Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening brandveiligheid en hulpverlening
CiteertitelVerordening brandveiligheid en hulpverlening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Brandweerwet 1985, art. 1, lid 2; Brandweerwet 1985, art. 12; Woningwet art. 8, lid 2; Wet milieubeheer, art. 8.11, lid 3; Wet milieubeheer, art. 8.40; Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-200201-01-2015nieuwe regeling

28-10-2002

De Nieuwsbode, 29-09-2010

nr. 503

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

 

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

 

De raad van de gemeente Zeist;

gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zeist,

overwegende dat:

burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

  • a

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;

burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

besluit vast te stellen de: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:

    • 1

      het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • 3

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

  • b.

    preventieve taken:

    • 1

      het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • 2

      de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

    • 3

      de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    • 4

      de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

  • 2

    andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:

    • a

      het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

    • b

      het reinigen van wegen en terreinen;

    • c

      het assisteren van de ambulancedienst bij het vervoer van patiënten

    • d

      het toegang verschaffen aan bewoners bij een buitensluiting;

    • e

      het verrichten van bewakingsdiensten.

    • f

      het onderhouden van voertuigen voor eigen en andere brandweerkorpsen;

    • g

      het testen van brandbeveiligingsinstallaties;

    • h

      het geven van voorlichting / instructie aan bedrijven en instellingen;

    • i

      het geven van advies over ontwerpplannen, ontruimingsplannen e.d.;

    • j

      de coördinatie van de bedrijfshulpverlening van de gemeente Zeist;

    • k

      de coördinatie op de voorbereiding van de gemeentelijke rampenbestrijding als bedoeld in de Wet rampen en zware ongevallen.

De kosten van de onder 2 (a t/m i) genoemde werkzaamheden worden doorgaans in rekening gebracht overeenkomstig de bepalingen van de legesverordening van de gemeente Zeist.

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per vier jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening).

Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5 Regionale taken

Naast de in de artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn aan de regionale brandweer overgedragen de taken zoals opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Brandweer Regio Utrechts Land.

Artikel 6 Personeel

Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken bestaat uit:

  • a

    één commandant;

  • b

    één plaatsvervangend commandant

en ten minste:

  • a

    4 officieren;

  • b

    12 onderofficieren (twee per ploeg);

  • c

    63 (hoofd)brandwachten waarvan 18 chauffeurs / pompbedieners;

  • d

    6 preventiefunctionarissen

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 9 Materieel

  • 1

    Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:

    • a

      2 tankautospuiten hoofdpost Zeist;

    • b

      1 tankautospuit ten behoeve van wedstrijden, opleidingen en oefeningen;

    • c

      1 bosbrandbestrijdingsvoertuig

    • d

      1 watertransport- / gereedschappenvoertuig;

    • e

      1 hulpverleningsvoertuig;

    • f

      1 redvoertuig

    • g

      2 commandovoertuigen;

    • h

      1 personeelsbus;

    • i

      2 dienstauto’s;

    • j

      4 bromscooters;

    • k

      1 bluseenheid post Den Dolder

    • l

      1 bluseenheid / bosbrandbestrijdingsvoertuig post Austerlitz

  • 2

    Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige openbare bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel en in werking treden

  • 1

    Deze verordening kan worden aangehaald als:

    Verordening brandveiligheid en hulpverlening’.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin zij is vastgesteld.

  • 3

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de Organisatieverordening brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 september 1990, zoals deze sedertdien is gewijzigd.