Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening percentageregeling beeldende kunst 2007 |
Citeertitel | Verordening percentageregeling beeldende kunst 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bouw, Ruimtelijke ordening en Monumentenwet |
n.v.t.
Gemeentewet, art 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-09-2007 | Onbekend | 10-09-2007 Huis aan Huis d.d. 19 september 2007 | Gemeenteblad nr 42 |
Het volgens artikel 3 berekende bedrag wordt direct na vaststelling van de desbetreffende begrotingspost of begrotingswijziging in de Reserve Stadsverfraaiing gestort.
Artikel 8 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 9 Intrekking oude regeling
De Verordening percentageregeling beeldende kunst, vastgesteld 18 oktober 1993, wordt ingetrokken.
Toelichting Verordening percentageregeling beeldende kunst 2007
Om beeldende kunstopdrachten te stimuleren heeft het Rijk in het begin van de jaren vijftig percentageregelingen ingesteld voor de nieuwbouw van rijksgebouwen en onderwijsinstellingen. Deze regelingen houden in dat een bepaald percentage van de geraamde bouwkosten is gereserveerd voor opdrachten aan of aankopen van beeldend kunstenaars.
Veel gemeenten hebben analoog hieraan eigen regelingen ontwikkeld, die zich veelal niet beperken tot openbare gebouwen en scholen, maar ook betrekking hebben op het bouwrijp maken van nieuwe woonwijken, aanleg van wegen, openbaar groen, bruggen en andere infrastructurele werken. Gemeenten zijn vrij om al dan niet een percentageregeling in te stellen, de hoogte van het percentage vast te stellen, de bandbreedte te bepalen van de bouwprojecten die onder de regeling vallen e.d.
De gemeente Enschede kent sinds 1993 de verordening voor beeldende kunstopdrachten. Doel van de regeling was om beeldende kunst een bijdrage te laten leveren aan de gebouwde omgeving en daardoor de gehele bevolking in kennis te brengen met uitingen van beeldende kunst.
Geconcludeerd kan worden dat de regeling inderdaad heeft gezorgd voor bijzondere kunstwerken in Enschede, recentelijk nog het kunstwerk LUMEN in de Prinsessetunnel. Door deze kunstwerken, veelal in de buitenruimte, wordt een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van de openbare ruimte en aan het culturele klimaat van de stad. De percentageregeling is daarmee een belangrijk instrument om de hoge culturele ambities van Enschede te realiseren.
De tekst van de percentageregeling is inmiddels aan vernieuwing toe, om de volgende redenen:
Bij de aanpassing van de verordening is dankbaar gebruik gemaakt van de modelverordening van het Cultuurfonds van de Bank van Nederlandse Gemeenten.
De decentralisatie van de onderwijshuisvesting naar de lokale overheid betekende een heroverweging met betrekking tot de onderwijshuisvesting waarvoor de gemeenten vanaf 1997 verantwoordelijk werden. In de nieuwe verordening voor de percentageregeling is dan ook de onderwijshuisvesting meegenomen. Een uitzondering wordt gemaakt voor de uitbreiding van scholen met groepsruimten en de renovatie van onderwijsgebouwen: deze voorzieningen zijn buiten de percentageregeling gehouden, omdat dit in lijn is met de voormalige percentageregeling van het Rijk. Daarmee is de nieuwe verordening dus wat het onderwijs betreft met name van toepassing bij de bouw van nieuwe voorzieningen: scholen, brede scholen, multifunctionele centra e.d.
Artikel 3 Bedrag voor kunstwerken
De regeling wordt vereenvoudigd door slechts één percentage op alle nieuwbouw en verbouw toe te passen. Dit is een percentage dat ook door veel andere gemeenten wordt gehanteerd, al dan niet met variaties per bouwbedrag. Concreet betekent dit het volgende:
Het is aannemelijk dat dit in de toekomst zorgt voor enige kostenvermindering bij kleinere bouwprojecten, omdat over die bouwprojecten niet meer 1,5 % of 2 % wordt berekend. Daar staat tegenover dat in de nieuwe verordening niet meer uitgegaan wordt van de kale bouwsom, maar dat ook de kosten van installaties worden meegerekend, in lijn met de modelverordening van het Cultuurfonds van de Bank van Nederlandse Gemeenten.
Zoals in Nederland vrij gebruikelijk is, worden de middelen, die via de percentageregeling beschikbaar komen, voortaan direct na vaststelling ervan in de Reserve Stadsverfraaiing (voorheen genaamd “Fonds Stadsverfraaiing”) gestort. Daarmee wordt gezorgd voor meer transparantie in de totale omvang van middelen die vanuit de percentageregeling beschikbaar komen.
De DMO zorgt vervolgens samen met de Stedelijk adviseur beeldende kunst dat een voorstel voor een kunstopdracht aan het college van burgemeester en wethouders wordt voorgelegd. Als het college heeft besloten tot het verstrekken van een kunstopdracht, wordt met de kunstenaar en met de projectleider van het betreffende bouwproject besproken waar de verantwoordelijkheid voor het kunstbudget wordt neergelegd. De kunstenaar is verantwoordelijk voor het opstellen van een sluitende begroting en voor de artistieke kwaliteit van het opgeleverde kunstwerk, maar op grond van functionaliteit is de kunstenaar niet altijd de aangewezen persoon om de betaling van facturen te regelen. Als het kunstwerk volledig geïntegreerd wordt in een gebouw, zoals bijvoorbeeld het kunstwerk KIJK-DUIN op het dakterras van de Scholingsboulevard, is het zinvoller om de projectleider verantwoordelijkheid te geven over de besteding van de middelen. Dit heeft als bijkomend voordeel dat kostenbesparende afspraken gemaakt kunnen worden met de onderaannemers die zijn gecontracteerd voor de uitvoering van het bouwproject.
Artikel 5 Extra voeding reserve
De Reserve Stadsverfraaiing wordt ook gevoed op grond van de ‘Exploitatieverordening Enschede 1996’. Het Grondbedrijf (DSOB) draagt 1% af van sloop-, bouw en woonrijp maken, zowel bij gemeentelijke grondexploitaties als bij particuliere grondexploitaties. Deze werkwijze wordt in de nieuwe percentageregeling nog eens extra geformaliseerd.