Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geluidmeetdienst Reimerswaal |
Citeertitel | Verordening geluidmeetdienst Reimerswaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | geluidmeetdienst |
Geen.
gelet op artikel 162 van de Wet Geluidhinder en artikel 168 van de Gemeentewet
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-10-1983 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 16-10-1983 Reimerswaal Informatie | 7 oktober 1983, nummer 10 | |
17-10-1983 | nieuwe regeling | 16-10-1983 Reimerswaal Informatie | 7 oktober 1983, nummer 10 |
De raad van de gemeente Reimerswaal;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 oktober 1983, nummer 10;
gelet op artikel 162 van de Wet Geluidhinder en artikel 168 van de gemeentewet;
I. in te stellen de geluidmeetdienst Reimerswaal;
II vast te stellen de volgende Verordening regelende de organisatie en de uitvoering van de in artikel 162, lid I van de Wet geluidhinder omschreven taak in de gemeente Reimerswaal (verordening geluidmeetdienst Reimerswaal).
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat ter uitvoering van de taken door de wet aan het gemeentebestuur opgedragen, de noodzakelijk geluidsmetingen worden verricht.
De directeur van de dienst gemeentewerken is, onverminderd de verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders voor een goede uitvoering van de taken opgelegd ingevolge de wet, verantwoordelijk voor het goed functioneren van de geluidmeetdienst Reimerswaal.
De geluidmeetdienst Reimerswaal verricht metingen met betrekking tot:
a. de in artikel 3, eerste lid onder a en c van de Drank en Horecawet genoemde inrichtingen;
b. de in artikel 1, eerste lid onder a tot en met f en i genoemde recreatie-inrichtingen van het Besluit recreatie-inrichtingen Wet Geluidhinder;
c. de geluidhinder in gebouwen, op grond van artikel 3, lid 7 van de woningwet.
De directeur van de dienst gemeentewerken kan te allen tijd geluidsmetingen doen verrichten en burgemeester en wethouders gevraagd dan wel ongevraagd adviseren ten aanzien van alle aangelegenheden die van belang zijn voor de goede uitvoering van de taken door de wet aan burgemeester en wethouders opgedragen.
De vaststelling van de geluidsbelasting heeft plaats met inachtneming van de door de minister krachtens de artikelen 73, 102, 116 en 163 van de wet gestelde regels.
Het ingevolge artikel 141 van de wet jaarlijks aan de minister over te leggen overzicht van de door burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte maatregelen ter bestrijding van geluidhinder in de volgende vijf jaren (Indicatief Meerjarenprogramma Geluid), alsmede van de door burgemeester en wethouders geraamde daarvoor benodigde uitgaven ten laste van het rijk, zal in overleg met de directeur van de dienst gemeentewerken worden opgesteld.