Organisatie | Haren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening studiefaciliteiten |
Citeertitel | Verordening Studiefaciliteiten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vervallen van rechtswege
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-01-1994 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 20-12-1993 Harener Weekblad, 06-01-1994 | 16-11-1993, 150 |
overwegende, dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (stb. 1992, 315) noodzakelijk is de "Verordening Studiefaciliteiten" aan te passen aan deze wet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 1993, nr. 150;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Ambtenarenwet 1929;
I de Verordening Studiefaciliteiten, zoals vastgesteld bij raadbesluit van 23 december 1991, in te trekken;
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover het belang van de dienst zulks toelaat, aan een ambtenaar op aanvraag één of meer van de in de volgende artikelen omschreven studiefaciliteiten toekennen indien: met de opleidingen genoemd in het opleidingsplan een gemeentelijk en/ of een persoonlijk belang wordt gediend.
Alvorens studiefaciliteiten te verlenen kunnen burgemeester en wethouders - indien daarover overeenstemming is bereikt met de ambtenaar - een gericht studieadvies inwinnen dan wel een psychologisch onderzoek doen instellen.
Indien burgemeester en wethouders op grond van de door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel is, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen, zijn burgemeester en wethouders bevoegd de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden die niet aan de ambtenaar zijn te wijten.
De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn/ haar studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mee te delen, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.
Artikel 7 Studiekostenvergoeding
De door een ambtenaar, met een betrekking van minimaal gemiddeld 16 uur per week, naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden vergoed tot een percentage van:
100% voor cursus- en examengelden alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken, indien het opleidingen betreft die volledig in het gemeentebelang worden gevolgd. 100% voor de noodzakelijk reis- en verblijfskosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer;
75% voor cursus- en studiekosten, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken, indien het opleidingen betreft die naast een gemeentelijk belang ook een persoonlijk belang kennen. 100% voor de noodzakelijke reis- en verblijfskosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer;
50% voor cursus- en studiekosten, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verband houdende boeken, indien het opleidingen betreft waarbij het persoonlijk belang overheerst maar wel sprake is van een gemeentelijk belang. 75% voor de noodzakelijke reis- en verblijfskosten met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer.
Een tegemoetkoming van 50% in de studiekosten met een maximum van f. 300,- per ambtenaar per jaar als het gemeentelijk belang niet of nauwelijks aanwezig is. De opleiding dient te worden afgesloten met een door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen erkend diploma, certificaat, getuigschrift of iets dergelijks.
Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen, indien:
hij/ zij op eigen verzoek of ten gevoelge van aan hem/ haar zelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaar na het beeindigen van de studie zonder dat het door de ambtenaar het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4 afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.
Onverminderd het bepaalde in artikel F28, lid 1, van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt voor het volgen van lessen die in diensttijd worden gegeven, verlof met behoud van bezoldiging verleend tot ten hoogste een werkdag per week, gemiddeld over een jaar berekend.
Ter voorbereiding op een studie, of een afgrond deel daarvan, afsluitend examen, kan aan de ambtenaar een examenverlof worden verleend tot maximaal 2 werkdagen per studiejaar met een maximum van 8 dagen per gehele studie met uitzondering van studies die niet of nauwelijks een gemeentelijk belang dienen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Haren d.d. 20 december 1993.
De raad voornoemd,
,voorzitter,
,secretaris,
Toelichting 1 bij artikel 7. Studiekosten.
Het betreft hier opleidingen, korte cursussen, congressen, seminars e.d. die volledig in het gemeentelijk belang worden gevolgd en die in het opleidingsplan ook al zodanig worden benoemd.
Het betreft hier cursussen en opleidingen waarbij naast een gemeentelijk belang tevens van een persoonlijk belang sprake is.
Het betreft hier cursussen en opleidingen waarbij het persoonlijk belang duidelijk het gemeentelijk belang overheerst maar waarbij er wel sprake is van een gemeentelijk belang.
Het betreft hier opleidingen waarbij van een gemeentelijk belang niet of nauwelijks sprake is. De opleiding dient te worden afgesloten met en door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (of het desbetreffende Ministerie) erkend diploma, certificaat, getuigschrift of iets dergelijks.