 6 De evenementenkalender

6.1. DoelDoor het opstellen van een evenementenkalender wordt een overzicht gegeven van de geplande evenementen. Het doel is:  een instrument te hebben waarmee spreiding gestimuleerd kan worden; een betere handhaving van de openbare orde en veiligheid; een communicatiemiddel richting organisatoren, bezoekers en belanghebbenden. De evenementenkalender moet worden gezien als een digitaal product dat te raadplegen is op de website van de gemeente Boxmeer. De kalender verschaft informatie aan organisatoren, belanghebbenden en bezoekers van evenementen.Dit communicatiemiddel kan worden gekoppeld aan de gemeentelijke en andere publieke websites (b.v. van de VVV).

Tevens is deze kalender belangrijk in verband met de meldplicht van evenementen die geen vergunning meer nodig hebben. De website van de gemeente wordt zodanig ingericht, dat deze verplichte melding ook digitaal kan geschieden (naast schriftelijke melding).6.2. Totstandkoming De evenementenkalender is een dynamisch product. Het wordt constant geactualiseerd. Deze actualisering vindt plaats: aan de hand van de meldingen van evenementen waarvoor geen vergunning meer wordt vereist;  aan de hand van de nieuw verleende evenementvergunningen.

Jaarlijks wordt voor 1 november, in samenwerking met de organisatoren, door de Afdeling Vergunningen een inventarisatie gemaakt van de te verwachten evenementen in het volgende jaar. De gemeente zal dan aan de hand van deze inventarisatie beoordelen voor welke evenementen een draaiboek is vereist en de organisator daarvan in kennis stellen.

Artikel 7 Gebruik van locaties

7.1. Gebruik locatie evenementen versus bestemmingsplanJurisprudentie heeft uitgewezen dat een tweetal evenementen in het land door de rechter niet zijn toegestaan. Deze evenementen vonden jaarlijks op een vaste locatie plaats. De locatie stond in het bestemmingsplan niet aangegeven als evenemententerrein. De bestuursrechter was/is van mening dat door het jaarlijks terugkerende karakter van een evenement de bestemming van het terrein als evenemententerrein dan ook vastgelegd dient te zijn.

Op dit moment zijn in de vigerende bestemmingsplannen binnen onze gemeente geen terreinen daadwerkelijk als evenemententerrein bestemd. Evenementen vinden veelal plaats op locaties, die - min of meer van oudsher - kunnen worden beschouwd als evenemententerrein. In de gemeente Boxmeer worden de volgende locaties, al dan niet regelmatig, gebruikt voor het houden van een evenement: Beugen: Kerkplein Boxmeer: Weijerplein, Raadhuisplein, Wilhelminaplein, het plein aan de Burg. Verkuijlstraat (“Bussersplein”) Groeningen: plein hoek Groeningsestraat/Maasstraat (particulier eigendom!) Holthees: parkeerterrein aan de Gildestraat Maashees: plein Mgr. Geurtsstraat Oeffelt: plein nabij de Schoolstraat (voor- en achterzijde voormalig gemeentehuis) en het “evenemententerrein” aan de Hapseweg Overloon: 14 Oktoberplein, parkeerterrein nabij Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum Rijkevoort: Mr. V.d. Bergplein Sambeek: Past. De Vochtplein Vierlingsbeek: Vrijthof Vortum-Mullem: plein aan de St. Cornelisstraat

Bij de totstandkoming van nieuwe bestemmingsplannen zal door de afdeling Ruimte en Economie in de gebruiksvoorschriften van specifieke bestemmingen aandacht besteden aan het (mede)gebruik voor evenementen.7.2. Beperken van evenementen tot een maximum per jaarTen behoeve van het voorkomen van een al te grote druk op bovenvermelde locaties en het beheersbaar houden van overlast worden voor deze locaties de volgende uitgangspunten gehanteerd.Per kalenderjaar geldt voor de aangewezen locaties:- elke maand tenminste twee weekenden evenementvrij;- maximaal 10 (meerdaagse) evenementen per locatie;- op maximaal 15 dagen een geluidsniveau/zendniveau van meer dan 105 dB(A) en gedurende maximaal 3 opeenvolgende dagen. De maximaal 3 opeenvolgende dagen is niet van toepassing op de kermisdagen.7.3. Besloten particulier feestOp eigen terrein mag men een besloten feest organiseren. Daarbij moet wel het volgende in acht worden genomen: Er mag geen overlast ontstaan voor de omgeving (bijvoorbeeld parkeren/geluid etc). In geval een tent wordt geplaatst bestemd voor meer dan 50 personen is een gebruiksvergunning brandveiligheid vereist. De drankverstrekking moet “om niet” zijn, anders is een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet vereist.

Artikel 8 Toetsingscriteria

De toetsingscriteria uit de APV Boxmeer 2007 zijn: openbare orde, overlast, verkeer, veiligheid, volksgezondheid. Wat hierna besproken wordt geeft handvaten voor de beoordeling van aanvragen voor een evenementenvergunning. 8.1. Openbare ordeDit criterium wordt vaak in één adem genoemd met “veiligheid”. Hierop wordt bijvoorbeeld een beroep gedaan, indien er meerdere grote evenementen tegelijkertijd plaatsvinden en voldoende politie-inzet niet mogelijk is. Een goede planning van evenementen kan dit meestal voldoende ondervangen. Verder kan op deze grond bijvoorbeeld een calamiteitenplan (zie hierna onder ‘veiligheid’) vereist zijn of als voorwaarde worden gesteld dat een organisator zelf moet zorgdragen voor extra bewaking. 8.2. OverlastBij evenementen zijn vooral geluidhinder, parkeeroverlast, baldadigheid en hinder vanwege vervuiling en verontreiniging van belang. Maar ook de bereikbaarheid vanwege de afsluiting van wegen. Bij meldingsplichtige evenementen dient de organisatie omwonenden binnen een straal van 50 meter en ook bewoners/gebruikers van panden, die direct grenzen aan en uitzicht hebben op de locatie van het evenement, te informeren over de te houden activiteiten. Bij vergunningplichtige evenementen dient de organisatie omwonenden binnen een straal van 100 meter en ook bewoners/gebruikers van panden, die direct grenzen aan en uitzicht hebben op de locatie van het evenement, te informeren over de te houden activiteiten. Hierbij moet tenminste vermeld worden:

 de begin- en de eindtijd van het evenement de namen van de verantwoordelijke personen de naam en het telefoonnummer van een klachtencoördinator / contactpersoon afzetting wegen. 8.3. Overlast door muziekBij de organisatie van evenementen in de open lucht (inclusief in tenten) en binnen de bebouwde kom zal een zekere mate van geluidshinder als zijnde onvermijdelijk moeten worden aanvaard. Het uitgangspunt ten aanzien van geluid is dan ook niet dat niemand meer geluidshinder mag ondervinden. Het gaat erom dat de geluidshinder rond evenementen beter beheersbaar wordt, dat onevenredige geluidsoverlast kan worden voorkomen en dat duidelijk is wanneer er sprake is van onevenredig geluidsoverlast.

Geluidsoverlast wordt niet alleen bepaald door het muziekniveau. Een ander aspect is de acceptatiegrens. Één evenement per jaar op een bepaalde locatie zal op minder weerstand stuiten dan ‘tig’ keer op eenzelfde locatie. Hetzelfde geldt voor een evenement dat om 23.00 uur stopt of een evenement dat om 02.00 uur eindigt. Een ander aspect is of men ook zelf bezoeker (bijvoorbeeld buurtbewoner tijdens een buurtfeest) is van dat evenement.

Bij het opstellen van geluidsnormen geldt als uitgangspunt dat tijdens een evenement in een woning een normaal gesprek mogelijk moet zijn. Dit houdt in dat in een woning, het muziekgeluidsniveau afkomstig van een evenement niet hoger mag zijn dan 50 dB(A). Bij een gemiddelde gevelisolatie van 20-25 dB(A) zou de gevelbelasting bij een woning niet meer mogen bedragen dan 70-75 dB(A). Vooral in de centra is de afstand tot de bebouwing vaak dusdanig, dat bij een maximale geluidsnorm van 75 dB(A) op de gevel, vrijwel geen enkel evenement zou kunnen worden vergund.

Vergunningvrije/meldingsplichtige evenementenVergunningvrije/meldingsplichtige evenementen mogen een maximaal bronniveau hebben van 105 dB(A), gemeten op 1 meter afstand van de bron (een hoger bronniveau betekent dat vergunning moet worden aangevraagd). Volgens het rapport “Evenementen met een luidruchtig karakter” van de Inspectie Milieuhygiëne leidt een bronniveau van 105 dB(A) op een afstand van 25 meter een geluidsniveau op van 70 dB(A). Op een afstand van 50 meter bedraagt het geluidsniveau volgens genoemd rapport 65 dB(A).De vergunningvrije/meldingsplichtige evenementen blijven binnen de algemeen aanvaarde norm, dat een normaal gesprek in een woning mogelijk is. Bovendien ligt de acceptatiegrens veelal hoger.

Vergunningplichtige evenementenEvenementen, waarbij ook versterkte muziek – met een bronniveau van meer dan 105 dB(A) – ten gehore wordt gebracht en waarbij in de nabijheid woningen gelegen zijn, zullen al snel leiden tot een overschrijding van het gewenste binnenniveau. Volgens de in 1996 door de Inspectie Milieuhygiëne Limburg uitgebrachte nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” zou de gevelbelasting in de dag- en avondperiode, respectievelijk van 07.00 uur tot 19.00 uur en van 19.00 uur tot 23.00 uur, maximaal 70 a 75 dB(A) mogen bedragen en in de nachtperiode (van 23.00 uur tot 07.00 uur) tot maximaal 70 dB(A). Consequentie zou zijn, dat vrijwel geen enkel evenement vergund kan worden. Dit is niet gewenst, want evenementen zorgen voor levendigheid binnen de gemeente, vergroten de economische bedrijvigheid, bevorderen de onderlinge contacten tussen de burgers en dragen bij aan de promotie van de gemeente.

Inmiddels hebben steeds meer gemeenten ervaring opgedaan met het opstellen van geluidsnormen voor een evenementen (o.a. Nijmegen, Leiden, Breda, Enschede en Amersfoort). Zij hebben allemaal – deels uit ervaring – een hogere normstelling opgenomen voor de luidruchtige evenementen: sommige zelfs tot maximaal 95 dB(A). ).

Het wetsartikel dat het meest toegesneden is op de lawaaiproblematiek is het Arbobesluit over geluid op de werkplek: schadelijk geluid is maximaal 80 dB(A) gedurende een langere periode. Er is geen directe relatie te leggen tussen deze norm en normen bij evenementen. De keuze in deze nota is vooral uit praktische overwegingen gevallen op 85 dB(A). Dit is te motiveren omdat het bij evenementen gaat over een incidentele en relatief korte geluidsbelasting, het aantal evenementen per locatie gemaximaliseerd wordt en enige geluidsoverlast inherent is aan het wonen in een centrum.

De geluidsnorm, die wordt opgenomen, zal in principe gelden voor de gevel van woningen.

De organisator zal bij zijn vergunningaanvraag, indien het zendniveau van de geluidsboxen meer bedraagt dan 105 dB(A), een geluidsrapportage moeten overleggen, waaruit blijkt dat het geluidsniveau bij de dichtstbijzijnde woning van derden (of op een afstand van 50 meter) niet meer bedraagt dan 85 dB(A). Indien deze norm, een doelvoorschrift, zal worden overschreden, dan zullen in de ontwerpvergunning middelvoorschriften worden opgenomen. Te denken valt aan het gebruik van een geluidsbegrenzer, de opstelling van de boxen en/of het podium. Indien de organisator niet bereid is deze middelvoorschriften te treffen, dan wordt de vergunning geweigerd en kan het evenement geen doorgang hebben of zal de organisator moeten omzien naar een geschiktere locatie.

De normstelling van 85 dB(A) heeft met name consequenties voor het jaarlijks terugkerend popfestival “Op de Tôffel” op het Vrijthof in Vierlingsbeek. Weliswaar kan aan de vergunning voor dit evenement het middelvoorschrift worden verbonden, dat gebruik moet worden gemaakt van een geluidsbegrenzer teneinde te voldoen aan de normstelling, maar een dergelijk voorschrift zal afbreuk doen aan dit alom bekend popfestival; hoge geluidsniveaus horen eenmaal bij een popfestival. Een andere oplossing zou kunnen zijn het verplaatsen van dit evenement naar een terrein buiten de bebouwde kom. De ‘charme’ van dit popfestival is echter mede, dat dit festival in tegenstelling tot vrijwel alle andere popfestivals plaatsvindt op een verhard terrein.Mede omdat dit evenement in de dag- en avondperiode plaatsvindt (tot uiterlijk 22.00 uur) zal bij dit popfestival de normstelling van 85 dB(A).

Het college kan daarnaast voor andere evenementen besluiten dat geen of hogere geluidsnormen gelden. Voorwaarde is wel dat er bijzondere omstandigheden zijn, die zwaarder wegen dan de belangen van de bewoners in de omgeving van de locatie waarop het evenement zal plaatsvinden.

Overigens moet aan de gestelde geluidsnorm van 85 dB(A) niet altijd en te veel waarde worden gehecht. Immers blijkt vaak dat niet eens het aantal decibellen de allesbepalende en overheersende factor is bij de mate van overlast. Veel mensen die geluidsoverlast ervaren vinden bepaalde (versterkte) muziek per definitie hinderlijk. De grens tussen hinderlijk, zeer hinderlijk of hard en keihard wordt dan steeds moeilijker vast te stellen. Ook het genre van de muziek speelt nog een rol. Andere factoren – die wel eenvoudig zijn vast te stellen – zijn vaak veel bepalender bij het vast stellen van de mate van overlast:  het tijdstip van een evenement (overdag of avond) en vooral: eindtijd; het aantal dagen dat een evenement duurt; het aantal weekenden achter elkaar dat er evenementen zijn (rustperiode); tijdige vooraankondiging van een evenement.

EindtijdenOm een geleidelijk vertrek van bezoekers mogelijk te maken, wordt een onderscheid gemaakt in de eindtijd van het geluid c.q. de muziek, de eindtijd voor het verstrekken van dranken en etenswaren, evenals de eindtijd van het evenement. Voor geluid/muziek geldt een eindtijd van een uur voor de eindtijd van het evenement en voor de verstrekking van dranken/etenswaren een half uur voor de eindtijd van het evenement.

OverzichtHet vorenstaande leidt tot het volgende overzicht. 

 

 

Eindtijd muziek/ geluid

Eindtijd drank/etenswaren

Eindtijd evenement

Max.geluidsniveau

Vergunningvrij

23.00 uur

23.30 uur

24.00 uur

 

Vergunning

23.00 uur

23.30 uur

24.00 uur

Max. 85 dB(A)

 

 

 

 

 

 

Eindtijd muziek/ geluid

Eindtijd drank/etenswaren 

Eindtijd evenement

Max.geluidsniveau

Vergunningvrij

24.00 uur

00.30 uur

01.00 uur

 

Vergunning

01.00 uur

01.30

02.00 uur

Max. 85 dB(A)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

“Op de Tôffel”

22.00 uur

22.30

23.00 uur

xxx

AanvangstijdenOp grond van de Zondagswet (artikel 3) mag op een zondag voor 13.00 uur geen gerucht worden veroorzaakt, dat op een afstand van meer dan 200 meter van de bron van verwekking hoorbaar is en kan voor de periode na 13.00 uur ontheffing worden verleend. Op grond van artikel 4 van de Zondagswet mag voor 13.00 uur geen openbare vermakelijkheid gehouden worden, tenzij de burgemeester ontheffing heeft verleend.

Op zondagen worden voor evenementen vergunning verleend, mits vóór 13.00 uur geen muziek of op een andere wijze geluid ten gehore wordt gebracht. Voor de overige dagen wordt aansluiting gezocht bij de aanvang van de dagperiode volgens de milieuwetgeving en wel 07.00 uur.8.4. Veiligheid8.4.1. Algemeen/veiligheidsplanDe vergunninghouder is als eerste verantwoordelijk voor de veiligheid op het evenemententerrein. Deze moet daarom voor de bestrijding van kleine incidenten zelf zorg dragen. Als de vergunningverlener verwacht dat de risico’s groter zijn, waardoor (extra) inzet van de hulpdiensten nodig is, kan hij van de organisator een veiligheids-/calamiteitenplan eisen. In een dergelijk plan, dat is gebaseerd op de risicoanalyse van de politie, brandweer en/of organisator, staat hoe de diverse voorzienbare incidenten worden bestreden. Bij het opstellen van het plan kunnen de hulpdiensten adviseren. In het plan is in elk geval aandacht voor:  Identificatie van de risico’s (bijvoorbeeld vechtpartijen, paniek in de menigte, overbevolking evenementlocatie, aan- en afvoerproblemen, overmatig alcohol- of drugsgebruik, massale ordeverstoring, onwel worden in de massa) en de invloed van deze incidenten op de publieksstromen;  Maatregelen en acties die deze risico’s beperken of uitsluiten, zoals juiste programmering, voorlichting, mobiliteitsplan, alcohol- of drugsregime, voorzieningen voor geneeskundige hulpverlening (daarbij rekening houdend met de mensenmassa);  Evacuatieplan;  Afspraken tussen organisator en hulpdiensten.

Op het terrein en de daarbuiten relevante gebieden moeten calamiteitenroutes worden aangebracht. De routes moeten bekend zijn bij de medewerkers op het terrein en de daarbuiten aanwezige medewerkers. Het veiligheidsplan voorziet in de maatregelen die de organisator neemt bij het voorkomen en afhandelen van kleine incidenten. Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking en krijgt een van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident. In het uiterste geval kan het gemeentelijke rampenplan worden opgestart, waarbij de burgemeester het opperbevel voert.8.4.2. BrandveiligheidTen aanzien van de brandveiligheid wordt bij evenementen gekeken naar de locatie en de directe omgeving ervan. Zo kan onderscheid worden gemaakt in:a. evenementen in de open lucht.b. evenementen in tijdelijke bouwwerken. c. evenementen in (permanente) bouwwerken.

Er kunnen voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid worden opgenomen in de evenementenvergunning. Voor evenementen waarbij gebruik wordt gemaakt van tijdelijke bouwwerken van enige omvang (> dan 50 personen), b.v. feesttenten of een circus, is een gebruiksvergunning brandveiligheid vereist op grond van artikel 5.5. van de APV Boxmeer 2007.

Permanente bouwwerken beschikken (meestal) over een gebruiksvergunning brandveiligheid op grond van art. 6.1.1 van de Bouwverordening. Indien in een dergelijk bouwwerk een evenement wordt gehouden – b.v. in een schuur wordt een feest georganiseerd of in een sporthal wordt een muziekevenement gehouden – dan zullen aanvullende voorzieningen worden verlangd. Indien er geen belemmeringen zijn dan kan een tijdelijke gebruiksvergunning worden verleend. Daarbij wordt dan o.a. het maximale aantal toe te laten personen afgestemd op (nood-)uitgangen, materiaalgebruik, noodverlichting, etc.Ook de constructieve veiligheid van tribunes, steigerconstructies e.d., wordt getoetst.8.4.3. Beveiligingsfunctionarissen/ToezichthoudersAfhankelijk van de aard van het evenement kan (2.1.1.5 APV Boxmeer 2007) de voorwaarde worden gesteld dat er erkende beveiligingsfunctionarissen/toezichthouders aanwezig dienen te zijn. Denk hierbij aan evenementen met een verhoogd risico op ongeregeldheden door bijvoorbeeld alcoholgebruik. Als gevolg van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties is het verboden zonder vergunning van de minister van Justitie beveiligingswerkzaamheden te verrichten of aan te bieden. De organisator dient bij de vergunningaanvraag de bedrijfsnaam en het aantal beveiligers aan te geven. 8.4.4. Kunststof glaswerkIn 2001 is besloten, dat bij evenementen in/op/nabij de openbare weg het uitserveren van frisdranken, alcoholische dranken etc. uitsluitend geschieden middels herbruikbare kunststof veiligheidsglazen. Uitgeserveerde glazen dienen regelmatig te worden opgehaald teneinde vervuiling te voorkomen.8.5. Verkeersveiligheid8.5.1. Afsluiting wegenIndien verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn worden deze bepaald door de afdeling Realisatie en Beheer. Er wordt vastgesteld of de route naar, en de locatie van het evenement vanuit openbare orde en veiligheidsaspecten acceptabel is. Afsluiting van een weg ten behoeve van een evenement kan in elk geval niet plaatsvinden, indien de verkeersveiligheid en/of doorstroming van het verkeer in het geding is, bijvoorbeeld: als gevolg van tijdelijke situaties (werk in uitvoering); als er geen adequate omleidingsroute is voor doorgaand verkeer, hulpverleningsdiensten of het openbaar vervoer.

Bij het, gedeeltelijk, afsluiten van de openbare weg dient er rekening mee te worden gehouden dat de hulpverleningsdiensten te allen tijde vrije doorgang dienen te hebben.

Bij de beslissing over het al dan niet afsluiten wordt gekeken naar de belangen van het evenement, van de aanwonenden, de ondernemers en anderen in de betreffende straat en/of het gebied. Concreet komt dit voor het evenementenbeleid op het volgende neer: de afsluiting van gebiedsontsluitingswegen wordt in beginsel niet toegestaan. Indien dit in een uitzonderingsgeval wel moet worden toegestaan (b.v. vanwege een evenement dat door zijn uitstraling van grote importantie is voor de betreffende dorpskern of de naam van de gemeente in regionaal en/of landelijk verband) moet een adequate omleidingsroute mogelijk zijn. De afsluiting van erftoegangswegen, die in hoofdzaak een verblijfsfunctie hebben, kan in beginsel worden toegestaan, mits dit geen onaanvaardbare verkeerstechnische belemmeringen oplevert. Uitzondering vormen in elk geval de erftoegangswegen, welke zowel een belangrijke verkeers- als verblijfsfunctie hebben, zoals de erftoegangswegen waaraan het politiebureau en de brandweerkazernes zijn gelegen. Indien in een uitzonderingsgeval een evenement wel moet worden toegestaan (b.v. vanwege een evenement dat door zijn uitstraling van grote importantie is voor de betreffende dorpskern of de naam van de gemeente in regionaal en/of landelijk verband) moet een adequate omleidingsroute mogelijk zijn.

In bijlage 2 zijn de gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen, welke zowel een belangrijke verkeers- als verblijfsfunctie hebben, vermeld, waarvoor in beginsel geldt dat deze niet mogen worden afgesloten.8.5.2. ParkerenDe organisatie dient ervoor te zorgen dat er voldoende (openbare) parkeergelegenheid voor bezoekers is. Zonodig dient de organisator bij de parkeergelegenheid ervoor zorg te dragen dat medewerkers aanwezig te zijn om het parkeren in goede banen te leiden en toezicht te houden. Tevens en zonodig dient de organisator ervoor te zorgen dat er voldoende bewegwijzering is aangebracht naar het parkeerterrein.8.5.3. VerkeersregelaarBij evenementen (bijvoorbeeld carnavalsoptochten) op de weg, kan het noodzakelijk zijn dat het verkeer - voor de veiligheid van de deelnemers en weggebruikers – door verkeersregelaars geregeld moet worden. Of, hoe en het aantal verkeersregelaars dat er moeten worden ingezet wordt bepaald door de gemeente in overleg met de politie. Het werven van verkeersregelaars is een eigen verantwoordelijkheid van de organisatie. Verkeersregelaars zijn mensen die – door middel van het volgen van een kortstondige cursus, welke verzorgd wordt door de politie - de bevoegdheid hebben gekregen om bij het evenement het verkeer te regelen. Deze vrijwilligers worden ingezet omdat de politie niet bij alle evenementen aanwezig kan zijn. De aanwijzingen die de verkeersregelaars aan de weggebruikers geven zijn bindend. De verkeersregelaars worden aangesteld door de burgemeester en krijgen van de politie een instructiecursus.

Vereisten- De minimumleeftijd voor een verkeersregelaar is 18 jaar (16 jaar voor binnen de bebouwde kom). - Voor de verkeersregelaars moet een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid afgesloten worden (niet meer wettelijk verplicht sinds 1.1.2006).- De verkeersregelaars moeten een oranje fluorescerende jas of hesje dragen met aan beide zijden het woord” verkeersregelaar”.- De kosten zijn voor rekening van de organisatie.8.6. Zedelijkheid en gezondheid8.6.1. AlgemeenAan een evenementenvergunning worden voorschriften verbonden om gezondheidsrisico’s tot een minimum te beperken. Eveneens kunnen daarvoor gegevens worden opgenomen in het draaiboek of kan (indien noodzakelijk) een apart draaiboek voor dit onderwerp gevraagd worden.In het algemeen worden de volgende voorwaarden gesteld: Voldoende hulpverlening ter plaatse met een goede afstemming tussen hulpverleners en organisatie, zonodig vervat in het draaiboek. Grofweg kan uitgegaan worden van: één EHBO-post per 750 bezoekers en/of deelnemers. De EHBO-post moet permanent bemand zijn met tenminste één persoon met een geldig EHBO-diploma. Adequaat onderkomen voor de hulpverlening, dat goed herkenbaar is en met goede bewegwijzering. Voldoende aantal toiletten: norm: is 1 toilet op 150 personen, met een minimum van twee.  Het regelmatig plegen van hygiënisch onderhoud. De aan- en afvoer naar en vanaf de locatie van het evenement, evenals de toe- en doorgankelijkheid op de locatie dienen gewaarborgd te blijven. De hulpverlening aan de omwonenden moet gegarandeerd zijn. Een goede beveiliging en maatregelen betreffende openbare orde. De organisatie dient goed voorbereid te zijn op calamiteiten en alles er aan te doen om deze te voorkomen en adequaat handelend op te treden als zich calamiteiten voordoen. Het voortdurend inzamelen van glaswerk door inzet van voldoende personeel en het onmiddellijk opruimen van gebroken glaswerk.  Vrij toegankelijkheid van drinkwater bij hoge temperaturen, zowel binnen als buiten.8.6.2. Specifieke en/of risicovolle evenementenBepaalde evenementen kunnen alleen onder strikte voorwaarden worden toegestaan. Dit geldt voor:1. die zich richten op zeer specifieke doelgroepen (liefhebbers van zeer specifieke muziekgenres; dance-, trance- of houseparty’s) of 2. waarbij specifieke muziekgroepen optreden die kans geven op extra overlast door de aard van de aanhangers; of 3. bestemd voor doelgroepen waarvan bekend is dat zij een discriminerende leefstijl aanhangen.

De burgemeester kan een evenementenvergunning weigeren of nadere voorschriften stellen in het belang van openbare orde, verkeer en (externe) veiligheid en gezondheid van personen.Hierbij moet worden gedacht aan een chill-out ruimte, gebruik kunststoffen drinkbekers, minimum leeftijd, voorlichting over en toezicht op het gebruik van riskante middelen e.d.8.7. Openbaar groen, bestrating en straatmeubilairEen evenement mag geen schade veroorzaken aan groenvoorzieningen en/of bestrating of aanwezig straatmeubilair. Ter bescherming van het groen, de bestrating of het meubilair kunnen voorschriften aan de vergunning verbonden worden. Het kan een weigeringsgrond zijn als voor onherstelbare schade wordt gevreesd.De organisatie is verantwoordelijk voor het schoon en onbeschadigd achterlaten van het evenemententerrein en de directe omgeving. Er kan vooraf een waarborgsom worden opgenomen.8.8. ‘Reclame’-uitingen in de openbare ruimteDe gemeente beschikt niet over evenementenborden, waarop in de gemeente c.q. het dorp plaatsvindende evenementen kunnen worden aangekondigd. Organisatoren van niet-commerciële evenementen mogen wel twee weken voorafgaande aan de datum van het evenement in de bermen van gemeentewegen maximaal 40 zogenaamde sandwich-/driehoeksborden plaatsen. Naast deze borden kan een organisator van zowel een commercieel, als een niet-commercieel evenement op een particulier terrein en met toestemming van de eigenaar van dat terrein tot maximaal 9 weken voorafgaande aan het evenement een aankondigingsbord plaatsen. Op (particuliere) gemeente-eigendommen wordt dit niet toegestaan.

De organisator van een in de gemeente Boxmeer plaatsvindend evenement kan ook gebruik maken van de infozuil aan de Beugenseweg in Boxmeer. Niet-commerciële vermeldingen zijn gratis.

De bij de toegangswegen naar het dorp Boxmeer geplaatste stellages kunnen uitsluitende gebruikt worden voor de door de gemeente Boxmeer te organiseren activiteiten (o.m. de kermis), evenals de door de gemeente gesponsorde activiteiten.8.9. Tijdelijke ontheffing ex artikel 35 Drank en HorecawetBij een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen kan de burgemeester een ontheffing verlenen voor het verstrekken van zwakalcoholhoudende dranken buiten horeca-inrichtingen. Deze ontheffing kan worden verleend aan een persoon die voldoet aan de volgende eisen:- hij/zij mag niet onder curatele staan dan wel uit de ouderlijke macht of voogdij ontzet zijn;- hij/zij mag niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn;- hij/zij moet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt;- hij/zij dient tevens te beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne.De houder van de ontheffing is verantwoordelijk voor de drankverstrekking.Voor het gratis verstrekken van zwakalcoholhoudende drank is er geen ontheffing vereist.8.10. AansprakelijkheidVoor schade die ontstaat als gevolg van een evenement is in de eerste plaats de organisator aansprakelijk. Maar ook de deelnemer kan aansprakelijk zijn als hij/zij door zijn/haar handelen schade veroorzaakt.Een evenementenvergunning is geen vrijwaring is voor hinder die omwonenden in het algemeen niet hoeven te dulden. Ook niet voor hinder die in een bezwarenprocedure is verworpen. Ondanks dat er een vergunning is verleend voor een evenement kan er voor de vergunninghouder toch aansprakelijkheid ontstaan uit onrechtmatige daad.

Artikel 9 Toezicht en handhaving

9.1. AlgemeenHandhaving van de APV is zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk geregeld. Bestuursrechtelijke handhaving kan zijn een vergunning intrekken of wijzigen (art. 1.6 APV). Een andere mogelijkheid is bestuursdwang (op grond van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht). Strafrechtelijke handhaving is geregeld in artikel 6.1, de strafbepaling van de APV. De keus of de wijze van handhaving hangt uiteraard sterk af van de aard van de overtreding. Bij vergunningen in het kader van evenementen gaat het vaak om tijdelijke activiteiten. Gezien de rechtsbescherming in het publiekrecht is een daadkrachtig optreden van de gemeente bij overtredingen niet altijd even eenvoudig. De gemeente is dan afhankelijk van de politie. Maar de politie heeft ook haar eigen prioriteiten. Afstemming (liefst van te voren) is daarom een vereiste. Er zullen dus jaarlijks afspraken gemaakt moeten worden met politie (en Openbaar Ministerie). Deze afspraken moeten worden vastgelegd in zowel het activiteitenplan van de politie als in het handhavingsprogramma van de gemeente.9.2. Toezichtstrategie 9.2.1. Toezicht evenementen Toezicht en handhaving van evenementen worden geregeld in het jaarlijkse handhavingsprogramma van de gemeente. Er vindt altijd zo spoedig mogelijk een controle plaats als door derdebelanghebbenden een klacht of een verzoek om handhaving wordt ingediend en als er meldingen of signaleringen van burgers en ambtenaren in de buitendienst worden gedaan. De beoordeling van dergelijke situaties vindt op dezelfde wijze plaats als bij preventief toezicht. Op de behandeling van klachten en handhavingverzoeken zijn de regels van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 9.2.2. Preventief toezicht Als de organisator van een evenement zich niet houdt aan de vergunningvoorwaarden kan handhavend worden opgetreden. Getracht moet worden dit te voorkomen door goede voorbereiding en preventieve handhaving. Er zijn 4 belangrijke terreinen waar optreden van belang is.

Openbare orde De politie is hierbij de aangewezen handhavende instantie. Door aanwezigheid en zo nodig optreden voorkomt de politie zoveel mogelijk verstoring van de openbare orde. Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement wordt politiecapaciteit op maat ingezet.

Brandveiligheid Dit is een taak voor de afdeling Brandweer. De brandweer wordt bij de vergunningverlening al betrokken; o.a. bij gebruik tenten. In het kader van preventief toezicht houdt de brandweer al kritisch toezicht, voorafgaand aan het evenement. Voorafgaand aan het evenement worden afspraken gemaakt met de organisatie om toe te zien bij het plaatsen van zaken zoals tenten. De brandweer controleert (steekproefsgewijs) ook tijdens het evenement op de naleving van de vergunningsvoorschriften (betreffende brandveiligheid). Bij het niet naleven hiervan kan de politie op verzoek van de brandweer proces-verbaal opmaken; de informatie die hiervoor nodig is wordt door de brandweer geleverd. Tevens bestaat de mogelijkheid dat de brandweer gebruik maakt van haar bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen (beëindiging van het evenement).

Geluid De politie is in de praktijk vaak het eerste aanspreekpunt voor klachten over geluidsoverlast. De politie kan zelfstandig optreden (geluidsvolume terugdraaien of het evenement beëindigen). De gemeente (RMB) kan ook handhavend optreden. Maar bij geluidsovertredingen vindt bij voorkeur eerst overleg plaats. Inzet is vooral een preventieve aanpak.De basis voor deze preventieve aanpak moet worden neergelegd in de vergunning. De voorschriften moeten op handhaving zijn afgestemd. Zo mogelijk en wenselijk worden doelschriften (zoals geluidsnormen) in de vergunning ondersteund met middelvoorschriften (zoals inregelen geluid, opstelling speakers, aantal, afscherming etc.). In het kader van deze preventieve aanpak wordt – indien nodig – voorafgaand aan het evenement afstemming en toezicht door/namens de gemeente geregeld. Het betreft afspraken en samen regelen van bijvoorbeeld het inregelen van de geluidsapparatuur, plaatsing podia etc. Een anders mogelijkheid is om deze taak en verantwoording bij de organisatie neer te leggen. Het voorkómen van geluidsnormen (lees: overlast en klachten) is immers beter dan genezen. De aandacht moet dus vooral gericht worden op de preventie. In het kader van de preventieve werking wordt tot slot in het vooroverleg en de vergunning ook al aangekondigd dat het overtreden van de voorschriften een rol speelt bij het afgeven van toekomstige vergunningen.

Verkeersveiligheid Hierbij is de politie de handhavende instantie. Het betreft de doorstroming van het verkeer en de toegankelijkheid. Wanneer in strijd met de vergunning wordt gehandeld, kan worden opgetreden op grond van de APV of Wegenverkeerswet. 9.3. Sanctiebeleid Het gaat hier om de volgende overtredingen: I. Aanvraag te laat ingediend. Er vindt geen beoordeling plaats en er is ook geen vergunning. Eventueel bericht aan organisator dat het verboden is de activiteit te organiseren (afdeling Vergunningen). Bij eventuele doorgang stilleggen.

II. Houden van een evenement zonder vergunning en/of ontheffing (en toch beginnen). Laten stoppen als openbare orde / veiligheid in geding is. In bepaalde gevallen wordt afgezien van handhaving omdat de consequenties van beëindiging voor de openbare orde naar verwachting ernstiger zijn dan het laten voortduren van de overtreding. Goede rapportage is van belang en in dergelijke situaties zullen consequenties hebben voor een volgende vergunning (zie onder punt VI).

III. Overschrijden van het sluitingsuur. Bij een geconstateerde overtreding tijdens het evenement kan door de politie proces verbaal worden opgemaakt en kan een boete worden geïnd (strafrechtelijk). Bovendien kan na afloop het bestuursrechtelijke traject worden ingezet.

IV. Het overschrijden van de geluidsnormen. Bij een geconstateerde overtreding van de eindtijd van muziek wordt door de toezichthouder altijd een rapport opgemaakt en kan een boete worden geïnd (strafrechtelijk). Bovendien zal na afloop het bestuursrechtelijke traject worden ingezet. Bij (voortdurende) ernstige overtreding (geluid, ordeverstoring) zal het evenement worden stilgelegd. Hiertoe worden in de vergunning bevoegde personen genoemd.

V. Aantasten van de openbare orde. De politie kan naar bevind van zaken optreden.

VI. Niet naleven van de in de vergunning gestelde voorwaarden. Bij geconstateerde overtreding achteraf krijgt de organisator een waarschuwing. In deze waarschuwing wordt exact aangegeven wat de geconstateerde overtreding is en welke straf er staat op herhaaldelijke overtreding. Afhankelijk van de ernst van de overtreding wordt bij een volgend soortgelijk evenement een preventieve dwangsom opgelegd of deze vergunning geweigerd. Een andere optie is het aanpassen van de vergunning (tijden of duur). 9.4. Klachten en evaluatie  Een melding, verzoek of klacht tijdens het evenement zal in de regel binnenkomen bij de politie. De opvolging van deze meldingen moet goed worden afgestemd tussen politie en gemeente.

 Meldingen en/of klachten worden altijd doorgegeven aan de afdeling Vergunningen. Op deze manier kan er een overzicht worden gemaakt van de klachten per evenement. Metingen, in combinatie met de verzamelde klachten, vormen de basis voor een periodieke evaluatie. Goede verslaglegging van constateringen is een vanzelfsprekendheid.

 Periodiek (in de regel elke twee jaar) wordt een evaluatie gehouden van het beleid.

 Idealiter wordt er zowel strafrechtelijk als bestuurlijk opgetreden bij overtredingen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

10.1. EvenementennotitieDe beleidsregels van deze notitie treden in werking vanaf het moment dat deze conform het bepaalde in artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht zijn bekend gemaakt.10.2. Vrijstellingsbesluit burgemeesterDe burgemeester wijst bij afzonderlijk besluit, gebaseerd op artikel 2.2.2 van de APV Boxmeer 2007, de evenementen aan die in overeenstemming met hoofdstuk 2 van deze notitie vergunningvrij zijn. Ook dit besluit treedt in werking nadat het overeenkomst artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht is bekend gemaakt.