Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haren

Uitvoeringsnotitie Participatiefonds 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsnotitie Participatiefonds 2011
CiteertitelUitvoeringsnotitie Participatiefonds 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-201101-01-2013Correcties opmaak

18-01-2011

Harener Weekblad 14-04-2011

Onbekend
01-01-201101-01-2011Nieuwe Regeling

18-01-2011

Harener Weekblad 14-04-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsnotitie Participatiefonds 2011

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HAREN,

gezien:

  • a.

    het besluit van de gemeenteraad d.d. 27 oktober 1997, waarbij de nota armoedebestrijding is vastgesteld;

  • b.

    het besluit van de gemeenteraad d.d. 21 mei 2001, waarbij het Participatiefonds is gehandhaafd met een inhoudelijke uitbreiding;

  • c.

    het besluit van de gemeenteraad d.d. 17 juli 2006, waarbij het Participatiefonds is gehandhaafd met een inhoudelijke uitbreiding;

  • d.

    gezien de beraadslagingen en de toezegging van het college in de gemeenteraad d.d. 1 november 2007;

  • e.

    gezien het besluit van burgemeester en wethouders van 16 september 2008, waarbij het Participatiefonds is gehandhaafd met een inhoudelijke wijziging;

  • f.

    gezien het besluit van burgemeester en wethouders van 13 oktober 2009, waarbij het Participatiefonds is gehandhaafd met een inhoudelijke wijziging;

gezien het besluit van burgemeester en wethouders van 14 december 2010, waarbij het Participatiefonds is gehandhaafd met een inhoudelijke wijziging;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de:

Uitvoeringsnotitie Participatiefonds 2011

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1

    Alle begrippen die in deze uitvoeringsnotitie worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2

    In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      het Fonds: de ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting beschikbaar gestelde middelen;

    • c.

      kind: het ten laste komende kind jonger dan 18 jaar voor wie de belanghebbende de volledige zorg heeft. Onder kind wordt tevens verstaan het pleegkind jonger dan 18 jaar voor wie de belanghebbende de volledige zorg heeft;

    • d.

      oudere: degene, die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. Ongeacht de leeftijd wordt bij een gezamenlijke huishouding ook de partner van de oudere beschouwd als zijnde een oudere.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1

    Recht op een verstrekking uit het Fonds heeft de belanghebbende van 18 jaar en ouder die voldoet aan de in dit artikel gestelde voorwaarden.

  • 2

    De belanghebbende dient zijn woonplaats als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek te hebben binnen de gemeente Haren.

  • 3

    Het inkomen van de belanghebbende mag niet meer bedragen dan 115% van de op zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm op grond van de wet, of, voor de belanghebbende die jonger is dan 27 jaar, de inkomensvoorzieningsnorm op grond van de Wet investeren in jongeren.

  • 4

    Het vermogen van belanghebbende mag niet hoger zijn dan het toepasselijke bedrag genoemd in artikel 34 lid 3 van de wet.

  • 5

    De artikelen 31 tot en met 34 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing. Bij het vaststellen van de aanwezige middelen wordt uitgegaan van de middelen ten tijde van de maand, direct voorafgaande aan de maand van aanvraag.

  • 6

    Per verstrekking kunnen aanvullende voorwaarden gelden.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1

    Het recht op een verstrekking uit het Fonds wordt op aanvraag vastgesteld.

  • 2

    Recht op een verstrekking uit het Fonds wordt voor de duur van een kalenderjaar toegekend met ingang van 1 januari van het jaar waarin de aanvraag is gedaan.

  • 3

    Geen recht op een verstrekking uit het Fonds heeft de belanghebbende die:

    • a.

      is opgenomen in een inrichting;

    • b.

      inkomen heeft uit studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • c.

      inkomen heeft uit de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

  • 4

    In afwijking van het derde lid sub b en sub c heeft deze belanghebbende wel recht op een verstrekking ingevolge artikel 14 en artikel 15 van het Fonds.

  • 5

    In afwijking van het derde lid is het kind van deze belanghebbende niet uitgesloten van recht op een verstrekking uit het Fonds.

  • 6

    De in deze uitvoeringsnotitie vermelde verstrekkingen en tegemoetkomingen kunnen uitsluitend worden toegekend voor kosten, betrekking hebbende op het jaar van toelating tot het Fonds en voor zover de betalingsbewijzen uiterlijk zijn ingeleverd voor 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar.

Paragraaf 2 Tegemoetkomingen

Artikel 4 Kosten

Het Fonds biedt belanghebbenden een geheel of gedeeltelijk tegemoetkoming in de kosten van:

  • a.

    sociale, sportieve en culturele activiteiten;

  • b.

    abonnementen

  • c.

    cursussen en opleidingen;

  • d.

    schoolreisjes

  • e.

    kindervakantiekampen;

  • f.

    openbaar vervoer;

  • g.

    het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart;

  • h.

    het gebruik maken van aanvullende voorzieningen voor ouderen;

  • i.

    de aanschaf van een computer;

  • j.

    belastingen en heffingen;

  • k.

    financiële nood;

  • l.

    Tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud van woonvoorzieningen die op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren zijn verstrekt.

Artikel 5 A. Sociale, Sportieve en Culturele activiteiten

  • 1

    Onder de kosten van het deelnemen aan sociale, sportieve en culturele activiteiten, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan, de kosten van:

    • a.

      een zwemabonnement;

    • b.

      zwemlessen tot en met diploma A;

    • c.

      een ijsbaan abonnement;

    • d.

      contributie bibliotheek;

    • e.

      lidmaatschap van een sportvereniging of een sportcentrum;

    • f.

      lidmaatschap van een culturele of een recreatieve vereniging;

    • g.

      een museum jaarkaart of een entree voor de Hortus;

    • h.

      overige activiteiten die, naar het oordeel van het college, kunnen worden aangemerkt als deelname aan sociale, sportieve en culturele activiteiten;

    • i.

      voor de tot het Fonds toegelaten oudere: tweemaal per jaar een 12 badenkaart;

    • j.

      voor de tot het Fonds toegelaten oudere: cursussen gegeven door Torion/stichting bejaardenwerk.

  • 2

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid onder a, c, d, e, f, g, h, i en j bedoelde kosten bedraagt maximaal €300,00 per jaar.

  • 3

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid onder b bedoelde kosten bedraagt 90% van de gemaakte kosten. In het geval van een gezin geldt deze tegemoetkoming voor ieder lid van het gezin afzonderlijk.

  • 4

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Artikel 6 B. Abonnementen

  • 1

    Onder de kosten abonnementen, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan, de abonnementskosten voor:

    • a.

      de Centrale Antenne Inrichting of;

    • b.

      de krant of;

    • c.

      internet of;

    • d.

      overige abonnementskosten die, naar het oordeel van het college, bijdragen aan de maatschappelijke participatie van belanghebbende en de leden van zijn gezin.

  • 2

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten geldt voor het hele gezin en bedraagt maximaal €180,00 per gezin per jaar.

  • 3

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Artikel 7 C. Cursussen en Opleidingen

  • 1

    Onder de kosten van cursussen en opleidingen, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan elke willekeurige cursus en opleiding, waarvoor geen andere vergoeding bestaat.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan geen tegemoetkoming worden verstrekt voor de kosten van fulltime dagonderwijs

  • 3

    In afwijking van het eerste lid kan geen tegemoetkoming worden toegekend voor het behalen van een rijbewijs.

  • 4

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten geldt uitsluitend voor belanghebbenden van 18 jaar of ouder en bedraagt maximaal € 453,78 per cursus en opleiding per lid van het gezin per jaar.

  • 5

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Artikel 8 D. Schoolreisjes

  • 1

    Onder de kosten van schoolreisjes, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan elke schoolreisje ten behoeve van een kind.

  • 2

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten bedraagt 100% van de kosten, tot een maximum van € 75,00 per kind per schoolreis.

  • 3

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Artikel 9 E. Kindervakantiekampen

  • 1

    Onder de kosten van kindervakantiekampen, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan elk kindervakantiekamp ten behoeve van een kind jonger dan 16 jaar.

  • 2

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten bedraagt 100% van de kosten, tot een maximum van € 75,00 per kind per jaar.

  • 3

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Artikel 10 F. Openbaar vervoer

  • 1

    Onder de kosten van openbaar vervoer, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan de kosten voor gebruikmaking van iedere vorm van openbaar toegankelijk vervoer.

  • 2

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten bedraagt 100% van de werkelijke kosten, tot een maximum van de kosten van twee 15-strippenkaarten per persoon per jaar (op 1-1-2010 € 7,60 per 15-strippenkaart).

  • 3

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overgelegd.

Artikel 11 G. Gehandicaptenparkeerkaart

  • 1

    Onder de kosten voor een gehandicaptenparkeerkaart, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan de kosten van de leges, benodigd voor het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart.

  • 2

    De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten bedraagt 100% van de legeskosten.

  • 3

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende het betalingsbewijs heeft overgelegd.

Artikel 12 H. Aanvullende voorzieningen voor ouderen

  • 1

    Onder de kosten in het kader van aanvullende voorzieningen voor ouderen, waarvoor een tegemoetkoming kan worden toegekend, wordt verstaan de kosten van:

    • a.

      maaltijden verstrekt door Tafeltje Dekje of door een zorginstelling;

    • b.

      dagopvang in een verzorgingstehuis.

  • 2

    De vergoeding voor de in het eerste lid onder a genoemde kosten bedraagt de werkelijke kosten onder aftrek van het bedrag genoemd in artikel 55 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001, dat verondersteld wordt in de bijstandsnorm te zijn inbegrepen (per 1 januari 2010 € 4,20 per warme maaltijd)

  • 3

    De vergoeding voor de in het eerste lid onder b genoemde kosten bedraagt de werkelijke kosten , maar maximaal € 2,89 per dag

  • 4

    De tegemoetkoming voor genoemde kosten geldt voor iedere oudere afzonderlijk

  • 5

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende het betalingsbewijs heeft overgelegd.

Artikel 13 I. De aanschaf van een computer

  • 1

    Onder de kosten van een computer, waarvoor een vergoeding kan worden toegekend wordt verstaan een computer met daarbij een toetsenbord, beeldscherm, muis, printer en de benodigdheden voor internet aansluiting.

  • 2

    De aan het Fonds toegelaten alleenstaande ouder en de gezamenlijke huishouding met een ten laste komend kind wordt de aanschaf van een computer voor een deel vergoed. De tegemoetkoming voor de in het eerste lid bedoelde kosten bedraagt maximaal € 150,00 eens per drie jaar.

  • 3

    De aan het Fonds toegelaten alleenstaande ouder en de gezamenlijke huishouding waarvan het ten laste komend kind 11 jaar oud of ouder is, wordt de aanschaf van een computer vergoed. De vergoeding wordt eens per vier jaar verstrekt aan het begin van het schooljaar. De maximale vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld ter hoogte van het normbedrag zoals vermeld in het Nibud.

  • 4

    De vergoedingen zoals omschreven onder lid 2 en lid 3 van dit artikel kunnen niet worden gecombineerd.

Artikel 14 J. Belastingen en Heffingen

  • 1

    Aan een tot het Fonds toegelaten belanghebbende worden de aanslagen c.q. heffingen vergoed van:

    • a.

      Vastrecht Diftar (afvalstoffen heffing);

    • b.

      Rioolrechten;

    • c.

      Onroerende zaakbelasting;

    • d.

      Waterschapslasten;

    • e.

      Verontreinigingsheffing.

  • 2

    De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt 100% van de aanslagen c.q. heffingen. Voor de onder d en e genoemde heffingen wordt 100% vergoed mits is aangetoond dat er geen kwijtschelding is verleend door de betrokken instanties;

  • 3

    De tegemoetkoming wordt uitbetaald nadat belanghebbende de betalingsbewijzen heeft overlegd.

Artikel 15 K. Financiële nood

  • 1

    Aan de belanghebbende kan een bijdrage beschikbaar worden gesteld op humanitaire gronden als tegemoetkoming in financiële nood.

  • 2

    De in het eerste lid genoemde tegemoetkoming wordt eerst dan verstrekt, indien, naar het oordeel van het college, sprake is van:

    • a.

      acute financiële nood; en

    • b.

      extra kosten die zijn ontstaan als gevolg van buiten de persoon gelegen factoren.

  • 3

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt indien via budgetadvies en schuldbemiddeling een adequate oplossing kan worden gevonden voor de financiële nood.

  • 4

    Aan de tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid kan de verplichting worden verbonden mee te werken aan een schuldhulpverleningstraject.

Artikel 16 L. Tegemoetkoming voor de kosten van onderhoud van woonvoorzieningen die op grond van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren zijn verstrekt.

  • 1

    Aan de belanghebbende kan een tegemoetkoming worden verstrekt in de kosten van het noodzakelijke onderhoud van de voorzieningen zoals genoemd in artikel 14, onder b. en c. van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren;

  • 2

    De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 230,- per voorziening per kalenderjaar. De tegemoetkoming bedraagt echter nooit meer dan de werkelijke kosten.

Paragraaf 3 Overige bepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan één of meerdere bepalingen van deze notitie buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18 Indexering

  • 1

    Het college past de hoogte van de bedragen die in deze uitvoeringsnotitie zijn genoemd in artikel 7 lid 4 en in artikel 12 lid 3 aan, met ingang van de dag waarop het netto minimumloon wijzigt.

  • 2

    De aanpassing genoemd in het eerste lid bedraagt hetzelfde percentage waarmee het netto minimumloon wijzigt.

Artikel 18 Ingangsdatum

  • 1

    Deze uitvoeringsnotitie treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

  • 2

    De Uitvoeringsnotitie Participatiefonds vastgesteld op 13 oktober 2009 wordt ingetrokken per 1 januari 2011.

Artikel 19 Naamgeving

Deze uitvoeringsnotitie kan worden aangehaald als: Uitvoeringsnotitie Participatiefonds 2011.

Haren,

burgemeester en wethouders voornoemd.

Toelichting 1 Artikelsgewijze

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb of Awb niet afzonderlijk te definiëren in de Verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de Wwb of Awb ook de Verordening moet worden gewijzigd.

Artikel 2. Doelgroep In dit artikel is de doelgroep van Fonds geformuleerd. De belanghebbende dient 18 jaar of ouder te zijn en zijn woonplaats te hebben binnen de gemeente Haren. Verder mag het inkomen van de belanghebbende niet meer bedragen dan 115% van de op zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm op grond van de wet, of, voor de belanghebbende die jonger is dan 27 jaar, de inkomensvoorzieningsnorm op grond van de Wet investeren in jongeren. Het vermogen van belanghebbende mag niet hoger zijn dan het toepasselijke bedrag genoemd in artikel 34 lid 3 van de wet.de artikelen 31 tot en met 34 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing. Bij het vaststellen van de aanwezige middelen wordt als peilmaand aangehouden de maand, direct voorafgaande aan de maand van aanvraag.

Artikel 3. Aanvraag Het recht op een verstrekking uit het Fonds wordt op aanvraag vastgesteld en steeds per kalenderjaar berekend en toegekend. In het derde lid is aangegeven wie zijn uitgesloten van het recht op een verstrekking uit het Fonds. Namelijk de belanghebbende die:

  • a.

    is opgenomen in een inrichting;

  • b.

    inkomen heeft uit studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

  • c.

    inkomen heeft uit de tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

In afwijking van het derde lid sub b en sub c heeft deze belanghebbende wel recht op een verstrekking ingevolge artikel 14 en artikel 15 van het Fonds.In afwijking van het derde lid is het kind van deze belanghebbende niet uitgesloten van recht op een verstrekking uit het Fonds. Ten aanzien van participatie van de kinderen wordt geen onderscheid gemaakt naar soort inkomen van de ouder(s).

Paragraaf 2. Tegemoetkomingen

Artikel 4. In dit artikel staat een opsomming van de mogelijke tegemoetkomingen.

Artikel 5. A. Sociale, Sportieve en Culturele activiteiten Lid 1 onderdeel h geeft de mogelijkheid om naast de genoemde activiteiten ook andere sportieve activiteiten voor een vergoeding in aanmerking te laten komen. Dit is een wijziging ten opzichte van de voorgaande uitvoeringsregeling. De tegemoetkoming op grond van dit artikel bedraagt maximaal € 300,00 per jaar. In het geval van een gezin geldt deze tegemoetkoming voor ieder lid van het gezin afzonderlijk. Om de uitvoerbaarheid te vergemakkelijken is in afwijking van de voorgaande regeling bepaald dat 100% van de kosten worden vergoed (in plaats van 90%). In de oude uitvoeringsregeling was bepaald dat maximaal 2 activiteiten per jaar konden worden vergoed tot een bedrag van € 150,00 per activiteit. In deze uitvoeringsregeling is dit vervangen door maximaal € 300,00 per jaar (ongeacht het aantal activiteiten). De vergoeding tot 90% van de kosten is voor de zwemlessen tot diploma A wel gehandhaafd omdat de vergoeding niet aan een maximumbedrag is gekoppeld. Gezien het ruime karakter van deze regeling, is gekozen voor een gedeeltelijke vergoeding van de kosten.