Organisatie | Assen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van de begraafrechten voor de Noorder- en Zuiderbegraafplaats 2008 |
Citeertitel | Verordening begraafrechten voor de Noorder- en Zuiderbegraafplaats 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-11-2008 | 01-01-2011 | art.4, tarieventabel | 06-11-2008 Berichten van de Brink, 19-11-2008 | 3/6-11-2008 |
Onder de naam "begraafrechten" worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar het kalenderjaar.
1.De rechten bedoeld in hoofdstuk 4 onder 4.1. t/m 4.1.3. van de tarieventabel worden
2.De overige rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving,
1.De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4, onder 4.1. t/m 4.1.3. van de
tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2.Indien de belastingplicht in het loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten in
hoofdstuk 4, onder 4.1 t/m 4.1.3. van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten in hoofdstuk 4, onder 4.1 t/m 4.1.3. van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan €10,00
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten
worden betaald binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de
2.De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
1.Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening begraafrechten voor de
Noorder- en Zuiderbegraafplaats 2008.
2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van
De "Verordening lijkbezorgingsrechten voor de Noorder- en Zuiderbegraafplaats" van 21 november 1996, sedertdien gewijzigd wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
HOOFDSTUK 2. BEGRAVEN OVERLEDENE EN BIJZETTEN URN
HOOFDSTUK 3. OPGRAVEN EN HERBEGRAVEN
HOOFDSTUK 4. ONDERHOUD EIGEN GRAVEN