Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening "Luchthavenregeling UMC St Radboud te Nijmegen" |
Citeertitel | Luchthavenregeling UMC St Radboud te Nijmegen |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | verkeer en vervoer, toezicht, veiligheid |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-03-2011 | 17-10-2014 | Nieuwe regeling | 16-02-2011 Provinciaal Blad nr. 2011/62 | PS2011-22a |
PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND
Gelezen het voorstel PS 2010-012624 van Gedeputeerde Staten van 21 december 2010, inzake het vaststellen van de ontwerp-verordening “Luchthavenregeling UMC St Radboud te Nijmegen";
Gelet op de Wet luchtvaart en artikel 158, eerste lid aanhef en onder b van de Provinciewet;
Hoofdstuk 2 Aanduiding luchthaven
Deze luchthavenregeling is van toepassing op de helihaven gelegen aan het Geert Grooteplein 10 te Nijmegen; kadastraal bekend gemeente Nijmegen, sectie B, nummers 4307 (gedeeltelijk), 4016, 4013, 4486 (gedeeltelijk), 4030 (gedeeltelijk) en 4069 (gedeeltelijk); geografische aanduiding 51°49’29”N en 5°51’44”E. Dit is weergegeven in bijlage 1.
Hoofdstuk 3 Voorwaarden luchthaven
Art. 3.1 Typen luchtvaartuigen
Onverminderd de bepalingen uit de wet en de Rvglt, mag de luchthaven uitsluitend gebruikt worden door de Eurocopter EC135 (lifeliner) of een gelijkwaardig type met een bronvermogen dat gelijk of minder is dan voorgenoemde helikopter.
Art. 3.2 Meteorologische omstandigheden
Het gebruik of doen gebruiken van de luchthaven is alleen toegestaan in Visual Meteorological Conditions.
Art. 3.3 Aantal vliegbewegingen
Per dag mogen maximaal 10 vliegbewegingen plaatsvinden met een maximum van 15 vliegbewegingen per week.
De exploitant houdt een logboek bij waarin zijn opgenomen de aantallen vluchten, het baangebruik, het soort luchtvaarttuigen en de bijbehorende data en tijdstippen.
Art. 3.7 Jaarlijkse rapportage
Binnen vier weken na het einde van een gebruiksjaar overlegt de in artikel 1.2 genoemde exploitant een rapportage aan het bevoegd gezag over het gebruik van de luchthaven gedurende het betreffende gebruiksjaar. De inhoud van de rapportage bevat in ieder geval de in art. 3.6 genoemde punten en moet voldoen aan de vereisten gesteld in de regeling.