Ruimtelijke beleidsregels voor de huisvesting van horeca-inrichtingen op bedrijventerreinen

Artikel 1 Begripsbepalingen

• Horeca-inrichting = een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig drank en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.

• Bedrijfsmatig = elke structurele vorm van het verkrijgen van financiële middelen voor het leveren van goederen en diensten, zodat deze als inkomsten kunnen worden gezien.

• Ondergeschikte horeca = Het in verband met een andere hoofdactiviteit op een perceel verstrekken van eten en drinken tegen betaling voor gebruik ter plaatse in die mate dat duidelijk herkenbaar is dat die hoofdactiviteit de kernactiviteit is die op het perceel plaatsvindt en het verstrekken van dat eten en drinken alleen plaatsvindt als beperkt en ondergeschikt onderdeel van en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit.

• Bezorgdienst = het bedrijfsmatig bereiden van dranken en/of etenswaren, niet voor gebruik ter plaatse, die door middel van een koerier bij de eindgebruiker worden bezorgd.

• Bedrijventerrein = gebied binnen of buiten de bebouwde kom dat in eerste instantie bedoeld is voor vestiging van commerciële bedrijven op het gebied van nijverheid, handel en zakelijke dienstverlening.

• Categorie 1 horeca = horeca-inrichting met een maximum netto vloeroppervlak van 150 m2.

• Categorie 2 horeca = horeca-inrichting met een maximum netto vloeroppervlak tussen 150 m2 en 500 m2.

• Categorie 3 horeca = horeca-inrichting met een groter netto vloeroppervlak groter dan 500 m2.

• Netto vloeroppervlak = de som van de binnenwerks gemeten oppervlakten van de voor publiek toegankelijke verblijfsruimten binnen een horecavoorziening. De oppervlakten ten behoeve van keuken, toiletgroepen, garderobe, opslag, dienstruimten etc. worden niet meegerekend.

• Industrieterrein = een terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

• Woon- en leefmilieu = de beleving van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van de locatie waar de activiteiten worden uitgevoerd. Dit kan zich onderscheiden in ondermeer het aantal en het evenwicht in aanwezige woningen/instellingen/bedrijven, verkeersdrukte, lawaaioverlast, uitzicht, sociale veiligheid.

• Openbare parkeerruimte = de parkeerruimte gelegen op gronden die openbaar toegankelijk zijn en niet alleen toebehoren bij een instelling/organisatie.

• Parkeernorm = de norm zoals deze is opgenomen in de geldende landelijke richtlijn van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW).

• Externe veiligheid = een begrip uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en beschrijft de kans dat personen in de omgeving van een activiteit waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt, slachtoffer worden van een ongeval met die stoffen.

• Plaatsgebonden risico=de (cumulatieve) kans per jaar dat één persoon die zich onafgebroken en onbeschermd op die plaats bevindt, overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

• Groepsrisico = de (cumulatieve) kans per jaar dat een groep personen om het leven komt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Artikel 2 Vestigingscriteria zelfstandige horeca-inrichting op bedrijventerrein

• 1.

  Categorie 1 en 2 horeca is slechts toegestaan voor zover deze ondersteunend is aan de hoofdfunctie van het gebied;

• 2.

  Categorie 3 horeca is slechts toegestaan indien elders in de gemeente geen geschikte vestigingslocatie beschikbaar is.

• 3.

  Bij de beoordeling van aanvragen als bedoeld onder lid 1 en 2 is vestiging van de horeca-inrichting slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    de exploitatie van de horeca-inrichting mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu en/of de in de omgeving aanwezige functie(s);

  • b.

    de exploitatie van de horeca-inrichting mag vanwege de verkeersaantrekkende werking niet leiden tot een (naar redelijke verwachting) onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid of leiden tot onveilige verkeersituaties;

  • c.

    de exploitatie van de horeca-inrichting mag niet leiden tot een (naar verwachting) onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;

  • d.

    de exploitatie van de horeca-inrichting mag geen onevenredige afbreuk doen aan of beperkingen opleggen voor omliggende bedrijven;

  • e.

    de horeca-inrichting moet voldoen aan het meest recente gemeentelijke beleid op het gebied van de externe veiligheid, waarbij rekening gehouden moet worden met het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico binnen het invloedsgebied van een risicoveroorzakende inrichting.

Artikel 3 Vestigingscriteria ondergeschikte horeca-activiteiten op bedrijventerrein

• 1.

  Er is sprake van ondergeschikte horeca-activiteiten indien:

  • a.

    de horeca-activiteit ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit;

  • b.

    de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;

  • c.

    de toegang van de horeca-activiteit uitsluitend via die van de hoofdactiviteit loopt;

  • d.

    het aantal vierkante meters ondersteunende horeca gemaximeerd is ten opzichte van de hoofdactiviteit en

  • e.

    in het pand een vrij toegankelijke sanitaire ruimte is.

• 2.

  Bij de beoordeling van aanvragen voor het exploiteren van ongeschikte horeca-activiteiten gelden de volgende voorwaarden:

  • a.

    de exploitatie van de ondergeschikte horeca-activiteiten mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu en/of de in de omgeving aanwezige functie(s);

  • b.

    de exploitatie van de ondergeschikte horeca-activiteiten mag niet leiden tot een (naar redelijke verwachting) onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid of leiden tot onveilige verkeersituaties.

Artikel 4 Vestigingscriteria bezorgdienst op bedrijventerrein

Bij de beoordeling van aanvragen voor het exploiteren van een bezorgdienst gelden de volgende voorwaarden:

• a.

  de exploitatie van de bezorgdienst mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefmilieu en/of de in de omgeving aanwezige functie(s);

• b.

  de exploitatie van de bezorgdienst mag niet leiden tot een (naar redelijke verwachting) onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid of leiden tot onveilige verkeersituaties;

• c.

  de exploitatie van de bezorgdienst mag geen onevenredige afbreuk doen aan of beperkingen opleggen voor omliggende bedrijven;

Artikel 5 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders blijven bevoegd om af te wijken van deze beleidsregels wanneer deze voor een of meer belanghebbenden gevolgen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

• 1.

  De beleidsregels treden in werking acht dagen nadat zij bekend gemaakt zijn.

• 2.

  De toepassing van afwijkingsmogelijkheden, zoals deze zijn gesteld binnen bestemmingsplannen, blijven onverminderd van kracht.

Artikel 7 Titel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Ruimtelijke beleidsregels voor de huisvesting van horeca-inrichtingen op bedrijventerreinen’.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo,

 

de secretaris, de burgemeester,