Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels invordering privaatrechtelijke vorderingen |
Citeertitel | Beleidsregels invordering privaatrechtelijke vorderingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze regeling per 1 januari 2023 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende regeling al eerder vervallen hebben verklaard.
- Het college van de gemeente Oisterwijk heeft op 8 januari 2021 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Oisterwijk zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
- Het college van de gemeente Boxtel heeft op 5 januari 2021 besloten deze regeling vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Boxtel zoals dat per 1 januari 2021, op grond van de Wet van 8 juli 2020 tot splitsing van de gemeente Haaren, is ontstaan.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-01-2010 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 05-01-2010 De Leije, 13 september 2010 | B&W 5 januari 2010 |
Inhoudsopgave 1. Algemeen 1.1. Opmerkingen vooraf 1.2. Algemene uitgangspunten van het invorderingsbeleid1.3. Geheimhoudingsplicht 1.4. Hiërarchie/Bevoegdheden 2. Invordering in de eerste aanleg 3. Invorderingstraject 3.1. Invorderingsprocedure3.2. Tijdspad invordering3.3. De betalingsherinneringen3.4. De telefonische herinnering3.5. Het incassobureau4. Verdere bepalingen 4.1. Toerekening betaling/afboeken kleine bedragen4.2. Kwijtschelding 4.3. Uitstel van betaling4.4. Betalingsregeling 4.5. Oninbaar verklaren
De beleidsregels met betrekking tot de privaatrechtelijke invordering bieden een duidelijk kader terondersteuning van de dagelijkse praktijk. Daarnaast worden bedrijfsrisico’s beperkt voor inconsequente gedragslijnen met betrekking tot de invordering en financieel administratieve verantwoording van de nota’s van de gemeente Haaren.
Privaatrechtelijke vorderingen komen voort uit overeenkomsten naar burgerlijk recht, tot dienstverlening of leveringen van producten door de gemeente aan derden, waarvoor de gemeente een vergoeding factureert.
Artikel 1.1 Opmerkingen vooraf
De gemeente Haaren heeft de invordering van nota’s, voortkomende uit verbintenissen naar burgerlijk recht, centraal georganiseerd. De invorderingsambtenaar, als bedoeld in artikel 231 lid 2c Gemeentewet, is, conform aanwijzingsbesluit, de aangewezen ambtenaar belast met het gehele invorderingstraject.
Artikel 1.2 Algemene uitgangspunten van het invorderingsbeleid
Als een openstaande nota op verschillende wijzen kan worden ingevorderd, dient te worden gekozen voor de meest effectieve en efficiënte invorderingsbehandeling, tenzij het belang van de invordering daardoor zou worden geschaad. Belangrijke indicatoren van effectiviteit en efficiency zijn eenvoud, snelheid en een lage kostprijs.
Met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden vindt de invordering voor een groot deel op overeenkomstige wijze plaats ten aanzien van de debiteur. Ter wille van de leesbaarheid is op de daarvoor geëigende plaatsen vermeden tevens de aansprakelijkgestelden en andere derden te noemen, zonder dat hiermee wordt beoogd de toepasselijkheid van die voorschriften op de invordering met betrekking tot aansprakelijkgestelden en andere derden te beperken.
Artikel 1.3 Geheimhoudingsplicht
In aansluiting op artikel 67 van de Invorderingswet 1990, inzake de geheimhoudingsplicht, mogen geen gegevens van een debiteur worden verstrekt aan derden, tenzij dit voor de invordering van de schuld van betreffende debiteur van belang is. Met het oog op de privacy moet tevens zorg worden gedragen voor een situatie waarin het voor derden onmogelijk is om kennis te nemen van gegevens van de debiteur.
Artikel 1.4 Hiërarchie/Bevoegdheden
Ingevolge artikel 231 lid 2c Gemeentewet is de invorderingsambtenaar gemandateerd als gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen.
De invorderingsambtenaarNaast de invorderingsambtenaar is de plaatsvervangend invorderingsambtenaar bevoegd om alle formele invorderingsbescheiden te ondertekenen en alle invorderingsactiviteiten uit te oefenen.De invorderingsambtenaar is eindverantwoordelijke voor het proces van invordering. Dit brengt met zich mee dat de gerechtsdeurwaarder voor de uitoefening van zijn taak niet van zijn wettelijke bevoegdheden gebruik maakt, zonder dat hij daartoe opdracht heeft gekregen van de invorderingsambtenaar. De invorderingsambtenaar geeft vanuit de functiespecifieke taken opdracht aan het incassobureau om in geval van het onbetaald blijven van nota’s de behandeling van het dossier over te nemen en via het gerechtelijke traject de debiteur tot betaling te dwingen. De invorderingsambtenaar is eindverantwoordelijk voor alle handelingen die in zijn/haar naam ‘in opdracht’ (i/o) of ‘per order’ (p/o) ondertekend worden door de medewerker invordering.
De medewerker invorderingDe medewerker invordering is bevoegd om zowel telefonisch, mondeling als schriftelijk op te treden namens de invorderingsambtenaar, waarbij op dezelfde wijze dient te worden opgetreden als ware hij/zij de invorderingsambtenaar met uitzondering van de functiespecifieke taken.
Het incassobureauDe gemeente Haaren maakt gebruik van een externe incassopartij. Na het, ondanks verzending van drie betalingsherinneringen, onbetaald blijven van de vorderingen worden deze uit handen gegeven aan Cannock Chase Public waar het gehele gerechtelijke invorderingstraject in behandeling wordt genomen.
Hoofdstuk 2 Invordering in de eerste aanleg
Een nota kan uitsluitend worden verstuurd aan een natuurlijk- of rechtspersoon. Betaling vindt plaats binnen 30 dagen na dagtekening, tenzij bij overeenkomst of verordening anders is bepaald.De invorderingsambtenaar draagt zorg voor de verzending van de nota’s door gebruik te maken van de diensten van TNT Post. De dagtekening van de nota geldt als de datum van vaststelling van debetreffende nota. In verband met de betaaltermijn(en) ligt de dagtekening van de nota zo dicht mogelijk bij de datum waarop de nota door de debiteur wordt ontvangen.
Indien de nota onbestelbaar is of retour wordt ontvangen kan blijken dat de gegevens op de nota onjuist zijn of (deels) achterwege zijn gebleven. Dit moet worden gemeld aan de budgethouder die opdracht heeft gegeven tot het vervaardigen van de betreffende nota. Deze budgethouder kan daarop besluiten om de betreffende nota te laten crediteren en eventueel een verbeterende nota te versturen.
Nota’s ten name van een debiteur van wie bekend is dat hij/zij in staat van faillissement verkeert dan wel in geval de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing is verklaard, worden, indien de openstaande schuld binnen het faillissement of de wettelijke schuldsaneringregeling valt, dan wel een boedelschuld vormt, ter verificatie bij de curator respectievelijk de bewindvoerder aangemeld.
Nota’s ten name van een debiteur van wie bekend is dat hij/zij is overleden, worden, binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid, gezonden aan de executeur, de bewindvoerder over de nalatenschap of de erfgenamen. De invorderingsambtenaar zal in deze gevallen nastreven deze omzetting op een zo kort mogelijke termijn af te wikkelen.
Hoofdstuk 3 Invorderingstraject
Wanneer een nota niet binnen de daartoe gestelde termijnen wordt betaald, wordt overgegaan totvervolging van de debiteur middels het uit handen geven van de vordering aan het incassobureau.
Artikel 3.1 Invorderingsprocedure
De invorderingsambtenaar tracht voor zover mogelijk de onderstaande volgorde van maatregelen t.b.v. de invordering aan te houden:
Artikel 3.2 Tijdspad invordering
Om de inkomsten te maximaliseren is het van belang om de openstaande nota’s goed te volgen. Door tijdig de herinneringen te verzenden zullen de inkomsten worden gemaximaliseerd en het oninbare bedrag worden beperkt.
Artikel 3.3 De betalingsherinneringen
De betalingsherinnering is op naam gesteld van de natuurlijke- of rechtspersoon die op de nota isvermeld of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger. Voor het versturen van een betalingsherinnering is geen minimum bedrag vastgesteld. Als na de vervaldag van de nota het verschuldigde bedrag niet of in onvoldoende mate is voldaan, wordt 15 dagen na de vervaldatum van de nota de 1e herinnering gestuurd. De vervaldatum van de 1e herinnering is 15 dagen na dagtekening van deze herinnering.De 2e betalingsherinnering wordt 15 dagen na de vervaldatum van de 1e herinnering verstuurd en kent een vervaldatum van 15 dagen na dagtekening van deze herinnering. De 3e betalingsherinnering wordt 15 dagen na de vervaldatum van de 2e herinnering verstuurd en kent een vervaldatum van 7 dagen na dagtekening van deze herinnering.
Artikel 3.4 De telefonische herinnering
In geval van effectiviteit en wenselijkheid heeft de medewerker invordering de mogelijkheid om, naast het schriftelijke herinneringsproces, op elk moment van het invorderingstraject voorafgaand aan het incassobureau, over te gaan tot telefonisch manen. Er zal in ieder geval na het uitblijven van een betaling na het versturen van de 2e betalingsherinnering telefonisch contact met de debiteur worden opgenomen.
ndien de vordering 15 dagen na de vervaldatum van de 3e betalingsherinnering nog steeds niet voldaan is, wordt de vordering door de invorderingsambtenaar ter verdere inning uit handen gegeven aan het incassobureau. Vanaf deze invorderingsfase worden vervolgingskosten bij de debiteur in rekening gebracht. Hierbij geldt dat de kosten van invordering zoveel mogelijk worden verhaald op de nalatige debiteur. Redenen hiervoor liggen in het beginsel van gelijke behandeling en het ‘uitstralingskarakter’ door duidelijk te laten blijken dat de gemeente elke vordering gelijk bewaakt.
Indien vooraf blijkt dat in redelijke mate vaststaat dat de opbrengsten niet op zullen wegen tegen dekosten wordt de vordering als niet te incasseren beschouwd en zal het incassobureau de vordering teruggeven aan de invorderingsambtenaar als zijnde oninbaar.
Hoofdstuk 4 Verdere bepalingen
Artikel 4.1 Toerekening betaling/afboeken kleine bedragen
Als tijdstip van betaling geldt de datum van bijschrijving op de rekening van de gemeente (of bij Cannock Chase Public) dan wel de ontvangstdatum in geval van een kasbetaling. De betalingen, waarvan de bestemming is aangegeven, worden afgeboekt overeenkomstig de bedoeling van de betaler.
Een ongerichte betaling, waartoe geen bestemming is aangegeven, wordt afgeboekt op de oudste openstaande vordering dan wel op de voor de debiteur meest bezwarende nota, met dien verstande dat de aard van betreffende nota aanleiding kan zijn om, met inachtneming van de preferenties, hiervan af te wijken.
Het is niet gewenst dat er een verrekening plaatsvindt tussen een privaatrechtelijke vordering met een openstaand bedrag en een publiekrechtelijke vordering met een openstaand bedrag.
Er zal niet eerder tot terugstorting worden overgegaan van teveel ontvangen bedragen dan wanneer er geen bedrag meer als te ontvangen in de administratie is opgenomen.Kosten van vervolging die op meer dan één nota betrekking hebben (zoals beslagkosten) wordentoegerekend aan een van de betreffende nota’s.
In alle gevallen waarin betaling plaatsvindt aan de kas of de deurwaarder, wordt een kwitantie afgegeven.
Indien een betaling volgt zonder dat er vorderingen open staan zal het bedrag teruggestort worden op hetzelfde bankrekeningnummer als waarvan de betaling is verricht.
Artikel 4.3 Uitstel van betaling
Uitstel in geval van een dispuutIndien er sprake is van een gemeld dispuut, zulks ter beoordeling van de verantwoordelijke budgethouder, en het dispuut niet op korte termijn verholpen kan worden, wordt uitstel van betaling verleend voor het in dispuut zijnde bedrag. Hieruit volgt dat het non-dispuut bedrag binnen de gestelde termijn dient te zijn voldaan. Uitstel voor het dispuut kan niet eerder ingaan dan schriftelijk door de invorderingsambtenaar verleend.
Een debiteur die een betalingsregeling wenst voor zijn betalingsachterstand kan hier schriftelijk (hieronder valt ook verzoek per e-mail via gemeente@haaren.nl) om verzoeken. Als stelregel geldt in principe dat de betalingsregeling binnen een redelijke termijn voltrokken dient te zijn, afhankelijk van het totaalbedrag. Een overeengekomen betalingsregeling wordt door de invorderingsambtenaar schriftelijk vastgelegd en verstuurd aan de debiteur.
In het geval van regelmatige verzoeken om een betalingsregeling van dezelfde debiteur kan door de invorderingsambtenaar schriftelijk om meer informatie verzocht worden aangaande de persoonlijke situatie van betrokkene. Te denken valt aan inkomsten- en vermogensspecificaties.
Indien een betalingsregeling niet conform overeenkomst wordt nagekomen komt deze per direct tevervallen. Aan de debiteur wordt schriftelijk medegedeeld dat de regeling per direct buiten behandeling is gesteld, waarna het invorderingstraject wordt hervat.
Artikel 4.5 Oninbaar verklaren
Minimaal eens per kwartaal maakt de medewerker invordering een lijst op vanopenstaande nota’s die, ondanks alle mogelijke invorderingsmaatregelen, niet te innen zijn.
Alvorens het voorstel ter parafering zal worden voorgelegd aan de invorderingsambtenaar wordt de betrokken budgethouder, die opdracht heeft gegeven tot het opstellen van de nota, gehoord. De invorderingsambtenaar dient vervolgens het voorstel tot oninbaar verklaren in bij het college van burgemeester en wethouders.
Het daartoe strekkende besluit ontheft de invorderingsambtenaar van de wettelijke plicht verderepogingen tot invordering te doen. Hierbij geldt dat naast een totaaltelling per notasoort, in het voorstel alle gegevens op notaniveau moeten worden aangegeven, inclusief de van toepassing zijnde argumentatie. Het college verklaart de betreffende posten al dan niet oninbaar, waarna de betreffende notabedragen in de financiële administratie worden afgeboekt.
Redenen voor oninbaar verklaren zijn:• Faillissement;• Vertrokken onbekend waarheen;• Vertrokken naar het buitenland;• Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;• Minnelijke schuldregeling (finale kwijting);• Kosten/baten (bedrag te laag om dwanginvordering toe te passen);• Overleden, erven onbekend of erfenis verworpen;• Geen verhaal.