Organisatie | Soest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Gemeentelijke Ombudsman Soest |
Citeertitel | Verordening Gemeentelijke Ombudsman Soest |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | ombudsman |
Geen
Artikel 81p en 81w Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2011 | Onbekend | 17-03-2011 Soester Courant 6-4-2011 | RV 11-12 |
Artikel 1 Instelling ombudsman
Er is een gemeentelijke ombudsman en er is een plaatsvervangende ombudsman.
De ombudsman en zijn vervanger ontvangen een vergoeding voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten:
·Jaarlijks een vaste vergoeding van € 750,-- .
Daarnaast wordt er een tegemoetkoming in de kosten uitgekeerd varierend van:
Tevens verschaft de raad de ombudsman voldoende financiële middelen voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden. Te denken is aan een tegemoetkoming van de kosten voor lidmaatschap, symposium, congres en reiskosten
Het vergoeden van de gemaakte kosten per afgehandelde zaak zal geschieden achteraf op basis van declaratie, inclusief bijlages
De tarieven van de beloning worden jaarlijks geindexeerd volgens de consumenten prijs index (CPI algemeen)
Bijlage 1: Behoorlijkheidsvereisten
Het verbod op discriminatie houdt in dat een bestuursorgaan geen onderscheid mag maken
naar politieke gezindheid, godsdienst, levensovertuiging, ras, geslacht of op welke grond dan
Het brief- en telefoongeheim houdt in dat bestuursorganen alleen in wettelijk vastgelegde
gevallen kennis mogen nemen van de inhoud van brieven en telefoongesprekken van burgers.
Het huisrecht houdt in dat het binnentreden van een woning tegen de wil van de bewoner
alleen is toegestaan in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald. Het binnentreden van een
woning zonder wettelijke machtiging of toestemming van de bewoner is alleen toegestaan
indien een ernstig gevaar dreigt voor de veiligheid van personen of goederen.
4. privacy - eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer
Het recht op privacy houdt in dat het bestuursorgaan de persoonlijke levenssfeer van haar
burgers eerbiedigt, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen.
5. verbod van onrechtmatige vrijheidsontneming
Een bestuursorgaan mag niemand zijn vrijheid ontnemen, buiten de bij of krachtens de wet
7. verbod van misbruik van bevoegdheid (détournement de pouvoir)
Het verbod van misbruik van bevoegdheid houdt in dat een bestuursorgaan zijn bevoegdheid
niet gebruikt voor een ander doel dan waartoe die bevoegdheid is gegeven.
Het redelijkheidsvereiste houdt in dat het bestuursorgaan bij elk handelen (rechtshandelingen
en feitelijke handelingen) alle relevante feiten en omstandigheden tegen elkaar afweegt. De
uitkomst van die belangenafweging mag niet onredelijk zijn.
Het evenredigheidsvereiste houdt in dat bestuursorganen voor het bereiken van een doel
een middel aanwenden dat voor betrokkenen niet onnodig bezwarend is en dat in evenredige
verhouding staat tot dat doel.
er is ruimte voor coulance in situaties waarbij ten gevolge van vermoedelijke maar onbewezen
fouten van bestuursorganen burgers uitgave in geld of investeringen in tijd hebben gedaan,
zonder dat er sprake is van evident of vermoedelijk onrechtmatig overheidshandelen
Dit vereiste omvat twee normen:
I gevolg geven aan rechterlijke uitspraken
Het rechtszekerheidsvereiste houdt in dat een bestuursorgaan gevolg geeft aan rechterlijke
uitspraken en beslissingen op bezwaarschriften.
Een onderdeel van het rechtszekerheidsvereiste is het vertrouwensbeginsel. Dit houdt in
dat het bestuursorgaan gerechtvaardigde verwachtingen van burgers en organisaties jegens
die overheid nakomt (tenzij wet- of regelgeving zich daartegen verzetten).
Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld en dat ongelijke
gevallen ongelijk worden behandeld al naar gelang zij van elkaar verschillen.
13. onpartijdigheid/onvooringenomenheid
Het vereiste van onpartijdigheid/onvooringenomenheid houdt in dat bestuursorganen zich actief
opstellen om iedere vorm van een vooropgezette mening of opvatting te vermijden. Ook
de schijn van partijdigheid moet worden vermeden. Zij dienen zich te richten op objectieve
algemene belangen, dan wel een algemeen uitgezet beleid.
Het vereiste van hoor en wederhoor houdt in dat het bestuursorgaan bij de voorbereiding
van een handeling of beslissing de betrokken burger in staat stelt te worden gehoord. Zo kan
deze burger voor zijn belangen opkomen. Het vereiste geldt voor primaire en secundaire
besluitvorming en voor de klachtbehandeling.
Het motiveringsvereiste houdt in dat de motivering op de individuele zaak is toegesneden,
feitelijk juist is, logisch voortvloeit uit het overheidshandelen en kenbaar is.
Het fair play-vereiste houdt in dat een bestuursorgaan de burger de mogelijkheid geeft zijn
procedurele kansen te benutten.
Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende
18. administratieve nauwkeurigheid
Het vereiste van administratieve nauwkeurigheid houdt in dat bestuursorganen secuur werken.
19. actieve en adequate informatieverstrekking
Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen
burgers tijdig begrijpelijke, juiste en volledige informatie verstrekken.
20. actieve en adequate informatieverwerving
Het vereiste van actieve en adequate informatieverwerving houdt in dat bestuursorganen bij
de voorbereiding van hun handelingen de relevante informatie verwerven.
21. adequate organisatorische voorzieningen
Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen houdt in dat bestuursorganen hun
administratieve beheer en organisatorische functioneren inrichten op een wijze die behoorlijke
dienstverlening aan burgers verzekert.
Het vereiste van correcte bejegening houdt in dat bestuursorganen burgers respecteren en
II. dienstbaarheid (eenvoudige hulpvaardigheid)
Het vereiste van correcte bejegening houdt in dat bestuursorganen zich tegenover burgers
Het vereiste van professionaliteit houdt in dat ambtenaren zich jegens burgers professioneel
Het onderscheid behoorlijk/ niet behoorlijk is meestal te grof om recht te doen aan de bevindingen
van het onderzoek. Daarom is gekozen voor een nuancering van het oordeel, die loopt
van ‘adequaat’ tot ‘onbehoorlijk’.
dit is een positieve waardering; er is meer gedaan dan alleen behoorlijk gehandeld
er zijn geen behoorlijkheidvereisten geschonden en er is gehandeld zoals redelijkerwijs van de
er is behoorlijk gehandeld maar voor de burger blijft het een moeilijk te accepteren resultaat.
Na interventie behoorlijk betekent dat na een eenvoudige actie van de ombudsman een correctie
heeft plaatsgevonden en wel voordat de betrokken dienst het verslag van de ombudsman
Niet behoorlijk, maar gecorrigeerd
de gewraakte gedraging was onbehoorlijk, maar gevolgd door een nieuwe gedraging die wel in
op zichzelf is er geen grove schending van de regels, maar er moet wel een bestuurlijke correctie
er zijn meer respectievelijk zeer fundamentele vereisten van behoorlijkheid geschonden.
komt zowel juridisch als taalkundig overeen met ‘niet behoorlijk’ maar wordt alleen bij flagrante