Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Soest

Verordening Gemeentelijke Ombudsman Soest

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSoest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Gemeentelijke Ombudsman Soest
CiteertitelVerordening Gemeentelijke Ombudsman Soest
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpombudsman

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 81p en 81w Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-2011Onbekend

17-03-2011

Soester Courant 6-4-2011

RV 11-12

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Gemeentelijke Ombudsman Soest

De raad van de Gemeente Soest;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 januari 2011, nr. RV 11-12;

gelet op de artikelen 81p en 81 w van de Gemeentewet

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening gemeentelijke ombudsman Soest

 

Artikel 1 Instelling ombudsman

Er is een gemeentelijke ombudsman en er is een plaatsvervangende ombudsman.

Artikel 2 Zittingsduur

  • 1.

    Conform het bepaalde in artikel 81q, eerste lid van de Gemeentewet wordt de ombudsman en zijn vervanger benoemd voor een periode van 6 jaar.

  • 2.

    De ombudsman en de plaatsvervangende ombudsman kan eenmaal worden herbenoemd.

Artikel 3 Financiële middelen

De ombudsman en zijn vervanger ontvangen een vergoeding voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten:

·Jaarlijks een vaste vergoeding van € 750,-- .

Daarnaast wordt er een tegemoetkoming in de kosten uitgekeerd varierend van:

  • ·

    € 150,-- per daadwerkelijke inschakeling (totaal onderzoek + verslag)

  • ·

    € 50,-- per vooronderzoek dat niet leidt tot een daadwerkelijke inschakeling

Tevens verschaft de raad de ombudsman voldoende financiële middelen voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden. Te denken is aan een tegemoetkoming van de kosten voor lidmaatschap, symposium, congres en reiskosten

Het vergoeden van de gemaakte kosten per afgehandelde zaak zal geschieden achteraf op basis van declaratie, inclusief bijlages

De tarieven van de beloning worden jaarlijks geindexeerd volgens de consumenten prijs index (CPI algemeen)

Artikel 4 Bemiddeling

  • ·

    De ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • ·

    De ombudsman brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.

Artikel 5 Werkinstructie

Voor zover de ombudsman dit nodig acht, maakt hij een werkinstructie voor zijn werkzaamheden.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

De procedure zoals beschreven in titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 7 Het verslag

De ombudsman zendt jaarlijk een verslag van zijn werkzaamheden aan de Gemeenteraad en aan het College.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2011.

  • 2.

    Met ingang van de in lid 1 genoemde datum, vervalt de Verordening gemeentelijke ombudsman, zoals deze is vastgesteld in de raad van 23 juni 2005.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke ombudsman Soest.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 maart 2011

de voorzitter, de griffier,

A.Noordergraaf M. van Vliet

Bijlage 1: Behoorlijkheidsvereisten

1. discriminatieverbod

Norm

Het verbod op discriminatie houdt in dat een bestuursorgaan geen onderscheid mag maken

naar politieke gezindheid, godsdienst, levensovertuiging, ras, geslacht of op welke grond dan

ook.

2. brief- en telefoongeheim

Norm

Het brief- en telefoongeheim houdt in dat bestuursorganen alleen in wettelijk vastgelegde

gevallen kennis mogen nemen van de inhoud van brieven en telefoongesprekken van burgers.

3. huisrecht

Norm

Het huisrecht houdt in dat het binnentreden van een woning tegen de wil van de bewoner

alleen is toegestaan in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald. Het binnentreden van een

woning zonder wettelijke machtiging of toestemming van de bewoner is alleen toegestaan

indien een ernstig gevaar dreigt voor de veiligheid van personen of goederen.

4. privacy - eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Norm

Het recht op privacy houdt in dat het bestuursorgaan de persoonlijke levenssfeer van haar

burgers eerbiedigt, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen.

5. verbod van onrechtmatige vrijheidsontneming

Norm

Een bestuursorgaan mag niemand zijn vrijheid ontnemen, buiten de bij of krachtens de wet

bepaalde gevallen.

6. overige grondrechten

7. verbod van misbruik van bevoegdheid (détournement de pouvoir)

Norm

Het verbod van misbruik van bevoegdheid houdt in dat een bestuursorgaan zijn bevoegdheid

niet gebruikt voor een ander doel dan waartoe die bevoegdheid is gegeven.

8. redelijkheid

Norm

Het redelijkheidsvereiste houdt in dat het bestuursorgaan bij elk handelen (rechtshandelingen

en feitelijke handelingen) alle relevante feiten en omstandigheden tegen elkaar afweegt. De

uitkomst van die belangenafweging mag niet onredelijk zijn.

9. evenredigheid

Norm

Het evenredigheidsvereiste houdt in dat bestuursorganen voor het bereiken van een doel

een middel aanwenden dat voor betrokkenen niet onnodig bezwarend is en dat in evenredige

verhouding staat tot dat doel.

10. coulance

Norm

er is ruimte voor coulance in situaties waarbij ten gevolge van vermoedelijke maar onbewezen

fouten van bestuursorganen burgers uitgave in geld of investeringen in tijd hebben gedaan,

zonder dat er sprake is van evident of vermoedelijk onrechtmatig overheidshandelen

11. rechtszekerheid

Dit vereiste omvat twee normen:

  • -

    gevolg geven aan rechterlijke uitspraken en beslissingen op bezwaar (rechtszekerheidsvereiste)

  • -

    honoreren van gerechtvaardigde verwachtingen (opgewekt vertrouwen) (vertrouwensbeginsel)

I gevolg geven aan rechterlijke uitspraken

Norm

Het rechtszekerheidsvereiste houdt in dat een bestuursorgaan gevolg geeft aan rechterlijke

uitspraken en beslissingen op bezwaarschriften.

II opgewekt vertrouwen

Norm

Een onderdeel van het rechtszekerheidsvereiste is het vertrouwensbeginsel. Dit houdt in

dat het bestuursorgaan gerechtvaardigde verwachtingen van burgers en organisaties jegens

die overheid nakomt (tenzij wet- of regelgeving zich daartegen verzetten).

12. gelijkheid

Norm

Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld en dat ongelijke

gevallen ongelijk worden behandeld al naar gelang zij van elkaar verschillen.

13. onpartijdigheid/onvooringenomenheid

Norm

Het vereiste van onpartijdigheid/onvooringenomenheid houdt in dat bestuursorganen zich actief

opstellen om iedere vorm van een vooropgezette mening of opvatting te vermijden. Ook

de schijn van partijdigheid moet worden vermeden. Zij dienen zich te richten op objectieve

algemene belangen, dan wel een algemeen uitgezet beleid.

14. hoor en wederhoor

Norm

Het vereiste van hoor en wederhoor houdt in dat het bestuursorgaan bij de voorbereiding

van een handeling of beslissing de betrokken burger in staat stelt te worden gehoord. Zo kan

deze burger voor zijn belangen opkomen. Het vereiste geldt voor primaire en secundaire

besluitvorming en voor de klachtbehandeling.

15. motivering

Norm

Het motiveringsvereiste houdt in dat de motivering op de individuele zaak is toegesneden,

feitelijk juist is, logisch voortvloeit uit het overheidshandelen en kenbaar is.

16. fair play

Norm

Het fair play-vereiste houdt in dat een bestuursorgaan de burger de mogelijkheid geeft zijn

procedurele kansen te benutten.

17. voortvarendheid

Norm

Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende

snelheid optreedt.

18. administratieve nauwkeurigheid

Norm

Het vereiste van administratieve nauwkeurigheid houdt in dat bestuursorganen secuur werken.

19. actieve en adequate informatieverstrekking

Norm

Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen

burgers tijdig begrijpelijke, juiste en volledige informatie verstrekken.

20. actieve en adequate informatieverwerving

Norm

Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving houdt in dat bestuursorganen bij

de voorbereiding van hun handelingen de relevante informatie verwerven.

21. adequate organisatorische voorzieningen

Norm

Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen houdt in dat bestuursorganen hun

administratieve beheer en organisatorische functioneren inrichten op een wijze die behoorlijke

dienstverlening aan burgers verzekert.

22. correcte bejegening

I. beleefdheid en fatsoen

Norm

Het vereiste van correcte bejegening houdt in dat bestuursorganen burgers respecteren en

hen beleefd behandelen.

II. dienstbaarheid (eenvoudige hulpvaardigheid)

Norm

Het vereiste van correcte bejegening houdt in dat bestuursorganen zich tegenover burgers

hulpvaardig opstellen.

23. professionaliteit

Norm

Het vereiste van professionaliteit houdt in dat ambtenaren zich jegens burgers professioneel

opstellen.

Bijlage 2: Normen

Het onderscheid behoorlijk/ niet behoorlijk is meestal te grof om recht te doen aan de bevindingen

van het onderzoek. Daarom is gekozen voor een nuancering van het oordeel, die loopt

van ‘adequaat’ tot ‘onbehoorlijk’.

Adequaat

dit is een positieve waardering; er is meer gedaan dan alleen behoorlijk gehandeld

Behoorlijk

er zijn geen behoorlijkheidvereisten geschonden en er is gehandeld zoals redelijkerwijs van de

overheid mag worden verwacht.

Niet onbehoorlijk

er is behoorlijk gehandeld maar voor de burger blijft het een moeilijk te accepteren resultaat.

Na interventie behoorlijk betekent dat na een eenvoudige actie van de ombudsman een correctie

heeft plaatsgevonden en wel voordat de betrokken dienst het verslag van de ombudsman

had gekregen.

Niet behoorlijk, maar gecorrigeerd

de gewraakte gedraging was onbehoorlijk, maar gevolgd door een nieuwe gedraging die wel in

de haak is.

Onzorgvuldig

op zichzelf is er geen grove schending van de regels, maar er moet wel een bestuurlijke correctie

volgen.

Niet behoorlijk

er zijn meer respectievelijk zeer fundamentele vereisten van behoorlijkheid geschonden.

Onbehoorlijk

komt zowel juridisch als taalkundig overeen met ‘niet behoorlijk’ maar wordt alleen bij flagrante

schendingen gehanteerd.