Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage Toelichting APV Almere 2011 |
De 7e wijziging van deze Verordening kent de volgende overgangsbepaling: Besluiten, genomen of reeds geldend bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening 2011, (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 december 2017, RV-79/2017) die golden op het moment van inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-10-2018 | 19-07-2019 | 7e wijziging APV gemeente Almere 2011 | 19-07-2018 | RV-37/2018 | |
12-01-2018 | 12-10-2018 | 07-12-2017 | RV-79/2017 | ||
12-12-2017 | 12-01-2018 | 6e Wijziging. Wijziging art. 2.9 en art. 2.10 | 07-12-2017 Gemeenteblad Almere, nr. 956, 11-12-2017 | RV-79/2017 | |
03-10-2017 | 13-12-2017 | 5e Wijziging.Vervallen artikel 1:3 en wijziging diverse artikelen | 20-07-2017 Gemeenteblad Almere, nr. 857, 25-09-2017 | RV-51/2017 | |
22-01-2015 | 03-10-2017 | wijziging en vervallen artikelen i.v.m. actualisering, toevoeging artikel 2:43a | 18-12-2014 Gemeenteblad Almere, nr. 4, 14-01-2015 | RV-87/2014 | |
19-06-2014 | 22-01-2015 | wijziging en vervallen artikelen i.v.m. actualisering, toevoeging artikelen 2:58, 2:60, 2:61, 2:65, 2:66, 2:67, 2:69 | 05-06-2014 Gemeenteblad Almere, 11-06-2014 | RV-33/2014 | |
18-12-2013 | 19-06-2014 | toevoeging afdelingen 8a en 8b aan Hoofdstuk 2 | 28-11-2013 Gemeenteblad Almere, 10-12-2013 | RV-73/2013 | |
24-12-2011 | 18-12-2013 | intrekking art. 1:2 lid 4 en toevoeging art. 1:9 incl. toelichting | 22-12-2011 Gemeenteblad Almere, 23-12-2011 | RG-249 | |
29-01-2011 | 24-12-2011 | nieuwe regeling | 13-01-2011 Gemeenteblad Almere, 21-01-2011 | RV-85/2010 |
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:43 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:43a Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen
Artikel 2:44 Plakken en kladden
Artikel 2:45 Vervoer plakgereedschap e.d
Artikel 2:46 Vervoer inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:49a Hinderlijk gedrag in of vanuit een woning
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:52 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2:53 Bespieden van personen
Artikel 2:54 Loslopende honden
Artikel 2:55 Verontreiniging door honden
Artikel 2:56 Gevaarlijke honden
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Eisen exploitant en leidinggevende
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en leidinggevende
Artikel 3:10 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennisgeving aan de burgemeester.
Afdeling 4. Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2:5 Muziek en vermakelijkheden (waaronder straatmuzikant)
Indien wordt voldaan aan alle onderstaande voorwaarden is het gestelde in het eerste kid niet van toepassing:
a. er wordt met ten hoogste 3 personen opgetreden;
b. er wordt geen gebruik gemaakt van draaiorgels, geluid versterkende apparatuur of instrumenten met een vel (membranofonen) zoals trommels, bongo’s en dergelijke;
c. het optreden omvat maximaal een halfuur achtereen op dezelfde plaats, waarbij een locatie binnen 100 meter als dezelfde plaats wordt beschouwd;
d. het optreden vindt uitsluitend plaats tussen 9.00 en 22.00 uur;
e. het optreden vindt niet plaats binnen een straal van 100 meter van markten of evenementen, of binnen 100 meter van ziekenhuizen;
f. het plaatsen van kleine objecten met een gezamenlijke oppervlakte van max. 25m2 ten behoeve van een optreden is toegestaan, voor zover het plaatsen
van deze objecten zich niet verzet tegen de in artikel 1:8 genoemde belangen;
g. het optreden vindt niet plaats in geheel of deels overdekte, openbaar toegankelijke ruimtes.
h. er worden geen artikelen verkocht of geld aangenomen waarvoor het publiek actief is benaderd.
i. er is geen sprake van hinderlijk gedrag of overlast voor de directe omgeving.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:7 Hinderlijke beplanting
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2:8 Gladheidbestrijding en andere overlast op de weg
Het is verboden een toegang tot een woning, een vaartuig, een gebouw of een gedeelte daarvan, alsmede het voetpad of trottoir dat direct grenst aan een woning, een vaartuig, een gebouw of een gedeelte daarvan, voorwerpen of stoffen te plaatsen te werpen of te hebben, handelingen te verrichten of na te laten, waardoor overlast of gevaar wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt die de toegankelijkheid kan belemmeren.
Onder een evenement wordt verstaan elk voor het publiek toegankelijke verrrichtingen van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of daarmee gelijk te stellen vermaak, alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, feesten, braderieën, filmopnamen, etc.., met uitzondering van:
Artikel 2:9a Evenementenkalender
Het college stelt jaarlijks een evenementenkalender vast, dit is een lijst van evenementen die in een daarop volgend kalenderjaar in de gemeente kunnen plaatsvinden en die is opgesteld aan de hand van door organisatoren vóór 1 september aangemelde evenementen.
Artikel 2:10 Evenementenvergunning
Indien een kennisgeving, gelet op het tijdstip waarop de speeldatum wordt vastgesteld, niet vier weken tevoren kan worden gedaan, dient de organisator van de wedstrijd na de vaststelling van de speeldatum hiervan onmiddellijk de burgemeester schriftelijk in kennis te stellen, maar in ieder geval één week voor de speeldatum.
Artikel 2:13 Verboden voetbalwedstrijd
Het is de organisator van een voetbalwedstrijd ingevolge artikel 2:12, eerste lid, verboden, deze te doen plaatsvinden, indien:
Artikel 2:14 Verwijdering supporters
Personen, die zich door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporter en inhet bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de te bezoeken wedstrijd zijn verplicht om, indien sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, hun weg naar het stadion te vervolgen zodra ze de gemeente bereiken.
Al degenen die behoren tot de supportersaanhang van een bezoekende betaald voetbalclub en dat door bijvoorbeeld kleding, uitrusting, gedraging of anderszins kenbaar maken zijn verplicht om, indien sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan daarvan, direct na afloop van de wedstrijd te vertrekken uit de gemeente of zich te begeven in een door de politie aan te geven route en richting.
Personen, die zich door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporter en niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de wedstrijd en op een of andere wijze de openbare orde verstoren of ernstig dreigen te verstoren dan wel racistisch gedrag vertonen of racistische uitlatingen doen, zijn verplicht zich op eerste aanzegging van de politie buiten de gemeentegrenzen te begeven of in een door de politie aan te geven route en richting.
Afdeling 8. Toezicht op OPENBARE INRICHTINGEN
Artikel 2:16 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
1. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis;
2. elke andere voor het publiek toegankelijk, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt of bereid;
b. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegeneheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschoken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.
Artikel 2:18 Sluitingstijden openbare inrichtingen
In afwijking van de in het eerste lid gestelde sluitingstijden, kan de burgemeester in het belang van de openbare orde of het woon- en leefklimaat andere sluitingstijden vaststellen voor één of meer openbare inrichtingen, categorieën van openbare inrichtingen of voor de tot de openbare inrichtingen behorende terrassen.
Artikel 2:19 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor één of meer openbare inrichtingen en/of een daartoe behorend terras tijdelijk andere dan krachtens 2:18, eerste lid geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
Artikel 2:20 Aanwezigheid in gesloten openbare inrichting
Het is bezoekers van een openbare inrichting verboden gedurende de tijd dat dit bedrijf bij of krachtens het bepaalde in artikel 2:18 of ingevolge een op grond van artikel 2:19 genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin of aldaar te bevinden.
AFDELING 8a. BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANK- EN HORECAWET
Artikel 2:22b Regulering paracommerciele rechtspersonen
Een paracommerciele rechtspersoon kan, onverminderd het bepaalde in artikel 2:18 van deze verordening, alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken op maandag tot en met zondag van 13:00 uur tot maximaal 1 uur na beeindiging van de activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende paracommerciele rechtspersoon.
In afwijking van het gestelde in het eerste lid, kan een paracommerciele rechtspersoon tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, alcoholhoudende drank verstrekken tijdens ten hoogste 6 bijeenkomsten per jaar.
AFDELING 8b. BEPALINGEN OVER HET VERSTREKKEN VAN ALCOHOLVRIJE DRANKEN
De burgemeester kan nadere regels stellen die strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning voor het alcoholvrij bedrijf is vereist.
AFDELING 10. NACHTVERBLIJF, KAMPEREN BUITEN KAMPEERTERREINEN
In deze afdeling wordt verstaan onder:
kampeermiddel: een onderkomen of een voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, of op het openbaar water, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten, of anderszins overlast veroorzaken.
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, of op het openbaar water, die deel uitmaakt van een door de burgemeester aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartements- gebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte of de onmiddellijke omgeving van zo'n gebouw.
Artikel 2:49a Hinderlijk gedrag in of vanuit een woning
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, dient er zorg voor te dragen dat, door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf, geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Degene die zich binnen de bebouwde kom met een hond op een openbare plaats begeeft, is verplicht opruimmiddelen voor hondenuitwerpselen bij zich te dragen en is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd. Onder geëigende opruimmiddelen wordt verstaan: een hondenpoepschep of een (wegwerp)zakje.
AFDELING 12. BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Het is verboden in door het college aangewezen openbare plaatsen of in een voor publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken.
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
AFDELING 15. Veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
Het is degenen aan wie dit door of namens de burgemeester in het belang van de openbare orde schriftelijk is bekendgemaakt, verboden zich gedurende een in de bekendmaking genoemd tijdvak van ten hoogste acht weken te bevinden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen en plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd.
Hoofdstuk 3. Escortbedrijven, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massage- salon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Escortbedrijven, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Eisen exploitant en leidinggevende
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de leidinggevende is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of leidinggevende geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor tenminste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en leidinggevende
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
Artikel 3:10 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
AFDELING 3. BESLISSINGSTERMIJN; WEIGERINGSGRONDEN, ETC
Artikel 3:12 Weigeringsgronden seksinrichting
de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een provinciaal inpassingsplan of rijksinpassingsplan als bedoeld in de wet ruimtelijke ordening en krachtens die plannen gestelde nadere eisen, dan wel in strijd is met een op grond van de Wet ruimtelijke ordening vastgestelde en in werking getreden beheersverordening, voorbereidingsbesluit of projectbesluit;
Artikel 3:13 Intrekkingsgronden
aannemelijk is, dat een leidinggevende van de seksinrichting of het escortbedrijf betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de seksinrichting, het escortbedrijf of de sekswinkel die een gevaar opleveren voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van deze inrichting;
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten in de daarbij aangewezen gebieden gedurende de daarbij aangewezen dagen en dagdelen.
Tijdens een collectieve festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten invallend op de gevel van geluidgevoelige gebouwen, niet meer bedragen dan 60 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Tijdens een collectieve festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden, niet meer bedragen dan 50 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Voor het ten gehore brengen van muziek in de buitenruimte van de inrichting zijn de nadere regels als bedoeld in artikel 2:10, lid 4 van deze verordening van toepassing voor zover het betreft de geluidsnorm, de tijden waarop muziek ten gehore mag worden gebracht en de frequentie van deze festiviteit.
Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:4 van deze verordening niet van toepassing zijn mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148 lid 1 van het Besluit niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Tijdens een incidentele festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten invallend op de gevel van gevoelige gebouwen, niet meer bedragen dan 60 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Tijdens een incidentele festiviteit mag het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) als gevolg van de inrichting, gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden, niet meer bedragen dan 50 dB(A). Toeslagen voor de aard van het geluid of de bedrijfsduurcorrectieterm blijven hierbij achterwege.
Voor het ten gehore brengen van muziek in de buitenruimte van de inrichting zijn de nadere regels als bedoeld in artikel 2:10, lid 4 van deze verordening van toepassing voor zover het betreft de geluidsnorm, de tijden waarop muziek ten gehore mag worden gebracht en de frequentie van deze festiviteit.
Voor de duur van 4 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals onder andere orkesten, harmonie- en fanfaregezelschap-pen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing.
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt zoals een caravan, een kampeerwagen, een aanhangwagen, een keetwagen of ander dergelijk voertuig langer dan op drie achtereenvolgende dagen zonder wezenlijke tijdsonderbreking te plaatsen of te hebben op de weg binnen de bebouwde kom;
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden te venten:
binnen 200 meter van een standplaats als bedoeld in artikel 5:13 van deze verordening, een winkel of andere verkoopgelegenheid waarin of waaruit hoofdzakelijk soortgelijke artikelen worden verkocht, het marktterrein tijdens de aangewezen marktdagen of een evenement als bedoeld in artikel 2:9 van deze verordening.
In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Waterwet, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland, de Telecommunicatiewet of een verordening ondergrondse infrastructuren.
Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op krachtens het tweede lid aangewezen gedeelten van openbaar water:
a.nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid,
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens het artikel 5:20, tweede lid bepaalde.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde met een motorvoertuig, als bedoeld in artikel 1, onder z, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994, een recreatieve rit of een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, en van de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan de op grond van deze verordening verleende vergunningen of ontheffingen, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of met hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.