Organisatie | Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling vrijwilligerswerk en mantelzorg 2002 |
Citeertitel | Subsidieregeling vrijwilligerswerk en mantelzorg 2002 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 18-9-2002
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2002, 36
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-09-2002 | 01-10-2002 | 13-07-2005 | nieuwe regeling | 18-09-2002 Provinciaal blad, 2002, 36 | 26/6.8/2002005787 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. vrijwilligerswerk: werk dat in georganiseerd verband, onbetaald en onverplicht verricht wordt ten behoeve van anderen of de samenleving in het algemeen;
b. jongeren: mensen in de leeftijdscategorie tot 23 jaar;
c. mantelzorg: de langdurende zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan hulpbehoevenden door personen uit de directe omgeving, waarbij de zorg rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
Gedeputeerde staten kunnen met inachtneming van deze regeling een eenmalige subsidie verlenen voor initiatieven, activiteiten en/of projecten die in Drenthe worden gerealiseerd en die met deze verlening een extra impuls krijgen en die gericht zijn op:
a. vrijwilligerswerk van en door jongeren;
b. mantelzorg als een bijzondere vorm van vrijwilligerswerk.
De activiteiten van de aanvrager moeten aansluiten bij het provinciaal beleid op een of meer van de volgende terreinen: zorg, welzijn, cultuur, onderwijs en educatie, natuur en milieu, internationale
samenwerking, toerisme en recreatie, sport en interculturele samenleving.
De aanvrager moet in beginsel een rechtspersoon zijn op het moment van de aanvraag. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om onder voorwaarden aan een groep natuurlijke personen die zich de behartiging van belangen van ideële en/of materiële aard ten doel stelt of aan niet-rechtspersoonlijkheid bezittende samenwerkingsverbanden subsidie te verlenen. Deze voorwaarden zullen met
name betrekking hebben op de zekerheid dat de te subsidiëren initiatieven, activiteiten of projecten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.
1. Voor subsidieverlening komen slechts in aanmerking:
a. organisatie-, huisvestings- en bureaukosten voor de duur van initiatief, activiteit of project;
b. overige aan initiatief, activiteit of projectgebonden kosten.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 2 komen voor subsidieverlening niet in aanmerking:
a. de kosten van aanschaf van duurzame kapitaalgoederen;
b. reguliere personeels- en exploitatiekosten;
c. de kosten van activiteiten c.a. waarbij het element van ontspanning of waardering voor de jongere vrijwilligers en/of mantelzorgers vooropstaat.
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de door gedeputeerde staten subsidiabel verklaarde kosten, tot een maximum van € 4.500,-- per aanvraag en niet meer dan het ontstane tekort.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en deze regeling kan een subsidie in ieder geval geweigerd worden voor:
a. initiatieven, activiteiten en/of projecten die door gedeputeerde staten worden gerekend tot het reguliere aanbod of takenpakket van instellingen en organisaties en van andere overheden;
b. initiatieven, activiteiten en/of projecten waarvan met de uitvoering reeds begonnen is voordat de aanvraag is ingediend.
1. Jaarlijks kan, in afwijking van artikel 29 van de Algemene subsidieverordening Drenthe, tweemaal subsidie worden aangevraagd, te weten vóór 1 september en vóór 1 maart.
In afwijking hiervan kan in 2002 eenmaal subsidie worden aangevraagd en wel vóór 1 november 2002.
2. De aanvraag wordt ingediend op een daartoe door gedeputeerde staten vastgesteld formulier.
Gedeputeerde staten zullen aanvragen toetsen aan de navolgende criteria. Deze criteria worden, ter bepaling van de prioriteit, eveneens gehanteerd ingeval subsidieverlening zou leiden tot overschrijding van het vastgestelde subsidieplafond.
Voor initiatieven in het vrijwilligerswerk:
a. de mate waarin jongeren worden gestimuleerd om vrijwilligerswerk te gaan doen;
b. de mate waarin vrijwilligersorganisaties hun eigen organisatie aanpassen voor het vinden en binden van jongere vrijwilligers;
c. de mate waarin sprake is van een voorbeeldfunctie.
Voor initiatieven op het terrein van mantelzorg:
a. de mate waarin sprake is van versterking van de positie en ondersteuning en belangenbehartiging van mantelzorgers;
b. de mate waarin mogelijkheden voor respijtzorg worden geboden, dat wil zeggen tijdelijke vervanging voor mantelzorgers;
c. de mate waarin samenwerking ten behoeve van ondersteuning van de mantelzorg en belangenbehartiging van mantelzorgers wordt bewerkstelligd;