Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels terugvordering, verhaal en zekerheidsrechten 2010 |
Citeertitel | Beleidsregels terugvordering, verhaal en zekerheidsrechten 2010 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Zorg en Welzijn |
Ingangsdatum: 01-01-2010
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2009 Huis aan Huis d.d. 30-12-2009 | Gemeenteblad Nr. 178 |
Hoofdstuk 1 Wettelijke bevoegdheden
De directeur van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Enschede;
gelet op punt 6 van het Overzicht VII DMO van het vigerende Mandaatbesluit 2003 dat de directeur de bevoegdheid verschaft om namens het college ter zake beleidsregels vast te stellen;
gelet op titel 4.3 ‘’Beleidsregels’’ van de Algemene wet bestuursrecht;
gelet op de bepalingen inzake herziening, intrekking, terugvordering en verhaal van uitkeringen in de Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet werk en inkomen kunstenaars, en
gelet op de bepalingen inzake zekerheidsrechten in de Wet werk en bijstand;
overwegende dat de huidige, door de directeur op 13 januari 2009 vastgestelde, beleidsregels door gewijzigde wetgeving wijzigingen in artikel 1, onderdeel c, behoeven,
Beleidsregels terugvordering, verhaal en zekerheidsrechten 2010
Artikel 1 Gebruikmaking wettelijke bevoegdheden
Het college maakt gebruik van de wettelijke bevoegdheden tot:
herziening of intrekking van toekenningsbesluiten als bedoeld in de artikelen 53a, lid 2 en 54, lid 3 van de Wet werk en bijstand (WWB), artikel 40, leden 3 en 4 van de Wet investeren in jongeren (WIJ), artikel 17 leden 3 en 4 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), artikel 17, leden 3 en 4 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en artikel 26, leden 1 en 2 van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK);
Paragraaf 2 Rente en aflossing geldlening
Hoogte geldlening, taxatie woning, taxatiekosten woning ten laste van belanghebbende, taxatie woonwagens en woonschepen
Bij gerede twijfel van het college over de passendheid van de WOZ-waarde als actuele waarde in het economische verkeer bij vrije oplevering, of op verzoek van belanghebbende, vindt taxatie plaats door een taxateur voor onroerende zaken die door het college in overeenstemming met de belanghebbende wordt aangewezen.
Ten aanzien van woonwagens en woonschepen bedraagt de geldlening ten hoogste de waarde van de woonwagen of het woonschip in het economisch verkeer bij vrije oplevering, verminderd met de daarop drukkende schulden en met het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34, tweede lid, onderdeel d WWB.
Artikel 6 Aflossingsvoorwaarden geldlening
Bij een inkomen als bedoeld in artikel 32 van de Wet werk en bijstand dat niet uitgaat boven de van toepassing de bijstandsnorm, bedoeld in hoofdstuk 3, paragrafen 3.2 en 3.3 van genoemde wet, wordt geen aflossing gevergd. Tevens wordt geen aflossing gevergd indien belanghebbende een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen kunstenaars ontvangt.
Indien belanghebbende naar het oordeel van het college de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven op het nog niet afgeloste deel van de geldlening.
Aflossing geldlening bij verkoop of vererving woning, woonwagen of woonschip
Bij verkoop of bij vererving van de woning, de woonwagen of het woonschip en indien het een echtpaar betreft bij vererving na overlijden van de langstlevende echtgenoot, wordt het nog niet afgeloste deel van de geldlening, alsmede de op grond van artikel 7, derde en vierde lid, bijgeschreven rente, direct afgelost.
Bij verkoop van de woning, de woonwagen of het woonschip kan het college wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende, na toepassing van het eerste lid, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van hypotheek of verpanding voor de aankoop van een andere woning, woonwagen of woonschip, tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge het eerste lid afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het in het derde lid bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning, woonwagen of woonschip.
Toepassing laatst gevestigd hypotheekrecht of laatst gevestigd pandrecht bij korte onderbreking bijstandverlening
Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstand opnieuw recht op bijstand bestaat, wordt bijstand verleend met toepassing van het laatst gevestigde hypotheek- of pandrecht.
De Beleidsregels terugvordering, verhaal en zekerheidsrechten 2009, vastgesteld 13 januari 2009, worden ingetrokken.