Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2011
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artt. 147, 149 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2019intrekking van hoofdstuk II door Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Midden-Drenthe 2019 per 1 januari 2019

28-05-2019

Gemeenteblad Gemeente Midden-Drenthe nr. 1461730, d.d. 21 augustus 2019

1461730
14-04-201101-01-201101-01-2019algehele herziening

31-03-2011

Gemeenteberichten 6 april 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2011

 

 

Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243.

  • b.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244.

  • c.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • d.

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212.

  • e.

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56.

  • f.

    Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181.

  • g.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder.

  • h.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • i.

    Gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

  • j.

    Wethouder: de wethouder, bedoeld in artikel 35 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II. Voorzieningen voor raadsleden

Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden

(vervallen)

Artikel 3. Onkostenvergoeding

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 4. Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

  • 3.

    (vervallen)

Artikel 5. Zakelijke reiskosten

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 6. Verblijfkosten

(vervallen)

Artikel 7. Buitenlandse excursie of reis

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 8. Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 9. Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

  • 3.

    (vervallen)

  • 4.

    (vervallen)

Artikel 10. Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

(vervallen)

Artikel 11. Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 12. Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 12a. Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

Artikel 12b. Verzekering

  • 1.

    (vervallen)

  • 2.

    (vervallen)

  • 3.

    (vervallen)

Hoofdstuk III. Voorzieningen voor wethouders

Artikel 13. Onkostenvergoeding

  • 1.

    De wethouder ontvangt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten. Deze vergoeding is gelijk aan het bedrag vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    In geval de wethouder een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, als bedoeld in artikel 20, wordt de onkostenvergoeding als bedoeld in het eerste lid gekort met de component telefoonkosten. De component telefoonkosten bedraagt 9% van de onkostenvergoeding voor de voltijd wethouder, voor de deeltijdwethouder 12%. De wethouder ontvangt hiernaast een korting in verband met gebruik van de privételefoon voor zakelijke doeleinden. Deze korting is gelijk aan het bedrag dat de burgemeester hiervoor ontvangt.

Artikel 14. Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1.

    De wethouder, die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar het wethouderschap heeft bekleed, ontvangt de onkostenvergoeding als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het wethouderschap heeft bekleed.

  • 2.

    Bij overgang van de gemeente naar een lagere klasse, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders, in verband met een vermindering van het aantal inwoners, behouden de zittende wethouders tot hun aftreden de geldende vergoeding.

  • 3.

    De betaling van de vergoedingen, bedoeld in artikel 14, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 15. Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van de gemeente

gemaakt. De vergoeding betreft:

  • a.

    bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

  • b.

    bij gebruik van een eigen personenauto: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten conform de per 1 januari 2011 ingetreden werkkostenregeling.

Artikel 16. Dienstauto

De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

Artikel 17. Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 14 worden aan de wethouder vergoed, waarbij de bepalingen van de reisregeling binnenland van toepassing zijn.

Artikel 18. Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed, waarbij de bepalingen van de reisregeling buitenland van toepassing zijn.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. Hiervan wordt melding gedaan aan de gemeenteraad.

Artikel 19. Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 20. Mobiele telefoon

Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die uitsluitend bedoeld is voor zakelijk gebruik.

Artikel 21. Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 22. Reis-, pension- en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten

laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 23. Verzekering

  • 1.

    Wethouders vallen onder de algemene aansprakelijkheidsverzekering van de gemeente.

  • 2.

    Wethouders zijn uit hoofde van hun functie naast lid 1 verzekerd voor rechtsbijstand en bestuurdersaansprakelijkheid.

  • 3.

    De premies van de in lid 1 en 2 genoemde verzekeringen komen ten laste van de gemeente.

Hoofdstuk IV. De procedure van declaratie

Artikel 24. Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 25. Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 15 en 17 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het declaratieformulier binnen 3 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris ter accordering, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 26. Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1)

    De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 6, 7, 8, 17,18 en 19 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2)

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3)

    Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris ter accordering.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 27. Intrekking oude regeling

De verordening vergoeding onkosten wethouders van 26 februari 1998 wordt ingetrokken.

Artikel 28. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2011.

 

Besloten in de openbare vergadering van de raad,

gehouden op 31 maart 2011,

de griffier

de voorzitter,

C.J. Onderwater

J.Broertjes