Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van marktgelden 2010
CiteertitelVerordening martkgelden 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

gemeentewet, art. 229 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

03-12-2009

10-12-2009, Jutter/ Hofgeest

R09.0089

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2010

 

 

artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt:

  • de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    marktterrein:

  • de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel van de Marktverordening Velsen 2006, is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    standplaats:

  • de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats:

  • de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats:

  • de standplaats, die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    standwerken:

  • de activiteit waarbij een vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkersplaats:

  • de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    vergunninghouder:

  • degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    kwartaal:

  • kalenderkwartaal;

  • j.

    maand:

  • kalendermaand;

  • k.

    dag:

  • kalenderdag.

artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “marktgelden” worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

artikel 3 Belastingplichtig

Het marktgeld wordt geheven van de:

  • a. de vergunninghouder voor een dagplaats;

  • b. de vergunninghouder voor een vaste standplaats;

  • c. de vergunninghouder voor een standwerkersplaats.

artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen als bedoeld in artikel 3, onder a, is het belastingtijdvak gelijk aan de dag waarvoor de vergunning is verleend.

  • 2. In de gevallen als bedoeld in artikel 3, onder b, is het belastingtijdvak gelijk aan een maand.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in artikel 3, onder b, wordt op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder aan de marktmeester het belastingtijdvak gelijk gesteld aan een kwartaal. Het kwartaaltijdvak gaat in bij aanvang van het eerstvolgende kwartaal. Een gemaakte keuze wordt geacht tevens te gelden voor de opvolgende kwartalen, tenzij de vergunninghouder schriftelijk heeft aangegeven dit te willen beëindigen. Beëindiging vindt plaats per einde van het lopende kwartaal, mits de vergunninghouder die beëindiging ten minste een maand voor het einde van het kwartaal schriftelijk kenbaar heeft gemaakt aan de marktmeester.

  • 4. In de gevallen als bedoeld in artikel 3, onder c, is het belastingtijdvak gelijk aan de dag waarvoor de vergunning is verleend.

artikel 5 Tarief

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor een:

    • a.

      dagplaats, per dag € 8,85

    • b.

      vaste standplaats, in geval van toepassing van artikel 4, tweede lid, per maand € 37,95;

    • c.

      vaste standplaats, in geval van toepassing van artikel 4, derde lid, per kwartaal € 106,20;

    • d.

      voor een standwerkersplaats, per dag € 8,85.

  • 2.

    Een gedeelte van een dag wordt voor een gehele dag gerekend.

artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 5, onder a en d, worden geheven door middel van een doorlopend genummerde bon, vermeldende het verschuldigde marktgeld.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 5, onder b en c, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het bedrag wordt vermeld.

artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De marktgelden als bedoeld in artikel 5, onder a en d, zijn verschuldigd op het moment dat de marktbon wordt afgegeven.

  • 2. De marktgelden als bedoeld in artikel 5, onder b en c, zijn verschuldigd bij aanvang van het tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

artikel 8 Heffing naar tijdsgelang

  • 1. Indien de belastingplicht in de loop van de maand aanvangt, zijn de marktgelden verschuldigd voor zoveel vierde gedeelten van de voor die maand verschuldigde marktgelden als er in die maand, na de aanvang van de belastingplicht nog volle weken overblijven.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt wegens intrekking van de vergunning op grond van artikel 23 van de Marktverordening Velsen 2006, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde marktgelden als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht nog volle maanden overblijven.

  • 3. Indien aan de vergunninghouder gedurende het kwartaal wegens ziekte ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 19 van de Marktverordening Velsen 2006 voor een aaneengesloten periode van tenminste een maand, bestaat aanspraak op ontheffing gedurende die periode in het kwartaal, mits geen vervanging als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Marktverordening Velsen 2006 heeft plaatsgevonden.

artikel 9 Tijdstip en termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking in zoverre van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de markgelden:

    • a.

      als bedoeld in artikel 5, onder a en d, contant worden betaald zodra de marktbon wordt afgegeven;

    • b.

      als bedoeld in artikel 5, onder b en c, worden betaald binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Awb wordt voor een contante betaling geen kwitantie afgegeven.

artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden.

artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening marktgelden 2009", vastgesteld bij raadbesluit van 11 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgelden 2010".