Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Verordening op de warenmarkt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de warenmarkt
CiteertitelMarktverordening Zeist 1996
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening oorspronkelijk vastgesteld op 1 april 1996

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147, lid 1; Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-03-200215-06-2011art. 12, 13, 14, 15, 16, 19, 20, 22, 23, 24, 42, 43, 44

03-04-2000

De Nieuwsbode, 26-02-2002

Nr. 420

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de warenmarkt

Verordening op de warenmarkt

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de warenmarkt in Zeist, welke krachtens besluit van de raad op door burgemeester en wethouders bepaalde tijden wordt gehouden op de Markt en het Emmaplein, op donderdag tussen de Voorheuvel en Weeshuislaan/Slotlaan en op zaterdag tussen Voorheuvel en de ingang van V&D;

    • b.

      marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

    • c.

      standplaats: de op of voor de duur van een markt door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

    • d.

      vaste plaats: een standplaats die, tot intrekking van de vergunning op grond van het in deze verordening bepaalde, ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • e.

      dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • f.

      standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

    • g.

      vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

    • h.

      marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;

    • i.

      marktcommissie: de commissie als genoemd in artikel 4 van deze verordening;

    • j.

      branchepatroon: een door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst van branches en aantallen kramen per branche.

  • 2.

    In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

Artikel 2 Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen indien dringende redenen daartoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, een andere dag als marktdag aanwijzen of een marktdag laten vervallen.

  • 2.

    Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; van dit besluit wordt openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Marktinrichting

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens;

    • g.

      openings en sluitingstijden van de markt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een lijst vaststellen van op de markt toe te laten artikelengroepen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, overeenkomstig door hen tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 4 Marktcommissie

  • 1.

    Er is een adviescommissie, genaamd "marktcommissie", die tot taak heeft burgemeester en wethouders op hun verzoek van advies te dienen omtrent zaken de markt betreffende.

  • 2.

    De commissie is bevoegd eigener beweging burgemeester en wethouders ter zake van advies te dienen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de werkwijze van de commissie.

  • 4.

    De commissie bestaat behalve uit andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen leden uit tenminste drie door burgemeester en wethouders aan te wijzen leden, te weten één of meer vertegenwoordigers van (een) representatieve organisatie(s) van marktkooplieden en één of meer standplaatshouders, alsmede de marktmeester(s).

  • 5.

    Voor elk van de leden van de commissie kunnen burgemeester en wethouders een plaatsvervanger aanwijzen.

  • 6.

    De leden hebben zitting gedurende vier jaren en treden tegelijkertijd af. Zij kunnen terstond worden herbenoemd. Een lid dat is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders wijzen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders voegen een gemeenteambtenaar als secretaris aan de commissie toe.

Artikel 5 Verbod ruimte in te nemen

Het is verboden op het marktterrein vanaf een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip voor de aanvang tot een tijdstip na het einde van de markt ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Plaatsen opstallen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorschriften verbinden.

Artikel 7 Verlichting

  • 1.

    Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van dit verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorschriften.

Artikel 8 Verboden goederen

  • 1.

    Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Hoofdstuk II Toewijzing en bezetting van standplaatsen

Artikel 9 Vaste plaatsen als regel

  • 1.

    De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2.

    Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 10 Vergunning burgemeester en wethouders

  • 1.

    De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2.

    Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

Artikel 11 Legitimatie

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 12 Inschrijving gegadigden

  • 1.

    Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 3 lid 2. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 2.

    Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 13 vermelde vereisten.

  • 3.

    Kinderen van standplaatshouders

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven, indien het persoonlijk voldoet aan de in artikel 13 vermelde vereisten.

  • 4.

    De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra de ingeschrevene een vaste plaats heeft verworven. Het feitelijk gebruik van rechten op de vaste plaats blijft uitgesloten, zo lang de aanspraken als bedoeld in artikel 15, lid 3, bestaan.

  • 5.

    Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

  • 6.

    Medewerkers van standplaatshouders

    In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan een medewerker van een vaste standplaatshouder, die tenminste twee jaar een arbeidsovereenkomst heeft gehad met de betreffende standplaatshouder en die persoonlijk voldoet aan de in artikel 13 vermelde vereisten op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

  • 7.

    De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra men een vaste standplaats heeft verworven. Het feitelijk gebruik van rechten die uit de toekenning van een vaste plaats voortvloeien blijft uitgesloten tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst bedoeld in het vorige lid.

  • 8.

    Geen inschrijving voor standwerkers

    Het is een ingeschrevene als bedoeld in lid 1, 3 of 6 niet toegestaan deel te nemen aan de aanmelding voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

Artikel 13 Vereisten ingeschrevenen

Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon, die heeft voldaan aan genoemde verplichtingen, ook persoonlijk daaraan voldoet.

Artikel 14 Schriftelijke vergunning vaste plaats

Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

  • a.

    de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;

  • c.

    de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

Artikel 15 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1.

    Toewijzing van vaste plaatsen geschiedt op gezette tijden, doch minstens eenmaal per jaar. Potentiële gegadigden worden schriftelijk uitgenodigd zich aan te melden voor een of meer opengevallen plaatsen.

  • 2.

    De toewijzing van vaste standplaatsen geschiedt, rekening houdend met een eventueel vastgesteld branchepatroon, achtereenvolgens aan:

    • a.

      de vergunninghouder van een vaste plaats, die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van hun aanmelding daarvoor;

    • b.

      ingeschrevenen op de in artikel 12 lid 1 bedoelde lijst, in volgorde van hun inschrijving op die lijst;

  • 3.

    Degene die op grond van artikel 12, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, als vaste standplaatshouder toegelaten.

  • 4.

    Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

  • 5.

    Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste plaats in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden vóór het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 16 Intrekking vergunning vaste plaats

  • 1.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen als bedoeld in artikel 13.

    • d.

      indien de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee weken en tenminste negen maal per dertien weken zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 22, 23 en 24.

  • 2.

    De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die, gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereenvolgende maanden, van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

  • 3.

    Overschrijving rechten vaste plaats

    Bij het overlijden van de vergunninghouder en in het geval toepassing wordt gegeven aan lid 2 van dit artikel, wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen één maand na het overlijden dan wel na het verstrijken van de in lid 2 vermelde termijn bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.

    Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken.

  • 4.

    Afwijken wegens bijzondere omstandigheden

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 17 Tijdstip bezetten vaste plaats

  • 1.

    Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient de standplaats uiterlijk op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2.

    Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder burgemeester en wethouders vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 18 Toewijzing dagplaatsen

  • 1.

    Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het in artikel 17, lid 1, genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst.

  • 2.

    Degene die op grond van het bepaalde in artikel 12, lid 3, op de in het voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

  • 3.

    Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 19 Doorhalen inschrijving lijst van gegadigden

De inschrijving op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 12, lid 2 of lid 3;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden.

Artikel 20 Regels standwerkers

  • 1.

    Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2.

    Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3.

    De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunningen. Genoemde afgifte geschiedt bij aanmelding, telefonisch of anderszins, op de marktdag een week voorafgaande aan de marktdag waarvoor vergunning wordt verleend, in volgorde van aanmelding.

  • 4.

    Tot de aanmelding voor een vergunning voor een standwerkersplaats worden slechts toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 13 gestelde eisen, met dien verstande, dat alleen tot de aanmelding worden toegelaten personen, van wie op een Zeister markt niet is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel anders dan uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden.

  • 5.

    Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen zich slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats aanmelden en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden.

    De betrokkenen dienen zulks bij de aanmelding aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 6.

    Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal af te geven vergunningen voor standwerkersplaatsen per artikelengroep.

  • 7.

    Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet tezamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen.

    Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

  • 8.

    Geen inschrijving als meeloper

    Een standwerker die heeft deelgenomen aan de aanmelding als bedoeld in lid 4, wordt op de dag waarvoor hij zich heeft aangemeld als standwerker, niet ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 12 lid 1. Hij kan op deze dag dan ook geen andere plaats bezetten dan een standwerkersplaats.

Artikel 21 Persoonlijk innemen standplaatsen

  • 1.

    Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 22 Regeling bij ziekte

  • 1.

    Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten dienen de marktmeester daarvan tijdig voor de betreffende marktdag in kennis te stellen.

  • 2.

    Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

Artikel 23 Regeling bij vakantie

  • 1.

    De houders van een vaste standplaats, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde, mededeling te doen aan de marktmeester.

  • 2.

    De in artikel 16, lid 1, onder d., vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3.

    De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regeling alleen dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen plaats hebben bezet.

  • 4.

    De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen.

Artikel 24 Vervanging

  • 1.

    In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan houders van een vaste standplaats op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn.

  • 2.

    In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die, bedoeld in artikel 22 of in artikel 23, kunnen burgemeester en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verlenen zich te laten vervangen.

Hoofdstuk III Overige maatregelen van orde

Artikel 25 Tijdstip aan en afvoer van goederen

Het is verboden vroeger dan een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren.

De aanvoer moet zijn beëindigd bij de aanvang van de markt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 26 Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 27 Parkeren marktvoertuigen

Het is verboden rij en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 28 Verboden:

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    zijn standplaats onbeheerd achter te laten;

  • b.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

  • h.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

Artikel 29 Verzorging standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

  • 3.

    Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d., zelf in te zamelen.

  • 4.

    Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan veegschoon op te leveren; afval dient bij het verlaten van het marktterrein door de vergunninghouder te worden afgevoerd.

  • 5.

    Het is verboden huisdieren op de standplaats aanwezig te hebben.

Artikel 30 Geluid

  • 1.

    Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 31 Koken; bakken; verwarmen

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 32 Afvalbakken

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 33 Naamsaanduiding op standplaats

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 34 Duidelijke prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 35 Hygiëne

De vergunninghouder die tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 36 Meet en weegwerktuigen

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2.

    Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 37 Voertuigen op het marktterrein

Behoudens het bepaalde in artikel 27, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

Artikel 38 Venten op het marktterrein

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 39 Gedrukte stukken; propaganda

  • 1.

    Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.

  • 2.

    Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

Artikel 40 Aanwijzingen marktmeester, politie en brandweer

Iedere vergunninghouder is verplicht zich te houden aan de aanwijzingen die door de marktmeester en/of door of vanwege de chef van het politiedistrict Binnensticht en/of de commandant van de brandweer ter handhaving van de orde en de veiligheid op de markt worden gegeven.

Hoofdstuk IV Straf en slotbepalingen

Artikel 41 Nadere regels te stellen door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde.

Artikel 42 Ogenblikkelijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet en in de artikelen 43 en 44 van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders een vergunninghouder, die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, gelasten zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 43 Intrekking vergunning en schorsing

Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 12, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning tijdelijk intrekken, indien:

  • a.

    de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning bepaalde overtreedt;

  • b.

    van de standplaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

  • c.

    de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag;

Artikel 44 Geldboete en hechtenis

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 45 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktverordening Zeist 1996".

Artikel 46

Deze verordening treedt in werking op 25 april 1996 en is op iedere markt binnen de gemeente afzonderlijk van toepassing.

Artikel 47

De bij besluit van 11 april 1983 vastgestelde Verordening op het marktwezen, zoals daarna gewijzigd, vervalt bij inwerkingtreding van deze verordening. De op grond van genoemde verordening verleende vergunningen worden geacht op grond van deze verordening te zijn verleend.