Subsidieverordening godsdienst- en vormingsonderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Haren
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Subsidieverordening godsdienst- en vormingsonderwijs
Citeertitel	Subsidieverordening godsdienst- en vormingsonderwijs
Vastgesteld door	gemeenteraad
Onderwerp	onderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht
Gemeentewet
Algemene subsidieverordening Haren

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
01-01-2012		01-01-2012	Intrekking	26-03-2012 www.haren.nl 26 april 2012	14 februari 2012
30-05-2000			Nieuwe regeling	29-05-2000 Harener Weekblad, 02-06-2000	25 april 2000

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening godsdienst- en vormingsonderwijs

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

overwegende, dat het door de inwerkingtreding van de op de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht gebaseerde Algemene subsidieverordening gemeente Haren nodig is de "Verordening houdende voorwaarden met betrekking tot het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het geven van godsdienst- en vormingsonderwijs aan leerlingen van openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Haren" aan te passen aan deze verordening;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 25 april 2000;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en de Algemene subsidieverordening Haren;

b e s l u i t :

a.
de Verordening houdende voorwaarden met betrekking tot het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het geven van godsdienst- en vormingsonderwijs aan leerlingen van openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Haren, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 1993 in te trekken;
b.
vast te stellen de:

subsidieverordering godsdienst - en vormingsonderwijs

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.
godsdienstonderwijs: het onderricht in bijbelkennis, bijbelse geschiedenis en godsdienst, alsmede cultuurgeschiedenis van het christendom en andere godsdiensten;
b.
vormingsonderwijs: het leveren van een bijdrage aan de algemeen geestelijke en zedelijke vorming van leerlingen;
c.
schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daarop volgend.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders kunnen aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken en verenigingen, als-mede aan genootschappen op geestelijke grondslag een subsidie verstrekken in de kosten, voortvloeiende uit het doen geven van godsdienst- en vormingsonderwijs aan leerlingen uit de groepen 7 en 8 van openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Haren.

Artikel 3

1
De in artikel 2 bedoelde subsidie bestaat uit een bedrag per werkelijk gegeven les dat gebaseerd wordt op het begintraject, salarisnummer 6 behorend bij het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Het bij dit salaris horende maandbedrag wordt per 01-03-2004 gedeeld door zesentwintig ter verkrijging van het maandbedrag voor één klokuur en vervolgens gedeeld door 3/13 ter verkrijging van het bedrag per werkelijk gegeven wekelijkse les. Dit bedrag per werkelijk gegeven wekelijkse les wordt naar boven op een hele gulden afgerond.
2
Om bij het berekenen van de vergoeding in aanmerking te worden genomen, zal de les bedoeld in lid 2 bezocht moeten worden door tenminste 10 leerlingen van het leerjaar of de leerjaren, waaruit de leerlingen afkomstig zijn; subsidiëring van lessen met een deelname van minder dan 10 kinderen kan slechts plaatsvinden als het aantal leerlingen tenminste 50% bedraagt van het totaal aantal leerlingen van de groepen 7 en 8 tezamen. Voor de beoordeling van de grootte van de groep geldt het aantal leerlingen naar de toestand op 1 oktober van het betreffende cursusjaar.
3
De tijdsduur van een les dient tenminste 45 minuten te bedragen.
4
Per schooljaar wordt slechts subsidie verstrekt voor maximaal 30 lessen per groep.

Artikel 4

Met betrekking tot het verstrekken van subsidies op grond van deze verordening blijft de subsidieverlening achterwege. Volstaan wordt met het vaststellen van de subsidie.

Artikel 5

1
De aanvraag voor het vaststellen van de subsidie wordt ingediend voor 15 juni van het schooljaar waarin het godsdienst- of vormingsonderwijs wordt gegeven.
2
Bij de aanvraag wordt voor elke school afzonderlijk vermeld:
- a.
  de naam van de leerkracht(en) belast geweest met het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs;
- b.
  de dagen en uren waarop deze lessen zijn gegeven;
- c.
  het aantal lessen dat is gegeven;
- d.
  de groepen waaraan de lessen zijn gegeven;
- e.
  de aantallen leerlingen, die iedere les hebben bijgewoond, waarbij de leerlingen die wegens ziekte of om andere gerechtvaardigde redenen verhinderd waren de lessen bij te wonen, kunnen worden meegerekend.
3
De in het tweede lid bedoelde aanvraag dient te zijn voorzien van de akkoordverklaring van de directeur van de betreffende school.
4
Het bepaalde in artikel 13 van de Algemene subsidieverordening Haren is niet van toepassing.

Artikel 6

1
Het godsdienst- en vormingsonderwijs wordt gegeven in schoolgebouwen.
2
Godsdienstonderwijs dan wel vormingsonderwijs wordt slechts gegeven aan leerlingen, wier ouders, voogden of verzorgers schriftelijk hebben verklaard dat de leerling aan het godsdienstonderwijs dan wel aan het vormingsonderwijs zal deelnemen.
3
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienst- en vormingsonderwijs berust bij de instantie, welke dit onderricht doet geven.
4
De godsdienstleraren en vormingsleiders voeren overleg met de directeur van de school voor zover dit voor de goede gang van zaken bij het onderwijs noodzakelijk is. Zij verstrekken de directeur alle inlichtingen, die de directeur in verband hiermede verlangt.
5
De godsdienstleraren en vormingsleiders dienen in het bezit te zijn van een bewijs op grond waarvan mag worden aangenomen, dat zij voldoende pedagogisch-didactisch inzicht hebben verworven om op verantwoorde wijze onderwijs te kunnen geven.
6
De voor het geven van godsdienst- en vormingsonderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda voor welk(e) kerkgenootschap of levensbeschouwing dan ook.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is afgekondigd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Haren van 29 mei 2000.

De raad voornoemd,

,voorzitter,

,secretaris,